Als een bezitter van een oude woning mij vraagt of bijvoorbeeld een fundering, balklaag of stabiliteitsconstructie nog voldoet, antwoord ik vaak bevestigend. Ik zie dan dat het materiaal in goede staat is en dat de constructie, na een levensduur van meer dan honderd jaar, geen schade vertoont. Maar als ik eraan ga rekenen volgens de huidige bouwregels, zou ik de constructie volledig moeten afkeuren. Klanten begrijpen dat niet en ik eerlijk gezegd ook niet. Waarom is er zo'n discrepantie tussen hetgeen ik als ervaren, rationeel denkende restauratieconstructeur zie en de beoordeling volgens regelgeving? Auteur: ir. Ernst de Beaufort (EversPartners)
30 5 2014
Zin en onzin
van NEN 8700
ir. Ernst F. de Beaufort
EversPartners Ingenieursbureau
Ervaringen van een restauratieconstructeur
Als een bezitter van een oude woning mij vraagt of bijvoorbeeld een fundering, balklaag of
stabiliteitsconstructie nog voldoet, antwoord ik vaak bevestigend. Ik zie dan dat het materiaal
in goede staat is en dat de constructie, na een levensduur van meer dan honderd jaar, geen
schade vertoont. Maar als ik eraan ga rekenen volgens de huidige bouwregels, zou ik de
constructie volledig moeten afkeuren. Klanten begrijpen dat niet en ik eerlijk gezegd ook niet.
Waarom is er zo'n discrepantie tussen hetgeen ik als ervaren, rationeel denkende restauratie -
constructeur zie en de beoordeling volgens regelgeving?
1
Zin en onzin van NEN 8700
opinie
31
400 jaar grachtengordel
Wat levensduur van bouwwerken
betreft is de Amsterdamse binnen-
stad hét voorbeeld. De grachten-
gordel is het eerste projectmatig
opgestelde, geplande nieuwbouw-
project ter wereld. Een Vinex-locatie
avant la lettre. De levensduur van
de grachtenpanden aldaar is feno -
menaal. Tot de dag van vandaag is
het metselwerk van de bouwmuren
vrijwel even sterk als tijdens de
bouw, de sterkte van de houten
balklagen is praktisch onveranderd
of door veroudering zelfs sterker
dan voorheen. De funderingen
functioneren conform verwachting
en tonen zelden tekenen van spon-
taan bezwijken.
Formele regelgeving was er in de
tijd dat deze panden werden
gebouwd nauwelijks. De gilden
(metselaars, timmerlieden, houtza-
gers, schilders, ijzersmeden) hadden
ruime ervaringsdeskundigheid en
zorgden zelf wel voor de kwaliteit
van de bouwconstructies, bijge -
staan en gecontroleerd door de
particuliere bouwheer, de architect.
De huizen staan nu weliswaar een
beetje scheef, roestende muuran-
kers willen nog wel wat scheuren
veroorzaken en lekkende daken
zorgen voor de nodige ellende. Dit
soort zaken heeft eigenlijk vooral
te maken met (gebrek aan) goed
onderhoud. Maar nooit is er sprake
van feitelijke constructieve onveilig-
heid. Een fundering kan ongelijkma-
tig zakken, maar zal zonder uitwen-
dige calamiteitsbelasting (Vijzel-
grachtbouwputten, ondoordachte
verbouwingen) geen krimp geven.
Ik heb dan ook nog nooit een bou-
winspecteur ontmoet die me kon
vertellen dat een historisch bouw -
werk spontaan bezweek door
'beëindiging van de technische
levensduur'. Het betreft altijd een
externe factor. Europese normen
Nu, 400 jaar na de 'Vinex grachten-
gordel', hebben we een revolutio
-
naire ontwikkeling van mechanica
en materiaalkunde doorlopen.
Onderzoeksinstituten hebben
decennialang de meest ingewik -
kelde statistische analyses en
onwaarschijnlijk knap materiaalon-
derzoek uitgevoerd. We bouwen
ranker, hoger, verder, lichter en
(relatief ) goedkoper dan ooit. In
Nederland is die enorme kennisex -
plosie vergezeld gegaan van een
vergelijkbaar heftige normenont -
wikkeling. Er worden steeds gede -
tailleerdere bouwregels gemaakt,
met steeds betere wetenschappe -
lijke onderbouwing. Deze normen
zijn weer deel geworden van bijzon-
der ingewikkelde bouwregelgeving
(fig. 2). Dit heeft in de afgelopen
decennia geleid tot een proces
waarin door Europese normcom-
missies afspraken zijn gemaakt over
de vorm en inhoud van de huidige
regelgeving: de Eurocode. Met
wetenschappelijke precisie zijn
enorme boekwerken met formules
gemaakt, vol eindeloze hoeveelhe -
den veiligheidsfactoren, uitzonde -
ringen, reductiefactoren en toelich-
tingen. Parallel daaraan zijn natio -
nale bijlagen per individueel land
opgesteld met weer een hele grote
hoeveelheid uitzonderingen op de
hoofdregels, andere factoren en
zelfs botte verwijzingen naar de
eigen, oude nationale normen. (In
feite dat laatste natuurlijk volledig
in tegenspraak met de essentie van
het Europese eenwordingsproject,
maar dat terzijde). Vroeger hadden
we normbundels, nu spreken we
over normreeksen.
Is de bouwveiligheid gediend bij
deze ontwikkeling? Ik vermoed van
niet, als je je aan de regels houdt
dan zijn de bouwwerken nog steeds net zo veilig ontworpen als bij toe
-
passing van de TGB sinds 1949. Het
is allemaal wat ingewikkelder, con-
servatiever en soms tegenstrijdiger
geworden.
NEN 8700
Met het tot stand komen van de
Eurocode, was in Nederland de
behoefte tot het in regels vervatten
van de werkelijkheid nog niet
gestuit. Sinds 2012 zijn de algeme -
ne regels voor het beoordelen van
bestaande constructies en voor ver -
bouw (NEN 8700) aangewezen in
het Bouwbesluit. NEN 8701 voor het
bepalen van de belastingen voor
beoordeling van bestaande con-
structies, is sinds 2011 definitief. De
normcommissies voor de specifieke
materiaaleigenschappen bij het
beoordelen van bestaande con-
structies worden momenteel
opgetuigd.
NEN 8700 is in het leven geroepen
om drie redenen: 1. het is gewoon
te duur om het nieuwbouwniveau
aan te houden ('voor bestaande
bouw valt met name de overweging
van kosteneffectiviteit anders uit'),
2. zo kan beter worden bepaald of een bouwconstructie nog veilig is,
en 3. het wordt mogelijk gemaakt
om via metingen meer te weten te
komen over een bouwconstructie.
Kostenaspect
Het kostenargument is merkwaar
-
dig. Waarom zou de kostprijs een
argument zijn bij het beoordelen
van de constructieve veiligheid van
een bouwwerk of van een verbou-
wing? Je houdt toch je hart vast als
dit soort argumenten mee gaat
spelen bij het bepalen van con-
structieve veiligheid, nieuwbouw
dan wel bestaande bouw!
Beter beoordelen van
bestaande constructie
Het argument dat beter bepaald
moet kunnen worden of een
bestaande constructie veilig is of
niet, is de hoofdreden van het
normblad. Die nieuwbouwnormen
zijn leuk, maar als restauratiecon-
structeur kan ik daar niet zo veel
mee. In Nederland zijn vele
tienduizenden bouwwerken die,
getoetst aan de vigerende nieuw -
bouwrichtlijnen, volledig door
het ijs zakken. Dus voor mij was
de introductie van de NEN 8700
een uitkomst. Eindelijk zou er
1 De Waag op de Nieuwmarkt van Amsterdam bleek in 2011 niet meer aan de ´minimale wettelijke
handhavingstermijn bij verbouw van 15 jaar' te voldoen; funderingsherstel was noodzakelijk
foto's: Ernst de Beaufort2 Bouwregelgeving anno 2014; deze structuur tart alle logicabron: Verdiepingscursus Regelgeving, Expertisecentrum Bouw
2
Samenhang documenten waarnaar Woningwet en Wabo vewijzen in 2012
Woningwet / WABO
Bouwbesluit 2003
Bouwverordening
Gebruiksbesluit
Bouwbesluit 2012
Ministeriële regelingen
(BB2012 en drinkwaterleidingen)
BOR Bblb
Biab
MOR
Nederlandse praktijkrichtlijnen
Kwaliteitsverklaring/
CE-markering
NEN's
Zin en onzin van NEN 8700 5 2014
32
opinie
gedwongen vereenvoudigingen
van mechanicaprincipes, is het
effect van de gereduceerde factoren
van NEN 8700 klein.
Rechtens verkregen niveau
NEN 8700 stelt dat we een bestaan-
de constructie mogen beoordelen
op zijn rechtens verkregen niveau.
Dat wil zeggen: volgens de norm
die gold op het moment van de
bouw. Maar dan moet dat er wel
zijn. Alle vooroorlogse bouwwerken
vallen daar dus niet onder omdat
die niet conform een traceerbare
norm zijn gebouwd. Bovendien is
het een hele toer om je te verdiepen in oude normen en in de praktijk
kunnen alleen de heel oude con-
structeurs ('de rechtens verkregen
constructeurs', zij die nog kunnen
'crossen') onder ons er hier en daar
een graantje van meepikken.
Redelijke argumentatie nodig
De NEN 8700-serie kan nuttig zijn en
de markt kan er zeker beter van wor
-
den. Maar de norm is te beperkt en
gaat uit van de rekenkundige, statis-
tische methode voor het beoordelen
van bestaande bouwwerken. Dat
kan nooit volledig zijn. Er zijn
genoeg situaties waarin een deskun-
dig beoordelaar met redelijke
niet-rekenkundige argumenten kan
verklaren waarom het bouwwerk in
zijn of haar oordeel toch voldoende
veilig is. Waarom ´Beoordeling op
grond van redelijke argumentatie'
niet opnemen in de regelgeving?
Dus stel ik voor om in het volgende
correctieblad van NEN 8700 de
volgende tekst toe te voegen: 'Er zijn
gevallen waarin de rekenkundige
beschouwing van een constructie
geen goed beeld kan geven van de
werkelijke constructieve veiligheid.
In dat geval moet een deskundige
de kwaliteit van de constructie op
grond van redelijke argumenten
definitief kunnen bepalen.'
?
De zin van NEN8700
De toepasbaarheid van NEN 8700 is
beperkt. De gereduceerde veilig-
heidsfactoren in de conceptversie
van de norm waren nog redelijk,
maar in de definitieve versie zijn
ook die factoren weer opge -
schroefd. Voor oude gebouwen,
waarvan de blijvende belasting
vaak meer dan 70% van het totaal-
gewicht is, hebben we daar vrijwel
niets aan. Vooral ook omdat we bij
gewichtsberekeningen in de Euro -
code twee vloeren volbelast moe -
ten berekenen, in plaats van één ten
tijde van de TGB-normen. In het
hele circus van toelaatbare metsel-
werk- en houtspanningen en
Reactie NEN
De NEN normsubcommissie 'TGB
Basiseisen en Belastingen', verant -
woordelijk voor de totstandkom-
ning van NEN 8700, heeft voor
verschijning kennis genomen van
dit artikel. Zij is nog niet bijeen
geweest om de inhoud te bespre -
ken. Een eventuele reactie zal in
Cement of op Cementonline.nl
worden geplaatst.
een richtlijn komen die begrip
en relativering voor het beoor -
delen van bestaande bouw zou
introduceren.
Proefneming
Het laatste argument, mogelijkhe -
den voor het betrekken van meting
en proefneming in de beoordeling,
is volgens het vigerende gelijkwaar -
digheidsprincipe in de wet al vast -
gelegd om bestaande bouwwerken
beter te beoordelen. NEN 8700
verwijst zelf linea recta naar bijlage
D van NEN-EN 1990, waarin een
methode wordt gegeven om door
proefneming eigenschappen van
bouwconstructies te bepalen.
3
3 De fundering van Oudezijds Achterburgwal 148-150 in
Amsterdam functioneerde tot 2006 uitstekend. Na scheurvor -
ming door gemeentelijke werkzaamheden aan de grachtmuren
bleek er sprake te zijn van een middeleeuwse fundering op staal.
De eigenaar werd door de gemeente aangeschreven voor funde -
ringsherstel
Zin en onzin van NEN 8700 52014
Reacties