De druksterkte is voor beton een van de belangrijkste eigenschappen. Je kunt sterkte op verschillende manieren uitdrukken: de karakteristieke waarde, de gemiddelde waarde of de rekenwaarde. De sterkte kan ook op verschillende manieren worden vastgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van proefkubussen of -cilinders, eventueel aangevuld met de methode van gewogen rijpheid. Voor één en hetzelfde beton kunnen al deze waarden flink anders uitvallen. In de praktijk bestaat er nog wel eens verwarring over welke waarde van de sterkte het nu gaat, zo blijkt ook uit een rondgang langs diverse professionals. Op zich is dat niet zo vreemd, want zelfs in de normen is het begrip niet altijd eenduidig. Tijd voor discussie!
31
Sterkte? Welke sterkte?
Hoe sterk beton met een bepaalde
samenstelling exact is, is geen vast
gegeven. Onder meer omdat het uit
natuurlijke ingrediënten bestaat en
het niet altijd volledig homogeen
van samenstelling is, zal er altijd
sprake zijn van enige spreiding in de
eigenschapen. Bovendien neemt de
sterkte normaal gesproken in de
loop van de tijd toe. En hoe snel
deze sterkteontwikkeling verloopt, is
weer van veel factoren afhankelijk.
Om te weten hoe sterk, of beter, hoe
veilig een constructie is, is het wel
essentieel een duidelijk beeld te
hebben van de lokale sterkte in het
beton op enig moment.
Sterkteklasse
De sterkte van beton wordt door -
gaans uitgedrukt in een sterkteklas -
se. Dit is een statische waarde en
zegt iets over de minimale sterkte
van proefstukken na 28 dagen ver -
harden onder geconditioneerde
omstandigheden. De sterkteklasse
zegt dus niets over de sterkteontwik -
keling en ook niet hoe hoog de
sterkte in een constructie werkelijk
is.
De sterkteklasse van beton wordt
uitgedrukt in een notatie met twee
getallen, bijvoorbeeld C30/37. Het
eerste getal staat voor de minimale
karakteristieke cilinderdruksterkte
op 28 dagen ( fck), het tweede voor de
karakteristieke kubusdruksterkte
(fck,cube ).
Karakteristieke sterkte
De sterkteklasse heeft betrekking op de
minimale karakteristieke waarde van de
druksterkte. Met het begrip karakteris -
tiek wordt rekening gehouden met de
spreiding in de sterkte. Onder de karak -
teristieke waarde van een betonsterkte -
klasse wordt verstaan: die waarde die
door niet meer dan 5% van alle te ver -
wachten uitslagen van drukproeven
wordt onderschreden. Deze waarde
wordt bepaald door de betonprodu -
cent aan de hand van de gemeten
sterkten en standaardafwijking van
proefstukken (fig. 2)
Kubussen versus cilinders
Het verschil tussen kubusdruksterkte
en cilinderdruksterkte zit hem in de
proefstukken waarmee de sterkte
wordt vastgesteld: met kubussen of
met cilinders. Hetzelfde beton zal bij
een beproeving op kubussen een
hogere sterkte geven dan bij een
beproeving op cilinders (foto 1). Dit
komt door de afwijkende geometrie
van het proefstuk.
In Nederland wordt de sterkteklasse
doorgaans bepaald aan de hand van
kubussen. Er wordt dan dus een
karakteristieke kubusdruksterkte
bepaald (tweede getal in de sterkte -
klasseaanduiding). De constructeur
rekent niet met de kubusdruksterkte
maar met de cilinderdruksterkte (het
eerste getal in de sterkteklasseaan -
duiding). Dit is dus een belangrijk
aandachtspunt.
Overigens is de verwachting dat de
notatie van de sterkteklasse in de
nieuwe Eurocode zal worden vereen -
voudigd tot alleen de cilinderdruk -
sterkte. Het risico op verwarring is
hierdoor extra groot!
Meer communicatie nodig over begrip betonsterkte
De druksterkte is voor beton een van de belangrijkste eigen -
schappen. Je kunt sterkte op verschillende manieren uitdruk -
ken: de karakteristieke waarde, de gemiddelde waarde of de
rekenwaarde. De sterkte kan ook op verschillende manieren
worden vastgesteld, bijvoorbeeld aan de hand van proefkubus -
sen of -cilinders, eventueel aangevuld met de methode van
gewogen rijpheid. Voor één en hetzelfde beton kunnen al deze
waarden flink anders uitvallen. In de praktijk bestaat er nog wel
eens verwarring over welke waarde van de sterkte het nu gaat,
zo blijkt ook uit een rondgang langs diverse professionals. Op
zich is dat niet zo vreemd, want zelfs in de normen is het begrip
niet altijd eenduidig. Tijd voor discussie!
Reageren
Hoewel veel deskundigen zijn benaderd, berust dit artikel deels op interpreta -
tie. Het gaat ook niet heel diep in op de materie. Het artikel is vooral bedoeld
om bewustwording te creëren over de verschillende invalshoeken van betons -
terkte, de communicatie erover te stimuleren en wellicht discussie op te roepen.
De belangrijkste discussie- en aandachtspunten staan in aparte kaders vermeld.
De redactie van Cement nodigt u van harte uit te reageren, onder het mom van
"wie het weet mag het zeggen". Dat kan via Cement@aenenas.nl .
ir. Jacques Linssen
Aeneas Media
opinie
Sterkte? Welke sterkte? 5 2018
32
Vroege sterkte
De sterkteklasse zegt, zoals eerder
aangegeven, iets over de sterkte na
28 dagen verharden onder gecondi -
tioneerde omstandigheden (in het
laboratorium), maar niets over de
sterkteontwikkeling. Ook geeft de
klasse geen garantie op de daadwer -
kelijke sterkte in de praktijk. De
Let erop of het om kubusdruk -
sterkte of cilinderdruksterkte
gaat. De betoncentrale werkt
doorgaans met de kubusdruk -
sterkte, de constructeur rekent
meestal met de cilinderdruk -
sterkte.
Gemiddelde sterkte
De karakteristieke sterkte is een
belangrijke maat voor beton. In de
praktijk gaat het echter ook wel eens
om een gemiddelde sterkte ( fcm).
Deze waarde zegt eigenlijk nog niet
zo veel over de waarde waarmee je
kunt rekenen, want de spreiding is er
niet in verwerkt. Hoeveel de karakte -
ristieke sterkte afwijkt van de gemid -
delde sterkte is dan ook van geval
tot geval verschillend.
Om in constructieberekeningen om
te kunnen gaan met het verschil
tussen de gemiddelde sterkte en de
karakteristieke sterkte, geeft NEN-
1a
1b
EN 1992-1 (Eurocode 2) een richtlijn
voor de relatie. De norm stelt dat
de gemiddelde waarde 8 MPa
hoger ligt dan de karakteristieke
waarde, ofwel fck = fcm ? 8 MPa en fcm
= fck + 8 MPa. Meet je dus een
gemiddelde waarde, moet je daar 8
MPa vanaf trekken om de karakte -
ristieke waarde te krijgen. Let wel:
dit is slechts een benadering.
Rekenwaarde van de sterkte
Een constructeur start in zijn bereke -
ningen met de karakteristieke cilin -
derdruksterkte fck. Hij bepaalt op
basis van deze waarde diverse ande -
re waarden die hij bij de berekening
nodig heeft. Een belangrijke waarde
is de rekenwaarde van de druksterk -
te fcd. Die wordt bepaald door de
karakteristieke sterkte te delen door
een materiaalfactor ?c. Deze factor
houdt rekening met de mogelijkheid
dat de werkelijke sterkte lager is dan
de karakteristieke sterkte. In de uiter -
ste grenstoestand is die factor 1,5.
Naast de rekenwaarde voor de sterk -
te, worden ook waarden als treks -
terkte of E-modulus aan de hand van
de karakteristieke cilinderdruksterkte
bepaald. In NEN-EN 1992-1 staat een
overzicht van de verschillende
eigenschappen in relatie tot de
karakteristieke cilinderdruksterkte
(tabel 1).
Tabel 1 Materiaaleigenschappen van beton naar sterkteklasse
fck fck,cube fcd fctd fctm Ecm [MPa] [MPa] [MPa] [MPa] [MPa] [MPa]
C20/25 20 25 13,3 1,03 2,21 30.000
C25/30 25 30 16,7 1,20 2,56 31.000
C30/37 30 37 20,0 1,35 2,90 33.000
C35/45 35 45 23,3 1,50 3,21 34.000
C40/50 40 50 26,7 1,64 3,51 35.000
C45/55 45 55 30,0 1,77 3,80 36.000
C50/60 50 60 33,3 1,90 4,07 37.000
C55/67 55 67 36,7 1,97 4,21 38.000
C60/75 60 75 40,0 2,03 4,35 39.000
C70/85 70 85 46,7 2,15 4,61 41.000
C80/95 80 95 53,3 2,26 4,84 42.000
C90/105 90 105 60,0 2,35 5,04 44.000
fck = karakteristieke cilinderdruksterkefck,cube = karakteristieke kubusdruksterkte fcd = rekenwaarde van de druksterkte
fctd = rekenwaarde van de axiale treksterktefctm = gemiddelde axiale treksterkteEcm = elasticiteitsmodulus van beton
1a Gedrukte cilinder1b Gedrukte kubus
opinie
Sterkte? Welke sterkte? 5 2018
33
gemiddelde
druksterkte
karakteristieke
druksterkte
rekenwaarde
van de druksterkte
1,64 x standaardafwijking
druksterkte
sterkte en de sterkteontwikkeling
zijn immers afhankelijk van onder
meer de omstandigheden waarbij
beton verhardt, de verwerking en de
mengselsamenstelling.
Toch is het vaak belangrijk ook de
gerealiseerde sterkte op vroegere
tijdstippen te kennen. Dit bijvoor -
beeld om te weten wanneer je mag
ontkisten, wanneer je mag voor -
spannen of hoelang je moet nabe -
handelen.
Om toch iets over die vroege sterkte
in het werk te kunnen zeggen, moet
deze worden bepaald. Daar zijn ver -
schillende methoden voor. Deze zijn
bij voorkeur niet-destructief. Het
gaat om de verhardingsproef, de
terugslagwaarde en de methode
gewogen rijpheid. Deze laatste is de
meest bekende en meest toegepaste
methode. Het is een methode die
waarschijnlijk het beste beeld geeft
van de sterkte(ontwikkeling) in
beton en er is, zeker in Nederland,
veel positieve ervaring mee opge -
daan. Op de andere methoden gaan
we dan ook verder niet in.
Gewogen rijpheid
De methode gewogen rijpheid is
gebaseerd op de theorie dat twee
dezelfde betonsamenstellingen bij
een gelijke gewogen rijpheid dezelf -
de druksterkte hebben. De gewogen
rijpheid is een eigenschap waarin
zowel de verhardingstijd als de
betontemperatuur tijdens de verhar -
ding zijn verwerkt, in relatie tot de
temperatuurgevoeligheid van het
bindmiddel. Meer over de methode
staat in NEN 5970 en in het artikel
'Ontkisten vanaf het juiste moment'
(zie kader 'Methode van gewogen
rijpheid') uit Betoniek 2017/4.
De relatie tussen rijpheid en sterkte -
ontwikkeling wordt bepaald aan de
hand van proefstukken bij de beton -
producent. Op basis van minimaal
vijf proefstukken wordt een zoge -
noemde regressielijn bepaald. Van -
wege de spreiding in de resultaten
en ten behoeve van meer betrouw -
baarheid moet niet worden uitge -
gaan van de regressielijn, maar van
een lijn die (evenwijdig aan de
regressielijn) naar lagere druksterk -
ten is verschoven. Dit wordt de ijk -
lijn genoemd. Dit verschuiven
gebeurt met een factor a × de stan -
daardafwijking. Indien de regressie -
lijn wordt gehanteerd, zal in 50% van
de gevallen de sterkte niet voldoen -
de zijn en in 50% wel voldoende. Bij
een ijklijn die met een factor 1,5 × de
standaardafwijking is verschoven,
wordt dit respectievelijk 5% en 95%.
Welke sterkte meet je?
De regressie- en ijklijn worden in de
praktijk meestal bepaald aan de hand
van kubussen. Met de methode van
gewogen rijpheid bepaal je dus indi -
rect de kubusdruksterkte, daarover is
weinig discussie.
Meer discussie is er over de betrouw -
baarheid van de ijklijn. Die genoemde
95% betrouwbaarheid, die geldt als
de regressielijn met een factor 1,5 ×
de standaardafwijking wordt verscho -
ven, klinkt bekend. Dat is immers ook
het percentage op basis waarvan bij
een normaalverdeling de karakteris -
tieke waarde wordt vastgesteld.
Toch wil dit niet zeggen dat je met de
methode van gewogen rijpheid de
karakteristieke waarde van de kubus -
druksterkte meet. De bepalingsme -
thode van de ijklijn en de bepalings -
methode van de karakteristieke druk -
sterkte zijn immers niet vergelijkbaar.
Zo wordt de karakteristieke druksterke
bepaald met meer kubussen en op
één ouderdom, namelijk 28 dagen. De
ijklijn wordt bepaald met meestal één
kubus op vijf verschillende ouder -
dommen. Per ouderdom heb je dus in
feite maar één waarde. Bovendien is
de ijklijn lang niet altijd up-to-date.
Volgens de norm moet een ijkgrafiek
2
3
Sterkte? Welke sterkte? 5 2018
34
ten minste één keer per twee weken
worden gecontroleerd en dat is
behoorlijk bewerkelijk.
De 95%-waarde van de methode van
gewogen rijpheid is dus niet te ver -
gelijken met de 95%-waarde van de
karakteristieke sterkte. Je bepaalt
met de methode van gewogen rijp -
heid dus niet de karakteristieke druk -
sterkte. Welke druksterkte je dan wel
bepaalt, staat nog nergens gedefini -
eerd. Met het verschuiven van de
regressielijn is er wel extra zekerheid
ingebouwd.Overigens wordt er op
dit moment onderzoek gedaan door
enkele marktpartijen om de resulta -
ten van gewogen rijpheid beter te
linken aan traditionele methoden
voor sterktebepaling.
Het is nog niet gedefinieerd
welke sterkte je bepaalt met de
methode van gewogen rijpheid
Ontkistingssterkte
Een belangrijke reden om te weten
wanneer beton een bepaalde vroege
sterkte heeft bereikt (op een tijdstip
vroeger dan 28 dagen), is om te kun -
nen bepalen wanneer de bekisting
mag worden verwijderd, ofwel of de
ontkistingssterkte is bereikt. Hoewel
er andere redenen zijn de sterkte te
willen weten, concentreren we ons
nu op deze waarde.
De ontkistingssterkte moet volgens
de groene versie van NEN 8670 wor -
den opgegeven door de construc -
teur. De aannemer moet aantonen of
er bij het ontkisten aan die waarde
wordt voldaan.
Rekenen aan ontkistingssterkte
Om de ontkistingssterkte te bepalen,
kan de constructeur een berekening
uitvoeren. Daarmee kan hij aantonen
wat de benodigde sterkte van het
beton moet zijn op het moment dat
de bekisting mag worden verwijderd.
Of op het moment dat de stempels
mogen worden verwijderd.
Bij de berekening bepaalt de con -
structeur welke sterkte er nodig is
opdat de constructie zijn eigen
gewicht, een deel van de veranderlijke
belasting en eventuele stortbelasting
kan dragen. Hij mag daarbij uitgaan
van gereduceerde belastingsfactoren.
De constructeur moet overigens niet
alleen naar sterkte kijken, deze zal
vaak niet maatgevend blijken, maar
ook naar doorbuiging, dwarskracht,
pons of verankeringslengte. Uiteinde -
lijk zijn eisen aan deze andere waar -
den ook te vertalen naar een druk -
sterkte.
De constructeur vertaalt de benodig -
de ontkistingssterkte meestal naar
een karakteristieke druksterkte (vaak
karakteristieke cilinderdruksterkte). Hij
moet zich ervan bewust zijn dat om
een karakteristieke sterkte te halen, de
gemiddelde waarde die 'buiten' moet
worden gehaald veel hoger moet lig -
gen. En dat een aannemer veel eerder
in een gemiddelde sterkte denkt. Zo
kan de constructeur bijvoorbeeld 8
MPa bij de karakteristieke waarde
optellen om tot een gemiddelde
waarde te komen.
Het is in ieder geval van belang
dat constructeur, aannemer en
producent duidelijk met elkaar
communiceren over om welke
sterkte het gaat.
De constructeur rekent vaak met
karakteristieke waarde van de cilin -
derdruksterkte. Een aannemer denkt
vaak in gemiddelde waarde, vaak
van de kubusdruksterkte. Het is van
belang dat constructeur, aannemer
en producent duidelijk met elkaar
communiceren over om welke sterk -
te het gaat.
Norm voor ontkistingssterkte
In de groene versie van NEN 8670
(en de vervallen NEN 6722) staat een
en ander omschreven over de mini -
male ontkistingssterkte. Indien er
niet wordt gerekend, moet worden
uitgegaan van waarden uit een tabel,
waarin de waarde voor de ontkis -
tingssterkte is gerelateerd aan de
sterkteklasse. Het gaat in al deze
gevallen om de gemiddelde kubus -
druksterkte ( fcm,cube ).
Ontkistingssterkte in de praktijk
In de praktijk wordt er lang niet altijd
aan ontkistingssterkte gerekend.
Positie sterkte
Er zijn meer zaken die ervoor zorgen dat sterkte van beton niet eenduidig is.
Eén ervan is de positie in de constructie. Belangrijk is te beseffen dat meetme -
thoden iets zeggen over de sterkte op één bepaalde plek. Voor gewogen rijp -
heid bijvoorbeeld op de plek waarin de temperatuursensor is aangebracht. Dit
is ook de reden dat in principe op minimaal drie punten in de constructie moet
worden gemeten. De terugslaghamer zegt iets over de druksterkte in de opper -
vlaktezone en niet in de kern. Die waarden mogen niet zomaar worden aange -
houden voor de gehele doorsnede, laat staan de gehele constructie. Hier moet
dus met aandacht naar worden gekeken.
De gemeten sterkte geldt niet automatisch voor de gehele constructie
2 Relatie gemiddelde sterkte, karakteristieke sterkte en reken - waarde van de cilinderdruksterkte3 Rijpheidscomputer4 Positie van de sensoren van invloed op de gemeten tempe - ratuur en dus de sterktebepaling
4
opinie
Sterkte? Welke sterkte? 5 2018
35
Vaak is er dan ook geen exacte ont -
kistingssterkte bekend en wordt er
op basis van ervaring ontkist, zeker
bij bijvoorbeeld tunnelgietbouw (zie
kader 'Ontkistingssterkte bij tunnel -
gietbouw'). Ook is de tijdsdruk vaak
ontzettend hoog om snel te kunnen
ontkisten.
Zeker bij bepaalde constructies, bij -
voorbeeld puntvormig ondersteun -
de vloeren of onderwaterbetonvloe -
ren, is het wel van belang te rekenen
aan de ontkistingssterkte. Vooral als
de belasting bij ontkisten relatief
hoog is, kan dit namelijk kritisch zijn.
Dit geldt bijvoorbeeld bij vloeren
met een hoog eigen gewicht ten
opzichte van de veranderlijke belas -
ting.
In de praktijk wordt vaak een sterkte -
klasse genoemd voor een ontkistings -
sterkte, bijvoorbeeld een C20/25. For -
meel is dat niet juist. Een sterkteklasse
zegt immers iets over de sterkte van
proefstukken die 28 dagen zijn ver -
hard, onder geconditioneerde
omstandigheden. Maar vreemd is het
niet. De sterkteklasse zegt iets over de
karakteristieke druksterkte en bepaalt
de waarde waarmee de constructeur
rekent. Het is beter dat de construc -
teur de gemiddelde kubusdruksterkte
opgeeft.
Hoewel het in de praktijk lang
niet altijd gebeurt is het, zeker
bij constructies met een relatief
hoge belasting tijdens ontkisten,
belangrijk dat er aan de ontkis -
tingssterkte wordt gerekend
De ontkistingssterkte kan feite -
lijk niet worden uitgedrukt in
een sterkteklasse
Late sterkte
Het kan ook nodig zijn de laboratori -
umsterkte te weten op een tijdstip
later dan 28 dagen. Volgens de Euro -
code moet voor t > 28 dagen in prin -
cipe worden gerekend met de sterk -
te op 28 dagen. Hier kan echter van
worden afgeweken. Dit kan interes -
sant zijn als de sterkte pas op een
veel later tijdstip nodig is. Dan kan
een ander mengsel worden toege -
past dat wellicht voordelen heeft op
andere fronten dan sterkte. Denk bij -
voorbeeld aan kosten, temperatuur -
beheersing of milieu. Belangrijk is te
weten dat de rekenwaarde van de
sterkte in die gevallen moet worden
vermenigvuldigd met 0,85 ( fcd = ?cc,t ·
fck,i / ?c).
In CUR-Aanbeveling 122 getiteld 'Ont -
werpen en vervaardigen van beton -
constructies met gebruikmaking van
de doorgaande sterkteontwikkeling
van beton', staat omschreven hoe er
kan worden omgegaan met sterkte
op tijdstip i. Voor i wordt gebruikelijk
56 of 91 dagen gehanteerd. Mogelijk
kan ook voor 182 dagen worden
gekozen. De minimale karakteristieke
sterkte moet worden bepaald met
metingen aan proefstukken uitge -
voerd op de specifieke ouderdom
waarvoor de vereiste sterkte moet
worden aangetoond.
Men moet zich realiseren dat de
besproken methode van gewogen
rijpheid niet opgaat voor langere peri -
oden. Al na 7 dagen worden de uit -
komsten van deze methode minder
betrouwbaar.
Hoe de daadwerkelijke sterkte in
bestaande constructies moet wor -
den bepaald, staat omschreven in EN
13971. Dit kan bijvoorbeeld gebeu -
ren aan de hand van boorkernen.
Hier wordt een duidelijke relatie
gelegd met fck. Hierop gaan we in dit
artikel niet nader in.
Tot slot
Er zijn nogal wat manieren om te kij -
ken naar het fenomeen sterkte. Veel
aspecten rond dit begrip blijken niet
echt duidelijk. Het is, net als bij veel
andere betongerelateerde onder -
werpen, vooral van belang dat er
begrip bestaat tussen aannemer,
constructeur en uitvoering. Open
communicatie is essentieel! ?
Ontkistingssterkte bij tunnelgietbouw
Bij tunnelgietbouw wordt vaak een waarde voor de ontkistingssterkte aangehou -
den van 14 MPa. In de praktijk wordt dat vaak gezien als de gemiddelde waarde.
Of dit terecht is, is sterk de vraag. Gemiddelde waarde zegt immers niets over de
spreiding. Verder geldt dat, als je rekent met de relaties volgens de Eurocode, een
gemiddelde kubusdruksterkte van 14 MPa overeenkomt met een gemiddelde
cilinderdruksterkte van 11 (circa 25% lager) en een karakteristieke cilinderdruk -
sterkte (8 MPa lager) van 3 MPa! De rekenwaarde van de druksterkte bedraagt dan
zelfs maar 2 MPa!
Dit is een extreme en feitelijk onjuiste benadering. Want het verschil tussen de
gemiddelde en de karakteristieke waarde zal bij deze lage sterkte waarschijnlijk
minder dan 8 MPa bedragen. Ook hebben aannemers enorme ervaring opgedaan
met het ontkisten bij een sterkte van 14 MPa zonder dat dat tot problemen heeft
geleid. Maar het geeft wel aan dat je in de praktijk voorzichtig moet zijn!
Methode van gewogen
rijpheid
De methode van gewogen rijpheid
geeft goede voorspellingen voor de
vroege sterkte en wordt dan ook
vaak toegepast. Meer over deze
methode staat in het artikel 'Ontkis -
ten vanaf het juiste moment' uit
Betoniek 2017/4.
5
5 Meten en sturen van sterk - teontwikkeling van prefab beton via Concremote, gebaseerd op rijpheidsme - thode
Tabel 2
Vereiste gemiddelde kubusdruksterkte bij ontkisten volgens de groene versie van NEN 8670
sterkteklasse gemiddelde kubusdruksterkte fcm,cube,n [MPa]
C12/15 15
C20/25 25
C30/37 35
C35/45 40
C45/55 47
C55/67 56
Sterkte? Welke sterkte? 5 2018
Hoe sterk beton met een bepaalde samenstelling exact is, is geen vast gegeven. Onder meer omdat het uit natuurlijke ingrediënten bestaat en het niet altijd volledig homogeen van samenstelling is, zal er altijd sprake zijn van enige spreiding in de eigenschapen. Bovendien neemt de sterkte normaal gesproken in de loop van de tijd toe. En hoe snel deze sterkteontwikkeling verloopt, is weer van veel factoren afhankelijk.
Om te weten hoe sterk, of beter, hoe veilig een constructie is, is het wel essentieel een duidelijk beeld te hebben van de lokale sterkte in het beton op enig moment.
De sterkte van beton wordt doorgaans uitgedrukt in een sterkteklasse. Dit is een statische waarde en zegt iets over de minimale sterkte van proefstukken na 28 dagen verharden onder geconditioneerde omstandigheden. De sterkteklasse zegt dus niets over de sterkteontwikkeling en ook niet hoe hoog de sterkte in een constructie werkelijk is.
De sterkteklasse van beton wordt uitgedrukt in een notatie met twee getallen, bijvoorbeeld C30/37. Het eerste getal staat voor de minimale karakteristieke cilinderdruksterkte op 28 dagen (), het tweede voor de karakteristieke kubusdruksterkte ().
Reageren
Hoewel veel deskundigen zijn benaderd, berust dit artikel deels op interpretatie. Het gaat ook niet heel diep in op de materie. Het artikel is vooral bedoeld om bewustwording te creëren over de verschillende invalshoeken van betonsterkte, de communicatie erover te stimuleren en wellicht discussie op te roepen. De belangrijkste discussie- en aandachtspunten staan in aparte kaders vermeld.
De redactie van Cement nodigt u van harte uit te reageren, onder het mom van “wie het weet mag het zeggen”. Dat kan via Cement@aenenas.nl.
Reacties