Toen in maart 2008 de betonconstructie van een uitgebrande eengezinswoning in Heerhugowaard werd gecontroleerd op aanwezige schade, bleek een aantal voorspankabels in de verdiepingsvloeren spanningsloos te zijn. In dit artikel wordt teruggekeken op de manier waarop deze problematiek is aangepakt [1]. Op de vraag welke consequenties de bevindingen zouden moeten hebben voor vele andere VZA-constructies in Nederland uit dezelfde periode, wordt in een tweede artikel [2] in deze editie van Cement aandacht besteed. Auteurs:prof.dr.ir. Dick Hordijk- Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V./TU Eindhovenir. Jan Meester - Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V.ing. Nico Koenis en Laurens Commandeur -Gemeente Heerhugowaard
VZA-vloeren met corrosieschade
8 2 0 11
40
VZA-vloeren met
corrosieschade
Toen in maart 2008 de betonconstructie van een uitgebrande
eengezinswoning in Heerhugowaard werd gecontroleerd op
aanwezige schade, bleek een aantal voorspankabels in de
verdiepingsvloeren spanningsloos te zijn. In dit artikel wordt
teruggekeken op de manier waarop deze problematiek is
aangepakt [1]. Op de vraag welke consequenties de bevindin-
gen zouden moeten hebben voor vele andere VZA-constructies
in Nederland uit dezelfde periode, wordt in een tweede artikel
[2] in deze editie van Cement aandacht besteed.
1
Problemen met VZA-kabels in woonwijk Heerhugowaard opgelost
De schade betrof een tussenwoning van een rijtje van zes. Deze
woningen waren in 1975 gebouwd met de voor die tijd relatief
nieuwe, maar wel al veelvuldig toegepaste techniek van voor -
spanning zonder aanhechting (VZA). Snel was duidelijk dat de
voorspankabels niet waren gebroken door de brand, maar door
eerder opgetreden corrosie. De bevindingen plaatsten bewo-
ners, eigenaren en de gemeente voor lastige vragen. Hoe ernstig
is het, hoe beoordeel je de constructieve veiligheid van de 199
woningen in de wijk, welke mogelijkheden zijn er voor herstel
en wie moet voor de kosten van onderzoek en herstel op draai-
en? Inmiddels zijn die vragen beantwoord, is herstel uitgevoerd
en hebben alle woningeigenaren een brief van de gemeente
VZA-vloeren met corrosieschade8 2 0 11
41
1 Onderzoek naar conditie van VZA-kabels in
uitgebrande woning
2 Schematische opbouw van VZA-kabel (a) en
verankering (b)
3 Detail uit oude VZA-vloer tekening
4 Bekisting van vloer met VZA-kabels (foto uit
periode 1974-1976)
ontvangen. In die brief is gesteld dat mag worden aangenomen
dat de verdiepingsvloeren van hun woning voldoen aan de
daaraan te stellen constructieve eisen volgens het Bouwbesluit.
Voorspanning zonder aanhechting
Bij VZA bevindt de voorspankabel, meestal een zevendraads
streng, zich in een kunststofomhulling. Tussen de kabel en de
omhulling wordt vet toegepast (fig. 2a). Naast het feit dat er
geen sprake is van aanhechting, is de bescherming van de voor -
spankabel tegen corrosie anders dan bij voorspankabels die
direct in het beton zijn toegepast. Daar waar in het laatste geval
de alkaliteit van het beton voor de bescherming zorgt, mits er
voldoende dekking is, moeten bij VZA de omhullingsbuis en
het vet ervoor zorgen dat vocht niet bij de kabels kan komen.
Dit vergt vanzelfsprekend ook passende maatregelen bij de
verankeringen (fig. 2b).
VZA is het meest toegepast in vloerconstructies in de woning-
en utiliteitsbouw. Omdat kan worden volstaan met een geringe
dekking en vanwege het gunstige effect van de voorspanning
op de doorbuiging, kunnen er relatief dunne vloeren mee
worden gemaakt. Daarnaast was het systeem aantrekkelijk
omdat het ten opzichte van gewapend beton aanzienlijk minder arbeidsintensief was. Kenmerkend is dat de voorspankabels
veelal over verscheidene vloervelden (woningen) doorlopen
(fig. 3 en foto 4). Het kabelverloop loopt van boven in de vloer
ter plaatse van de ondersteuning naar een laagste punt in het
midden van de overspanning.
Nadat de voorspankabels in de bekisting zijn gepositioneerd,
wordt het beton gestort. Als het beton is verhard, wordt met
een vijzel de voorspankabel in fasen op spanning gebracht.
Daarna wordt de kabel met wiggen verankerd. Afhankelijk van
de lengte van de voorspankabels, is aan één uiteinde voorge-
spannen of aan beide uiteinden. Bij lange kabels is in de begin-
jaren ook gewerkt met een tussenspanpunt. Dit was mogelijk
als bijvoorbeeld voor een blok van zes woningen doorgaande
kabels werden toegepast, en de vloerconstructie in twee keer
werd gestort. In dat geval kon, door het gedeeltelijk aanspan-
nen bij de stortnaad, bij de eerste drie woningen de onderstem-
peling worden verwijderd, terwijl het tweede deel nog niet was
gestort en/of verhard. Nadat de totale vloerconstructie was
gestort en verhard, werd vervolgens de gehele kabel op de
gewenste spanning gebracht.
VZA-corrosieproblemen
Omdat bij VZA het voorspanstaal niet wordt beschermd door
alkalisch beton, is het zeer belangrijk dat wordt voorkomen dat
vocht bij de voorspankabels komt. Bij de huidige VZA-syste-
men is dat in voldoende mate gewaarborgd na uitvoerige
prof.dr.ir. Dick Hordijk
Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V./TU Eindhoven
ir. Jan Meester
Adviesbureau ir. J.G. Hageman B.V.
ing. Nico Koenis en Laurens Commandeur
Gemeente Heerhugowaard
corrosiewerend vet
HDPE-buis draden
vochtafsluitend middel
op alle stalen delenhechtmiddel
op betonvlak
2a 2b
3
4
VZA-vloeren met corrosieschade
8 2 0 11
42
5 Eindverankering bij kopgevel
6 Verdiepingsvloer
7 Met een vijzel trekken aan een VZA-kabel
8 Breukvlak van strengen van gecorrodeerde
en gebroken voorspankabels
Om de schade aan de VZA-kabels in beeld te brengen, zijn de
kabels ter plaatse van de uitgebrande woning en de eindveran-
keringen bij de kopgevel geïnspecteerd. In de woning zijn
kabels in het midden van de overspanning (laagste punt) vrij-
gehakt en beoordeeld op corrosie en het al dan niet op span-
ning staan (foto 1). Bij gebroken VZA-kabels is de plaats van de
breuk bepaald door deze uit de kabelomhulling te trekken.
Voor het beoordelen van de eindverankeringen zijn in het
metselwerk van de kopgevels openingen gemaakt (foto 5).
Omdat in dit geval de VZA-kabel achter de verankering nog
enkele centimeters uitstak (dat is zeker niet altijd zo), was het
mogelijk met een vijzel aan de kabel te trekken (foto 7). Dit is
een risicovolle werkzaamheid die alleen door, met de techniek
onderzoeken eind jaren 70 [4]. In de beginjaren van de tech-
niek was de bescherming tegen vochtindringing beduidend
minder goed. Corrosieproblemen bij VZA-constructies uit die
periode (tot ca. het begin van de jaren 80) zijn vooral uit
Noord-Amerika bekend. Maar ook in Nederland zijn voor
enkele projecten eerder dergelijke problemen gerapporteerd
[2]. De grote vraag bij de betreffende problematiek is hoe de
veiligheid van de constructie kan worden beoordeeld als moet
worden aangenomen dat VZA-kabels spanningsloos kunnen
zijn en niet bekend is hoeveel en waar dat het geval is.
Onderzoek woonblok met uitgebrande woning
Om na te gaan of de brand gevolgen heeft gehad voor de VZA-
voorspanning, is in opdracht van de gemeente Heerhugowaard
een onderzoek uitgevoerd door het, in VZA gespecialiseerde,
bedrijf Atlas Bouwtechnisch Adviesburo. Daaruit kwam naar
voren dat diverse VZA-kabels waren gecorrodeerd en een
aantal kabels niet op spanning stond. Daarop zijn direct de
verdiepingsvloeren van alle woningen van het betreffende
woonblok onderstempeld. De navolgende onderzoeken en
herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd door en/of onder
leiding van Adviesbureau Hageman [1]. Hierbij heeft Atlas alle
werkzaamheden met betrekking tot de voorspanning uitge-
voerd, zoals het vrijhakken en vervangen van kabels en het
trekken aan kabels om de voorspankracht te bepalen.
Het eerste uitgebreide onderzoek (rapport 6650-1-1 [1]) was
gericht op het vaststellen van de oorzaak en de omvang van de
corrosie en de breuk van de VZA-kabels. Dat er geen enkele
relatie was met de brand was evident en had Atlas ook al aange-
geven. Onvoldoende bescherming van de kabels tegen indrin-
ging van vocht tijdens de bouw is een oorzaak voor corrosie en
breuk, die voor 'vroege' VZA-systemen al enige tijd bekend is.
In 1996 was Hordijk, toen als medewerker van TNO Bouw, ook
al geconfronteerd met dit fenomeen bij een hoogbouw in
Calgary, Canada [3].
5
6
VZA-vloeren met corrosieschade8 2 0 11
43
Hoe verder?
Het was duidelijk dat bij het onderzochte woonblok herstel-
maatregelen nodig waren. Hoe en in welke mate moest nog
nader worden bepaald. Veel lastiger was de vraag wat de bevin-
dingen zouden betekenen voor de overige 193 woningen met
eenzelfde constructiemethode. Gezien de oorzaak van de
corrosieschade mocht worden aangenomen dat de problemen
zich bij meer woningen zouden voordoen. Om dat te bevesti-
gen en de gegevens over de schade verder uit te bouwen, is een
steekproef bij een aantal andere woonblokken uitgevoerd
(rapport 6650-2-1 [1]). Alvorens dat te doen, zijn tijdens een
zeer druk bezochte informatieavond op 19 mei 2008 alle bewo-
ners van de in totaal 199 woningen van de wijk door burge-
meester van Heerhugowaard Ter Heegde en Hordijk van
Adviesbureau Hageman uitgebreid geïnformeerd over de
bevindingen van het onderzoek en de plannen voor het
vervolgonderzoek. Parallel aan het uitvoeren van de steekproef
zijn uitgebreide rekenkundige beoordelingen van de vloeren
uitgevoerd om vast te stellen bij welke uitval van voorspanka-
bels nog steeds kan worden voldaan aan de constructieve eisen
volgens het Bouwbesluit (rapport 6650-3-1 [1]).
Steekproef bij andere blokken
In de steekproef zijn de kabels in acht blokken onderzocht. Het
was niet goed mogelijk en ook niet noodzakelijk om in deze
blokken alle kabels te onderzoeken. Het onderzoek is bij één
van de twee kopgevels uitgevoerd, alwaar met een vijzel aan de
voorspankabels is getrokken. De resultaten zijn gepresenteerd
op een manier zoals in figuur 10 weergegeven. Bij alle onder-
zochte woonblokken was in meer of mindere mate vastgesteld
dat de conditie van de VZA-kabels niet helemaal goed was. Dat
van het voorspannen, ervaren mensen moet worden uitge-
voerd. Voor het trekken aan de kabels is een procedure ontwik-
keld, waarmee zo goed mogelijk een indicatie over de grootte
van de aanwezige voorspankracht werd verkregen, rekening
houdend met wrijving in het anker.
De VZA-kabels in de verdiepingsvloeren bevinden zich in het
deel voor en achter het trapgat (fig. 6). Het gedeelte naast het
trapgat is alleen voorzien van traditionele wapening. De VZA-
kabels zijn in de lengterichting van het woonblok aangebracht.
De meeste kabels (aangeduid met 'lang') lopen over het gehele
blok van zes woningen door. Er zijn ook kabels toegepast
(aangeduid met 'kort') die alleen vanaf de kopgevel in de eerste
twee woningen aanwezig zijn. Gevonden was dat van de in
totaal 22 onderzochte lange kabels er 12 (55%) geheel of
gedeeltelijk gebroken waren of om een andere reden niet op
spanning stonden. In een aantal gevallen is ook corrosie waar
-
genomen op kabels die nog op spanning staan. En er is bij een
aantal gebroken kabels ook breuk van een enkele draad waarge-
nomen op een andere locatie dan waar die kabel geheel was
doorgebroken.
Het merendeel van de breuken was het gevolg van opgetreden
(spannings)corrosie (foto 8), maar in enkele gevallen moest de
breuk van de kabel worden toegeschreven aan de gevolgen van
hak- en/of breekwerk (foto 9). Omdat bij vijf kabels de breuk
was opgetreden in de nabijheid van het tussenspanpunt, leek
daarin ook een belangrijke, maar niet de enige, oorzaak te
liggen voor de corrosieproblemen. Klaarblijkelijk kon tijdens
de bouw ter plaatse water tot de kabels doordringen. Overigens
zijn, in het in 1982 uitgebrachte CUR-VB-rapport 105 [4] over
corrosiebescherming bij VZA, ook aanbevelingen bet betrek-
king tot de toepassingen van tussenspanpunten gegeven.
7
8
VZA-vloeren met corrosieschade
8 2 0 11
44
Niet onderzocht
Onderzocht, gebroken Onderzocht, akkoord Onderzocht, gedeeltelijk op spanning
trapgat
1
8
8
14 20
19 13 1812 11 10
9 8
7 6 17
5
164 153 21
18 20
1716 1514 1211 109 13
6
8 7 5
4 193 21
OK
trapgat
Blok van 5 woningen
OK OK OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK OK OK
OK
Ca. 27 %
5 draden stuk
56%
tussenspanpunt
tussenspanpunt 67%
OK
beschouwingen die hiervoor zijn gemaakt, was het feit dat in
1979 is gerapporteerd [5] over een experimenteel onderzoek.
Hierin zijn vloerplaten, die vrijwel overeenkomen met de
vloeren die in de woningen zijn toegepast, tot aan bezwijken
belast. Daaruit blijkt dat de vloeren in zeer grote mate waar -
schuwen, als alle kabels nog functioneren. In dat geval wordt
volledig gebruikgemaakt van het feit dat bij dergelijke vloeren
een zogenoemd 'trampoline effect' optreedt. Hiermee wordt
bedoeld dat bij toenemende belasting de vloer verder doorzakt
(met minimaal drie wijd openstaande scheuren), waarbij ten
gevolge van het doorzakken de belasting die kan worden opge-
nomen toeneemt. Op basis van de uitgevoerde analyses kon
worden gesteld dat waarschuwend vermogen ook nog aanwezig
is als relatief veel kabels zijn uitgevallen.
kon worden geconstateerd omdat in de kabel niet de juiste
voorspankracht aanwezig was of omdat de kabel gebroken was
en eruit kon worden getrokken. Nergens was er sprake van een
acuut constructief gevaar. Op minimaal twee plaatsen was de
situatie zo afwijkend dat waarschijnlijk de vloer niet meer
voldeed aan de constructieve eisen uit het Bouwbesluit.
Rekenkundige beoordeling van de verdiepingsvloeren
Berekeningen zijn uitgevoerd om inzicht te krijgen in de draag-
kracht van de vloeren als VZA-kabels geheel of gedeeltelijk niet
meer functioneren en de relatie daarvan met de constructieve
eisen volgens het Bouwbesluit. Daarnaast is gekeken naar de
mate waarin de vloerconstructie nog een zogenoemd 'waar
-
schuwend vermogen' heeft, voordat daadwerkelijk bezwijken
optreedt. Voor de beoordeling van de benodigde constructieve
veiligheid is uitgegaan van de bepalingen voor bestaande bouw
in het Bouwbesluit. Met geavanceerde berekeningen is aange-
toond dat ook als relatief veel kabels zijn gebroken nog steeds
voldaan kan worden aan de constructieve eisen. In de wonin-
gen is gemiddeld per VZA-kabel ook één staaf betonstaal
toegepast. Omdat die staven niet doorlopen over het tussen-
spanpunt, zijn vloervelden naast het tussenspanpunt maatge-
vend. In Tabel 1 is aangegeven welk percentage van de kabels
maximaal mocht zijn uitgevallen bij respectievelijk woonblok-
ken met en zonder tussenspanpunt, waarbij nog steeds werd
voldaan aan de constructieve eisen voor Bestaande Bouw.
Naast de beoordeling van de draagkracht van de vloerconstruc-
ties op basis van de constructieve eisen in het Bouwbesluit is
het voor de beoordeling van de vloeren met gebroken kabels in
het algemeen belangrijk inzicht te hebben in het bezwijkge-
drag. Het gaat daarbij dan met name om de vraag in hoeverre
de constructie in staat is om te waarschuwen dat er iets mis is,
alvorens te bezwijken. Een belangrijk hulpmiddel bij de
Tabel 1 Percentage gebroken lange kabels waarbij nog juist wordt voldaan
aan de constructieve eisen Bestaande bouw
strook woonblok met
tussenspanpunt woonblok zonder
tussenspanpunt
1e, voor trapgat 25%45%
1e, achter trapgat 40%55%
zolder, voor trapgat 25%45%
zolder, achter trapgat 35%50%
9
10
VZA-vloeren met corrosieschade8 2 0 11
45
9 Gebroken voorspankabel met zichtbare
hakschade
10 Resultaten van de steekproef voor één van
de onderzochte woonblokken
11 Een voorgespannen reparatiekabel met
nieuwe ankerplaat
van de visuele inspectie schade aan de eerste twee kabels aan
weerszijden van het trapgat werd verwacht, werd de kracht in
die kabels bepaald. Uit de rekenkundige beoordeling bleek
namelijk dat in die twee kabels minimaal een voorspankracht
van één functionerende kabel aanwezig moest zijn.
Voor de woonblokken met tussenspanpunten bleek uit de
steekproef dat als de kracht in de eerste drie lange kabels aan
weerszijden van het trapgat niet of nauwelijks een afwijking
vertoonde, de kans dat het vloerveld niet voldoet aan de
constructieve eisen uit het Bouwbesluit verwaarloosbaar klein
is. Bleek dit niet het geval te zijn, dan werd voor de overige
lange voorspankabels van het beschouwde vloerveld nagegaan
of werd voldaan aan de in Tabel 1 genoemde percentages. Aanpak van en ervaringen met onderzoek en herstel
Op basis van de uitgevoerde steekproef en de rekenkundige
beoordeling is voor het onderzoek naar de nog niet eerder
onderzochte woonblokken het stroomschema in figuur 12
opgesteld. Voor iedere woonblok is nagegaan of verbouwingen
hebben plaatsgevonden, die tot beschadiging van VZA-kabels
kunnen hebben geleid, en zijn de vloeren geïnspecteerd op
scheurvorming. In het stroomschema is onderscheid gemaakt
tussen woonblokken van vijf of meer woningen en kortere
woonblokken. De reden hiervoor is dat bij de laatstgenoemde
woonblokken geen tussenspanpunten zijn toegepast en de kans
op structurele corrosieschade bij kabels zonder tussenspanpunt
relatief gering bleek te zijn. Als tijdens de visuele inspectie geen
bijzonderheden werden geconstateerd, was het onderzoek voor
een woonblok zonder tussenspanpunten afgerond. Als op basis
11
VZA-vloeren met corrosieschade
8 2 0 11
46
N EE
NEE
NEE
JA
Onderzoek en e.v.t. herstel van
nog niet onderzochte woonblokken in de Edelstenenwijk
Woonblokken van 4 woningen Woonblokken van
5 of meer woningen
Inventarisatie van
verbouwingen en controle op scheurvorming in vloeren Inventarisatie van
verbouwingen en controle op scheurvorming in vloeren
Gerede kans dat
beide kabels direct naast trapgat stuk zijn? Resultaten gebruiken bij
beoordeling van resultaten
van controle voorspankracht
Bij kopgevel voorspankracht in de 2 lange kabels naast trapgat controleren De kracht in de eerste 3 lange
kabels naast het trapgat controleren.
Totale kracht
minder dan van 1 func- tionerende kabel Max. afwijking
is 25% reductie van kracht in 1 kabel
Onderzoek en/of vervang
zoveel lange kabels dat in de
totale vloerstrook het minimaal benodigde aantal (4,5
voor en 5,5 achter trapgat)
aanwezig is met min. 1 direct naast trapgat.
1 van beide kabels vervangen
Einde Einde
NEE
NEE NEE
JA
JA
JA
12 Stroomschema voor
onderzoek en herstel van
niet eerder onderzochte
woonblokken
Verklaring
Nadat het onderzoek bij een woonblok was uitgevoerd, en
eventuele herstelwerkzaamheden waren afgerond, zijn door
Adviesbureau Hageman voor de betreffende woningen verkla-
ringen opgesteld. Die verklaringen waren gericht aan de burge-
meester. Als bijlage werd de rapportage van onderzoek en
herstel voor het betreffende woonblok bijgevoegd. In die
verklaring is geconcludeerd dat mag worden aangenomen dat
de vloeren van de eerste en de tweede verdieping voldoen aan
de daaraan te stellen constructieve eisen volgens het Bouwbe-
sluit. De eigenaren hebben de verklaring met bijlage van de
gemeente ontvangen en kunnen dit overleggen bij bijvoorbeeld
verkoop van de woning.
Tot besluit
Op basis van het uitgevoerde onderzoek en herstel zijn twijfels
over de constructieve veiligheid van alle woonblokken in de
betreffende wijk van Heerhugowaard weggenomen. In het
onderhavige geval heeft de gemeente Heerhugowaard de kosten
van onderzoek op zich genomen. Als in een woonblok VZA-
kabels moesten worden vervangen, waren de kosten voor reke-
ning van de woningeigenaren.
?
De reparatie van de vloeren bestond uit het vervangen van
gecorrodeerde kabels door, ten opzichte van de originele
kabels, iets dunnere reparatiekabels (foto 11). Voordat de repa-
ratiekabels werden aangebracht, zijn de gecorrodeerde voor -
spankabels verwijderd, de omhullingsbuizen goed droog
gemaakt en de reparatiekabels ingevet. Bij het vervangen van
VZA-kabels vinden de werkzaamheden met name bij de eind-
verankeringen plaats, dus bij de kopgevels van een woonblok.
Hierdoor kon de overlast voor de bewoners zeer beperkt
blijven. Bij de tussenspanten was het echter nodig in de betref-
fende woning een gaatje in de vloer te maken om de bestaande
wiggen te kunnen verwijderen, waardoor het mogelijk was de
reparatiekabel voorbij het tussenspanpunt te drukken.
? Literatuur
1 VZA-voorspankabels in woningen te Heerhugowaard; Adviesbureau
ir. J.G. Hageman B.V., Dossier 6650:
? Rapport 6650-1-1: Onderzoek naar de oorzaak en omvang van
corrosie en breuk, 19 mei 2008;
? Rapport 6650-1-2: Steekproef in Edelstenenwijk, 5 november 2008;
? Rapport 6650-1-3: Rekenkundige beoordeling capaciteit van de
vloeren, 5 november 2008;
? Rapport 6650-1-4: Plan van aanpak voor onderzoek en herstel van
alle woonblokken in de Edelstenenwijk, d.d. 5 november 2008.
2 Hordijk, D.A. & Meester, J.J. Handreiking voor VZA.
Cement 2011/8.
3 Hordijk, D.A., Moel, J. de & Schupack, M. Corroded unbonded tendons
in a high rise building; from risk management to maintenance issue.
In: Proceedings of the XIIIth FIP congress on 'Challenges for concrete
in the next millennium' (Ed. D. Stoelhorst en G.P.L. den Boer), Amster -
dam, p. 803-807.
4 CUR-VB-rapport 105, Corrosiebescherming bij voorspanning zonder
aanhechting, augustus 1982.
5 CUR-rapport 95, Voorspanning zonder aanhechting (deel 1), decem-
ber 1979.
12
Reacties