Als afronding van de opleiding Betonconstructeur PMSE is een meesterproef uitgevoerd gericht
op het onderzoek naar, en het ontwerp van een verbreding van een bestaande kokerbrug in
knooppunt Holendrecht. Door een constructief onderzoek van de bestaande constructie gevolgd
door een uitgebreide variantenstudie voor de verbreding en verbinding, is op basis van een
trade-off-matrix de beste optie voor de verbreding bepaald. Deze is verder uitgewerkt tot een
definitief ontwerp voor de bovenbouwconstructie.
18
Verbreding
kokerbrug
Holendrecht
1
Meesterproef met onderzoek en ontwerp verbreding
bestaand betonnen kunstwerk
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
19
Onderdeel van de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-
Almere (SAA) is de uitbreiding van de A9 Holendrecht-
Diemen (Gaasperdammerweg). Voor een goede doorstroming
van het verkeer is het daarbij noodzakelijk ook knooppunt
Holendrecht (A2/A9) uit te breiden. Zo worden onder meer
de twee bestaande verbindingsbogen die over de A2 gaan,
uitgebreid met extra rijstroken. Om hier ruimte aan te bieden,
moet de noordelijke verbindingsboog van de A9 aan de zuid-
zijde met circa 4,5 m worden verbreed en aan de noordzijde
met circa 6,5 m. Deze uitbreiding is in het kader van een
meesterproef nader onderzocht en ontworpen.
Opzet meesterproef
Het afstudeerrapport is opgezet als een constructief berekenings-
rapportage waarbij het ontwerp is uitgewerkt conform de Euro-
codes EN1990/1991/1992, de NEN 8700-serie en de richtlijnen
van Rijkswaterstaat (ROK1.2 en RBK1.1). De architectonische
eisen uit de vraagspecificatie zijn losgelaten ten behoeve van
de ontwerpvrijheid in de variantenstudie. Achtereenvolgens
zijn in de rapportage de navolgende onderdelen op systematische
wijze uitgewerkt:
? vaststellen van de uitgangspunten en toetsingscriteria op
niveau nieuwbouw en verbouw voor beoordeling van zowel
de bestaande constructie als de verbredingen;
? bepalen van de in rekening te brengen belastingen en vast-
stellen van de belastingscombinaties;
? inventarisatie van de bestaande constructie waarbij de
volgende onderdelen zijn beschouwd:
- bepaling afmetingen en capaciteit bestaande constructie op
basis van archiefgegevens;
- bepaling gevolgen van koppeling van de verbreding aan de
bestaande constructie, waarbij aan de hand van een gevoelig-
heidsanalyse enkele varianten van de koppeling zijn
beschouwd;
? variantenstudie voor een viertal mogelijke type verbredingen;
? definitief ontwerp voor de verbreding op basis van een trade-
off-matrix gekozen beste variant.
Bestaande constructie
De bestaande constructie betreft een voorgespannen kokerbrug
in de noordelijke verbindingsboog van de A9 die in 1979 is
gebouwd (KW12 Alida). De kokerbrug heeft een totale lengte
van circa 122 m verdeeld over zes overspanningen met een
maximale overspanning van 27 m (fig. 2). De koker heeft een
uitwendige hoogte van 1,5 m en een totale breedte van 14,5 m
en biedt daarmee in de huidige situatie ruimte aan twee rijstro-
ken plus een vluchtstrook.
Op basis van archieftekeningen en -berekeningen is de geome-
trie en de aanwezige voorspanning en wapening in kaart
gebracht. Hieruit volgt dat de bestaande kokerbrug is uitgevoerd
in betonsterkteklasse B37,5. Het brugdek is destijds gebouwd
volgens de schuifmethode zodat ten behoeve van de bouwfase,
Verbreding
kokerbrug
Holendrecht
ing. Roland Snelders PMSE
Heijmans Infra 1 Montage horizontaal gekromde
kokerligger KW13 (Snipwijk)
foto: CAV Multimedia B.V.
ENCI Studieprijs 2016
Dit is het tweede artikel in een serie met bijdragen van
prijswinnaars van de ENCI Studieprijs 2016. De studie
'Verbreding bestaande kokerbrug in knooppunt Holendrecht'
die in dit artikel wordt beschreven, ontving de eerste prijs in de
categorie 'Professional Masteropleidingen'. De jury over deze
studie: "[?] Alhoewel gebruikgemaakt wordt van bestaande
rekenmethodes, is de aanpak origineel te noemen. [?] De
verschillende aspecten van de studie zijn heel systematisch
aangepakt en in stappen op een gedreven wijze uitgewerkt.
Gaande van de analyse van de bestaande brug, de vergelijking
van de verschillende varianten en de uitwerking van het finaal
gekozen ontwerp, dat bestaat uit in situ voorgespannen plaat -
bruggen aan beide zijden van de bestaande kokerbrug. Alle
berekeningen zijn zorgvuldig uitgevoerd en de resultaten zijn
duidelijk gepresenteerd." Ook de examencommissie had veel lof
voor de studie. Na verdediging is de meesterproef beoordeeld
met het eindcijfer 9.
Meer informatie op www.cementonline.nl/encistudieprijs .
Als afronding van de opleiding Betonconstructeur PMSE is een meesterproef uitgevoerd gericht
op het onderzoek naar, en het ontwerp van een verbreding van een bestaande kokerbrug in
knooppunt Holendrecht. Door een constructief onderzoek van de bestaande constructie gevolgd
door een uitgebreide variantenstudie voor de verbreding en verbinding, is op basis van een
trade-off-matrix de beste optie voor de verbreding bepaald. Deze is verder uitgewerkt tot een
definitief ontwerp voor de bovenbouwconstructie.
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
20
boven het gesloten gedeelte van de koker (het deel tussen de
kokerwanden), is beoordeeld.
De momentcapaciteit in dwarsrichting bleek niet te voldoen
aan de onderzijde van het kokerdak en de boven- en onder-
zijde van de kokervloer. Oorzaak hiervan is de toegenomen
verkeersbelasting. Deze zorgt ten gevolge van de plaatsing in
het midden van de koker tevens voor trek in de kokervloer.
De momentcapaciteit van de koker in langsrichting en de
dwarskracht- en wringcapaciteit in langs- en dwarsrichting
voldoen wel.
Versterking van het kokerdak en de kokervloer is een zeer
arbeidsintensieve en kostbare operatie. Tevens is, zoals gezegd,
de inwendige hoogte van de koker beperkt en gevuld met EPS
zodat de mogelijkheden voor een versterking worden beperkt.
Omdat in de nieuwe situatie op het kunstwerk een brede
middenberm wordt gerealiseerd, die is gelegen boven het
gesloten gedeelte van de koker, is langs de randen van de
middenberm een vaste voertuigkering aangebracht. Hiermee
is de aanwezigheid van verkeer ter plaatse van het midden
van het kokerdak (m.u.v. een calamiteitensituatie) uitgesloten
en is de verwachting dat daarmee de capaciteit voldoende is.
met een continu veranderend momentenverloop, er centrische
voorspanning in de gehele kokerdoorsnede is toegepast. Na
gereedkomen is deze aangevuld met een continuïteitsvoor-
spanning in de kokerwanden, zodat voor de eindfase beide
voorspansystemen actief zijn (fig. 3).
Bij deze bouwwijze is het brugdek gebouwd in elf moten
bestaande uit elk twee stortfasen. De eerste stort betreft de
vloer en de tweede stort het kokerdak en wand. Vanwege de
beperkte inwendige hoogte van de koker van 0,95 m is als
bekisting voor de tweede stort de binnenzijde van de koker
volledig gevuld met EPS.
Beoordeling bestaande constructie
Voor de maatgevende overspanning zijn met behulp van deze
constructiegegevens de doorsnedecapaciteiten bepaald door
middel van diverse handmatige doorsnedeberekeningen. De
(rest)capaciteit van de bestaande constructie is in kaart
gebracht voor het veiligheidsniveau 'verbouw'. Hierbij is
gebruikgemaakt van een eerder uitgevoerde herberekening
van het kokerdak, waarbij een verkeersbelasting in een strook
van 8,5 m breed (2 rijstroken + reststrook), gepositioneerd
continuïteitsvoorspanning
2
Langsdoorsnede bestaande
kokerbrug
3 Wapeningsconfiguratie
bestaande kokerbrug
4 Mogelijke rijstrookindeling
voor belastingsmodel
5 Belasting bij een verkeers-
ongeval op het brugdek
2
3 centrische voorspanning
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
21
kunnen optreden door zettingen, maar ook door verkeer dat
alleen op de verbreding aanwezig is.
In het eerdergenoemde omschreven rekenmodel is alleen
gekeken naar de krachtswerking in het overstek. Aanvullend
is met behulp van een raamwerkberekening van de totale
doorsnede de invloed van de stijfheidsverschillen tussen
bestaand en nieuw beschouwd. Hierbij is rekening gehouden
met twee verschillende type verbindingen en een variatie van
stijfheidsverschillen. Tevens is een mogelijk gedeeltelijke
sloop van het overstek beschouwd. Hieruit volgde dat door
het behouden van de bestaande kokeroverstekken (uitkraging
3,0 m) en het realiseren van een scharnierende aansluiting,
gebruik wordt gemaakt van de vervormbaarheid van het over-
stek in dwarsrichting en dat de wederzijde krachtswerking ten
gevolge van verticale belastingen wordt beperkt. Dit resulteert
voor deze variant dan ook in een beperkte gevoeligheid van
de samengestelde constructie ten gevolge van onderlinge stijf-
heidsverschillen.
Variantenstudie
Naast het type verbinding is ook de uitbreiding zelf beschouwd.
Voor vier mogelijke type verbredingen is een variantenstudie
uitgevoerd. Voor elke variant zijn op basis van globale
Met de controleberekeningen die in het definitief ontwerp
zijn uitgevoerd voor de nieuwe situatie, blijkt dit ook het geval
te zijn. Dit heeft wel tot gevolg dat er een restrictie geldt met
betrekking tot de wegindeling op het kunstwerk, aangezien
conform de ROK normaliter ook op middenbermen met
verkeersbelasting moet worden gerekend in verband met
toekomstvastheid (fig. 4 en 5).
Verbinding bestaand ? nieuw
Om de verbreding van het kunstwerk mogelijk te maken, moet
het aan beide zijden worden uitgebreid met een nieuwe
constructie. De bestaande en nieuwe constructie worden aan
elkaar gekoppeld om voor de weggebruikers nadelige verschil-
verplaatsingen te voorkomen. Hierdoor ontstaat er echter wel
een uitwisseling van krachten, waarbij er ten gevolge van de
verschillen in ouderdom door krimp en kruip tevens een
herverdeling van spanningen zal optreden. Zo zal de voorspan-
kracht in de nieuwe constructie gedeeltelijk wegkruipen in het
bestaande deel en zal de verbreding naar verwachting gaan
hangen aan de bestaande constructie. Er is daarom gekozen de
verbredingen eerst zelfdragend te bouwen, waardoor elastische
vervormingen ten gevolge van eigen gewicht en voorspanning
ongehinderd kunnen plaatsvinden. Met behulp van een stort-
strook zal vervolgens later de verbinding worden gerealiseerd.
Hierdoor zal een gedeelte van de krimp- en kruipvervorming
al optreden en worden de eerdergenoemde gevolgen van de
verbinding gedeeltelijk beperkt.
Keuze verbinding
Om het type verbinding te bepalen, is een gevoeligheidsanalyse
uitgevoerd om de consequenties voor de bestaande constructie
in beeld te brengen en een overwogen keuze te kunnen maken
voor de uitvoering van de aansluiting. Op basis van een
eenvoudig model van het kokeroverstek is de optredende
krachtswerking bepaald ten gevolge van de verkeersbelasting
en ten gevolge van een verschilbelasting tussen bestaand en
nieuw. Hieruit volgt dat een momentvaste verbinding gunstiger
is dan een scharnierende verbinding als het gaat om de krachts-
werking ten gevolge van verkeer op het overstek. Deze is daar
-
entegen wel weer gevoeliger voor verschilverplaatsingen die
4
middenberm 3000 2400
3000
3000
5
3000 2400
3000
3000
2725 2725 1570
5 4 3
2
1
1 2
3
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
22
van de verbinding. Op basis van de resultaten van de eerder-
genoemde gevoeligheidsanalyse is in de variantenstudie per
variant de keuze gemaakt hoe de verbinding wordt gerealiseerd.
Deze varianten zijn in figuur 7 en tabel 1 uitgewerkt. Mede
door de gedeeltelijke sloop van het kokeroverstek is bij de
prefab varianten uitgegaan van een inklemming door het
opnemen van de bestaande wapening in de stortstrook. Voor
de in situ varianten is uitgegaan van een scharnier door het
ontwerpberekeningen de calculatiehoeveelheden bepaald.
Hierbij is rekening gehouden met de resultaten die volgen uit
de voorgaande beoordeling van de bestaande constructie.
Tevens is voor elke variant een omschrijving van de uitvoerings-
methodiek en een globale kostenraming op basis van directe
kosten opgesteld. Met behulp van een trade-off-matrix is zo
een weloverwogen keuze gemaakt voor de variant die in het
definitief ontwerp verder is uitgewerkt.
Vier varianten
De vier varianten voor de verbreding zijn:
1.
uitvoering met prefab kokerliggers;
2. uitvoering met prefab railbalkliggers;
3. uitvoering als in situ voorgespannen plaat;
4. uitvoering als in situ kokerligger (fig. 6).
Voor de prefab varianten is de dekbreedte van de verbreding
groter dan voor de in situ variant. De krachtsverdelingscapaci-
teit in dwarsrichting is voor de prefab varianten namelijk
kleiner. Hierdoor is er voor gekozen het kokeroverstek gedeel -
telijk te slopen zodat een hoge randbelasting op de buitenste
prefab ligger wordt voorkomen.
Verbinding varianten
Elke dekvariant geeft andere mogelijkheden voor de realisatie
Tabel 1 Eigenschappen verbinding vier varianten
Variant Resultaten ontwerpberekening
1 Inklemming d.m.v. blinde verankering dwarsvoorspanning in
stortstrook.
Voorspankracht = ca. 400 kN/m.
Sloop bestaand over b = 1,85 m.
Nadeel: risico op optreden trekkracht in bovenflens bij te hoge
weerstand nieuwe opleggingen.
2 Inklemming d.m.v. overlapping bestaande en nieuwe dekwapening
in stortstrook (natte knoop verbinding).
Sloop bestaand over b = 1,85 m.
Voordeel: opvangen zeeg prefabliggers met in situ druklaag.
3 Scharnier d.m.v. in bestaande bovenflens te verlijmen dwars- en
normaalkrachten dook (Ø12-100).
Verlijmen staalstrips 50 x 3 h.o.h. 500 mm tegen onderzijde bestaande
bovenflens.
Voordeel: vervormbaar dus minder gevoelig voor verschilvervorming.
Voordeel: beperkte sloopwerkzaamheden, dus bestaande dragende
constructie blijft intact.
4 Scharnier d.m.v. in bestaande bovenflens te verlijmen dwars- en
normaalkrachten dook (Ø12-200).
Voordeel: slappere ondersteuning door nieuw dek, dus geen
versterking bestaande bovenflens benodigd.
6
variant 1: prefab kokerliggers
variant 2: prefab railbalkliggers
variant 3: in situ voorgespannen plaat variant 4: in situ kokerliggers
bestaand brugdek bestaand brugdek
nieuw
brugdek
nieuw
brugdek nieuw
brugdek
nieuw
brugdek bestaand brugdek
nieuw brugdek
5x prefab
railbakliggers
bestaand brugdek
NAPnieuw brugdek
7x prefab
railbakliggers
nieuw brugdek
5x prefab
kokerliggers
nieuw brugdek
4x prefab
kokerliggers
NAP
NAP
NAP
GWS ?4.130
GWS ?4.130
GWS ?4.130
GWS ?4.130 5556
5556 27249
27249
27249
27249
1300
8599
6539
+ 3.541
11000
1743
12587
14662
500 5556
500
500 500
500 500 500
500 1300
1300
1300
1300 1300
1300
1300
5556
8599
14662
12587
6539
+ 3.541
11000 8459
8459
6357
6357
20 20
2020
12587
12587
14662
14662
6694
6694
74617461
7461
7461
+ 3.541 + 3.541
5500
5500
5500
11000
11000
2838
1248
1241
1200
1500 1500
10001000
900
VAR. (ca 4950)VAR. (ca 5300)
VAR. (ca 6000) VAR. (ca 6300)
1250900
100
100
7239
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
23
453
447 900 445
455
104 1 6 x 420 = 2520 91 9 948 4 x 500 = 2000 491 4 x 500 = 2000 10 41
2302 2178 4480 3286 31 98 6480
inboren en verlijmen van een dwars- en normaalkrachtendook,
aangezien uit de eerdere gevoeligheidsanalyse volgt dat dit de
voorkeursvariant betreft.
Keuze
Uit de trade-off-matrix volgt dat variant 3, de in situ voorge-
spannen plaat, de beste variant is (tabel 2).
Definitief ontwerp
Het definitief ontwerp is uitgewerkt voor de bestaande koker
die aan beide zijden is verbreed met behulp van een in situ
voorgespannen plaat. Deze plaat heeft een constructiehoogte
van 900 mm uitgevoerd in beton C55/67 en is voorzien van
tien 12-strengs voorspankabels aan de noordzijde en zeven
12-strengs voorspankabels aan de zuidzijde (fig. 8). Er is een
Tabel 2 Resultaten trade-off-matrix variantenstudie
Variant 1 Variant 2Variant 3Variant 4
prefab kokerliggers
h = 900 mm met dwars-
voorspanning prefab railbalkliggers
h = 1000 mm + druklaag
h = 250 mmin situ voorgespannen
plaat h = 900 mm
voorsp. 10x VSL E6-12
zachtstaal 90 kg/m³in situ voorgespannen
kokerligger
h = 1200 mm
vloer h = 0,25 m
wand b
min = 0,5 m
dak h = 0,25 m
voorsp. 4x VSL E6-22
zachtstaal 150 kg/m³
verbinding d.m.v.
dwarsnaspanning verbinding d.m.v.
opnemen wapeningverbinding d.m.v.
inboren stekkenverbinding d.m.v.
inboren stekken
? bovenbouw: 100% ? bovenbouw: 99%? bovenbouw: 82%? bovenbouw: 84%
TOM-Score: 137 TOM-Score: 143TOM-Score: 119TOM-Score: 130
6
Varianten verbreding
7 Verbinding vier varianten
8 Voorspanning in voor-
gespannen platen
(aanzicht spatvlak)
8
7
variant 1 bestaande wapening
behouden
nieuwe haarspeld spanverankering
nieuwe randwapening min. 500
323
variant 2
stekken uit druklaag
bestaande wapening
behouden min. 560/max. 1210
323
variant 4 in te boren stekken
dwarskrachtdook
350
500
nieuwe haarspeld
nieuwe randwapening stekken uit dek
bestaande dekrand
opruwen/boucharderen
200
100 100
variant 3 350
750
in te boren stekken
dwarskrachtdook
opsluitwapening
bestaande dekrand
opruwen/boucharderen
200
100 100
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
24
1 2 3 4 5 6 7
15
9
13
17 2
1
2 61
0
14
18 2
2
3
71
1
15
19
23
4
812 16 20
9 Verloop kabel 17 (verticaal verschaald) in langsrichting
10 Normaalkracht t.g.v. verhinderde vervorming
11 SCIA-rekenmodel bestaande uit plaat- en schaalelementen
12 De eerste ligger van KW12 Alida wordt geplaatst
foto: Rijkswaterstaat
(ca. 50%) van de normaaldrukkracht uit voorspanning
wegkruipen naar de bestaande constructie (fig. 10).
Rekenmodel
Ten behoeve van de bepaling van de krachtswerking is een
SCIA-rekenmodel van de totale bovenbouwconstructie opge-
steld. Vanwege het in rekening brengen van de onderlinge
samenwerking en de krachtsverdeling in dwarsrichting, is
daarbij gebruikgemaakt van een rekenmodel bestaande uit
plaat- en schaalelementen. De opleggingen zijn ingevoerd als
gekromd kabelverloop aangehouden met een nagenoeg
constante verticale kromtestraal van circa 150 m voor de velden
en 7,5 m ter plaatse van de tussensteunpunten (fig. 9).
Uitgaande van tweezijdig spannen op de dekuiteinden bedraagt
het maximale totale voorspanverlies ten gevolge van het
gekromde kabelverloop in de eindfase circa 450 N/mm
2 indien
de verbreding geheel zelfdragend los wordt gebouwd. Aanvullend
zal ten gevolge van de verhinderde krimp- en kruipvervorming
voor de periode t = 56 dagen tot t = ? door de verbinding van
het nieuwe aan het bestaande deel een behoorlijk aandeel
9
10
11
verbreding noordzijde
verbreding zuidzijdebestaande brug
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
25
kwam. Dit in verband met de bouwtijd en de beperking van de
hinder voor het verkeer (zie kader 'Uitvoering in de praktijk').
Uit de opgestelde kostenraming bleken de prefab varianten
echter duurder dan de in situ varianten vanwege
de kostbare sloopwerkzaamheden van de kokeroverstekken
inclusief de benodigde hulpconstructie ter bescherming van
de onderdoorgaande A2. Een in de meesterproef niet nader
beschouwde variant voor een prefab liggerdek waarbij de
kokeroverstekken ook volledig worden behouden, heeft dan
uiteindelijk ook geleid tot het door het projectteam gekozen
ontwerp voor realisatie.
De meesterproef heeft als een constructief zelfstandig project
van VO- tot DO-fase wel geleid tot meer kennis en inzicht in
de mogelijkheden van hergebruik en verbreding van bestaande
constructies.
?
verende knoopondersteuningen. De schematisering resulteert
uiteindelijk in een compleet model opgebouwd uit twaalf
segmenten ter benadering van de horizontale boogstraal van
het kunstwerk (fig. 11). Een handmatige controle van de
uitvoer van het complete model is zeer complex. Ter validatie
zijn daarom tijdens de opbouw van het model tussentijdse
controles uitgevoerd (m.b.v. een handberekening) voor diverse
constructieonderdelen/modelleringen.
Aanpassingen
Op basis van de maatgevende krachtswerking zijn doorsnede-
berekeningen uitgevoerd voor de toetsing van de bestaande
constructie en zijn de nieuwe verbredingen gedimensioneerd.
Het verhogen van de voorspankracht in verband met het verlies
ten gevolge van de verhinderde vervorming, is niet rendabel.
Daarom is ervoor gekozen ter plaatse van de maatgevende
sneden bijlegwapening toe te passen. Als veilige bovengrens-
benadering zijn de verbredingen tevens gedimensioneerd als
geheel zelfdragend (dus los van de bestaande constructie).
Praktijk
Het project is inmiddels uitgevoerd met een prefab liggerdek en
niet met een in situ plaat zoals uit de meesterproef naar voren
12
Uitvoering in de praktijk
Van het project zoals het daadwerkelijk is uitgevoerd, is in
Cement 2017 het artikel 'Kokerbruggen Holendrecht verbreed'
verschenen. Dit artikel is te raadplegen op www.cementonline.nl.
Verbreding kokerbrug Holendrecht 8 2017
ENCI Studieprijs 2016
Dit is het tweede artikel in een serie met bijdragen van prijswinnaars van de ENCI Studieprijs 2016. De studie 'Verbreding bestaande kokerbrug in knooppunt Holendrecht' die in dit artikel wordt beschreven, ontving de eerste prijs in de categorie 'Professional Masteropleidingen'. De jury over deze studie: "[?] Alhoewel gebruikgemaakt wordt van bestaande rekenmethodes, is de aanpak origineel te noemen. [?] De verschillende aspecten van de studie zijn heel systematisch aangepakt en in stappen op een gedreven wijze uitgewerkt. Gaande van de analyse van de bestaande brug, de vergelijking van de verschillende varianten en de uitwerking van het finaal gekozen ontwerp, dat bestaat uit in situ voorgespannen plaatbruggen aan beide zijden van de bestaande kokerbrug. Alle berekeningen zijn zorgvuldig uitgevoerd en de resultaten zijn duidelijk gepresenteerd." Ook de examencommissie had veel lof voor de studie. Na verdediging is de meesterproef beoordeeld met het eindcijfer 9.
Meer informatie op www.cementonline.nl/encistudieprijs.
Onderdeel van de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) is de uitbreiding van de A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg). Voor een goede doorstroming van het verkeer is het daarbij noodzakelijk ook knooppunt Holendrecht (A2/A9) uit te breiden. Zo worden onder meer de twee bestaande verbindingsbogen die over de A2 gaan, uitgebreid met extra rijstroken. Om hier ruimte aan te bieden, moet de noordelijke verbindingsboog van de A9 aan de zuidzijde met circa 4,5 m worden verbreed en aan de noordzijde met circa 6,5 m. Deze uitbreiding is in het kader van een meesterproef nader onderzocht en ontworpen.
1. Montage horizontaal gekromde kokerligger KW13 (Snipwijk) foto: CAV Multimedia B.V.
Opzet meesterproef
Het afstudeerrapport is opgezet als een constructief berekeningsrapportage waarbij het ontwerp is uitgewerkt conform de Eurocodes EN1990/1991/1992, de NEN 8700-serie en de richtlijnen van Rijkswaterstaat (ROK1.2 en RBK1.1). De architectonische eisen uit de vraagspecificatie zijn losgelaten ten behoeve van de ontwerpvrijheid in de variantenstudie. Achtereenvolgens zijn in de rapportage de navolgende onderdelen op systematische wijze uitgewerkt:
- vaststellen van de uitgangspunten en toetsingscriteria op niveau nieuwbouw en verbouw voor beoordeling van zowel de bestaande constructie als de verbredingen;
- bepalen van de in rekening te brengen belastingen en vaststellen van de belastingscombinaties;
- inventarisatie van de bestaande constructie waarbij de volgende onderdelen zijn beschouwd:
- bepaling afmetingen en capaciteit bestaande constructie op basis van archiefgegevens;
- bepaling gevolgen van koppeling van de verbreding aan de bestaande constructie, waarbij aan de hand van een gevoeligheidsanalyse enkele varianten van de koppeling zijn beschouwd;
- variantenstudie voor een viertal mogelijke type verbredingen;
- definitief ontwerp voor de verbreding op basis van een tradeoff- matrix gekozen beste variant.
Bestaande constructie
De bestaande constructie betreft een voorgespannen kokerbrug in de noordelijke verbindingsboog van de A9 die in 1979 is gebouwd (KW12 Alida). De kokerbrug heeft een totale lengte van circa 122 m verdeeld over zes overspanningen met een maximale overspanning van 27 m (fig. 2). De koker heeft een uitwendige hoogte van 1,5 m en een totale breedte van 14,5 m en biedt daarmee in de huidige situatie ruimte aan twee rijstroken plus een vluchtstrook.
2. Langsdoorsnede bestaande kokerbrug
Op basis van archieftekeningen en -berekeningen is de geometrie en de aanwezige voorspanning en wapening in kaart gebracht. Hieruit volgt dat de bestaande kokerbrug is uitgevoerd in betonsterkteklasse B37,5. Het brugdek is destijds gebouwd volgens de schuifmethode zodat ten behoeve van de bouwfase,met een continu veranderend momentenverloop, er centrische voorspanning in de gehele kokerdoorsnede is toegepast. Na gereedkomen is deze aangevuld met een continuïteitsvoorspanning in de kokerwanden, zodat voor de eindfase beide voorspansystemen actief zijn (fig. 3).
Bij deze bouwwijze is het brugdek gebouwd in elf moten bestaande uit elk twee stortfasen. De eerste stort betreft de vloer en de tweede stort het kokerdak en wand. Vanwege de beperkte inwendige hoogte van de koker van 0,95 m is als bekisting voor de tweede stort de binnenzijde van de koker volledig gevuld met EPS.
3. Wapeningsconfiguratie bestaande kokerbrug
Beoordeling bestaande constructie
Voor de maatgevende overspanning zijn met behulp van deze constructiegegevens de doorsnedecapaciteiten bepaald door middel van diverse handmatige doorsnedeberekeningen. De (rest)capaciteit van de bestaande constructie is in kaart gebracht voor het veiligheidsniveau 'verbouw'. Hierbij is gebruikgemaakt van een eerder uitgevoerde herberekening van het kokerdak, waarbij een verkeersbelasting in een strook van 8,5 m breed (2 rijstroken + reststrook), gepositioneerd boven het gesloten gedeelte van de koker (het deel tussen de kokerwanden), is beoordeeld.
De momentcapaciteit in dwarsrichting bleek niet te voldoen aan de onderzijde van het kokerdak en de boven- en onderzijde van de kokervloer. Oorzaak hiervan is de toegenomen verkeersbelasting. Deze zorgt ten gevolge van de plaatsing in het midden van de koker tevens voor trek in de kokervloer. De momentcapaciteit van de koker in langsrichting en de dwarskracht- en wringcapaciteit in langs- en dwarsrichting voldoen wel.
Versterking van het kokerdak en de kokervloer is een zeer arbeidsintensieve en kostbare operatie. Tevens is, zoals gezegd, de inwendige hoogte van de koker beperkt en gevuld met EPS zodat de mogelijkheden voor een versterking worden beperkt. Omdat in de nieuwe situatie op het kunstwerk een brede middenberm wordt gerealiseerd, die is gelegen boven het gesloten gedeelte van de koker, is langs de randen van de middenberm een vaste voertuigkering aangebracht. Hiermee is de aanwezigheid van verkeer ter plaatse van het midden van het kokerdak (m.u.v. een calamiteitensituatie) uitgesloten en is de verwachting dat daarmee de capaciteit voldoende is. Met de controleberekeningen die in het definitief ontwerp zijn uitgevoerd voor de nieuwe situatie, blijkt dit ook het geval te zijn. Dit heeft wel tot gevolg dat er een restrictie geldt met betrekking tot de wegindeling op het kunstwerk, aangezien conform de ROK normaliter ook op middenbermen met verkeersbelasting moet worden gerekend in verband met toekomstvastheid (fig. 4 en 5).
4. Mogelijke rijstrookindeling voor belastingsmodel
5. Belasting bij een verkeersongeval op het brugdek
Verbinding bestaand – nieuw
Om de verbreding van het kunstwerk mogelijk te maken, moet het aan beide zijden worden uitgebreid met een nieuwe constructie. De bestaande en nieuwe constructie worden aan elkaar gekoppeld om voor de weggebruikers nadelige verschilverplaatsingen te voorkomen. Hierdoor ontstaat er echter wel een uitwisseling van krachten, waarbij er ten gevolge van de verschillen in ouderdom door krimp en kruip tevens een herverdeling van spanningen zal optreden. Zo zal de voorspankracht in de nieuwe constructie gedeeltelijk wegkruipen in het bestaande deel en zal de verbreding naar verwachting gaan hangen aan de bestaande constructie. Er is daarom gekozen de verbredingen eerst zelfdragend te bouwen, waardoor elastische vervormingen ten gevolge van eigen gewicht en voorspanning ongehinderd kunnen plaatsvinden. Met behulp van een stortstrook zal vervolgens later de verbinding worden gerealiseerd. Hierdoor zal een gedeelte van de krimp- en kruipvervorming al optreden en worden de eerdergenoemde gevolgen van de verbinding gedeeltelijk beperkt.
Keuze verbinding
Om het type verbinding te bepalen, is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd om de consequenties voor de bestaande constructie in beeld te brengen en een overwogen keuze te kunnen maken voor de uitvoering van de aansluiting. Op basis van een eenvoudig model van het kokeroverstek is de optredende krachtswerking bepaald ten gevolge van de verkeersbelasting en ten gevolge van een verschilbelasting tussen bestaand en nieuw. Hieruit volgt dat een momentvaste verbinding gunstiger is dan een scharnierende verbinding als het gaat om de krachtswerking ten gevolge van verkeer op het overstek. Deze is daarentegen wel weer gevoeliger voor verschilverplaatsingen diekunnen optreden door zettingen, maar ook door verkeer dat alleen op de verbreding aanwezig is.
In het eerdergenoemde omschreven rekenmodel is alleen gekeken naar de krachtswerking in het overstek. Aanvullend is met behulp van een raamwerkberekening van de totale doorsnede de invloed van de stijfheidsverschillen tussen bestaand en nieuw beschouwd. Hierbij is rekening gehouden met twee verschillende type verbindingen en een variatie van stijfheidsverschillen. Tevens is een mogelijk gedeeltelijke sloop van het overstek beschouwd. Hieruit volgde dat door het behouden van de bestaande kokeroverstekken (uitkraging 3,0 m) en het realiseren van een scharnierende aansluiting, gebruik wordt gemaakt van de vervormbaarheid van het overstek in dwarsrichting en dat de wederzijde krachtswerking ten gevolge van verticale belastingen wordt beperkt. Dit resulteert voor deze variant dan ook in een beperkte gevoeligheid van de samengestelde constructie ten gevolge van onderlinge stijfheidsverschillen.
Variantenstudie
Naast het type verbinding is ook de uitbreiding zelf beschouwd. Voor vier mogelijke type verbredingen is een variantenstudie uitgevoerd. Voor elke variant zijn op basis van globaleontwerpberekeningen de calculatiehoeveelheden bepaald. Hierbij is rekening gehouden met de resultaten die volgen uit de voorgaande beoordeling van de bestaande constructie. Tevens is voor elke variant een omschrijving van de uitvoeringsmethodiek en een globale kostenraming op basis van directe kosten opgesteld. Met behulp van een trade-off-matrix is zo een weloverwogen keuze gemaakt voor de variant die in het definitief ontwerp verder is uitgewerkt.
Vier varianten
De vier varianten voor de verbreding zijn:
1. uitvoering met prefab kokerliggers;
2. uitvoering met prefab railbalkliggers;
3. uitvoering als in situ voorgespannen plaat;
4. uitvoering als in situ kokerligger (fig. 6).
Voor de prefab varianten is de dekbreedte van de verbreding groter dan voor de in situ variant. De krachtsverdelingscapaciteit in dwarsrichting is voor de prefab varianten namelijk kleiner. Hierdoor is er voor gekozen het kokeroverstek gedeeltelijk te slopen zodat een hoge randbelasting op de buitenste prefab ligger wordt voorkomen.
Tabel 1 Eigenschappen verbinding vier varianten
7. Verbinding vier varianten: a. variant 1
Keuze
Uit de trade-off-matrix volgt dat variant 3, de in situ voorgespannen plaat, de beste variant is (tabel 2).
Tabel 2. Resultaten trade-off-matrix variantenstudie
Definitief ontwerp
8. Voorspanning in voorgespannen platen (aanzicht spatvlak)
Er is eengekromd kabelverloop aangehouden met een nagenoeg constante verticale kromtestraal van circa 150 m voor de velden en 7,5 m ter plaatse van de tussensteunpunten (fig. 9).
9. Verloop kabel 17 (verticaal verschaald) in langsrichting
Uitgaande van tweezijdig spannen op de dekuiteinden bedraagt het maximale totale voorspanverlies ten gevolge van het gekromde kabelverloop in de eindfase circa 450 N/mm2 indien de verbreding geheel zelfdragend los wordt gebouwd. Aanvullend zal ten gevolge van de verhinderde krimp- en kruipvervorming voor de periode t = 56 dagen tot t = ? door de verbinding van het nieuwe aan het bestaande deel een behoorlijk aandeel (ca. 50%) van de normaal drukkracht uit voorspanning wegkruipen naar de bestaande constructie (fig. 10).
10. Normaalkracht t.g.v. verhinderde vervorming
Rekenmodel
Ten behoeve van de bepaling van de krachtswerking is een SCIA-rekenmodel van de totale bovenbouwconstructie opgesteld. Vanwege het in rekening brengen van de onderlinge samenwerking en de krachtsverdeling in dwarsrichting, is daarbij gebruikgemaakt van een rekenmodel bestaande uit plaat- en schaalelementen. De opleggingen zijn ingevoerd als verende knoopondersteuningen. De schematisering resulteert uiteindelijk in een compleet model opgebouwd uit twaalf segmenten ter benadering van de horizontale boogstraal van het kunstwerk (fig. 11). Een handmatige controle van de uitvoer van het complete model is zeer complex. Ter validatie zijn daarom tijdens de opbouw van het model tussentijdse controles uitgevoerd (m.b.v. een handberekening) voor diverse constructieonderdelen/modelleringen.
11. SCIA-rekenmodel bestaande uit plaat- en schaalelementen
Aanpassingen
Op basis van de maatgevende krachtswerking zijn doorsnedeberekeningen uitgevoerd voor de toetsing van de bestaande constructie en zijn de nieuwe verbredingen gedimensioneerd. Het verhogen van de voorspankracht in verband met het verlies ten gevolge van de verhinderde vervorming, is niet rendabel. Daarom is ervoor gekozen ter plaatse van de maatgevende sneden bijlegwapening toe te passen. Als veilige bovengrensbenadering zijn de verbredingen tevens gedimensioneerd als geheel zelfdragend (dus los van de bestaande constructie).
Praktijk
Het project is inmiddels uitgevoerd met een prefab liggerdek en niet met een in situ plaat zoals uit de meesterproef naar vorenkwam. Dit in verband met de bouwtijd en de beperking van de hinder voor het verkeer (zie kader 'Uitvoering in de praktijk'). Uit de opgestelde kostenraming bleken de prefab varianten echter duurder dan de in situ varianten vanwege de kostbare sloopwerkzaamheden van de kokeroverstekken inclusief de benodigde hulpconstructie ter bescherming van de onderdoorgaande A2. Een in de meesterproef niet nader beschouwde variant voor een prefab liggerdek waarbij de kokeroverstekken ook volledig worden behouden, heeft dan uiteindelijk ook geleid tot het door het projectteam gekozen ontwerp voor realisatie.
De meesterproef heeft als een constructief zelfstandig project van VO- tot DO-fase wel geleid tot meer kennis en inzicht in de mogelijkheden van hergebruik en verbreding van bestaande constructies.
Uitvoering in de praktijk
Van het project zoals het daadwerkelijk is uitgevoerd, is in Cement 2017 het artikel 'Kokerbruggen Holendrecht verbreed' verschenen.
12. De eerste ligger van KW12 Alida wordt geplaatst foto: Rijkswaterstaat
Reacties