Schoon betonSamenvatting van een tweetal lezingen aan de TH-Delft, afd. Bouwkunde,21 april 1975In de contacten tussen het bedrijfsleven ende Technische Hogescholen, is onlangs eentweetal lezingen gehouden, terwijl daarnaasteen tentoonstelling was ingericht met alsonderwerp Schoon Beton.De verzorging van lezingen en tentoonstel-ling berustte bij de Contactgroep Bouw-techniek van de afdeling der Bouwkundevan de TH-Delft en de Nederlandse CementHandelmaatschappij (NCH). De lezingenwerden uitgesproken door de heren ing.E.J.Apol, 'Waarom en hoe ontwerpen inschoon beton' en W.J.E.Louwerens, 'Opper-vlakstructuren en het vervuilingsaspect'.Gesteld werd dat men over het waaromvan ontwerpen in schoon beton moeilijk kandiscussi?ren. Mooi en niet mooi zijn te zeeraan ieders persoonlijke smaak onderwor-pen; hooguit kan aan de hand van eenaantal voorbeelden getoond worden hoe deene gevel eruit ziet ten opzichte van deandere.Maar over het hoe van het ontwerpen inschoon beton valt wel het een en ander tezeggen. Heel belangrijk is dat hieraan vol-doende zorg wordt besteed. Dat geldt nietalleen voor de ontwerpers - er is overlegtussen architect en aannemer nodig - maarmeer nog voor de uitvoerders.Ook de beoordeling van een schoon-beton-constructie moet niet te snel na het ont-kisten plaatshebben; pas na minstens tweeen liever nog na vier weken kan meneigenlijk pas een goede indruk krijgen vanhet resultaat. Eerst moet namelijk het opper-vlakwater de kans krijgen uit de buitenhuidte verdampen. Een beoordeling houdt vooreen groot deel verband met de kleur. Uiter-aard kunnen grindnesten of andere onvol-komenheden direct na het ontkisten wordenvastgesteld. Daaraan is dan vrijwel nietsmeer te veranderen; het instrijken met eenzandcementmengsel maakt het oppervlakveelal lelijker dan het handhaven van deonvolkomenheid.Suggestieve ontwerpen, echter minder vol-maakt in technische uitvoering(Links een bungalow in Selrisberg/Zwitser-land, rechts regeringsgebouwen inLe Corbusier's Chandigarhllndia)Uiterlijk en kleurDe kleur is echter door maatregelen voorafte be?nvloeden. In de eerste plaats is hetcement hierop van invloed. Aanbevolenwordt om ??n soort cement voor het gehelewerk te gebruiken, er is namelijk tussen deverschillende soorten cement een grootaantal 'grijzen' mogelijk. Bij het gebruik vanwit cement is het van belang een beton-specie te verwerken met een relatief lagewater-cementfactor, want eventuele krimp-scheuren zijn hier veel opvallender dan bijgrijs cement.De kleur van het toeslagmateriaal is evenzoeen belangrijke factor. Het is het beste omloeslagmateriaal uit ??n winplaats, gedolvenop een zelfde tijd te gebruiken.Wat de kleurstoffen betreft die aan beton-specie worden toegevoegd, kan men stellendat synthetische materialen veelal kleurvas-ter zijn dan natuurlijke produkten. Bekendekleuren zijn geel, rood, bruin, zwart engroen. De witte kleurstof titaandioxydewordt meestal gebruikt in combinatie metwit cement, om de witte kleur van hetbetonoppervlak nog te bestendigen.Cement XXVII (1975) nr. 7 298Drie voorbeelden van oppervlakbewerkingenbij ter plaatse gestort beton(Rechts: apotheek in Overvecht/Utrecht -foto: Cement/Bob de Ruiter, links onder:Endo Pharmaceutical Centre in New York/USA - foto: Robbert Perron, daarnaastbankgebouw te Heemstede - foto: Cement/Bob de RuiterBekistingenEen apart punt vormt de bekisting. Daarbijmoet men onderscheid maken tussen het terplaatse storten en prefabriceren. Het spreekteigenlijk vanzelf dat vooral bij ter plaatsestorten de optredende problemen groterkunnen zijn dan bij prefabricage van elemen-ten. De bekisting moet zo stevig wordenuitgevoerd dat optredende volumeverande-ringen tijdens het verharden opgenomenkunnen worden. Het introduceren van schijn-voegen is daarom noodzaak. Men brengtze meestal aan op onderlinge afstanden vanca. 1?m.De plaats van stortnaden moet vantevorenworden vastgesteld. Het aanrakingsvlak tus-sen twee opvolgende storten is moeilijk temaskeren, daarom past men dikwijls ver-diepte sponningen toe ter plaatse van destortnaden. Door de bekisting krijgt elkeconstructie de vereiste vorm en ook degewenste structuur. De gladde bekistinggeeft in wezen de meeste moeilijkheden:kleurverschillen komen bij een glad beton-oppervlak het duidelijkst tot uiting. Ten aan-zien van vervuiling geldt hetzelfde en inge-val er krimpscheuren ontstaan, werken dezemet het vaak optredende craquel?-patroonzeer ontsierend. Daarom wordt vaak devoorkeur gegeven aan een gestructureerdoppervlak. Ongeschaafd hout en verschil-lende kunststofmatten met profileringen wor-den daarvoor veel toegepast.Bij hout moet men bedacht zijn op het op-zuigen van water, krimpen van de bekis-tingsdelen enz. Kunststofplaten hebben dezebezwaren niet of in mindere mate, waarbijnog komt dat ze vele malen opnieuw tegebruiken zijn.Om hechting van het beton aan de bekistingte voorkomen, worden ontkistingsmiddelentoegepast. Deze zijn naar samenstelling teonderscheiden in minerale oli?n, met ofzonder oppervlakte-actieve stoffen, water-in-olie emulsies en olie-in-water emulsies; daar-naast zijn er produkten zoals wassen, be-staande uit paraffine in een vluchtig oplos-middel.De meest toegepaste soort is de olie-in-water emulsie die vooral van belang is voordroog en onbehandeld hout, dat altijd goedverzadigd moet worden met water en de olie-in-water emulsie. Daarnaast zijn de mineraleoli?n met oppervlakte-actieve stoffen veelgebruikte ontkistingsmiddelen, die vrijweloveral kunnen worden toegepast.In de praktijk is gebleken dat een zo dunmogelijke laag ontkistingsmiddel, aange-bracht met een nevelspuit, het beste resultaatgeeft.Bewerkingen achterafEen ander aspect is het nabewerken vaneen betonoppervlak. Het met water verwij-deren van de cementhuid en afborstelen isal een oude techniek (reeds vroeger sier-beton genoemd). Daarnaast zijn bekend hetslijpen (imitatie-marmer) en het bewerkenmet zoutzuur.Tegenwoordig staan andere technieken terbeschikking: stralen met grit of basaltkor-rels die onder hoge druk tegen het opper-vlak worden gespoten, is een methode dievrijwel alleen bij geprefabriceerde elementenis toe te passen. Een andere mogelijkheidis het aanbrengen van cannelures in deelementen, waarbij de hoog gelegen opper-Cement XXVII (1975) nr. 7 299De foto hiernaast laat een stukje schoonbetonwerk zien zoals het beslist niet moet.Ook het trapje links daaronder kan on-mogelijk geslaagd worden genoemd, ondanksde reparatie achteraf. Daarnaast een forsebetonstructuur die het aanzien wel waard/'s; een goed alternatiefOver alternatieven gesproken: glas-in-betonramen in plaats van het bekende glas-in-lood(Links een raam van het Stadhuis Oostburg -foto: Aart Klein, rechts de Pinksterkerk teHeemstede - foto: Mark Douma)Cement XXVII (1975) nr. 7 300vlakken worden opgeruwd. Een nieuwe me-thode is het vlamstralen (zie het artikeli het vorige nummer van Cement).VervuilingTijdens de lezing van de heer Louwerens isuitvoerig ingegaan op de vervuiling vanbetongevels. Gesteld werd dat aspecten alshet accepteren van vervuiling, het rekeninghouden met regelmatig onderhoud en devervuiling van de atmosfeer, van invloedzijn op de keuze van oppervlakafwerking.Gebleken is dat een schoon betonoppervlakvanwege de ruwe structuur het regenwaterrelatief gemakkelijk in de buitenhuid zalopnemen. Maar het vocht wordt ook snellerweer losgelaten waardoor de binding vanhet vuil op de gevel geringer zal zijn dan bijeen oppervlak met een gesloten structuur.Aanhangend water op bij voorbeeld eengeglazuurd oppervlak zal alleen door ver-dampen verdwijnen, en het vuil op de tegelachterlaten. De praktijk bewijst dat vervui-ling althans een gelijkmatige vervuiling, opeen grofporig materiaal het minst storendwerkt.Al met al is vervuiling moeilijk tegen tegaan en een afdoende oplossing is niet zomaar te geven. Men zal gevelvervuilingmoeten accepteren of besluiten tot perio-diek onderhoud. Wel is het zo dat met eenzorgvuldige detaillering van de gevel methet oog op vervuiling veel ellende te voor-komen is. Bij dat detailleren moet men tweeproblemen trachten op te lossen, namelijkhet afvoeren van regenwater en van over-tollig water bij het schoonmaken van deramen.ControleNauw samenhangend met vervuiling is debeoordeling van een schoon-betongevel opesthetisch aanzien. Van de hand van prof.Kreijger is in dit tijdschrift in december 1971een artikel hierover gepubliceerd. De con-trole van betongevels op hun aanzien, detoe te passen toleranties ten aanzien vanonvolkomenheden van het oppervlak, als-mede de kleurvastheid, zijn vastgesteld ineen aantal klassen. Klasse A geldt voor dehoogste te stellen eisen, klasse stelt nogwel uitgesproken eisen, terwijl klassealleen voorwaarden aangeeft. De keuze vande klasse voor een bepaald werk zal afhan-kelijk zijn van de horizontale en verticaleafstand vanwaar men dit oppervlak ziet.Met andere woorden: bedenk bij het ontwer-pen reeds van welke afsta,,d en uit welkegezichtshoek men het gerede gebouw zalzien of ervaren.Wanneer de esthetische eisen zeer zwaarzijn zal men met geprefabriceerde beton-elementen hieraan beter kunnen voldoen.Ook de combinatie van ter plaatse stortenen prefabriceren moet goed doordacht zijn.Er zijn altijd verschillen te zien tussen beide.Daarom doet men er goed aan deze ver-schillen te accentueren door bij voorbeeldte werken met verschillende kleuren cementof toeslagmateriaal. Hier ligt uiteraard eengroot terrein voor de experimenterende ar-chitect die een fijn gevoel heeft voor mate-rialen.P.LSpitsBij het Raadhuis in Hazerswoude vallen destortnaden niet op door de verschillendaangebrachte profileringen (foto: Cement)Variatie door het toepassen van elementenin twee kleuren bij de terraswoningen inGeldrop (foto: Cement/Bob de Ruiter)Cement XXVII (1975) nr. 7 301
Reacties