Binnen ABT opereren elk jaar diverse studiegroependie zich in allerlei aantal actuele onderwerpen ver-diepen. Het afgelopen jaar koos ??n groep1) voor hetonderwerp `Vrijheid vormgeving', met `constructie-ve aspecten' als belangrijkste accent. In de meestbekende, tot nog toe gerealiseerde projecten in dewereldarchitectuur, speelt die constructie namelijk(nog) een ondergeschikte rol. De groep kwam al sneltot het inzicht dat het belangrijk is onderscheid temaken tussen ontwerpen die voornamelijk uit geslo-tengevelszijnopgebouwdenmeertransparanteont-werpen.P r o j e c t e n s t u d i eVrije vormgeving is niet iets van de laatste jarenalleen. Reeds in de jaren '50 en '60 van de vorigeeeuw ontstonden door de ontwikkeling van het(voorgespannen) beton veel organische, sculpturalegebouwen. Een zeer geslaagd voorbeeld is het Gug-genheim Museum in New York van de legendari-sche architect Frank Lloyd Wright. Dit gebouwbestaat uit een neerwaartse spiraalvloer, die de ten-toonstellingsruimte in het museum vormt. De spi-raalvloer dient constructief tevens als uitkraging omde krachten uit de wand erboven en de vloer over tedragen aan de onderliggende spiraalwand (foto 1).Een ander vroeg voorbeeld is het in 1973 voltooideOpera House in Sydney van de Deen J?rn Utzon. Ditgebouw was aanvankelijk veel vrijer vormgegevendan zoals uiteindelijk is gerealiseerd. De willekeu-rige configuratie van de schaaldaken in het schets-ontwerp is vanwege constructieve en uitvoerings-technische redenen in het definitieve ontwerpveranderd in een serie van aaneengeschakeldeschaaldaken (foto 2). Constructief werken de prefabbetonnen schaalvormige daken echter niet alsschalen, vanwege het feit dat de krachtsafdracht inhoofdzaak in ??n richting plaatsvindt in plaats vande ruimtelijke krachtsafdracht bij zuivere schaal-constructies. Eigenlijk moeten ze daarom wordenbeschouwd als geschakelde spitsbogen.W?l binnen de huidige trends past het GuggenheimMuseum van Frank O. Gehry in Bilbao. Voor de con-structie werd ook hier aanvankelijk gedacht aan eenbetonnen schaal. Deze was echter te onhandig omte maken en bovendien niet precies genoeg quamaatvoering voor de vrije vorm. Er is toen gekozenvoor een traditionele, geknikte staalconstructie metA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 314VORM EN CONSTRUCTIEINTEGRAAL ONTWERPENir. W. Spangenberg, ABT adviesbureau voor bouwtechniek bvOnze architecten zijn in de ban van de 3D-ontwerpsystematiek. De meest fantastischogende, blob-achtige ontwerpen sieren momenteel de architectuurbladen en lijkenhun opdrachtgevers daarmee het door hen zo vurig verlangde, vernieuwende imagote beloven. Nu is de computer inderdaad een krachtig ontwerpinstrument, maar depraktijk tot dusver leert dat het de ontwerpers aan vaardigheid ontbreekt om dieprachtige, veelkleurige plaatjes om te zetten naar haalbare technische ontwerpen.Daarbij gaat het niet alleen om de vraag hoe die buitenhuid daadwerkelijk moet wor-den gemaakt, maar ook om de constructie en andere belangrijke aspecten als stich-tingskosten, exploitatie en onderhoud. Tot hoever reikt eigenlijk de verantwoordelijk-heid van de ontwerper? Zijn er oplossingsrichtingen denkbaar?1) De groep bestaat uit ir. J.P. den Hollander, ir. R. Wenting, ir. G.J. Rozemeijer, dr.ir. A. Jorissen en ir. W. Spangenberg.1 | Guggenheim Museum inNew York, een vroegvoorbeeld van een con-structie die vrije vorm-geving mogelijk maaktfoto: Corbis2 | Sydney Opera House,een serie aaneengescha-kelde schaaldakenfoto: Ype Cuperusknopen op ongeveer 0,5 m van de buitenschil. Er zijndrietypenprofielengebruikt,waarvanslechtsenkelegekromd. Al met al is het een relatief zware con-structie geworden, die volledig schuilgaat achter degevelbeplating. Aan de binnenzijde verraadt jammergenoeg niets de soepele vorm van de buitenhuid(foto 3).Het vorig jaar opgeleverde New Eden-project inCornwall van Nicholas Grimshaw & partners, be-staat uit een S-vormige aaneenschakeling van geo-detische koepels. De koepels vari?ren in grootte; degrootste heeft een diameter van 100 m met eenhoogte van 50 m. De geometrie is afgeleid van degeodetische koepels van Buckminster Fuller en op-gebouwd uit allemaal identieke zesvlakken (fig. 4).De constructie is zo transparant mogelijk ontwor-pen. De zesvlakken zijn opgebouwd uit stalen buis-profielen die zijn gekoppeld met een zogenoemdMERO-knooppunt. Om de bol meer stijfheid tegeven is de koepel aan de binnenzijde onderspan-nen met RVS-kabels. De kussens zijn van translu-cente ETFE, een lichtgewicht folie met hoge sterkte-eigenschappen.Veel kleinschaliger, maar goed voor de beeldvor-ming, is het eveneens vorig jaar opgeleverde restau-rant van het Noorder Dierenpark in Emmen, eenontwerp van Daf-architecten. Meest opvallendeelement is de organische sculptuur in de gedaantevan een walvis, midden in de ruimte. In dit volumebevinden zich onder meer de keuken, het kantoor ende toiletgroepen. De vorm is opgebouwd uit verticalehouten spanten die aan de bovenzijde zijn vast-gemaakt aan de bestaande staalconstructie en daar-aan de stabiliteit ontlenen. Op de houten spantenzijn horizontaal latten bevestigd, waarop een laagsteengaas is aangebracht. Deze laag is vervolgensgestuct en geverfd in grijsblauwe en rode kleuren.Een laatste voorbeeld vormt het nieuwe hoofdkan-toor van ING in Boedapest, een renovatie- en uit-breidingsproject naar een ontwerp van Erick vanEgeraat. Ook hier een walvisvorm, die deels uitsteektboven het bestaande dak. Het oorspronkelijke ideewas de walvis uit een dragende huid te formeren,maar gezien de krappe tijd voor ontwerp en uitvoe-ring is gekozen voor een structuur van gelamineerdehouten spanten met een zinkbekleding. Deze con-structie is ingelaten op een structuur van stalen bal-ken met daarop een staalplaatbetonvloer. De walvisis een ruimtelijk element op het nieuwe dak, uitkij-kend over de skyline van Boedapest, buiten de zicht-lijnen van de straat. Door het nieuwe dak rondomdewalvisgroten-deels in glas uitte voeren, vormtde walvis eenzwevendelementindeuitbreidingvan het gebouw(foto 5).A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 3 153 | Guggenheim Museum inBilbao, onder de frivolegevel gaat een relatiefzware constructie schuilfoto: Andr? Burger4 | Plattegrond en doorsne-de van de koepelcon-structie van de botani-sche tuinen van NewEden in Cornwall5 | Vergaderzaal van hetnieuwe ING-kantoor inBoedapest: een struc-tuur van gelamineerdehouten spantenC A D - o p l o s s i n g e n v o o r 3 D - o n t w e r p e n3D-ontwerpen biedt de mogelijkheid projecten ge-heel digitaal uit te werken. Een veelgehoorde misvat-ting echter is dat eenmaal gedigitaliseerde informatievrij gemakkelijk reproduceerbaar en converteerbaaris. Omzetting lukt meestal wel, maar vergt meer daneens een behoorlijke inspanning.De ontwerpmethodiek van Gehry is afwijkend vanwat de meeste architecten voorstaan, maar laat w?leenvoudig de problematiek zien. Gehry ontwerptop basis van potloodschetsen en maquettes. Dezemaquettes worden 3D gescand, wat punten met eenX-, Y- en Z-co?rdinaat oplevert. Conventionele CAD-software kan niet overweg met deze data. Probleemdaarbij is vooral de beschrijving van de vlakkentussendezepuntenmetzogenoemde`nurbs'.CATIA,een programma uit de luchtvaartindustrie, is w?l instaat deze vlakken te beschrijven. Het programmarationaliseert de vlakken door ze op te delen in maak-bare elementen, zonder daarbij de oorspronkelijkevorm aan te tasten (fig. 6). Verder kan het program-ma de CAD-CAM-koppeling maken, zodat het com-putermodel met een 5-assige freesmachine uit foamkan worden gesneden en daarna door de architectkan worden beoordeeld. Dit model wordt vervolgenshet moedermodel voor de uitwerking door de anderepartijen.CATIA is echter een kostbaar pakket en het vergtbehoorlijk wat inspanning om het te beheersen.DaarbijverliestCATIAzijnmeerwaardebijmeertra-ditionele vormen. Verder verlangt het hanteren van??n moedermodel van alle partners een keihardeafspraak elkaar te informeren over aanpassingen.Een apart aspect vormt de koppeling van CAD-CAM-systemen met rekensoftware. De 3D-blobarchitec-tuur vraagt om een 3D-rekenmodel. Een aanpakwaarin wordt geprobeerd om de 3D-constructie terugtebrengennaareenverzameling2D-deelproblemen,met als voordeel dat de constructie inzichtelijk blijft,is vaak nauwelijks mogelijk. Aangezien Autocadrelatiefeenvoudigaandegangbare3D-rekensoftwaretekoppelenis,heeftdezerichtingdesterkevoorkeur.Rekenen met een 3D-model vereist echter wel eengrote dosis ruimtelijk inzicht en maakt controle meteen simpele handberekening moeilijk. De kans opfouten is hierdoor groter.De praktijk leert verder dat lang niet alle partijen metdezelfde software werken gedurende het bouwpro-ces. De koppeling tussen de verschillende gehan-teerde pakketten ligt vaak kritisch; als een tekeningeenmaalgoedisingelezen,kandegebruikermetzijnkennis van het pakket goed uit de voeten en effici?ntaandeslag.Conversieveroorzaaktechteraltijdinfor-matieverlies en soms is dat ongewenst.Productie met CAD-CAMTot in de productie wordt gebruikgemaakt van dezorgvuldig gedigitaliseerde informatie. Binnen mo-derneproductietechniekenkentmenhetbegrip`pro-ducing in lots of one', ofwel seriegrootte 1. Dit ismogelijk door gebruik te maken van CNC-machines(Computerized Numerical Controlled). Voor dezemachines maakt het niet uit of ze dertig verschil-lende vormen uit een plaat moeten snijden of dertigdezelfde vormen, mits de invoer goed geautomati-seerd is. Dit betekent dat men concurrerend kanwerken met standaardelementen.Bij stalen beplating is deze productietechniek ge-meengoed: het kost geen extra arbeid om de com-plexere plaatvormen uit te snijden en het materiaal-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 3166 | Van CATIA naar CAD;transformatie van gege-vens bij project NeueZollhof7 | Neue Zollhof: achter destalen beplating bevindtzich een betonnen gevelverbruik blijft voor de verschillende vormen gelijk.De traditionele productiewijze voor betonnen ele-menten is voor deze doeleinden niet geschikt: elkeaanpassingaandestandaardmalwerktnamelijkkos-tenverhogend. Bij het project Neue Zollhoff in D?s-seldorf (foto 7), niet toevallig ook een project vanFrank O. Gehry, heeft men dit probleem opgelostdoor een rechthoekige basismal op te vullen met sty-roporblokken die met een 5-assige freesmachinein de juiste vorm waren gemaakt (zie ook blz. 12).Dit styropor was naderhand weer herbruikbaar.C o n s t r u c t i e v e p r i n c i p e sAlles is maakbaar, maar alles heeft ook zijn prijs.Ondanksdegrotevariatieaanbouwkundigeopgavenin de Nederlandse bouwpraktijk, blijven de toege-paste constructies vaak beperkt tot een aantal stan-daardoplossingen. Een reden hiervoor kan zijn dat deeconomische haalbaarheid van bepaalde construc-tietypen hoger is dan andere, hetgeen weer kanworden ingegeven door de op de markt aanwezigebouwmaterialenen-elementen.Ditwerktindehanddat de bekendheid met minder toegepaste construc-tiesystemen afneemt. Een herontdekking van allemogelijke, door de mechanica ingegeven construc-tiesystemen kan echter louterend werken bij hetvinden van de beste oplossingen.Opmerkelijk is dat hoewel blob-architectuur zichkenmerkt door driedimensionale vormen en ge-kromde en dubbelgekromde oppervlakken, de con-structie vaak is opgebouwd uit lineaire en tweedi-mensionale elementen. Oplossingen in de categorievan driedimensionale draagstructuren, zoals scha-len en dubbelgekromde tentdoeken, komen zeldenvoor. Vaak wordt teruggegrepen naar een traditio-nele opbouw van raamwerken of spanten. De drie-dimensionale vormen worden benaderd door vari?-rendespantenaaneenteschakelen.Hierdoorontstaatin de constructie echter vaak wel een driedimensio-nale(complexe)krachtsafdracht.Deproblemenwor-den dan feitelijk verplaatst naar de detaillering,terwijl deze wellicht in de ontwerpfase in het hoofd-ontwerphaddenkunnenwordenonderkendenvoor-komen.Wordt er gekeken naar de krachtswerking bij blob-architectuur, dan valt op dat vrijwel altijd gebruikwordt gemaakt van `hybride' systemen. Dit con-structietype maakt voor de krachtsafdracht gebruikvan een combinatie van buiging en normaalkracht.De krommingen van de blobvorm lenen zich ener-zijds goed voor normaal- en membraankrachten.Anderzijds is, in tegenstelling tot zuiver geometri-sche vormen, de vorm vaak dusdanig grillig dat desysteemlijn van de constructie de druklijn niet meerkan volgen. Dit heeft tot gevolg dat er naast normaal-krachten ook buiging in de constructie-elementenontstaat. Feitelijk maakt dit de toegepaste construc-tie veel minder effici?nt in vergelijking met schalenen membranen met een zuiver geometrische vorm.Het resultaat is dan ook vaak een zware constructie,al dan niet weggewerkt achter de afbouwconstructie.De zwaarte van de constructie is bijna irrelevantgeworden. De volgens dit principe ontworpen con-structies ogen bijna banaal.Bij een transparant ontwerp is deze ontwerpmetho-diek uiteraard niet gewenst.Relatie hoofddraagconstructie-afbouwsysteemOok de relatie van de constructie tot de afbouw(con-structie) is interessant. Anders gezegd: hoe wordt devorm uiteindelijk in de constructie gerealiseerd?Wordt de vorm benaderd door de hoofddraagcon-structie en wordt de afbouw (gevel) direct hierop aan-gebracht, of staat de constructie volledig op zichzelfzonder enige relatie met de vorm te hebben? Dezevraag raakt sterk aan het probleem van de maak-baarheid van de vorm. Hoe minder de hoofddraag-constructie in staat is de vorm te volgen, hoe meerde afbouw een op zichzelf staande constructie wordtdie de vorm moet beschrijven.Hetmeestextremevoorbeeldiseenorthogonalecon-structie die zich binnen de blob-vorm bevindt (fig.8a). De afbouwconstructie staat als het ware als eenstolpoverdehoofddraagconstructieheen.Diehoofd-draagconstructie heeft geen enkele relatie met devorm. Om deze reden zullen dergelijke constructiesniet vaak de voorkeur genieten van zowel architectals constructeur. Bijkomend nadeel is dat de speci-fieke problemen van de blob worden verschovennaar de afbouw.Zo kun je stap voor stap met de constructie de vormbenaderen. Allereerst door bijvoorbeeld de horizon-tale elementen in het gebouw ? de vloeren ? de vormvan het gebouw te laten volgen (fig. 8b). Als vervol-gens ook de verticale constructie-elementen wordengebruikt voor het beschrijven van de vorm, danontstaat er een soort van skelet van de blob (fig. 8c).De constructie beschrijft de vorm door middel vanbreedtecirkels en meridianen. De lineaire elemen-ten zijn op te bouwen uit standaard constructie-ele-mentenzoalswalsprofielenengelamineerdeliggers.Deze profielen laten zich goed buigen tot de vereistevorm. Een dergelijke constructie, alhoewel nog vaakverborgen achter de afbouw, heeft al een duidelijkerelatie met de blob-vorm.Meest vergaand is de integratie van omhullendevormenhoofddraagconstructie(fig.8d).Deconstruc-tie vormt als het ware een (eier)schaal die de blob-vorm beschrijft. Het toepassen van standaardele-menten is evenwel niet mogelijk, omdat er vanuit deindustrie geen dubbelgekromde platen of schaalele-menten beschikbaar zijn. Het realiseren van derge-lijke elementen vergt veel vakmanschap en daarmeehoge kosten.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 3 178 | Vier mogelijkeconstructietypenA f b o u w s y s t e m e nWelk systeem ook voor de hoofddraagconstructie zalworden gekozen, de opgave voor de afbouw veran-dert niet: het realiseren van een wind- en waterdichtehuid voor een dubbelgekormd oppervlak. Zeer waar-schijnlijk ligt hier dan ook de grootste uitdaging vande blob-architectuur. De onregelmatige, niet-geo-metrische vorm maakt elk element uniek. Het fabri-ceren van unieke, dubbelgekromde gevelelementenis een kostbare, momenteel economisch niet haal-bare zaak.Oplossingen kunnen worden gezocht in het facette-ren van de gekromde vorm of het toepassen van flexi-bele materialen en elementen die in de gewenstevorm kunnen worden gefixeerd. Facetteren zal nietsnel de voorkeur genieten van de architect, omdatdaarmee afbreuk wordt gedaan aan de gewenstevorm. Het toepassen van flexibele materialen alsgevelhuid ligt meer voor de hand. Beton lijkt goedemogelijkheden te hebben, maar de kostenfactor bijdeze oplossing verschuift naar het realiseren van demal. Spuitbeton is wellicht kansrijker.Recente voorbeelden laten zien dat tot dusver voor-namelijk is gekozen voor het in de juiste vorm bui-gen en fixeren van flexibel plaatmateriaal. Bij hetGuggenheim Museum in Bilbao is titanium gevel-beplating gebruikt, bij het paviljoen op Neeltje Janszijn staalplaten toegepast. Een recente publicatie inhettijdschriftDetailinArchitectuur(2002nr.1/2)laatechter zien dat de duurzaamheid van dit soort oplos-singen twijfelachtig is.Bovengenoemde oplossingsrichtingen lenen zichuitstekend voor ontwerpen met een voornamelijkdichte buitenhuid. Voor transparante ontwerpen,waaropgroteschaalgebruikzalwordengemaaktvanglasachtige materialen, zijn ze echter niet bruikbaar.Alhoewel er wel ervaring is met het koud buigen vanglas 2), zijn er tot op heden nog weinig toepassingenvan bekend. Kunststoffen zoals lexaan hebben voorduurzaamgebruiknogeenaantalnadelen(bijv.kras-vorming), die toepassing in de weg staan. In eersteinstantie zal daarom de voorkeur uitgaan naar tradi-tioneel glas. Facetteren van de glasplaten lijkt voor-lopig de enige mogelijkheid.Bij het Stadhuis van Alphen aan den Rijn is inmid-dels op kleine schaal ge?xperimenteerd met getor-deerde glasplaten. Deze platen zijn in het werk eenklein beetje scheluw gebogen en afgemonteerd.Hoewel het hier gaat om slechts zeer kleine vervor-mingen, zou dit kunnen worden gezien als eenkleine stap voorwaarts naar dubbelgekromde trans-parante gevelelementen (foto 9).Ook lijnvormige elementen kunnen uiteraard wor-den gebogen. Daarnaast is het bij lijnvormige ele-menten mogelijk een ruimtelijk netwerk van stavenop te bouwen, waarbij de staven in eerste instantiescharnierend met elkaar zijn verbonden. Eenmaal inhet werk in de juiste vorm geplooid kunnen dezescharnierendanwordengefixeerd,bijvoorbeelddoorhet aflassen van knooppunten. Deze methodiek isonder meer toegepast bij de supportersbrug naar deAmsterdam Arena.O p l o s s i n g s r i c h t i n g e nDe bouwkundige detaillering vormt mogelijk ??nvan de grootste belemmeringen in de blob-architec-tuur. Gekromde vlakken kunnen over het algemeenredelijk worden vervaardigd door te kiezen voor eenmateriaal dat de krommingen van het oppervlak kanvolgen. Complexer wordt het als de gekromde vlak-ken transparant moeten zijn. De oplossing ligt hiervoorlopig bij toepassing van vlakke glazen delen, diein de totale opzet worden ingepast. Hierbij kan dehoofdconstructie mogelijke toleranties opvangen,bijvoorbeeld een vloeiend houten spant met daaringefacetteerde glazen delen.De verwachting is dat gekromde, transparante delensteeds eerder haalbaar zullen worden. De kosten vande niet-seriematigheid van onregelmatige, al of niettransparante, gevelvlakken zullen door de huidigeontwikkelingen in de productietechnieken alleenmaardalen.Ditzaldehaalbaarheidvandittypearchi-tectuur verhogen.Het gekromde gevelvlak verdient een constructie diehierop aansluit. Veel van de huidige blobachtigegebouwen hebben constructies die niet getuigen vanenige subtiliteit. De constructies lijken vaak door hetA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 3182) Koud buigen van gehard glas wordt in de kassenbouw regelmatig toegepast. Ook zijn er voorbeelden van toepassing van gebogenglas in luifels en diverse atria.9 | Dubbelgekromd glas;experiment bij StadhuisAlphen aan den Rijnhoge materiaalgebruik tevens materiaalonecono-misch uitgevoerd te zijn. Hier ligt de uitdaging voorde constructeur. Dat de constructie nog extra aan-dacht verdient in het geval van een transparante huidmoge duidelijk zijn. Echter ook bij een gesloten huidliggen hier mogelijkheden tot andere constructiety-pen. Hierbij is het van belang dat de constructeurbeschikt over een goed ruimtelijk voorstellingsver-mogenenvertrouwdismeteenrijkarsenaalaancon-structiesystemen.Decomputermaakthetvervolgensmogelijk om `combinatie'-systemen te optimalise-ren. Hierbij kan worden gedacht aan (hypar- of ton)-schalen, membranen, buig- of opgespannen con-structies (foto 10).Hetuiteindelijkniet-gerealiseerdeontwerpvanABT/West 8 en Hans van Heeswijk voor de Papendorpsebrug is een fraai voorbeeld van hoe een schaalcon-structie kan worden gebruikt om een organischgevormde brug te construeren (foto 11).Specifieke aandacht in het ontwerp en de detaille-ring vragen aspecten als onderhoud en duurzaam-heid, in het bijzonder de geconcentreerde vervuilingdoor watervoering langs de gevel. Verder zullenarchitect en constructeur een goed doordacht planmoeten hebben, waarin minimaal worden genoemdde montagevolgorde, de tolerantieopvang en degevolgen van de vervormingen.Tot slot zal goed moeten worden nagedacht over hetontwerpproces. De vorm van de blob hoeft niet altijdeen hard gegeven te zijn. Vanaf de start van de ont-werpfase zal er een dialoog op gang moeten wordengebracht tussen de teams van architecten en con-structeurs, waarin alle mogelijke uitgangspunten enoplossingsrichtingen bespreekbaar dienen te zijn(fig. 12). Ook de directe inschakeling van de uitvoe-rende branche moet worden overwogen. Een goedeterugkoppeling naar opdrachtgever en projectma-nagement inzake de te nemen ontwerpbeslissingenwordt tevens als een noodzaak gezien. Maar dan nogzijn bovendien productkennis, gedrevenheid eninnovatief vermogen nodig om de in dit artikelgeschetste ontwikkeling verder te brengen. En datgeldt voor alle betrokken partijen! Als we willen datdit type architectuur een langer leven is beschoren,dan zullen we er de verantwoordelijkheid voormoeten nemen. Onbeheersbaar hoog oplopende uit-voeringskosten en slecht uitgevoerde details zijnnamelijk geen goede voortekenen voor toekomstigeopdrachtgevers. A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 3 1910 | Volgens de mechanica-principes opgezetdraadmodel van ing. M.van Maarschalkerwaartbiedt volop mogelijk-heden voor het realise-ren van vrijere vormen11 | Ontwerp voor dePapendorpse brug: eenop een hagedis ge?nspi-reerd ontwerp is con-structief vertaald naareen vakwerkschaal12 | Ontwerpen doe jesamen!? staal, hout, beton? buigliggers? spanwerken? schalenbijv. ArenabrugBLOBStransparantoplosstrategie?nniet transparantconstructieminder relevantunieke (op maatgemaakte)constructieonderzoek constructie-systemen + materiaal-mogelijkhedenrealisatie BLOBer wordt gebruikgemaakt vaneen "systeem'
Reacties