Als je kennis neemt van historische constructies word je een betere constructeur. In oude bouwwerken schuilen rijke inzichten over het onlosmakelijke spel tussen vorm en krachten. Ik pleit ervoor om oude wijsheid voor het voetlicht te brengen en om zo samen tot duurzamere, elegante constructies te komen.
16?CEMENT?1 2025
Als je kennis neemt van historische construc-
ties word je een betere constructeur. In oude
bouwwerken schuilen rijke inzichten over het
onlosmakelijke spel tussen vorm en krachten.
Ik pleit ervoor om oude wijsheid voor het voet-
licht te brengen en om zo samen tot duurza-
mere, elegante constructies te komen
Het aantal sporten op de R-ladder van circulariteit wil
nogal eens verschillen, maar in ieder geval mag de con-
structeur wat mij betreft hoger klimmen. Vooral naar
Reduce, waar de bouwmeester van weleer ook bivak-
keerde. Dat is de tweede sport volgens dit rijtje: 1 Refuse
en rethink, 2 Reduce, 3 Reuse, 4 Repair, refurbish, rema-
nufacture en repurpose, 5 Recycle, en 6 Recover.
Uiteraard juich ik alle initiatieven toe om beton te recy-
clen, te onderhouden of zelfs hoogwaardig te herge-
bruiken (van R5 tot en met R3). Ik denk bijvoorbeeld
aan het EU ReCreate-project over hergebruik van pre-
fab beton, door onder andere TU Eindhoven, TNO, IMd
en Lagemaat. En het Built by Nature-project Optoppen
In juni, tijdens de Dag van de Constructeur, werden Diederik
Veenendaal (Summum Engineering) en Lonneke van Haalen (ABT)
uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent
van het Jaar. In een serie columns geven beiden hun visie op een
aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In deze
vierde aflevering is het de beurt aan Diederik Veenendaal.
Prima donna's hoog op
de ladder
van onder andere Holland Houtland toont al vele be-
tonnen gebouwen met lichte optopping. Het kritisch
herbeschouwen van bestaande betonconstructies of
elementen ervan is bepaald geen sinecure. Ik vind het
dus prachtig om al zoveel om me heen te zien gebeu-
ren - een uitermate goed gebruik van al die kennis over
en ervaring met beton in ons land.
Het beste is helemaal niet bouwen (R1). Zelfs daar durft
men al met opdrachtgevers over te praten, wetende dat
het niet in hun zakelijke belang is. Maar bij reduceren (R2)
loopt het wat mij betreft spaak. We fixeren ons enkel op
de receptuur van beton voor zover die tot broeikasgas-
"Voor de constructeur ligt er een morele
verplichting om zich niet alleen met de
materiaalsamenstelling te bemoeien"
Constructeur van het Jaar
Diederik Veenendaal
DR.SC.IR.
DIEDERIK
VEENENDAAL
42 jaar
WERK
2024 ? heden
Constructeur & CEO
Summum Engineering
2017 ? 2024
Constructeur &
Oprichter Summum
Engineering
2009 - 2017
Constructeur
Witteveen+Bos
2010 ? 2016
Research Assistant
BLOCK Research
Group, ETH Zurich
OPLEIDING
2010 ? 2017
Dr.sc. Architecture
ETH Zurich
2005 ? 2008
MSc. Civil Engineering
TU Delft
CEMENT 1 2025 ?17
Prima donna's hoog op
de ladder
constructeur van het jaar (4)
sen leidt. Neem me niet verkeerd, ik zie graag meer CO? -
neutraal beton, zoals dat vorig jaar uit de koker kwam
van Dorien Staal van Voorbij Prefab en Niki Loonen van
ABT. En andere manieren van efficiënter gebruik van
cement, toeslagmaterialen, wapening enzovoorts. Maar
er zijn meer vormen van milieuschade. De mensheid
(en beton) heeft een veel bredere invloed op zijn leef-
omgeving. Zo plaatst de milieukosten-indicator (MKI)
de uitstoot van CO? in een veel breder kader van to-
taal negentien zogeheten milieu-impactcategorieën.
Kortom, we mogen niet op onze lauweren rusten nadat
we beton met lage impact hebben voorgeschreven. Voor
de constructeur ligt er een morele verplichting om zich
niet alleen met de materiaalsamenstelling te bemoeien,
maar ook de constructie zelf efficiënt en effectief te ma-
ken. Iets gezelliger en minder belerend geformuleerd:
hier ligt een mooie kans om gave dingen te doen. Ik doel
daarmee niet (alleen) op het uitpluizen van de norm en
slim uitnutten van een balk of kolom, maar ook de opti-
malisatie van een bouwwerk als geheel en in zijn context.
Daartoe moet een ontwerper zich al in een veel eerder
stadium laten gelden. In de literatuur over constructieve
optimalisatie wordt dit al jaren als volgt ingeleid: het op-
timaliseren van de geometrie (vorm) is effectiever dan dat
van de doorsnede, en het optimaliseren van de topologie
(layout) effectiever dan de vorm. De middelen hiervoor
zijn talrijk en liggen binnen handbereik: generatieve en
parametrische software, digitale fabricage en kunstma-
tige intelligentie - dit zijn niet alleen modewoorden!
Inspiratie voor het ontwerpen met moderne middelen is
in het verleden te vinden. Tien jaar geleden werkte ik
nog bij de Block Research Group, waar dit nog altijd het
motto of eerder mantra is: 'leren van het verleden om
een betere toekomst te ontwerpen'. De nadruk ligt bij
hen op het ontwerpen en vervaardigen van dunwandige
schaalconstructies. Dunne schalen vormen een contra-
dictie. Enerzijds noemde prof. Ekkehard Ramm uit Stutt-
gart ze 'de prima donna's onder constructies'. Ze zijn
wispelturig, want gevoelig voor knik dat al bij kleine
imperfecties optreedt. Anderzijds zijn ze elegant: een
simpele oplossing voor een moeilijke opgave. Het Ei van
Columbus, of eigenlijk van Brunelleschi. Hij sloeg een ei
op tafel om de constructieve haalbaarheid van de dom
van Florence aan te tonen. Ik nam hier voorbeeld aan en
zette eens een glas water op een Pringles-chip om de
haalbaarheid van een betonnen ecoduct met diezelfde
hyperbolische paraboloïde vorm aan te tonen (foto 1).
Een prachtig voorbeeld van zo'n vorm in beton is de Foto 1. Glas water op een
Pringles-chip, 250 keer
het eigen gewicht
Beerenplaat met overspanningen van 26 m en slechts
8 cm dikte, naar constructief ontwerp van prof. Bouma
(foto 2).
Rond diezelfde tijd werkte ik mee aan de ontwikkeling
van een geribd en gewelfd vloersysteem en het eerste
2 cm dunne prototype ervan. Inmiddels vermarkt een
Zwitserse spin-off, Vaulted, deze ongewapende vloer
onder de naam Rippmann Floor System, vernoemd naar
mijn wijlen collega en vriend Matthias (foto 4). Hun inzet
is om de massa van een betonnen gebouwconstructie
te halveren. Iets recenter heb ik zulk gedachtegoed mo
-
gen voortzetten met Vertico en Jelle Feringa door het
3D-betonprinten van het Huizenprinters Paviljoen
Foto 2. Interieur van het Drinkwaterleidingbedrijf Beerenplaat (foto: Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed / Wikimedia)
18?CEMENT?1 2025
(foto 3). Dit geheel ongewapende booggewelf was een
vleesgeworden gedachte-experiment hoe 3D-geprint
beton toegepast zou kunnen worden; een vraag waar
we allemaal overigens nog niet over uit zijn.
Eigenlijk wil ik ook geen oplossingen bieden, en zeker
schalen niet als ultieme oplossing voorschotelen. Het
is meer een pleidooi om materiaal te besparen door
vormen te optimaliseren en zo hoger op de R-ladder te
klimmen. Bovenaan heb je immers overzicht. Om de
(bij)titel van het boek 'Form and Forces' van Edward
Allen en Waclaw Zalewski te parafraseren: een begrip
van vormgeving en krachtenspel staat ontwerpers toe
om efficiënte en expressieve constructies te ontwerpen.
Zulk begrip kan bovendien verbindend werken, want
het overstijgt materiaalspecialismen of andere vormen
van onderscheid in ons vak. Laten we elkaar inspireren
door het verleden en vervolgens onszelf afvragen hoe
constructies er nu uit kunnen of moeten zien. Waar heb
jij van geleerd?
"Inspiratie voor het ontwerpen met moderne
middelen is in het verleden te vinden"
Foto 3. 3D-geprint paviljoen van de Huizenprinters (bron: Vertico)
Foto 4. Geribd en gewelfd vloersysteem Rippmann Floor System (foto: Gigon Guyer)
Rekenen aan schalen
Betonnen schalen zijn uit
zwang geraakt, en daarom
niet evident om uit te reke-
nen. De basis is en blijft
Eurocode 2 voor beton.
Aanbevelingen van de
International Association
for Shell and Spatial Struc-
tures (IASS) uit 1979 geven
een handreiking voor de
maatgevende invloeden
op hun knik gedrag en
EN 1993-1-6 toont een
moderne aanpak voor de
sterkte en stabiliteit van
stalen schaalconstructies.
In juni, tijdens de Dag van de Constructeur, werden Diederik Veenendaal (Summum Engineering) en Lonneke van Haalen (ABT) uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. In een serie columns geven beiden hun visie op een aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In deze vierde aflevering is het de beurt aan Diederik Veenendaal.
Het aantal sporten op de R-ladder van circulariteit wil nogal eens verschillen, maar in ieder geval mag de constructeur wat mij betreft hoger klimmen. Vooral naar Reduce, waar de bouwmeester van weleer ook bivakkeerde. Dat is de tweede sport volgens dit rijtje: 1 Refuse en rethink, 2 Reduce, 3 Reuse, 4 Repair, refurbish, remanufacture en repurpose, 5 Recycle, en 6 Recover.
Uiteraard juich ik alle initiatieven toe om beton te recyclen, te onderhouden of zelfs hoogwaardig te hergebruiken (van R5 tot en met R3). Ik denk bijvoorbeeld aan het EU ReCreate-project over hergebruik van prefab beton, door onder andere TU Eindhoven, TNO, IMd en Lagemaat. En het Built by Nature-project Optoppen van onder andere Holland Houtland toont al vele betonnen gebouwen met lichte optopping. Het kritisch herbeschouwen van bestaande betonconstructies of elementen ervan is bepaald geen sinecure. Ik vind het dus prachtig om al zoveel om me heen te zien gebeuren - een uitermate goed gebruik van al die kennis over en ervaring met beton in ons land.
Reacties