De parkeergarage Lammermarkt, aan de rand van het centrum in Leiden, is de diepste garage van Nederland. Het realiseren van een waterdichte kuip bleek geen eenvoudige opgave, gezien de ronde vorm van de put en de enorme ontgravingsdiepte. Door inzet van innovatieve materialen en bouwmethoden is het toch gelukt.
40
Ronde owb-vloer
met staalvezels
Ontwerp bouwput voor diepste parkeergarage van Nederland
De parkeergarage Lammermarkt, aan de rand van het centrum in
Leiden, is de diepste garage van Nederland. Het realiseren van een
waterdichte kuip bleek geen eenvoudige opgave, gezien de ronde
vorm van de put en de enorme ontgravingsdiepte. Door inzet van
innovatieve materialen en bouwmethoden is het toch gelukt. De parkeergarage Lammermarkt is cilindervormig en heeft
zeven parkeerlagen, alle ondergronds (fig. 2). De diameter
bedraagt 60 m. De wanden zijn uitgevoerd als diepwanden die
zowel tijdens de bouw als in het gebruiksstadium voor de
grond- en waterkering zorgdragen. Deze diepwanden dragen
tevens de parkeervloeren.
De bodem van de bouwput is gerealiseerd met vezelversterkt
onderwaterbeton. In de gebruiksfase verzorgt een definitieve
constructievloer de waterdichtheid van de parkeergarage. De
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
41
inboorniveau
variabel
100
1000-1400
150
-23 800 / -24 200
onderwater beton
uitvullaag beton
uitvullaag grind
constructie vloer
0/-100 0/-100 +/-75 variabel
-22 700
-22 800
-23 950 / -24 350 grout
GEWI+ anker Ø57.5
200
-22 214
-23 000
-22 045 var.
486
cm* am* cm*
geïntegreerde schotel Ø 350
wanden en een stempelkracht in de owb-vloer zou optreden.
Dat is zeer bepalend voor het ontwerp van de owb-vloer. Over
dit gedrag is een separaat artikel 'Uitdagingen bij ontwerp
ronde bouwkuip' geschreven, elders in deze Cement
.
Krimp
Bij het ontwerpen van de vloer speelde krimp een nadrukkelijke
rol. Ook dit fenomeen is bepalend of er een normaaldrukkracht
in de vloer ontstaat.
Verhardingskrimp
Na de stort van het onderwaterbeton komt de chemische
reactie in het beton op gang, waarmee het materiaal verhardt.
Tijdens deze verhardingsfase warmt het beton op tot enkele
tientallen graden Celsius. Deze opwarming zorgt ervoor dat het
nog vloeibare mengsel in de hoogte uitzet. Als het beton voor
een groot deel is uitgehard, daalt de temperatuur weer. Dit
vertaalt zich in krimp, ook horizontaal. Deze krimp wordt vaak
de verhardingskrimp, of ook wel adiabatische krimp genoemd.
1
ir. Jeroen Meijdam,
ir. Marjorie Greveling de Vos,
ir. Arjen Ramkema
Dura Vermeer 1 De bouwput van de parkeergarage
Lammermarkt is 25 m diep
foto: in2Contracts2 Doorsnede van de parkeergarage
3 Detail verankering Gewi-palen in
owb- en constructievloer
Diepwanden
Over de diepwanden van de parkeergarage Lammer -
markt is het artikel 'Uitdagingen bij ontwerp ronde
bouwkuip' verschenen, elders in deze Cement.
opwaartse druk op de onderwaterbetonvloer (owb-vloer) en de
definitieve constructievloer wordt opgenomen door Gewi-
palen die in beide vloeren zijn verankerd (fig. 3). De poeren
zijn geïntegreerd in de owb-vloer en de constructievloer (foto 1
en 7). Op die plaatsen is het onderwaterbeton gewapend.
Het spectaculaire aan de bouwput is dat er geen stempelraam is
gebruikt. Dat terwijl er circa 25 m grond en water moest worden
gekeerd. Boven op de diepwanden bevindt zich wel een ringbalk.
Voorwaarde voor ontwerp
Er zijn diverse zaken die een rol hebben gespeeld bij het
ontwerp van de owb-vloer. Zo is het zeer bepalend of er druk
vanuit de diepwanden op de vloer wordt uitgeoefend. Ook
krimp van de vloer en temperatuurbelastingen spelen een rol.
Drukkracht vanuit diepwanden
De gronddruk op de diepwanden van de cilindervormige
bouwput is deels symmetrisch en de waterdruk is volledig
symmetrisch. De vraag was of door de cilindervorm de
belasting geheel zou worden opgenomen door horizontale
normaalkrachten in de cilinder, of dat er buiging in de diep-
2
3
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
42
Volgens Eurocode 2, artikel 3.1.4, formule 3.12, bedraagt de rek
als gevolg van de autogene krimp:
?
ca(?) = 2,5 (f ck ? 10) 10 ?6 = 2,5 (37 ? 10) ? 10 ?6 = 6,75 ? 10 ?5
Na 28 dagen is deze krimp slechts deels ontwikkeld. Volgens
Eurocode 2 (3.11 en 3.13) bedraagt deze krimp:
?
ca (t) = ? as(t) ? ? ca(?)
?
as (t) = 1 ? exp (? 0,2 t 0,5)
?
ca (28) = (1 ? e ?0,2 t 0,5 ) ? 6,75 ? 10 -5 = 0,65 ? 6,75 ? 10 -5 = 4,38 ? 10 -5
Uitgaande van een diameter van de vloer van 60 m, bedraagt de
verplaatsing aan één zijde:
560000 4, 38 10 1, 3mm 2
u = =
Volgens de SBRCURnet-publicatie kan deze werkelijke krimp
wel eens 3 tot 4 keer groter zijn dan berekend volgens de Euro-
code. De vervorming kan dus 5,2 mm bedragen.
Uitdrogingskrimp
Als laatste vorm van krimp noemen we uitdrogingskrimp.
Aangezien het onderwaterbeton de eerste vier weken zeker
onder water zou blijven, was het bij het ontwerp niet nodig van
uitdroging uit te gaan.
Totaal
De totale krimp van het de owb-vloer is daarmee geschat op:
adiabatische krimp 6 mm
autogene krimp 1,3 ? 5,2 mm
uitdrogingskrimp 0 mm
totaal 6 tot 11 mm
Deze vervorming kan zich vertalen in een kier ter plaatse van de
aansluiting van de owb-vloer op de diepwand (foto 4). De krimp
van de stijve owb-vloer wordt immers niet of nauwelijks tegenge-
houden door de ondergrond en de Gewi-palen, en ter plaatse van
de aansluiting bevindt zich de zwakste plek. Door deze kier kan
de vloer omhoogkomen. Bovendien vormt de kier een mogelijke
bron van lekkages. Hoe deze kier is dicht-gezet, wordt uitgelegd
in een artikel in Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
Net als de cilindervorm van de diepwanden zorgt ook het even-
tuele ontstaan van deze kier ervoor dat niet op voorhand kan
worden gesteld dat er een stempeldruk zal optreden in de owb-
vloer. Doordat niet zeker is of de voegen tussen de diepwand-
panelen zullen vervormen, is het immers niet zeker dat de
diepwanden kunnen meebewegen met de vervorming van de
vloer. Met deze onzekerheid moest rekening worden gehouden
in het ontwerp.
Uitgaande van een temperatuurverschil van 20 °C, een uitzet-
tingscoëfficiënt van 10
-5 en een lengte van 60 m bedraagt de
krimp:
u = ?T ? L = 20 ? 10
-5 ? 60 000 = 12 mm (ofwel 6 mm aan elke
zijde)
Autogene krimp
Naast de verhardingskrimp komt ook de autogene krimp op
gang. Over de grootte van deze krimp is informatie opgenomen
in Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1) en in de SBRCURnet-
publicatie 'Autogene krimp'. In de SBRCURnet-publicatie staat
niet exact aangegeven hoe de grootte van deze krimp moet
worden bepaald, maar vast staat wel dat de eerste vier weken na
de stort het onderwaterbeton zal verkorten als gevolg van dit
fenomeen.
4
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
43
4 Aansluiting diepwand op
het onderwaterbeton
5 Dwarsdoorsnede bouwkuip
6 Bovenaanzicht vloer
twee richtingen moesten worden gelast, is dat zeker niet.
Toepassing van een volledig gewapende owb-vloer bleek al met
al zeer kostbaar.
Daarna is de toepassing van staalvezelbeton (SVB) onderzocht.
Al snel werd geconcludeerd dat het toepassen van staalvezelbeton
economischer en praktischer is dan het toepassen van een
volledig gewapende owb-vloer.
De vloer met deels staalvezelbeton en deels traditionele wape-
ning is verder uitgewerkt. De dikte van de vloer is daarbij zo
beperkt mogelijk gehouden. Hierbij is uitgegaan van een hogere
toelaatbare treksterkte van het SVB (zie onder kop 'Uitwerking
met staalvezelbeton'). Uiteindelijk volstond een vloerdikte van
1000 mm voor het grootste deel van de vloer. Langs de diepwand
is een dikte toegepast van 1400 mm (fig. 5 en 6). Ter plaatse van
de liftputten is de owb-vloer lager aangebracht.
Temperatuurverschil
Zoals gesteld zal tijdens het verharden van het onderwaterbeton
de temperatuur in het beton oplopen. Doordat het beton aan
de boven- en onderzijde wordt gekoeld door water en in de
kern niet, kan er een temperatuurverschil ontstaan over de
hoogte van het verhardende beton (temperatuurgradiënt).
Gedurende de verharding vertaalt dit temperatuurverschil zich
in een verschil in krimp over de hoogte van de doorsnede.
Hierdoor kunnen inwendige spanningen en daarmee scheuren
optreden, die zich in een later stadium kunnen vertalen naar
watervoerende scheuren en naar verlies van sterkte van het
onderwaterbeton. Om deze reden is het verstandig de hoogte
van de owb-vloer te beperken. Anders gezegd: een grotere dikte
van de vloer betekent niet meteen een betere constructie.
Samenvattende randvoorwaarden
Kort samengevat leverde het voorgaande de volgende voor -
waarden op voor het ontwerp van de owb-vloer:
? Het optreden van stempeldruk in de vloer is niet zeker.
? Mogelijk kan de owb-vloer langs de diepwand omhoogkomen.
Maar er zal ook rekening moeten worden gehouden met de
mogelijkheid dat het onderwaterbeton toch aan de diepwand
blijft vastzitten (vastwiggen, volgens CUR-Aanbeveling 77)
en dat hier dus toch een belasting wordt overgedragen.
? De ontgravingsdikte en de dikte van de owb-vloer moeten
enigszins binnen de perken blijven.
Ontwerpoverwegingen
Er is veel tijd geïnvesteerd in het vinden van een ontwerp dat
aan alle randvoorwaarden voldeed. Eerst is bekeken of een
ongewapende owb-vloer mogelijk was. Dat zou een extreem
dikke vloer opleveren.
Vervolgens is onderzocht of een gewapende owb-vloer haalbaar
was. Aangezien een deel van het onderwaterbeton ter plaatse
van de poeren toch al moest worden gewapend, leek dit een
voor de hand liggende keuze. In dat geval zou een doorgaand
wapeningsnet moeten worden toegepast in twee richtingen,
over de gehele owb-vloer. Het berekenen van een dergelijke
wapening is relatief eenvoudig. Maar het ontwerpen van wape-
ningskorven die op de bodem konden worden geplaatst en in
+ 0,400
gws ?1,0
ok. owb-vloer
-24,20 grind
1400
1000
5
6
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
44
waterbeton in de parkeergarage Lammermarkt is uitgegaan van
een mengsel met sterkteklasse C30/37 en 35 kg/m
3 staalvezels
(type Dramix 3D 65/60 BG). Uit het M-?-diagram (fig. 9) volgt
een E-modulus van 5000 N/mm
2.
Het toepassen van een aanmerkelijk lagere E-modulus voor
staalvezelbeton heeft als gevolg dat de buigende momenten
lager zijn en dat ook het gebied waar de hogere momenten
optreden kleiner is (fig. 10 en 11).
Rekenmodellen
De owb-vloer van de parkeergarage is ontworpen volgens
CUR-Aanbeveling 77 'Onderwaterbeton' (CUR77). Deze
aanbeveling geeft drie verschillende modellen voor het berekenen
van onderwaterbeton: model A, model B1 en model B2.
Voor het toepassen van model B2 moet de waterdruk niet
groter zijn dan 10 m. Om deze reden kon dit rekenmodel niet
worden toegepast.
Voor rekenmodel B1 geldt dat de stempeldruk in het onderwater -
beton bepalend is voor de sterkte van de vloer. Omdat de stempel-
druk in dit geval niet kan worden gegarandeerd, is ook deze
methode niet toepasbaar.
Uitwerking met staalvezelbeton
Door het toepassen van staalvezels behoudt het beton zijn
sterkte nadat er buigscheuren zijn ontstaan. Op de posities
waar de eerste buigscheuren ontstaan, nemen de staalvezels de
spanning over en zal het materiaal dus niet bezwijken. Op die
plekken treedt wel een kromming op. Over de gehele hoogte
van de scheur ontwikkelt zich een trekzone en in het onge-
scheurde gedeelte een drukzone (fig. 8). Naarmate de scheur
verder gaat openstaan, wordt de trekzone over de hoogte
groter, en wordt de drukzone kleiner. Als gevolg hiervan neemt
de trekkracht in de scheur toe en neemt de drukkracht in de
drukzone toe. Daarmee zal ook het opneembare buigend
moment toenemen. Door toepassing van staalvezels neemt de
vervormings- en momentcapaciteit dus toe en gaat het beton
zich plastisch gedragen.
Stijfheid
Bij toepassing van staalvezelbeton moet worden gerekend met
de stijfheid van een gescheurde doorsnede. De fictieve
E-modulus van een gescheurde doorsnede met staalvezels is
aanmerkelijk lager dan de E-modulus van een ongescheurde
doorsnede zonder staalvezels. Voor het ontwerp van het onder
7 De bouwput van parkeer -
garage Lammermarkt
foto: Buro JP 7
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
45
741
187
241
213
190
-
196
290
574625
- 6
-153 -156
- 160
-
166
-
177
-
183
-
170 -
120 -
9 186
480
- 6
13
9
1 3
1
6 4
3
2
-
8
-
7
-
1 0
-
2 0
-
7
-
1 0 2
1
3
1 9
3 818
1 3
1 4
1
4
1 3
1 6 4
5
2
-
8
-
7
-
1 0
-
2 0
-
7
-
1 0 2
1 9
3
- 4
- 9 4
- 6 4
1 130
293 541
5
-
7
15
3
1 9
5
5
1 6
4
1 4
1
1 6
1
4 7 4
8 1 7
1 9
1 9
2 2
1 6
2 2 17 27
- 6
- 7
51 4 7
741
187
241
213
190
-
196
290
574625
- 9 4
-6
- 160
-
166
-
177
-
183
-
170 -
120 -
9 186
480
- 6
13
1
6 4
-
8
-
7
-
2 0
-
7
-
1 0 2
1 9
3 818
1 3
1 4
1 6 4 5
-
8
-
7
-
7
-
1 0 2
1 9
3
4
- 6 130
293 541
- 7
19
5
5
1 6
4
1 4
1 7 4
1 9
2 2
1 6 17 27
- 6
- 7
14 7
strook2
s
st
rook3 strook3 st
rook1
strook2a
strook2a
X
Z
1374
1781
1896
1908
-
196
1819
- 261
-135
0
8
2
- 0
8
2
-
-223 0
6
2
- 0
6
2
- -
185 -
6 4 101309 547 787
9821058
1161
- 103
-
103
-7 0
-
108
3
-6 2
-
9 1
-
5 4
-
2 5 3
4
8
1181
229 361424 579
652 816 1149
- 103-
9 4
3
-9 1 8
1235
231 428
423
363 655
648 892
1097
6 2
- 3 2
- 8 5
-
9 0
- 9 3
- -
-4 9
-
6 9
4
-2 1
- 8 0
- 8 5
- 4 9 1203
4
-
261
0
8
2
- 0
8
2
-
-223 0
6
2
- 0
6
2
- -
185 -
6 4 101309 547 787
982
33
892 1097
- 8 5
-
-
4
- 2 1
- 8 5
-
2 4
4
s
tr o
o k2
s tr
o ok
2
st rook3 strook3
st rook1
s t
r
o
o k 2
a
str
o o
k 2a
X
Z
182
8
Krachten in doorsnede
SVB-vloer; de spanning in
de vezels is nabij de neu-
trale lijn iets groter dan in
de uiterste vezels
9 M-?-diagram SVB-vloer
10 Momentenlijn over de
helft van de owb-vloer
met E = 5000 N/mm
2;
max. moment is 916 kNm
11 Momentenlijn over de
helft van de owb-vloer
met E = 33 000 N/mm
2;
max. moment is 2263 kNm
Modellering
Gezien de vorm van de owb-vloer is geen liggermodel toegepast,
maar is de vloer gemodelleerd als plaat (fig. 12). Hierbij is
gebruikgemaakt van de Mindlin-platentheorie met behulp van
het computerprogramma AxisVM.
Gevoeligheidsanalyse
CUR77 schrijft voor dat rekening moet worden gehouden met
verschillen in stijfheid van zowel de diepwanden als de Gewi-
Blijft dus rekenmodel A over voor deze situatie. Dit model gaat
uit van een buigligger met verende steunpunten.
Ook voor overige uitgangspunten is uitgegaan van CUR77. De
sterkte van het staalvezelbeton is bepaald conform CUR-
Aanbeveling 111 'Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen'
(CUR111). In aanvulling op CUR77 is een controle uitgevoerd
op de waterdoorlatendheid van het onderwaterbeton. Dit is
gedaan door een controle te doen op de scheurwijdte in de
bruikbaarheidsgrenstoestand volgens CUR111.
? = 0,100
1000
800
600
400
200 0
0,00 5,00 ? 10 -7 1,00 ? 10 -6 1,50 ? 10 -6 2,00 ? 10 -6 2,50 ? 10 -6 3,00 ? 10 -6 3,50 ? 10 -6 4,00 ? 10 -6 4,50 ? 10 -6 5,00 ? 10 -6
? = 0,050
momentcapaciteit M
Rd [kNm]
kromming ? [m -1] 9 8
10
11
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
46
Dom ain-belas ting: Gedis tribueerd op het dom ein: PZ=- 32,20 kN /m 2
D om ain-belas ting: Verdeeld:
PZ p_1 = -32, 20 kN /m
PZ p_2 = -32, 20 kN /m
PZ p_3 = -32, 20 kN /m
D om ain-belas ting: Verdeeld:
PZ p_1 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_2 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_3 = -32, 20 kN /m 2
D om ain-belas ting: Gedis tribueerd op het dom ein: PZ=-
dom ain-belas ting: gedis tribueerd op het dom ein: PZ = -32, 20 kN /m 2
d om ain-belas ting: verdeeld:
PZ p_1 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_2 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_3 = -32, 20 kN /m 2
d om ain-belas ting: verdeeld:
PZ p_1 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_2 = -32, 20 kN /m 2
PZ p_3 = -32, 20 kN /m 2
d om ain-belas ting: gedis tribueerd op het dom ein: PZ = - 32, 20 kN /m 2
12 Bovenaanzicht rekenmodel uit AxisVM
Uit de berekening blijkt dat in een enkel geval de trekankers
iets overbelast werden. Door de ankers als niet-lineaire veren in
te voeren, is de slip van de ankers gemodelleerd. De conclusie is
dat deze situatie voor het onderwaterbeton acceptabel is. Over
het slippen van de palen is een artikel geschreven in Geotechniek .
Waterdichte bouwkuip
Gedurende de aanleg van de owb-vloer en de constructievloer
zijn de vervormingen gemonitord. Hieruit bleek, achteraf, dat
de vloer wel degelijk is vastgewigd aan de diepwand. Meer over
de metingen aan het onderwaterbeton is terug te vinden in het
artikel over dit werk in Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
Al deze inspanningen hebben geresulteerd in een voldoende
waterdichte bouwkuip, een onderwaterbetonvloer met voldoende
sterkte om de waterdruk te kunnen afdragen, en een omgeving
waarin probleemloos het inbouwpakket van de gehele parkeer -
garage kon worden aangebracht.
?
palen. Daartoe zijn gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. Deze
analyses zijn gecombineerd met verschillen in het wel of niet
optreden van stempeldrukken en het vastwiggen van de owb-
vloer tegen de diepwand aan. Al deze verschillende uitgangs-
punten hebben geresulteerd in twee scenario's met elk twee
verschillende rekenmodellen. Scenario 1 gaat uit van een vrije
vervorming van de owb-vloer langs de diepwanden. Deze
berekening is uitgevoerd met verschillende stijfheden van de
Gewi-ankers. Scenario 2 gaat ervan uit dat de owb-vloer wordt
vastgewigd aan de diepwand, en de verticale belasting uit de
owb-vloer volledig wordt overgedragen aan de diepwand.
Maatgevend bleek het scenario te zijn waarbij de owb-vloer
vastgewigd bleef zitten achter de diepwand, en waarbij de lage
veerstijfheid van 17 000 kN/m werd aangehouden voor de
Gewi-palen. Voor de verticale veerstijfheden van de diepwand
is uitgegaan van 100 000 kN/m
2.
Verwerkbaarheid
Het toepassen van staalvezels in het onderwaterbeton heeft ook
gevolgen voor de vloeimaat en de verwerkbaarheid van het
onderwaterbeton. Om te onderzoeken of de staalvezelbeton
tussen wapeningsnetten kon worden gestort, is een stortproef
uitgevoerd. Meer over deze stortproef is te lezen in een artikel in
Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
? PROJECTGEGEVENS
opdrachtgever Gemeente Leiden
hoofdaannemer Combinatie
Parkergarages Leiden bestaande uit
Dura Vermeer en Besix
hoofdconstructeur Royal
HaskoningDHV architect
JHK Architecten
diepwanden Franki Grondtechnieken
gewi-palen Bauer Funderingstechniek
duikwerkzaamheden DISA
staalvezelbeton Cementbouw /
Bekaert
12
Ronde owb-vloer met staalvezels 2 2017
1. De bouwput van parkeergarageLammermarkt, Leiden, foto: Buro JP
Diepwanden
Over de diepwanden van de parkeergarage Lammermarkt is het artikel ‘Uitdagingen bij ontwerp ronde bouwkuip’ verschenen.
De parkeergarage Lammermarkt is cilindervormig en heeft zeven parkeerlagen, alle ondergronds (fig. 2). De diameter bedraagt 60 m. De wanden zijn uitgevoerd als diepwanden die zowel tijdens de bouw als in het gebruiksstadium voor de grond- en waterkering zorgdragen. Deze diepwanden dragen tevens de parkeervloeren.
De bodem van de bouwput is gerealiseerd met vezelversterkt onderwaterbeton. In de gebruiksfase verzorgt een definitieve constructievloer de waterdichtheid van de parkeergarage. De opwaartse druk op de onderwaterbetonvloer (owb-vloer) en de definitieve constructievloer wordt opgenomen door Gewi-palen die in beide vloeren zijn verankerd (fig. 3). De poeren zijn geïntegreerd in de owb-vloer en de constructievloer (foto 1). Op die plaatsen is het onderwaterbeton gewapend.
Het spectaculaire aan de bouwput is dat er geen stempelraam is gebruikt. Dat terwijl er circa 25 m grond en water moest worden gekeerd. Boven op de diepwanden bevindt zich wel een ringbalk.
2. Doorsnede van de parkeergarage
3. Detail verankering Gewi-palen in onderwaterbeton- en constructievloer
Voorwaarde voor ontwerp
Er zijn diverse zaken die een rol hebben gespeeld bij het ontwerp van de owb-vloer. Zo is het zeer bepalend of er druk vanuit de diepwanden op de vloer wordt uitgeoefend. Ook krimp van de vloer en temperatuurbelastingen spelen een rol.
Drukkracht vanuit diepwanden
De gronddruk op de diepwanden van de cilindervormige bouwput is deels symmetrisch en de waterdruk is volledig symmetrisch. De vraag was of door de cilindervorm de belasting geheel zou worden opgenomen door horizontale normaalkrachten in de cilinder, of dat er buiging in de diepwanden en een stempelkracht in de owb-vloer zou optreden. Dat is zeer bepalend voor het ontwerp van de owb-vloer. Over dit gedrag is een separaat artikel ‘Uitdagingen bij ontwerp ronde bouwkuip’ geschreven.
Krimp
Bij het ontwerpen van de vloer speelde krimp een nadrukkelijke rol. Ook dit fenomeen is bepalend of er een normaaldrukkracht in de vloer ontstaat.
Verhardingskrimp
Na de stort van het onderwaterbeton komt de chemische reactie in het beton op gang, waarmee het materiaal verhardt. Tijdens deze verhardingsfase warmt het beton op tot enkele tientallen graden Celsius. Deze opwarming zorgt ervoor dat het nog vloeibare mengsel in de hoogte uitzet. Als het beton voor een groot deel is uitgehard, daalt de temperatuur weer. Dit vertaalt zich in krimp, ook horizontaal. Deze krimp wordt vaak de verhardingskrimp, of ook wel adiabatische krimp genoemd.
Uitgaande van een temperatuurverschil van 20 °C, een uitzettingscoëfficiënt van 10-5 en een lengte van 60 m bedraagt de krimp:
12 mm (ofwel 6 mm aan elke zijde)
Autogene krimp
Naast de verhardingskrimp komt ook de autogene krimp op gang. Over de grootte van deze krimp is informatie opgenomen in Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1) en in de SBRCURnet-publicatie ‘Autogene krimp’. In de SBRCURnet-publicatie staat niet exact aangegeven hoe de grootte van deze krimp moet worden bepaald, maar vast staat wel dat de eerste vier weken na de stort het onderwaterbeton zal verkorten als gevolg van dit fenomeen.
Volgens Eurocode 2, artikel 3.1.4, formule 3.12, bedraagt de rek als gevolg van de autogene krimp:
Na 28 dagen is deze krimp slechts deels ontwikkeld. Volgens Eurocode 2 (3.11 en 3.13) bedraagt deze krimp:
Uitgaande van een diameter van de vloer van 60 m, bedraagt de verplaatsing aan één zijde:
Volgens de SBRCURnet-publicatie kan deze werkelijke krimp wel eens 3 tot 4 keer groter zijn dan berekend volgens de Eurocode. De vervorming kan dus 5,2 mm bedragen.
Uitdrogingskrimp
Als laatste vorm van krimp noemen we uitdrogingskrimp. Aangezien het onderwaterbeton de eerste vier weken zeker onder water zou blijven, was het bij het ontwerp niet nodig van uitdroging uit te gaan.
Totaal
De totale krimp van het de owb-vloer is daarmee geschat op:
adiabatische krimp: 6 mm
autogene krimp: 1,3 – 5,2 mm
uitdrogingskrimp: 0 mm
totaal: 6 tot 11 mm
Deze vervorming kan zich vertalen in een kier ter plaatse van de aansluiting van de owb-vloer op de diepwand (foto 4). De krimp van de stijve owb-vloer wordt immers niet of nauwelijks tegengehouden door de ondergrond en de Gewi-palen, en ter plaatse van de aansluiting bevindt zich de zwakste plek. Door deze kier kan de vloer omhoogkomen. Bovendien vormt de kier een mogelijke bron van lekkages. Hoe deze kier is dichtgezet, wordt uitgelegd in een artikel in Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
Net als de cilindervorm van de diepwanden zorgt ook het eventuele ontstaan van deze kier ervoor dat niet op voorhand kan worden gesteld dat er een stempeldruk zal optreden in de owb-vloer. Doordat niet zeker is of de voegen tussen de diepwandpanelen zullen vervormen, is het immers niet zeker dat de diepwanden kunnen meebewegen met de vervorming van de vloer. Met deze onzekerheid moest rekening worden gehouden in het ontwerp.
Temperatuurverschil
Zoals gesteld zal tijdens het verharden van het onderwaterbeton de temperatuur in het beton oplopen. Doordat het beton aan de boven- en onderzijde wordt gekoeld door water en in de kern niet, kan er een temperatuurverschil ontstaan over de hoogte van het verhardende beton (temperatuurgradiënt). Gedurende de verharding vertaalt dit temperatuurverschil zich in een verschil in krimp over de hoogte van de doorsnede. Hierdoor kunnen inwendige spanningen en daarmee scheuren optreden, die zich in een later stadium kunnen vertalen naar watervoerende scheuren en naar verlies van sterkte van het onderwaterbeton. Om deze reden is het verstandig de hoogte van de owb-vloer te beperken. Anders gezegd: een grotere dikte van de vloer betekent niet meteen een betere constructie.
Samenvattende randvoorwaarden
Kort samengevat leverde het voorgaande de volgende voorwaarden op voor het ontwerp van de owb-vloer:
- Het optreden van stempeldruk in de vloer is niet zeker.
- Mogelijk kan de owb-vloer langs de diepwand omhoogkomen. Maar er zal ook rekening moeten worden gehouden met de mogelijkheid dat het onderwaterbeton toch aan de diepwand blijft vastzitten (vastwiggen, volgens CUR-Aanbeveling 77) en dat hier dus toch een belasting wordt overgedragen.
- De ontgravingsdikte en de dikte van de owb-vloer moeten enigszins binnen de perken blijven.
Ontwerpoverwegingen
Er is veel tijd geïnvesteerd in het vinden van een ontwerp dat aan alle randvoorwaarden voldeed. Eerst is bekeken of een ongewapende owb-vloer mogelijk was. Dat zou een extreem dikke vloer opleveren.
Vervolgens is onderzocht of een gewapende owb-vloer haalbaar was. Aangezien een deel van het onderwaterbeton ter plaatse van de poeren toch al moest worden gewapend, leek dit een voor de hand liggende keuze. In dat geval zou een doorgaand wapeningsnet moeten worden toegepast in twee richtingen, over de gehele owb-vloer. Het berekenen van een dergelijke wapening is relatief eenvoudig. Maar het ontwerpen van wapeningskorven die op de bodem konden worden geplaatst en in twee richtingen moesten worden gelast, is dat zeker niet. Toepassing van een volledig gewapende owb-vloer bleek al met al zeer kostbaar.
Daarna is de toepassing van staalvezelbeton (SVB) onderzocht. Al snel werd geconcludeerd dat het toepassen van staalvezelbeton economischer en praktischer is dan het toepassen van een volledig gewapende owb-vloer.
De vloer met deels staalvezelbeton en deels traditionele wapening is verder uitgewerkt. De dikte van de vloer is daarbij zo beperkt mogelijk gehouden. Hierbij is uitgegaan van een hogere toelaatbare treksterkte van het SVB (zie onder kop ‘Uitwerking met staalvezelbeton’). Uiteindelijk volstond een vloerdikte van 1000 mm voor het grootste deel van de vloer. Langs de diepwand is een dikte toegepast van 1400 mm (fig. 5 en 6). Ter plaatse van de liftputten is de owb-vloer lager aangebracht.
5. Dwarsdoorsnede bouwkuip
Uitwerking met staalvezelbeton
Door het toepassen van staalvezels behoudt het beton zijn sterkte nadat er buigscheuren zijn ontstaan. Op de posities waar de eerste buigscheuren ontstaan, nemen de staalvezels de spanning over en zal het materiaal dus niet bezwijken. Op die plekken treedt wel een kromming op. Over de gehele hoogte van de scheur ontwikkelt zich een trekzone en in het ongescheurde gedeelte een drukzone (fig. 7). Naarmate de scheur verder gaat openstaan, wordt de trekzone over de hoogte groter, en wordt de drukzone kleiner. Als gevolg hiervan neemt de trekkracht in de scheur toe en neemt de drukkracht in de drukzone toe. Daarmee zal ook het opneembare buigend moment toenemen. Door toepassing van staalvezels neemt de vervormings- en momentcapaciteit dus toe en gaat het beton zich plastisch gedragen.
7. Krachten in doorsnede SVB-vloer; de spanning in de vezels is nabij de neutrale lijn iets groter dan in de uiterste vezels
Stijfheid
Bij toepassing van staalvezelbeton moet worden gerekend met de stijfheid van een gescheurde doorsnede. De fictieve E-modulus van een gescheurde doorsnede met staalvezels is aanmerkelijk lager dan de E-modulus van een ongescheurde doorsnede zonder staalvezels. Voor het ontwerp van het onderwaterbeton in de parkeergarage Lammermarkt is uitgegaan van een mengsel met sterkteklasse C30/37 en 35 kg/m3 staalvezels (type Dramix 3D 65/60 BG). Uit het M-κ-diagram (fig. 8) volgt een E-modulus van 5000 N/mm2.
Het toepassen van een aanmerkelijk lagere E-modulus voor staalvezelbeton heeft als gevolg dat de buigende momenten lager zijn en dat ook het gebied waar de hogere momenten optreden kleiner is (fig. 9 en 10).
9. Momentenlijn over de helft van de owb-vloer met E = 5000 N/mm2; max. moment is 916 kNm
10. Momentenlijn over de helft van de owb-vloer met E = 33 000 N/mm2; max moment is 2263 kNm
Rekenmodellen
De owb-vloer van de parkeergarage is ontworpen volgens CUR-Aanbeveling 77 ‘Onderwaterbeton’ (CUR77). Deze aanbeveling geeft drie verschillende modellen voor het berekenen van onderwaterbeton: model A, model B1 en model B2.
Voor het toepassen van model B2 moet de waterdruk niet groter zijn dan 10 m. Om deze reden kon dit rekenmodel niet worden toegepast.
Voor rekenmodel B1 geldt dat de stempeldruk in het onderwaterbeton bepalend is voor de sterkte van de vloer. Omdat de stempeldruk in dit geval niet kan worden gegarandeerd, is ook deze methode niet toepasbaar.
Blijft dus rekenmodel A over voor deze situatie. Dit model gaat uit van een buigligger met verende steunpunten.
Ook voor overige uitgangspunten is uitgegaan van CUR77. De sterkte van het staalvezelbeton is bepaald conform CUR-Aanbeveling 111 ‘Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen’ (CUR111). In aanvulling op CUR77 is een controle uitgevoerd op de waterdoorlatendheid van het onderwaterbeton. Dit is gedaan door een controle te doen op de scheurwijdte in de bruikbaarheidsgrenstoestand volgens CUR111.
Modellering
Gezien de vorm van de owb-vloer is geen liggermodel toegepast, maar is de vloer gemodelleerd als plaat (fig. 11). Hierbij is gebruikgemaakt van de Mindlin-platentheorie met behulp van het computerprogramma AxisVM.
11. Bovenaanzicht rekenmodel uit AxisVM
Gevoeligheidsanalyse
CUR77 schrijft voor dat rekening moet worden gehouden met verschillen in stijfheid van zowel de diepwanden als de Gewi-palen. Daartoe zijn gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. Deze analyses zijn gecombineerd met verschillen in het wel of niet optreden van stempeldrukken en het vastwiggen van de owb-vloer tegen de diepwand aan. Al deze verschillende uitgangspunten hebben geresulteerd in twee scenario’s met elk twee verschillende rekenmodellen. Scenario 1 gaat uit van een vrije vervorming van de owb-vloer langs de diepwanden. Deze berekening is uitgevoerd met verschillende stijfheden van de Gewi-ankers. Scenario 2 gaat ervan uit dat de owb-vloer wordt vastgewigd aan de diepwand, en de verticale belasting uit de owb-vloer volledig wordt overgedragen aan de diepwand. Maatgevend bleek het scenario te zijn waarbij de owb-vloer vastgewigd bleef zitten achter de diepwand, en waarbij de lage veerstijfheid van 17 000 kN/m werd aangehouden voor de Gewi-palen. Voor de verticale veerstijfheden van de diepwand is uitgegaan van 100 000 kN/m2.
Uit de berekening blijkt dat in een enkel geval de trekankers iets overbelast werden. Door de ankers als niet-lineaire veren in te voeren, is de slip van de ankers gemodelleerd. De conclusie is dat deze situatie voor het onderwaterbeton acceptabel is. Over het slippen van de palen is een artikel geschreven in Geotechniek.
Verwerkbaarheid
Met toepassen van staalvezels in het onderwaterbeton heeft ook gevolgen voor de vloeimaat en de verwerkbaarheid van het onderwaterbeton. Om te onderzoeken of de staalvezelbeton tussen wapeningsnetten kon worden gestort, is een stortproef uitgevoerd. Meer over deze stortproef is te lezen in een artikel in Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
Waterdichte bouwkuip
Gedurende de aanleg van de owb-vloer en de constructievloer zijn de vervormingen gemonitord. Hieruit bleek, achteraf, dat de vloer wel degelijk is vastgewigd aan de diepwand. Meer over de metingen aan het onderwaterbeton is terug te vinden in het artikel over dit werk in Betoniek Vakblad dat in juni verschijnt.
Al deze inspanningen hebben geresulteerd in een voldoende waterdichte bouwkuip, een onderwaterbetonvloer met voldoende sterkte om de waterdruk te kunnen afdragen, en een omgeving waarin probleemloos het inbouwpakket van de gehele parkeergarage kon worden aangebracht.
Projectgegevens
- opdrachtgever: Gemeente Leiden
- hoofdaannemer: Combinatie Parkergarages Leiden bestaande uit Dura Vermeer en Besix
- hoofdconstructeur: Royal HaskoningDHV
- architect: JHK Architecten
- diepwanden: Franki Grondtechnieken
- gewi-palen: Bauer Funderingstechniek
- duikwerkzaamheden: DISA
- staalvezelbeton: Cementbouw / Bekaert
Reacties
Paul Zaal - CentralNed 24 mei 2018 13:13
Goed innovatief werk en knap uitgevoerd.
Menno Mol - Dura Vermeer Bouw Midden West 24 mei 2018 12:44
Mooi stuk werk met zo'n diepe put in een historisch stadscentrum
Astrid Buikema - Dura Vermeer 23 mei 2018 15:12
Wij zijn hier op projectbezoek geweest. Geweldig stukje werk.