A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputten cement 2007 6prof.ir. A.F. van Tol, GeoDelft/TU Delft fac. CiTGDe auteur van dit artikel publiceerde in Cement 2001,nummer 3 [1] al een artikel over schadegevallen bijbouwputten en deed enkele aanbevelingen hoe dit tevoorkomen aan de hand van de verschillende ontwerpas-pecten van een bouwput. Sinds die tijd is de lijst metschadegevallen alleen maar langer geworden. Dit artikelgeeft een analyse van veertig van dergelijke schadegeval-len waarbij de auteur de laatste tien jaar betrokken isgeweest.De lijst met schadegevallen mag dan groter zijngeworden, het is nog onduidelijk of er dankzij hetartikel in 2001 toch verbeteringen in de ontwerpenzijn doorgevoerd. Om dat vast te stellen, zou groot-schalig onderzoek en een trendmatige analyse naarschades bij bouwputten moeten plaatsvinden. Eendergelijk onderzoek is overigens al wel gestart bijde Universiteit Twente, maar gegevens daarvanzullen pas over enkele jaren bekend worden. Wel iser nu al een trend merkbaar dat het ontwerp van degrondkeringen wordt aangepast aan toelaatbarevervormingen, die op hun beurt gedicteerd wordendoor belendingen en de daarin als acceptabel beoor-deelde (relatieve) rotaties en scheefstanden. In ste-delijk gebied mag dat ook verwacht worden.Een verdere opsomming van uitsluitend schadege-vallen heeft niet veel meerwaarde. Dit levert alleeneen mogelijke bijdrage aan het voorkomen vanschades als door middel van een analyse de vingerkan worden gelegd op regelmatig terugkerendeoorzaken. In dit artikel wordt daartoe een poginggedaan. Omdat het aantal schadegevallen statis-tisch te beperkt is om harde conclusies te trekkenwordt ook gekeken of de gesignaleerde trends metbetrekking tot de oorzaken van schadegevallen ooknaar voren komen uit buitenlands onderzoek geba-seerd op veel grotere aantallen gevallen.O v e r z i c h t s c h a d e g e v a l l e nMet schadegevallen worden in dit artikel bedoeld:gebeurtenissen tijdens de bouw, die niet zijn voor-zien en tot over het algemeen aanmerkelijke extrakosten leiden. Dit hoeft dus niet altijd te betekenendat er daadwerkelijk schade is opgetreden in devorm van verzakken of scheuren van belendingenof schade aan het werk. Het voorkomen van derge-Schadegevallenbij bouwputten1 |Paalfundering bezwekendoor ontgraven van debouwputA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputtencement 2007 6 lijke schade door extra, onvoorziene maatregelen tenemen, wordt hier dus ook opgevat als schade.In tabel 1 is een overzicht gegeven van schadegeval-len bij bouwputten waar de auteur de laatste circatien jaar bij betrokken is geweest. Het zijn dusgevallen uit eigen ervaring of in een enkel geval vandirecte collega's, waarbij de auteur slechts zijde-lings betrokken was. Dit is dus uiteraard geen com-pleet overzicht van schadegevallen bij bouwputtenvan de laatste tien jaar. De betrokkenheid van deauteur betrof in enkele gevallen de rol als ontwer-per, maar in het merendeel van de gevallen alsextern deskundige, als bindend adviseur of als des-kundige van de rechtbank. De gevallen zijn zodanigomschreven dat alleen ingewijden weten over welkeprojecten het gaat. Het is geenszins de bedoelingvan de auteur om met de vinger te wijzen en wiedan ook te beschuldigen van het maken van fouten.Het gaat erom dat schadegevallen geanalyseerd enbenoemd kunnen worden om herhaling te voorko-men.Tabel 1 geeft een opsomming van veertig schadege-vallen bij bouwputten met enkele korte typeringen.De eerste drie kolommmen geven een projectken-merk en de plaats, de vierde een typering van deschade, de vijfde het onderdeel van de bouwput danwel het ontwerpaspect dat een rol speelde en dezesde kolom geeft een korte aanduiding van deoorzaak. Met het onderdeel / ontwerpaspect van debouwput wordt de bouwputwand, de onderafdich-ting, de omgeving of de fundering bedoeld. Ditlaatste betreft onvoldoende capaciteit van de trekpa-len of vervorming van de palen door de ontgraving(foto 1). In sommige gevallen betreft het een com-binatie van verschillende ontwerpaspecten en vanmeerdere oorzaken, zoals het te veel vervormen vaneen wand een probleem voor vooral op staal gefun-deerde belendingen betekent. In deze analyseworden het belangrijkste aspect en de oorzaakgenoemd.Verder zijn in het overzicht enkele projecten twee-maal genoemd. Dit betreft twee verschillende losvan elkaar staande schadegevallen bij hetzelfdeproject.De conclusie die uit dit overzicht kan worden getrok-ken is dus dat in zeventien (42,5%) van de veertiggevallen er iets mis is met de wand, in zes gevallen(15%) met de onderafdichting en in dertien gevallen(32,5%) schade aan belendingen de schade veroor-zaakt en in vier gevallen (10%) was er sprake vanschade aan of door de (paal)fundering. Onderstaandwordt op deze verschillende aspecten ingegaan.B o u w p u t w a n dIn 42,5% van de besproken gevallen veroorzaakt hetniet goed functioneren van de bouwputwand deschade. Dit is een opmerkelijk hoog percentage.Zeker als wordt bedacht dat bij een aantal gevallen,waarbij `omgeving' als aspect is aangegeven, hetinstalleren en/of het overmatig vervormen van dewand ook een rol speelt.De functies van de bouwputwand zijn het kerenvan grond en (grond)water, waarbij de wand eenzodanige stijfheid en sterkte moet hebben dat devervorming van de wand toelaatbaar is.Van de in tabel 1 genoemde zeventien gevallenwaarin de bouwputwand niet (voldoende) functio-neert, betreffen twaalf gevallen wanden die nietvoldoende grond- en/of waterdicht zijn. Hiervan isin zes gevallen sprake van lekkage door een stalendamwand (foto 2), in drie gevallen van lekkage doorpalenwanden en is er in drie gevallen sprake vaneen jetgroutwand die bezwijkt, dan wel niet dicht is.In twee gevallen blijkt de (grondmechanische)sterkte van de wand niet voldoende, waarbij het inbeide gevallen om een vrijstaande wand gaat.2 |Lekkage door stalendamwandenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputten cement 2007 6Tabel 1 | Schadegevallen waarbij de auteur betrokken is geweestnr. bouwput plaats typering schade onderdeel / oorzaak kennis potenti?leontwerpaspect aanwezig maatregel1 open bak Hubertustunnel Den Haag bijplaatsen trekpalen fundering capaciteit trekpalen ja bestaande kennisonvoldoende vastleggen,CUR-commissieankerpalen2 Natuurmuseum Rotterdam gescheurde palen door fundering wapening in palen ja opleiding,zwel t.g.v. ontgraven niet lang genoeg ontwerpreview3 Vlietlandziekenhuis Schiedam nieuwe paalfundering fundering geen grondkering ja opleiding,door grootschalige schade in instabiele grond ontwerpreviewaan palen door ontgraving4 parkeergarage Zwolle bezwijken trekpalen fundering te lage capaciteit ja opleiding,ingetrilde trekpalen ontwerpreview5 parkeergarage Alkmaar overgaan op omgeving (gevreesde) schade deels1beter onderzoektrillingsvrij paaltype door verdichting randvoorwaardet.g.v. trillingen6 aquaduct Alphen zakken tijdens heien omgeving verdichting t.g.v. nee onderzoekheien palen7 singel Amsterdam schade belendingen omgeving combinatie: o.a. deels1beter onderzoekkwaliteit van randvoorwaardefunderingbelendingniet onderkend8 parkeergarage Rotterdam verplaatsing belending omgeving combinatie ja beter onderzoekMuseumpark randvoorwaarde9 parkeergarage Koepoort Delft grotere zakking omgeving funderingen op staal deels1beter onderzoekbelendingen en met onvoldoend randvoorwaardestijve grondkeringen10 parkeergarage Den Bosch verzakking belending omgeving verzakking belending deels1onderzoekt.g.v. los zand bij inboren paalwand11 Havenhof Maassluis zakking belending omgeving funderingen op staal ja risicoanalyseen onvoldoend stijvegrondkeringen12 leidingsleuf Oosterhout bezwijken belending omgeving type fundering ja beter onderzoekbelending niet randvoorwaardeonderzocht13 Westerstraat Rotterdam schade belending omgeving combinatie: o.a. ja beter onderzoektype funderingbelen- randvoorwaardeding niet onderkend,onvoldoend stijvegrondkeringen14 parkeerkelder Terwenakker Rotterdam extra verankering omgeving intrillen/heien in deels1onderzoeki.v.m. horizontale waterkeringverplaatsing belending damwanden15 parkeerkelder Prinsenland Rotterdam schade belending omgeving schade aan belending ja risicoanalysedoor intrillen wanden16 ontgraving t.b.v. aanleg West-Brabant bezwijken belending omgeving funderingstype ja beter onderzoekfundering belending randvoorwaardeniet onderkend17 tunnel Zevenaar zakking t.g.v. heien palen omgeving verdichting en zakking nee onderzoektijdens heien18 ABN AMRO Amsterdam onvoorziene injectielaag onderafdichting plaatselijk ontbreken ja risicoanalyseen extra grondkeringen kleilaag; te weinigsonderingen19 tramtunnel Den Haag jetgroutboog bezwijkt onderafdichting onvoldoende dekking ja risicoanalyseop de groutboog20 tramtunnel Den Haag welvorming leidt tot onderafdichting gellaag spoelde uit en nee onderzoekbezwijken damwand verstopte bemaling21 parkeerkelder Grote Markt Den Haag opbarsten bouwput onderafdichting verticaal evenwicht ja proces,niet voldoende t.p.v. informatie-verdieping voor liftput uitwisseling22 startschacht Rotterdam jetgroutblok bezwijkt, onderafdichting jetgroutblok niet ja risicoanalyseleidingentunnel Oude Maas instroom zand en water waterdichtA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputtencement 2007 6 Bij het ontwerpaspect `omgeving' zit ook een aantalgevallen dat (mede) is veroorzaakt door onvol-doende functioneren van de bouwputwand (inclu-sief het verankeringsysteem) of door schade tijdenshet inbrengen van de wand. Het installeren van dedamwand, betreft bouwputten 5, 7, 9, 13, 14, 15, 26,30, 37 en is daarmee bij 22% van het totale aantalschadegevallen aan de orde. In acht van de negengevallen betrof het een stalen damwand. De doorhet inbrengen van damwanden veroorzaakte ver-vormingen leiden vaak slechts tot een gedeelte vande schade, die dan toeneemt tijdens het ontgravenvan de bouwput. Te grote vervormingen van dewand betreft de bouwputten 7, 8, 9, 11, 13, 14, 27,30 (20%). Te grote vervormingen wil niet altijdzeggen dat de bouwputwand onvoldoende stijf is,maar kan ook worden veroorzaakt door een onjuisteinschatting of aanname met betrekking tot de fun-dering van de belending, een fundering op staal inplaats van de gedachte fundering op palen, of eenonjuiste aanname van de aanlegdiepte van eenstaalfundering (bouwputten 5 7, 12, 13, 16). Overi-gens hoeft het niet voldoende stijf zijn van degrondkeringen ook niet aan de keringen zelf teliggen; integendeel, meestal is dat het gevolg vaneen geringere stijfheid van ankers, stempels ofsteunbermen dan in het ontwerp werd veronder-steld.O n d e r a f d i c h t i n gMet onderafdichting worden zowel de natuurlijkeals de kunstmatige afsluitende lagen onder denr. bouwput plaats typering schade onderdeel / oorzaak kennis potenti?leontwerpaspect aanwezig maatregel23 parkeerkelder Prinsenland Rotterdam extreme wateropbrengst onderafdichting vroegere verticale ja beter onderzoekdrainage niet bekend randvoorwaarde24 Station Vijzelgracht Amsterdam o.a. extra afdichting wand gedrukte damwand nee monitoren, betered.m.v. jetgroutwand uit het slot gelopen slotverklikkers25 parkeerkelder Bergschenhoek bezwijken vrijstaande wand damwand te kort, ja risicoanalysedamwand te optimistischegrondparameters26 parkeergarage Delft extra afdichting met wand gedrukte damwand nee monitoren, beterePhoenixstraat jetgroutwand uit het slot gelopen slotverklikkers27 parkeerkelder Delft verzakking leidingen, wand slechte hoekoplossing ja opleiding,Zuidpoort riolering en straat ontwerpreview28 parkeerkelder De Resident Den Haag extra palenwand wand lekkage ja risicoanalyseboorpalenwand29 gemaal Groningen bezwijken wand in onderzoek javrijstaande damwand30 De Appelaar Haarlem lekkage damwand wand onvoldoend stijve deels1risicoanalyse,grondkeringen / monitoren,gedrukte damwand goedeuit het slot slotverklikkers31 theater Middelburg palenwand niet dicht, wand lekkage ondermijnt ja risicoanalyseinstroom zand en water funderingbelendingen32 metrostation Rotterdam jetgroutwand bezwijkt wand ??n rij kolommen niet ja risicoanalyseWilhelminaplein voldoende dicht33 parkeergarage Veranda Rotterdam dichte vloer i.p.v. wand lekkage damwand door deels1goede slotver-polderoplossing sloten en vermoedelijk klikkers, betereslotopeningen slotvulling34 startschacht Randstadrail Rotterdam lekkage diepwand wand ja35 tunnel HSL Rotterdam extra retour bemaling wand lekkage damwand deels1verbetereni.v.m. groot waterbezwaar door sloten slotvulling36 Calandtunnel Rozenburg jetgroutwand bezwijkt, wand jetgroutwand niet ja risicoanalyseinstroom zand en water dicht37 Pieter de Vreedeplein Tilburg verharding bentoniet/ wand te snelle en te neecement langzame verhardingt.g.v. verontreinigingin grondwater38 museum Utrecht lekkage jetgroutwand wand jetgroutwand niet dicht ja risicoanalyse39 parkeerkelder Utrecht voorzetwand wand lekkage boorpalenwand ja opleiding,ontwerpreview40 tunnel Zevenaar verlaging grondwater wand lekkage damwand door deels1goede slotver-in omgeving sloten klikkers, betereslotvulling1kwalitatief wel, kwantitatief nietA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputten10 cement 2007 6bouwputbodem bedoeld. In tabel 1 gaat het om zesschadegevallen (15%).Hierbij treden uiteenlopende schaden op, zoalshet rekenen op een afsluitende laag in de bodem,die tijdens of kort voor de uitvoering echter plaat-selijk blijkt te ontbreken. In geval 18 werd dit ver-oorzaakt door de praktische onmogelijkheid omvan te voren voldoende sonderingen te maken. Ditis overigens veel vaker het geval, namelijk als instedelijk gebied tijdens de planvorming de oudebebouwing nog aanwezig is. In zo'n geval is hetdus vooraf bekend dat er een vergroot risico opafwijkende bodemopbouw bestaat en hoeft dittijdens de uitvoering ook niet als een verrassing(onvoorzien) te komen. Ook het lokaal dieper uit-graven, bijvoorbeeld voor een liftput, komt vakervoor. Vaak gaat dit goed, maar soms voldoet danplaatselijk het verticale evenwicht, inclusief alle3D-effecten net niet meer. Van kunstmatige onder-afdichtingen, zoals injectielagen, is inmiddelsbekend dat deze in de praktijk niet waterdicht zijn,maar hooguit waterremmend. Als daar in hetontwerp maar rekening mee wordt gehouden,hoeft dit geen probleem te zijn.O m g e v i n gMet omgeving worden alle gevallen bedoeld waarbijde omgeving (belendingen) onvoorziene vervor-mingen onderging. In tabel 1 gaat het om dertiengevallen (32,5%).In negen van de dertien gevallen blijkt het installe-ren van de bouwputwand te hebben bijgedragenaan de schadegevallen. Meestal (acht van de negen)gaat het om het intrillen of heien van damwanden;in ??n geval om het boren van de palenwand. Hetbijzondere van dit aspect is dat de ontwerper hetinstalleren van de wand veelal buiten beschouwinglaat, althans er geen rekening mee houdt datdaaruit vervormingen in de omgeving voortvloeien.Er wordt vaak veel energie gestopt in een nettedamwandberekening, inclusief de vervormingenvan belendingen achter de wand, maar het instal-leren en de daarmee gepaard gaande vervormingenblijven buiten beschouwing. De reden hiervoor isdat de ontwerper dit vaak ziet als een uitvoerings-zaak en misschien ook wel omdat voor het goedvoorspellen van vervormingen tijdens het installe-renvanbouwputwandennogonvoldoendegeschiktemodellen beschikbaar zijn. Toch is dit aspect ook3 |Praktijkproef, meten vanzakking tijdens in- enuittrillen van damwan-denA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputtencement 2007 6 11voor de ontwerper van groot belang. Als immerspas tijdens de uitvoering blijkt dat een bepaald typebouwputwand niet kan worden ge?nstalleerdvanwege de omgeving, brengt dat vaak hoge onvoor-ziene kosten met zich mee. Dit aspect zal alleenmaar toenemen omdat de richtlijnen voor de toe-laatbaarheid van trillingen strenger zijn geworden.Voor zakking ten gevolge van verdichting van zand-lagen tijdens het intrillen en uittrillen van damwan-den zijn inmiddels wel modellen beschikbaar [2, 3].De modellen zijn inmiddels gevalideerd met behulpvan een praktijkproef (foto 3). Van het intrillen vandamwanden in cohesieve gronden wordt over hetalgemeen aangenomen dat daarbij geen zakkingenoptreden. Toch blijkt in de praktijk dat dit wel hetgeval kan zijn, zeker in geval van hoogteverschillenin de ligging van het maaiveld (bouwput 14).F u n d e r i n g e nMet enige regelmaat sneuvelen de vooraf ge?nstal-leerde funderingspalen van het te realiseren bouw-werk tijdens het ontgraven van de bouwput (foto 1).Dit kan zowel door horizontale vervormingenworden veroorzaakt, in het bijzonder bij zeer slappegrondlagen (bouwput 3), als door zwel (bouwput 2).Het laatste geval kan over het algemeen door vol-doende wapening worden voorkomen.Verder blijkt de trekverankering van onderwaterbe-tonvloeren in enkele gevallen niet te voldoen(bouwput 4, 40). Veel onderwaterbetonvloerenworden tegenwoordig verankerd met trillingsarmaangebrachte, in de grond gevormde verankerings-elementen. De draagkracht daarvan is evenwel zeersterk uitvoeringsgevoelig. Dat daarmee betrekkelijkweinig schadegevallen zijn opgetreden is vooral tedanken aan het toenemende bewustzijn van dieuitvoeringsgevoeligheid en het daarop aangepastetestprogramma, bestaande uit proefbelastingen ennasonderen.V o o r s p e l b a a rIn [1] werden de schadegevallen gecategoriseerdnaar omvang en de mate waarin de gebeurtenisvoorspelbaar of niet voorspelbaar is. Er werd gestelddat voorspelbare ongewenste gebeurtenissen dietoch optreden het gevolg zijn van onvoldoendekennis bij de ontwerpers. De inzet van het juistepersoneel, het laten uitvoeren van risicoanalyses enontwerppreviews kunnen dergelijke gevallen voor-komen. Anders is het bij niet of moeilijk voorspel-bare ongewenste gebeurtenissen; hier moet extraveiligheid in acht worden genomen en robuustworden ontworpen en voor een meer structureleoplossing moet er gewerkt worden aan de verbete-ring van de voorspelbaarheid door kennis- enmodelontwikkeling. Een taak bij uitstek voor ken-nisinstituten als GeoDelft en TU-Delft. De moeilijk-heid schuilt daarin dat het tijdens de uitvoeringlastig is om een echt onbekend fenomeen te onder-kennen.In de buitenlandse literatuur wordt het onderscheidtussen voorspelbaar en niet voorspelbaar ook welgemaakt. Bea [4] heeft honderden bouwprojecten inde VS, waarbij ten gevolge van bouwfouten op hetgebied van Geotechnical Engineering grote schadeszijn opgetreden, onderzocht en concludeert dat inveel gevallen fouten ontstonden die direct verbandhielden met (het gebrek aan) kennis en ontwikke-ling. In zijn werk spreekt hij van `unknown knowa-bles' en `unknown unknowables'. Met betrekkingtot de eerste categorie stelt hij dat de kennis (infor-matie) wel bestaat, maar is genegeerd, niet isgebruikt, niet bekend was of onjuist is toegepast.Bazerman and Watkins [5] noemen deze categorie`predictable surprises'.In tabel 1 is bij de schadegevallen ook een andereanalyse gemaakt die van belang is voor het vermin-deren van het aantal schadegevallen. Dit hangtnamelijk sterk af van de vraag of de kennis bestaat,maar niet (juist) is toegepast of dat het om leemtein kennis gaat. In de zevende kolom is weergegevenof de benodigde kennis bestond en of de schade inprincipe dus voorspelbaar was of niet. In de achtstekolom zijn potenti?le maatregelen aangegeven: alsde kennis wel bestaat, maar niet is toegepast, is debelangrijkste structurele maatregel opleiding vanpersoneel en/of ontwerpreviews, zoals de Geocheckvan GeoDelft. Als de gebeurtenis niet voorspelbaarwas, is geen eenduidige verbeteringsactie aan tegeven.Uit deze analyse van de veertig schadegevallenblijkt dat in vierentwintig van de veertig gevallen(60%) de kennis die benodigd was om de onge-wenste gebeurtenis te voorspellen en dus te voorko-men, wel bestond. Dat betekent dat in 40% dekennis of niet bestond of onvoldoende was. In achtgevallen, (20%) was de kennis wel kwalitatief aan-wezig, maar niet kwantitatief. In zeven gevallen(18%) bestaat de benodigde kennis niet, maar indrie daarvan kan het niet te voorspellen fenomeenwel door middel van monitoren tijdig wordengeconstateerd en alsnog worden voorkomen.Dit vraagt nog verdere toelichting, waarbij eenaantal gevallen kan worden samengenomen aan dehand van een zevental punten.1. RisicoanalyseIn veel gevallen, bijvoorbeeld bij de toepassingvan jetgrouten als afdichting, of een schroefpa-lenwand als bouwputwand, (bouwput 19, 22, 28,31, 32, 36, 38, 39) bestaat er in principe vol-doende kennis over de risico's dat deze wandenof lagen niet volledig dicht zijn.Van te voren isweliswaar niet precies bekend waar de onvolko-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputten12 cement 2007 6menheden zullen zitten, maar dat ze er zitten ismet voldoende zekerheid bekend. Het gaat danvervolgens om het maken van een goede risico-analyse, waarbij wordt nagegaan wat de gevol-gen en terugvalopties van deze onvolkomenhe-den zijn. Voor palenwanden is een aanzet vooreen dergelijke risicoanalyse gemaakt, [6] endeze is verder uitgewerkt in het derde artikelvan dit nummer van Cement. Voor jetgroutwan-den en -lagen is dat al eerder gedaan.2. RandvoorwaardenIn acht gevallen blijkt dat de randvoorwaarden(grondopbouw, fundering belendingen, grens-waarden belendingen) vooraf niet goed bekendwaren. De grondopbouw wijkt plaatselijk af vanhetgeen op basis van vooronderzoek werd ver-wacht. Het type fundering of de afmetingen vande bestaande funderingen wijken af van hetgeenwerd verwacht. In een enkel geval werden pastijdens de uitvoering van het werk de toelaat-bare trillingsniveaus bij de belending vastge-steld. In al deze gevallen is in principe dekennis aanwezig, namelijk dat dergelijke afwij-kingen kunnen optreden, maar heeft men ervoor gekozen of was men er toe gedwongen eenbeperkt onderzoek uit te voeren. In enkelegevallen had door middel van een risicoanalysekunnen worden vastgesteld of die keuze verant-woord was en wat de mogelijke gevolgen zoudenzijn.3. VerplaatsingenEveneens in acht gevallen blijkt dat te groteverplaatsingen van het damwandsysteem deschade tenminste gedeeltelijk veroorzaken. Inde meeste gevallen blijkt het verankeringssy-steem minder stijf dan voorzien en in enkelegevallen betreft het de hoekoplossing van eengestempelde bouwput. Zeker in geval van fun-deringen op staal achter de wand levert ditproblemen.4 |Lekkende boorpalen-wandA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB ou wputtencement 2007 6 134. Scholing en opleidingenIn de meeste gevallen bestaat de kennis wel om deproblemen te voorkomen, maar was deze nietaanwezig binnen de groep die verantwoordelijkwas voor het ontwerp of de uitvoering. De juistekeuze van de in te zetten capaciteit is dus in heelveel gevallen bepalend voor het wel of niet optre-den van schade. Scholing en opleiding van perso-neel zijn van belang, maar ook het vastleggen endoorgeven van ervaring omdat de verblijftijd vanpersoneel op ??n werkplek tegenwoordig erg kortis. Bij veel bedrijven is het collectief geheugen delaatste jaren daardoor eerder af- dan toegenomen.Ontwikkelingen zoals GeoBrain, (het vastleggenvan ervaringsgegevens in een database) kunnendaarbij behulpzaam zijn.5. VoorspellingsmodellenIn de acht gevallen waar de kennis wel kwalita-tief maar niet kwantitatief aanwezig is, gaat hetvoornamelijk over het installeren van bouwput-wanden en de gevolgen daarvan op de belendin-gen. De voorspellingsmodellen zijn op ditgebied niet voldoende nauwkeurig, maar hetfenomeen is wel voldoende bekend, zodat gean-ticipeerd kan worden op het voorkomen vanongewenste gebeurtenissen.6. SlotverklikkersIn drie gevallen was sprake van het uit het slotlopen van damwanden tijdens het indrukken.Ook dit fenomeen is natuurlijk bekend, maarhet is niet te voorspellen wanneer dit gebeurt.Door middel van betrouwbare slotverklikkerskan dit wel betrekkelijk eenvoudig tijdens hetinstalleren worden gecontroleerd. De betref-fende damplanken kunnen dan worden getrok-ken en opnieuw worden geplaatst of anderemaatregelen kunnen worden getroffen.7. Onbekend fenomeenIn slechts ??n geval, bouwput 20, werd deschade echt veroorzaakt door een volledig onbe-kend fenomeen.C o n c l u s i e sKort samengevat blijkt dus dat in ruime meerderheid(60%) van de schadegevallen de kennis bestaat, maardat die om uiteenlopende redenen niet werd benut.Het leggen van de ontwerpverantwoordelijkheid bijde juiste personen en meer in algemeen het opleidenvan personeel moet dus de hoogste prioriteit krijgen,wil men de omvang van de faalkosten bij bouwputtensubstantieel terugdringen. Het houden van ontwer-previews kan ook een middel zijn om dit soortschades te voorkomen. Als de fenomenen onderkendzijn, kan een risicoanalyse uitkomst bieden bij hetnemen van de juiste beslissingen.De leemten in kennis gaan over het algemeen nietom volledig onbekende fenomenen, maar veelmeer over bekende verschijnselen die niet goed tevoorspellen zijn. Een groot gedeelte van deze cate-gorie heeft te maken met het installeren van dam-wanden en lekkage door damwanden, zowel veroor-zaakt door slotopeningen als lekkage door de slotenin watervoerende zandlagen.Al met al is onderzoek gewenst op het gebied vanhet installeren van damwanden zowel met betrek-king tot zakking en trillingen van belendingen alsmet betrekking tot slotopeningen en slotafdichtin-gen.De voorspellingsmodellen op dit gebied zijn nietvoorhanden of vertonen een te grote spreiding.Voor het verbeteren en ontwikkelen van dit soortmodellen kan een belangrijke stap worden gemaaktdoor combinatie van analytische en numeriekemodellen met ervaringsgegevens. Dit soort model-len, ook wel `data-driven modelling' genoemd, kanvooral op het gebied van de trillingsvoorspellingeen belangrijke stap voorwaarts zijn. nL i t e r a t u u r1. Van Tol, A.F., Schadegevallen bij bouwputten.Cement 2001, nr 3.2. Hergarden, R. en A.F. van Tol, Zakking tengevolge intrillen en uittrillen van damwanden.Geotechniek 2001, 5e jaargang, nr. 3 (Juli).3. Meijers, P., Settlements due to vibratory sheet-pile installation and extraction. PhD-thesis,Delft University Press, Delft (verwachte publica-tie in december 2007).4. Bea, R., Reliability and Human factors in Geo-technical Engineering. Journal of GeotechnicalEngineering and Geoenvironmental Enginee-ring, ASCE 2006, May.5. Bazerman, M.H. and Watkins, M.D., Predicta-ble surprises: the disasters you should haveseen coming, and how to prevent them. HarvardSchool Press 2004, Boston.6. Korff, M. en A.F. van Tol, Secant CFA-Pile walls- A risk management view. Proceedings DFIConference Amsterdam, 2006.
Reacties