Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2004 3 59
ir. R. Roijakkers, ABT BV, Velp/Delft/Antwerpen
ir. P. Lagendijk (co-auteur), Aronsohn Constructies raad-
gevende ingenieurs BV, Rotterdam
Om grote geconcentreerde belastingen over verschillende
palen te spreiden, worden poeren toegepast. Een poer zal
in het algemeen een gedrongen constructie zijn, waarbij
de kracht efficiënt naar de palen wordt afgedragen. In dit
artikel wordt de krachtsafdracht van poeren behandeld,
in het bijzonder van de meest voorkomende variant, de
tweepaals poer. Van deze poer wordt ook een voorbeeld-
berekening gemaakt. Er zijn diverse poeren die veel
gemeen hebben met de standaard tweepaals poer, maar
die ook enkele belangrijke verschillen te zien geven zoals
de vierpaals poer en de tweepaals poer die is geïntegreerd
in een funderingsbalk.
Rekenmodellen
Tweepaals poer
Een poer is vaak een gedrongen constructie, waar-
voor de rekenregels van een gedrongen ligger
gelden. In de gescheurde fase heeft de belastingsaf-
dracht plaats door middel van een systeem van druk-
diagonalen en trekbanden (fig. 1).
De drukdiagonaal maakt een hoek
?met de hori-
zontaal. Hierbij valt op dat de drukdiagonaal niet
over de volle hoogte van de poer aanwezig is, maar
slechts over de hoogte z. De drukdiagonaal eindigt
boven de steunpunten.
Onderin de poer ligt de trekband. De trekkracht
wordt opgenomen door de onderwapening, die vol-
doende verankerd moet zijn om de op te nemen trek-
kracht te kunnen ontwikkelen.
Evenals bij het dimensioneren op buiging is ook bij
de toetsing op dwarskracht de gedrongenheid van
belang. De opneembare dwarskracht hangt immers
af van de dwarskrachtslankheid en die is bij poeren
in het algemeen zo klein dat van een verhoogde op-
neembare schuifspanning
?1mag worden uitgegaan.
Deze verhoging is toegestaan als er sprake is van een
vrije eindoplegging of, anders gezegd, als er een
drukdiagonaal kan ontstaan.
Uit proeven is gebleken dat naarmate een ligger
meer gedrongen is, een horizontaal geplaatste
dwarskrachtwapening effectiever is dan verticale
beugels [1]. Dit is eenvoudig te verklaren uit het feit
dat de drukdiagonaal steiler wordt naarmate de ge-
drongenheid toeneemt.
Drie- en veelpaals poeren
De krachtswerking van een vierpaals poer is iets ge-
compliceerder dan die van een tweepaals poer. De berekening is echter meestal terug te brengen tot die
van een tweepaals poer.
Uitgegaan wordt van een symmetrische vierpaals
poer. Bekijk de poer slechts in één richting, bijvoor-
beeld de x-richting. Doe voor de berekening alsof de
vierpaals poer een tweepaals poer is, maar dan met
tweemaal zo dikke palen (fig. 2). De belastingen en
de overige afmetingen blijven ongewijzigd. Bereken
vervolgens de buigtrekwapening en de dwarskracht-
wapening op de normale wijze. De berekende wa-
pening moet in beide richtingen aangebracht
worden, ook in de niet bekeken richting!
Bovenstaande rekenmethode [1] is niet de enige
methode om een vierpaals poer te berekenen. De
vierpaals poer kan ook worden gezien als een drie-
dimensionaal vakwerk waarin schuine drukdiago-
nalen lopen [
2] (fig. 3). Hier kan gebruik worden
gemaakt van de vakwerkanalogie (zie Cement 1985
nr. 3, Vier-paals poeren).
Het berekenen van drie- en veelpaals poeren vergt
wat meer inzicht. Hier zal zelf een realistische
aanname moeten worden gedaan voor de drukdia-
gonalen.
Tweepaals poer
Berekenen en detailleren van betonconstructies (1)
Fd
?
a
z
Figuur 1
Figuur 2
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2004 3 60
Tweepaals poer in een betonbalk
Een tweepaals poer kan ook voorkomen in een be-
tonbalk. Als de poer loodrecht op de balk ligt, zal de
dwarskracht in de balk ter plaatse van de kruising op-
getild moeten worden, om vervolgens in de richting
van de poer naar de palen afgedragen te kunnen
worden. Voorzover de belasting niet uit de boven-
bouw komt, is ophangwapening noodzakelijk. In
figuur 4zijn de drukdiagonalen getekend. Verder is
de ophangwapening schematisch met pijltjes aan-
gegeven.
De poer kan ook in de richting van de balk voorko-
men, bijvoorbeeld ter ondersteuning van een kolom
(fig. 5). Volgens de rekenregels in de VBC [ 3] mag niet
met verhoogde dwarskracht worden gerekend, er is
immers geen vrije eindoplegging. Dit zou betekenen
dat er veel dwarskrachtwapening moet worden toe-
gepast. Toch is heel goed voor te stellen dat de belas- ting uit de kolom via een drukdiagonaal de palen
bereikt. In de toelichting bij VBC
8.2 .3 .1 staat dat wel
op een verhoging van de dwarskracht mag worden ge-
rekend, mits de 'verstoring' op de momentenlijn door
de aansluitende balken niet bij het berekenen van de
trekband van de poer in rekening wordt gebracht.
De balk kan als volgt worden benaderd:
? bereken de momenten en dwarskrachten van de vol- ledige balk, zonder de kolombelasting;
? bereken de bijbehorende wapening in de balk;
? superponeer hierop de wapening in de poer door de kolombelasting; neem hierbij aan dat de poer
scharnierend met de rest van de balk is verbonden
(fig.6 ).
Dimensioneringsregels
Onderstaande aanbevelingen zijn slechts bedoeld als
indicatie bij het eerste ontwerp van een poer. De af-
metingen zullen altijd in een berekening geveri-
fieerd moeten worden.
? Neem de poerafmetingen niet te klein. Vooral
dwarskrachtbeugels in veelpaals poeren leiden tot
ingewikkelde en kostbare wapening.
? Neem de afstand van de buitenkant van de paal tot de buitenkant van de poer groter dan 150mm en
meer dan 0 ,3 x de paalafmeting (uitgaande van vier-
kante palen). Dit voorkomt in veel gevallen proble-
men met de verankering van de onderwapening.
? Neem voor de minimale poerbreedte de paalafme- ting + 2x 100 mm.
? Neem voor de maximale poerbreedte 2x de paalaf-
meting.
? Neem voor de poerhoogte van tweepaals poeren mi- nimaal 2 x de paalafmeting.
? Kies voor een hoge betonsterkteklasse om beugels zo veel mogelijk te vermijden.
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 5 Figuur 6
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2004 3 61
Voorbeeldberekening
Gegevens (fig. 7)
poer: lengte l= 1700 mm
breedte b = 600 mm
hoogte h = 800 mm
paal: 400x 400 mm
2
kolom: 450x 450 mm 2
beton: B 25, milieuklasse 2, dekking =
30+ 5 = 35 mm
staal: FeB 500
belastingen: veiligheidsklasse 3
? F
g = 1000 kN x 1,2 = 1200kN
? F
q = 1000 kN x 1,5 = 1500 kN
= 2000 kN 2700kN
Hoofdbuigwapening
Toetsing gedrongen ligger volgens VBC 8.1.4
l
0v/ h = 1,0 / 0,8 = 1,25 2
De ligger moet als gedrongen worden beschouwd.
z = 0,2 l+ 0,4 h 0,6 l
= 0,2
?1000 +0,4 ?8000,6 ?1000
= 520 600
= 520 mm (fig. 8)
Wapening
F
d= 2700 kN (fig. 9)
R
d= V d= 1350 kN
M
d= 1/4?2700 ?1,0 = 675 kNm
A
s;ben = M d/ fsz = 675 ?106/ 435 ?520 = 2984 mm 2
Kies 7Ø25 = 3430 mm 2
(Amin = 0,15 ?600 ?800 / 100 = 720 mm 2< 3430 mm 2)Toetsing scheurvorming volgens VBC
8.7.2
De gekozen wapening voldoet aan de tweede van de
twee voorwaarden. Bij de poer zal dit bijna altijd zo
zijn vanwege de grote staafdiameter, het hoge aantal
staven en de beperkte breedte.
Økm 25 13 4 ,
>
=
Økm
3750 1 ?
280
------------------ -
?
13 4,=
2000
2700 ----------- - 2984
3430
--------------- -
435
?? 280 N / m m 2 ==
?s
Frep
Fd
-------- - A s;ben
As;aanw
- ------------ -
435
??
=
Økm
k1?
?s
------ - -
?
450
800 b=600
150 400 600
400 150
1000
Figuur 7
Fd
a
z
cot = a
z
?
?
Fd
Rd Rd
Md
Vd
0,50
0,50
of s
100 k 2
?s
------ -
- 13
,? ? ?
of s 100 750 1
?
280
--------------- -
13
,?
?
138 =
en s600
7
-------- -
86 138
<
==
Figuur 8
Figuur 9
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2004 3 62
Verankering van de hoofdwapening volgens VBC 9.6
Bij de bepaling van de verankeringslengte moet
volgens artikel 9.6.1 rekening worden gehouden met
de verschuiving van de momentenlijn, die volgens
artikel 8.1bij puntvormige ondersteuningen tot het
hart van de oplegging moet reiken. In het onderha-
vige geval houdt dit in dat boven het hart van de paal
met het maximale buigend moment rekening moet
worden gehouden. Dit wordt ook wel een volledige
trekbandverankering genoemd en die zal bij de
meeste poeren van toepassing zijn.
Ø
k= 25 mm: l v= lv0
Voor l 2mag geen grotere waarde in rekening worden
gebracht dan 483mm. Totaal moet in een veranke-
ringslengte l
vr= 840 mm worden voorzien, hetgeen
betekent dat l
1ten minste 840 - 483 = 357 mm moet
bedragen.
l
1= 150 + 200? 35= 315 mm < 357 mm. De verankeringslengte van de staaf voldoet niet.
Maatregelen:
? óf de staalspanning verlagen door aanbrengen van
meer wapeningsstaal;
? óf een kleinere kenmiddellijn van de hoofdwape- ning toepassen;
? óf de betonsterkteklasse verhogen;
? óf de poer 2 x 50mm langer maken.
Gekozen wordt voor de laatste optie (fig. 10):
l
1+ l2= 365 + 483= 848mm > 840 mm.
Dwarskrachtwapening
Bepaling schuifspanning volgens VBC 8.2.2
?d= V d/ bd = 1350 ?103/ 600 ?800 = 2,81 N/mm 2
gedrongen ligger volgens 8.1.4: d = h
Bepaling uiterst opneembare schuifspanning volgens
VBC 8.2.3
A
0 oppervlak lastvlak oppervlak ondersteu-
ning b ? d
A
0 450 ?450 400 ?400 600 ?800
A
0= 400 ?400
16 0 8 ,
?, 08k h ?
, 10,
===
kh 16 , h10,?= <
k?
12
g
?
----- - A 0
bd
- --- -
3 12
139 ,
-------- --
400 400
?
600 800 ?
- ------------------- -- 3 60
,
== =
?v 06 : g ? ,
> 1 0 625 2 ,+139,
==
?v
Md;max
dV d;max ?
------------------- -
675
08 , 1350
?
----------------------- -
0625
,
== =
?1 04 f b kh \b0
3 ,
04f b , = <
k ?
l2
f'b
150 -------- - r
Ø k
- ----- l v ??
? 15
150
-------- - 5966
?? 483 mm
==
lvr
2984
3430 ---------- - -966
? 840 mm
==
lvr
?sd
fs
----- -- l v
lv
5
-- -
Reacties