7
november2020
Scheurvorming jong beton Renovatie Nederrijnbrug
Transformatie postkantoor
GROUP
Cement is een kennisplatform van
én voor constructeurs.
Het platform
legt kennis vast over construeren met
beton en verspreidt deze onder vakge-
noten. Om deze kennisdeling te onders-
teunen en het belang ervan te onderstre-
pen, kan een bedrijf partner worden. Een
partner geniet een aantal aantrekkelijke
voordelen, zoals zichtbaarheid, flinke
korting op lidmaatschappen, gratis
plaatsing van vacatures en de mogeli-
jkheid mee te praten over de inhoud van
het platform. Heb je ook interesse om
partner te worden, neem dan contact op
met Marjolein Heijmans, m.heijmans@
aeneas.nl.
Onze
partners
CEMENTONLINE
Meer informatie over deze bedrijven en over het partner schap staat op
www.cementonline.nl/partners.
Cement wordt mede mogelijk gemaakt door:
partners
CEMENT 7 2020 ?1
2? CEMENT 7 2020
18 58
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4121, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie dr.ir. Dick Hordijk (hoofdredacteur),
ir. Paul Lagendijk, ir. Marloes van Loenhout,
ir. Jacques Linssen, ir. René Sterken, ir. Cindy
Vissering, ing. Henk Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ing. Dick Bezemer, prof.dr.ir. Jos Brouwers,
ir. Maikel Jagroep, ir. Stijn Joosten, ir. Ad van
Leest, dr.ir. Mantijn van Leeuwen, ing. Michael
van Nielen PMSE, ir. Paul Oomen, ir. Dirk Peters,
ir. Ton Pielken
rood, ir. Kees Quartel, ir. Hans
Ramler, ir. Luc Rens, ir. Paul Rijpstra, prof.dr.ir.
Theo Salet, ir. Dick Schaafsma, ing. Roel Schop,
dr.ir. Raphaël Steenbergen, prof.dr.ir. Kim
van Tittelboom, dr.ir. Rutger Vrijdagh, ing. Henk
ter Welle, ing. Jan van der Windt
Uitgever / vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 073 205 10 22
Planning en coördinatie Hanneke Schaap
h.schaap@aeneas.nl, T 073 205 10 19
Eindredactie Hanneke Schaap
Ontwerp Twin Media bv, Miranda van Agthoven
Vormgeving Twin Media bv, Joyce Dekker
Media-advies Leo Nijs, l.nijs@aeneas.nl,
T 073 205 10 23
Klantenservice abonnementen@aeneas.nl,
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2020 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem contact
op via abonnementen@aeneas.nl of 073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud
van het blad, zijn redactie en uitgever van
Cement niet aansprakelijk voor de gevolgen,
van welke aard ook, van handelingen en/of
beslissingen gebaseerd op de informatie in deze
uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang-
hebbenden kunnen contact opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
38 Niet-lineaire beschouwing afschuifdraagvermogen
Constructieve veiligheid van
integraalconstructies in de A1
aangetoond met niet-lineaire
eindige-elementenmethode.
48 Scheurvorming in jong beton
Onderzoek biedt nieuwe
inzichten in de spannings-
relaxatie bij jong beton.
58 Bevestigen van prefab
betonnen balkons
Stufib-studie naar aandachts-
punten en handvatten voor
ontwerp, uitvoering en
samenwerking.
Artikelen
6 Verbouwing 's werelds
modernste postkantoor
Transformatie van het voor-
malig stationspostkantoor van
PTT in Den Haag tot modern
kantoor van PostNL.
18 Potentiaalmetingen
Nederrijnbrug
Grootschalig onderzoek naar
corrosie-activiteit in het
wapeningsstaal.
26 Zinkvoegen hersteld
Renovatie metrotunnel
Rotterdam (II): herpositione-
ren Gina-profiel, uit te voeren
proeven en betonherstel.
Foto voorpagina:?Transformatie stationspostkantoor Den Haag, bron: SWINN
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 7 2020 ?3
66
En verder
5 Gesponsorde berichten
VIKTOR en Tekla Structures.
24 Duurzaam beton,
hoe het allemaal begon
Column Dorien Staal.
37 Gesponsorde berichten
Struct4U en ATENA.
47 Gesponsorde berichten
Packhunt.io.
56 De jonge constructeur
Aniek Borgeld over haar rol
bij de herontwikkeling van het
Rabobank-kantoor in Eindhoven.
66 Meesterwerk in beton
Het nieuwe kunstdepot van
Boijmans Van Beuningen.
72 Rekenen in de praktijk (13)
Berekening van een bescher-
mingspaal met de methode Blum.
Je hoort veel mensen zeggen
dat je moet reflecteren. Het zal
aan mij liggen maar zelf denk
ik dan direct dat 'je jezelf moet
zoeken'. Maar het is natuurlijk
meer. Synoniemen zijn onder
andere 'spiegelen' en 'overden-
ken', en als betonconstructeur
doen we dat bijna dagelijks op
de keuzes waar we in ons dyna-
mische vakgebied voor worden
gesteld.
Zo overwegen we de conse-
quenties van nieuwbouw of de
keuzes voor renovatie, zoals bij
het voormalige stationspost -
kantoor in Den Haag. Dit oude
postkantoor wordt voor PostNL
verbouwd tot een modern
kantoorgebouw. De geslingerde
kolommen en het speciale wa-
peningsstaal eisten de nodige
aandacht in het constructieve
ontwerp van de transformatie.
We reflecteren daarnaast op
constructieve keuzes, gemaakt
in het verleden, en gebruiken
daarvoor de methodes van het
heden. Waar normale herbere-
kening onvoldoende draagver-
mogen voorspelde, is op basis
van niet-lineaire numerieke
simulaties de constructieve
veiligheid van twee kunstwerken
in de A1 aangetoond.
Reflecteren
Ook onderhoud en herstel
vragen onze aandacht, waar
we resultaten van metingen en
inspecties interpreteren en ge-
bruiken als basis voor besluit -
vorming. U leest erover in het
artikel over een grootschalig
onderzoek naar de corrosie-
activiteit van wapeningsstaal in
Nederrijnbrug en in het tweede
artikel over de renovatie van de
metrotunnel in Rotterdam.
Het reflecteren op constructief
gedrag behoort tot de tweede
natuur van onderzoekers van
universiteiten. Zo is aan de TU
Delft onderzoek gedaan naar
het effect van spanningsrelaxa-
tie op scheurvorming in jong
beton. Maar het geldt net zo
voor de studiecellen van Stufib,
waarvan het recent uitgebrach-
te rapport over bevestigings-
en verankeringssystemen van
geprefabriceerde balkons een
voorbeeld is.
Kortom, het 'bespiegelend over-
denken' staat vaak centraal in
het werk van de constructeur.
Dit nummer van Cement houdt
u echter niet alleen spreek -
woordelijk een spiegel voor,
maar met het Depot Boijmans
Van Beuningen in 'Beton in
beeld' ook letterlijk.
Veel leesplezier!
Dick Hordijk
Voor reacties: d.hordijk@cementonline.nl
4? CEMENT 7 2020
auteurs
ing. Mustapha
Attahiri MSEng. RC
Ingenieursbureau
Gemeente Rotterdam p. 72 ? 76
Foka Kempenaar
Redactie Ridderkerk p. 66 ? 71
ir. Aniek Borgeld
Pieters
Bouwtechniek p. 56 ? 57 dr.ir. Mladena
Lukovi?
TU Delft,
faculteit CiTG p. 48 ? 55
ir. Sven Hildering PACER
p. 58 ? 64
ir. Hans Galjaard RO
VolkerWessels Infra
Competence Centre p. 48 ? 55 Ad Molendijk
RET
p. 26 ? 35
ir. Jorick van Otterloo SWINN
p. 6 ? 16
Dorien Staal
Voorbij Prefab p. 24 ? 25
prof.dr.ir. Erik
Schlangen
TU Delft
p. 48 ? 55
ir. Jochem van
Bokhorst
Mobilis, TBI
p. 48 ? 55
ing. Jelle Lecluijze
Solid Services
p. 18 ? 23 ir. Rolf Dalmeijer
Gemeente Rotterdam
p. 26 ? 35
ir. Richard ter
Maten
Vogel Kathodische
Bescherming
p. 18 ? 23
ing. Maurice Hol
BAM Infra
p. 26 ? 35 ing. Robin van
Gerwen
Lievense | WSP
p. 58 ? 64 ir. Peter van Nes
Van Hattum en
Blankevoort
p. 26 ? 35
dr.ir. Branko
?avija
TU Delft,
faculteit CiTG
p. 48 ? 55
dr.ir. Dennis
Schoenmakers
Wagemaker
p. 38 ? 46
ir. Erik Taffijn
Gemeente Rotterdam
p. 26 ? 35
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
CEMENT 7 2020 ?5
gesponsorde berichten
Waarom wordt er de laatste
jaren toch zoveel gepraat
over het modelleren van
wapening in 3D?
2D biedt toch
nog altijd genoeg voordelen? Er is
veel ervaring mee, de snelheid van
werken is hoog en de benodigde
skills zijn beperkt. Bovendien is het
goedkoper. En kunnen tekenaars
de overstap wel aan? Daar tegen-
over staan vele voordelen van
werken in 3D, met bijvoorbeeld
Tekla Structures. Dankzij 3D en BIM-proof werken zijn verrassingen
op het gebied van maakbaarheid,
clashes en hoeveelheden veel
minder aan de orde. Bovendien
kunnen wijzigingen sneller en
beter worden doorgevoerd en je
kunt automatisch gegenereerde
tekeningen en buigstaten opvra-
gen en/of direct je machines
aansturen. Anders gezegd kun je
het ontwerp-tot-productieproces
automatiseren. Tot en met visuali-
satie op de bouwplaats.
Voors en tegens van
3D-wapenen in CAD
Digitale transformatie staat
vaak in de top 3, zo niet op
nr. 1 bij Nederlandse bouwers
en ingenieursbureaus.
Ieder-
een is overtuigd van de voordelen
en de urgentie is hoog. Echter de
investeringen en risico's zijn groot
en de benaderingen kunnen ver-
schillen. Gelukkig is de oplossing
simpel: de focus moet liggen op
de ingenieur die in staat wordt
gesteld om zelf de digitale trans-
formatie te versnellen en hier tegelijkertijd de gehele organisatie
toegang en inzicht in te geven.
Hoe? Met het VIKTOR-applicatie-
ontwikkelplatform kan de ingeni-
eur zelf professionele web-based
software ontwikkelen, die multi-
disciplinaire processen integreert,
automatiseert en optimaliseert.
Met een set aan voorgeprogram-
meerde digitale bouwblokken gaat
het bouwen snel en eenvoudig.
Hiermee maken ingenieur en orga-
nisatie zich toekomstbestendig.
Digitale bouwblokken
voor de constructeur
WWW.CEMENTONLINE.NL/VIKTOR
Meer over de mogelijkheden om digitale
bouwstenen te gebruiken met het platform
VIKTOR staat in een gesponsord artikel op
www.cementonline.nl/viktor .
WWW.CEMENTONLINE.NL/TEKLA
Meer over de mogelijkheden en kansen van
het modelleren van wapening in 3D met
Tekla Structures staat in een gesponsord
artikel op www.cementonline.nl/tekla.
VIKTOR-applicatie berekent de
benodigde betondoorsneden
3D-wapeningsmodel
in Tekla Structures
1
1 Vides in het nieuwe ontwerp van het stationspostkantoor in Den Haag
Verbouwing
's werelds modernste postkantoor
Transformatie van het voormalig stationspostkantoor in
Den Haag met bijzondere constructieve elementen
6? CEMENT 7 2020
Het stationspostkantoor is een
rijksmonument dat naast het
spoor staat, bij station Den Haag
Hollands Spoor, op de hoek van de
Waldorpstraat en Rijswijkseweg
(foto 2).
Het is destijds ontworpen door de
Rijksgebouwendienst en het is het laatste vol -
tooide ontwerp van rijksbouwmeester ir. G.C.
Bremer. Hij heeft daarbij samengewerkt met
de constructeurs dr.ir. J. Emmen en ir. H.J.J.
Engel. Het ontwerp werd in 1939 voltooid. De
bouw werd gegund aan de Rijnlandse Beton
Maatschappij en vond plaats tussen 1940-
1949, met een onderbreking tussen 1942 en
het einde van de Tweede Wereldoorlog. In het gebouw vond de postverwer-
king plaats, waarbij de post via het spoor
werd aangevoerd en gedistribueerd. De
invoering van mechanisch transport en ver-
werking van poststukken met behulp van
innovatieve post verwerkingsmachines
maakte dit een bijzonder modern postkan -
toor voor die tijd. Vele enthousiaste publica -
ties en internationale belangstelling spreken
daarin boekdelen (fig. 3). Omdat de postverwerkingsmachines
dermate groot waren, zijn de verdiepingen
in het zuidwestelijke bouwdeel met 7 m
dubbelhoog uitgevoerd (fig. 4). In het noord -
oostelijke bouwdeel met hoofdzakelijk kan -
toorfuncties, kon binnen deze hoogte een
tussenverdieping worden gemaakt. Dit deel
blijft in dit artikel grotendeels buiten be-
schouwing. In de jaren 80 is het naastliggende ge-
bouw (tegenwoordig 'The Globe') gebouwd en
toegevoegd aan het complex, en werd het
stationspostkantoor een zogenoemd expedi -tieknooppunt, een nieuw hoofdstuk in de
geschiedenis van de PTT. Het bestaande ge-
bouw is toen gerenoveerd en gedeeltelijk
verbouwd tot kantoor en parkeergarage,
waarbij in twee van de vier dubbelhoge ver-
diepingen een tussenverdieping is gemaakt. Eind jaren 90 verhuisde de PTT naar
een nieuwe locatie, als gevolg van de keuze
om de post voortaan voornamelijk over de
weg te vervoeren. Hiermee verloor het stati -
onspostkantoor zijn oorspronkelijke functie.
De parkeerverdiepingen bleven in gebruik
maar verder stond het gebouw grotendeels
leeg.
Bestaande constructie
Het betoncasco is gefundeerd op staal met
een funderingsplaat van beton van 1,0 tot
1,3 m dik op grondverbetering. Hiervoor is
circa 3000 kuub zand aangevoerd. De hoofd -
draagconstructie bestaat hoofdzakelijk uit
betonkolommen en enkele stabiliteitswanden
van 0,5 m tot 1,3 m dik. De betonbalken van
de verdiepingsvloeren overspannen circa
tweemaal 16 m op drie steunpunten (fig. 5).
Voor het dak werd voor een boogconstructie
gekozen, gespannen met stalen kabels
(foto 6). Aan beton is in het gebouw een hoe-
veelheid van 15.000 m³ verwerkt. De vloeren en kolommen zijn berekend
op nuttige belastingen van 5 tot 10 kN/m², in
verband met de zware postverwerkingsma -
chines en laad- en losruimtes voor vracht-
wagens. Bij de berekening van de kolommen
is ermee gerekend dat deze nuttige belastin -
gen op alle verdiepingen gelijktijdig aanwezig
zijn, conform de speciale eis van de Rijksge-
bouwendienst.
IR. JORICK VAN
OTTERLOO
Constructeur SWINNauteur
In Den Haag wordt het voormalig stationspostkantoor van de PTT verbouwd tot
een modern kantoorgebouw voor PostNL. De constructie van het oorspronkelijke
gebouw bevat enkele bijzondere elementen, waaronder 'geslingerde' kolommen en speciaal wapeningsstaal. Bij het constructief ontwerp van de transformatie ging
veel aandacht uit naar deze elementen.
CEMENT 7 2020 ?7
2
3
Vanaf de eerste verdieping is de constructie
gedilateerd in vier delen om ongewenste
krachten door temperatuurvariatie te voor-
komen. De stabiliteitswanden zijn
ingeklemd in de fundatieplaat en worden
horizontaal gesteund door de eersteverdie-
pingsvloer, met de betonbalken en kolom -
men als portalen op elke as. Niet constructief, maar het vermelden waard
is de gevel bestaande uit glazen bouwstenen
in betonnen kaders, de geglazuurde metsel
-
werk stenen en een viertal kunstwerken aan
de gevel.
De constructie van het oorspronkelijke
stationspostkantoor bevat verschillende
2 Archieffoto van het stationspostkantoor
3 Het postkantoor kon bij de oplevering op veel belangstelling rekenen [1]
PROJECTGEGEVENS
project
Transformatie
stationspostgebouw Den Haag
opdrachtgever Life NL i.s.m.
SENS real estate architect
KCAP Architects&Planners constructeur SWINN
aannemer
Bouwcombinatie
J.P. van Eesteren ? BESIX installatieadvies
DPMG Dutch Project Management Group
technische installaties Unica
staalconstructies
VIETS Staalconstructie
8? CEMENT 7 2020
4
bijzondere elementen waaronder geprefa-
briceerde 'geslingerde' kolommen, de boog -
constructie van het dak en gebruik van grote
hoeveelheden speciaal wapeningsstaal.
Geslingerde kolommen
Vanaf de eerste verdieping zijn, ter plaatse
van de dubbelhoge verdiepingen in het
zuidwestelijke bouwdeel, zogenoemde
'geslingerde' kolommen toegepast. Dit zijn
kolommen die tijdens de productie zijn
rondgedraaid (gecentrifugeerd), waarmee
een hoge kwaliteit van het beton is bereikt.
Ze zijn destijds geprefabriceerd in de fabriek
door N.V. Betondak Arkel. "De bekisting van
de kolom in wording wordt gevuld met beton,
bestaande uit snelverhardend portlandcement,
zuiver scherp gewasschen rivierzand en
gegradeerd Rijngrint, en daarna snel rondge-
draaid, zoodat als gevolg van de middelpunt-
vliedende kracht een zeer dicht beton ontstaat,
van zeer hooge vastheid.", aldus dhr. P. Bergs-
ma in het boek 'Beton en gewapend beton' [2]. Bij kolomtypes I, II en III is de diame-
ter Ø400 mm en bij type IV Ø500 mm. De ko-
lommen hebben een holle kern. De diameter van deze kern is respectievelijk Ø160 mm en
Ø200 mm (fig. 7). Afhankelijk van de belas
-
ting zijn 1, 2 of 4 stuks kolommen toegepast
op één positie (foto 8).
De kolommen zijn aan de bovenzijde inge-
stort in de betonbalken, waarvoor de balk -
wapening in mooie ronde vormen om de
prefab kolom is aangebracht (fig. 9) en aan
de onderzijde ingestort in een betonnen
basement op de vloer.
De kolommen zijn oorspronkelijk berekend
volgens de theorie van de 'omwikkelde' ko-
lom, zoals opgenomen in de GBV 1940. Hier-
bij is de berekende normaaldrukcapaciteit
van de kolom dankzij spiraalwapening aan -
zienlijk hoger dan zonder deze toegekende
opsluiting van het beton. De combinatie van
het gecentrifugeerde beton en het omwikke-
len geeft een hoge normaaldrukcapaciteit in
vergelijking met de destijds gebruikelijke in
het werk gestorte kolommen. Vergelijking van de archiefberekening
van normale in het werk gestorte kolommen
met deze geslingerde kolommen geeft dit
verschil in capaciteit goed weer:
In het oorspron
kelijke gebouw
zijn 'geslingerde'
kolommen
toe gepast, die
tijdens produc
tie zijn gecen
trifugeerd, wat
heeft geleid tot
een beton
sterkte klasse
vergelijkbaar
met C50/60
4 Model van het gebouw in de nieuwe situatie met links het zuidwestelijke bouwdeel en rechts het noordoostelijke CEMENT 7 2020 ?9
5
BETONDRUKSPANNINGEN PROEFBELASTING
Om de proefbelastingen in perspectief te plaatsen kunnen de normaaldrukspanningen
worden berekend. Voor de geslingerde kolommen is in de oorspronkelijke berekening
n = E
s / E c = 6 aangehouden. Dit is afwijkend ten opzichte van de normale waarde van
n = 15 voor in het werk gestorte kolommen destijds. De hogere elasticiteitsmodulus van het
gecentrifugeerde beton is dus ook in het oorspronkelijke ontwerp in rekening gebracht.
Proefkolom
Diameter Ø250 mm, holle kern Ø100 mm, 8 staven Ø14 mm, proefbelasting 2500 kN
'tot den breuk'
N
proef = (¼? (250² ? 100²) ? 8 · ¼? · 14²) · ? c + 8 · ¼? · 14² · ? s = 2500 kN
Met ?
s = 6? c volgt hieruit: ? c = 52,8 N/mm² en ? s = 317 N/mm²
Kolom type III
Diameter Ø400 mm, holle kern Ø160 mm, 6 staven Ø25 mm, proefbelasting 5000 kN
'zonder schade'
N
proef = (¼? (400² ? 160²) ? 6 · ¼? · 25²) · ? c + 6 · ¼? · 25² · ? s = 5000 kN
Met ?
s = 6? c volgt hieruit: ? c = 41,6 N/mm² en ? s = 250 N/mm²
5 Doorsnede oorspronkelijke situatie
? Voor de in het werk gestorte betoncon -
structies is beton gebruikt met een 'druk -
vastheid ten minste 250 kg/cm²', met
bouwcontrole. Dit komt overeen met de
hedendaagse sterkteklasse C13,5/16,5.
? Als bijbehorende toelaatbare betondruk-
spanning is in de archiefberekeningen
voor de in het werk gestorte kolommen
conform GBV1940 gerekend met:
?
b = 60 kg/cm².
? Als toelaatbare betondrukspanning
voor de prefab geslingerde kolommen is
in de archiefberekening gerekend met
?
b = 190 kg/cm².
Duidelijk is dat men een hoge betondruk -
sterkte heeft kunnen toekennen aan deze
kolommen door de bijzondere manier
van vervaardigen. Deze hoge sterkte is
destijds gecontroleerd door middel van
proefbelastingen op enkele proefkolom -
men en een aantal willekeurig gekozen
definitieve kolommen. De proefkolommen Ø250 (l = 2 m)
zijn belast 'tot den breuk' met een vereiste
belasting van tenminste 2500 kN. Enkele
definitieve kolommen Ø400 type III
(verdeeld in stukken van l = 2 m) zijn
belast met een vereiste proefbelasting van
5000 kN 'zonder schade'. De bijbehorende
betondrukspanningen zijn hoog (zie kader
'Betondrukspanningen proefbelasting'). Om voldoende zekerheid te hebben
over de betonkwaliteit van de kolommen
ten behoeve van herberekening en toet-
sing zijn door Nebest boorkernen uit tien
licht belaste, geslingerde kolommen be-
proefd. De verwachte hoge betonkwaliteit
werd hiermee bevestigd met een bere-
kende betonsterkteklasse van maar liefst
C50/60.
Betonsterkteklasse
Zoals hierboven aangestipt, is van de ge-
slingerde kolommen, maar ook van het
betoncasco als geheel, de betonsterkte-
klasse bepaald door middel van het be-
proeven van boorkernen. Van verschil -
lende constructie-elementen verdeeld
over het gebouw zijn in totaal 29 boor-
kernen genomen. Gezien de lange bouw -
periode en onderbreking gedurende
de oorlog, werd het voor een statistisch
10? CEMENT 7 2020
6
8
7
6 Voor het dak werd voor een boogconstructie gekozen, gespannen met stalen kabels, foto: Robert Oosterga?7 Doorsnedes van
de verschillende kolomtypes?8 Gecombineerde kolommen met daartussen de nieuwe staalconstructie. Op de balken zijn een
soort tegels van kurk aangebracht, om daarmee de akoestiek van het gebouw te verbeteren
betrouwbare steekproef noodzakelijk
geacht per element, maar ook per ver-
dieping een minimaal aantal kernen te
beproeven.Voor de kolommen is de beton -
sterkteklasse van relatief grote invloed
op het resultaat van de berekening. Daar-
om is gekozen het aantal proefresultaten
van de in het werk gestorte kolommen
afzonderlijk te beschouwen, met ongun -
stige statistische parameters en een con -
servatieve betonsterkteklasse C25/30 tot
gevolg. Ook de fundatieplaat en vloeren
zijn statistisch afzonderlijk beschouwd.
Voor beide onderdelen is alsnog ruim
een sterkteklasse van C30/37 gevonden
(tabel 1).
Dakgewelf
Het dak bestaat voor een grootste deel uit
een in het oog springende boogconstructie
van beton, ondersteund door de geslin -
gerde kolommen. Betonnen bogen h.o.h.
1,95 m worden verticaal en horizontaal
gesteund door een betonnen randbalk
langs beide gevels. Verticaal worden deze
randbalken elke 5,85 m ondersteund door
de geslingerde kolommen en horizontaal
zijn de twee randbalken verbonden met
stalen kabels (foto 6).
Wapening
Naast de bijzondere betonconstructie is
ook het toegepaste wapeningsstaal het
vermelden waard. Zo zijn grote hoeveel -
heden Krupp Isteg-staal en getordeerd
kruisstaal (drillwulst-stahl) toegepast
(fig. 10). Isteg-staal is staal waarbij twee
staven in koude toestand worden gewron -
gen en gerekt, waardoor de vloeigrens en
-spanning toenemen (fig. 10a). "Isteg-staal
bestaat uit twee machinaal in elkaar
gedraaide rondstaal staven van QR22.
Gedurende deze bewerking zijn de staafein -
den onwrinkbaar ingeklemd, zodanig, dat
verplaatsing in de lengterichting niet kan
plaatsvinden. De staafassen worden tot
schroeflijnen vervormd, totdat de spoed 12½
maal de staafdiameter bedraagt. Het mate-
riaal ondergaat door deze bewerking een
blijvende vormverandering; het wordt tege-
lijk gewrongen en uitgetrokken, waar-
CEMENT 7 2020 ?11
10a
10b
9 door andere materiaaleigenschappen ont-
staan", zoals omschreven in het handboek
'Bouwen met gewapend beton' door ir. W. van
der Schrier [3]. Het 'speciaal staal' heeft een
minimum vloeigrens van 36 kg/cm
2 (sV 36).
Het is met name toegepast in vloeren en
balken, ook als opgebogen wapening, in
diameters van ØØ5,5 tot ØØ20. Getordeerd kruisstaal is ook een
hoogwaardig betonstaal, met kruisvormige
doorsnede, dat na torderen in lengterichting
en uitgloeien een hoge treksterkte heeft
(fig. 10b). Na literatuuronderzoek konden de
materiaaleigenschappen met voldoende
zekerheid worden vastgesteld door verschil -
lende bronnen met elkaar te vergelijken
(tabel 2).
Veiligheidshalve is voor al het bestaande wa -
peningsstaal gerekend met ductiliteitsklasse
A en een spanningsrekdiagram met hori -
zontale tak. Voor kolommen en wanden on -
der drukbelasting kwamen deze speciale
wapeningsstaalsoorten niet tot hun recht en
daar is daarom hoofdzakelijk het normale
gladde rondstaal (St 37) toegepast.
Nieuw ontwerp
Het meest in het oog springende onderdeel
van dit project is de toevoeging van vier
nieuwe verdiepingen binnen de oorspronke-
lijke dubbelhoge verdiepingen. Ook worden
centraal in het gebouw grote vides gemaakt,
zowel in de bestaande vloeren als in de
nieuwe vloeren (foto 1). De nieuwe tussenvloeren worden
opgebouwd uit een lichte constructie van
staalplaat-betonvloeren op stalen liggers, ondersteund door de bestaande geslingerde
betonkolommen en door nieuwe stalen
kolommen (foto 8 en 11). De oorspronkelijke
draagstructuur met drie draaglijnen wordt
daarmee uitgebreid met twee of vier nieuwe
draaglijnen. Verder is op alle vloeren de
opgelegde belasting verlaagd naar 2,5 + 0,5
kN/m² (klasse B + lichte scheidingswanden). Een belangrijke reden voor het toevoe-
gen van de extra draaglijnen is dat de belas-
ting op de bestaande kolommen hiermee
hooguit in beperkte mate toeneemt. Ook kan
hiermee de afmeting van de nieuwe stalen
liggers worden beperkt, om zo in de beno-
digde plafondhoogte te voorzien. De positie van de nieuwe draaglijn
met stalen kolommen was een variabele in
de gewichtsberekening, zodat de uitkomst
voor verschillende posities, vanuit het bouw -
kundig ontwerp, direct kon worden beoor-
deeld en vergeleken. Optimalisatie van deze
nieuwe kolomposities en van de belastin -
gaannames heeft uiteindelijk geleid tot het
resultaat dat alle bestaande kolommen vol -
doen in de nieuwe situatie en dat de
fundatieplaat slechts over een beperkt
oppervlak hoeft te worden versterkt. En
belangrijk: de draagkracht van de onder-
grond bleek ook voldoende. Er zijn sonde-
ringen rondom het gebouw gemaakt en de
opneembare funderingsdruk en beddings-
constante zijn berekend door de geotech -
nisch adviseur. Optimalisatie van constructie en be-
lastingaannames was ook een belangrijke
reden om de bestaande niet-oorspronkelijke
tussenverdiepingen te slopen; dit naast de
eisen vanuit het bouwkundig ontwerp van
de architect.
ISTEG-STAAL
Uit productinformatie over
Isteg-staal:
"Isteg-staal voor trekwapening
wordt gemaakt door twee staven
rondijzer St 37 van denzelfden
diameter schroefvormig om elkaar
te draaien en wel zoodanig dat
een verkorting van de staafas
verhinderd wordt, zoodat een
belangrijke rek van het materiaal
moet optreden.
Deze bewerking die in kouden
toestand plaatsheeft veroorzaakt
een verhoging van de vloeigrens
ter grootte van 50%, hetgeen door
talrijke proeven is bewezen."
"Evenals de toe te laten spanning
van 1200 kg/cm² voor gewoon
rondijzer St 37 [?] heeft men
thans voor Isteg-staal, dat een
gegarandeerde 50% hoogere
vloeigrens, derhalve 3600 kg/cm²,
heeft, de toe te laten ijzerspanning
met 50% verhoogd en deze op
1800 kg/cm² vastgesteld."
9 Detail onderwapening van de balken, die met mooie ronde vormen om de prefab kolommen
(hier twee stuks) is aangebracht ?10 Isteg-staal (a) en getordeerd kruisstaal (b) 12? CEMENT 7 2020
11
Gewichtsberekening en toets
bestaande constructie
Om de montage van de nieuwe stalen kolom -
men niet onnodig ingewikkeld te maken,
worden de kolommen geplaatst met slechts
een beperkte voorspanning. Op spanning
brengen met vijzels is duur en ingewikkeld
en bleek ook niet nodig. Uitgangspunt is:
al het eigen gewicht van de bestaande con -
structie moet worden afgedragen door de
bestaande constructie. Al het eigen gewicht
van de nieuwe constructies en alle verander-
lijke belasting moet door zowel de bestaande
als door de nieuwe constructie worden afge-
dragen. Uit een beschouwing van vervormin -gen van betonbalk en stalen kolom bleek
vervolgens dat een kleine voorspanning in
de kolom, aangebracht door de moeren on
-
der de voetplaat aan te draaien, tot een rela -
tief klein moment (en binnen een bepaalde
marge) voldoende is om de beoogde krachts-
werking te bereiken. Zodoende zijn in de gewichtsbereke-
ning twee schema's berekend en vervolgens
gecombineerd (fig. 12). Voor het eigen gewicht
van de bestaande constructie en bestaande
bouwkundige elementen is schema 1 gere-
kend (met drie oorspronkelijke steunpunten)
en voor het eigen gewicht van de nieuwe
constructies en alle veranderlijke belasting
rondstaalSt 37f yk = 220 N/mm 2 fyk = 191 N/mm 2 ductiliteitsklasse B
Krupp Isteg-staal sV 36f
yk = 360 N/mm 2 fyk = 270 N/mm 2 ductiliteitsklasse A
getordeerd kruisstaal sV 36f
yk = 360 N/mm 2 fyk = 270 N/mm 2 ductiliteitsklasse B
Tabel 2?Materiaaleigenschappen
11 De nieuwe tussenvloeren worden opgebouwd uit een lichte constructie van staalplaat-betonvloeren op stalen liggers,
ondersteund door de bestaande geslingerde betonkolommen en door nieuwe stalen kolommen
betoncasco C30/37
fundatieplaat C30/37
kolommen in het werk gestort C25/30
kolommen geslingerd C50/60
Tabel 1?Betonsterkteklassen verschillende constructiedelen
is gerekend met schema 2 (met extra tus-
sensteunpunten). Ook voor de wapenings-
berekening en toets van de bestaande beton
-
balken is dit onderscheid gemaakt.
Om te onderzoeken of de krachten in be-
staande kolommen toenemen of afnemen
zijn in de gewichtsberekening vervolgens
drie verschillende situaties berekend en
vergeleken:
oorspronkelijk: kolombelastingen uit de
oorspronkelijke archiefberekeningen zonder
belastingfactoren;
oorspronkelijk herberekend: kolombelas-
tingen van de oorspronkelijke situatie
CEMENT 7 2020 ?13
12a 12b
herberekend met belastingfactoren
(UGT-niveau verbouw);
nieuw: kolombelastingen in de nieuwe
situatie met belastingfactoren
(UGT-niveau verbouw).
Tabel 3 geeft weer hoe de nieuwe en oor-
spronkelijke kolombelastingen zich tot
elkaar verhouden. Ook zijn de kolombelas-
tingen in de nieuwe situatie veiligheidshalve
in eerste instantie getoetst op basis van de
oorspronkelijk berekende capaciteiten.
De resultaten van de herberekening van de
oorspronkelijke situatie geven de beste ver-
gelijking met de resultaten van de nieuwe
situatie, omdat de rekenwijze, overspannin -
gen en belastingaannames identiek zijn.
Zodoende geeft de eerste tabel inzicht in de
toename van de belasting ten opzichte van
oorspronkelijk berekend en de tweede tabel
geeft inzicht in de rekenkundige belasting -
toename (appels met appels vergelijken). De
belangrijkste conclusies zijn:
De kolombelastingen nemen toe ten
opzichte van oorspronkelijk berekend.
Rekenkundig is de toename van kolom -belastingen beperkt of deels zelfs negatief
(afname). Wat betreft de constructieve veilig
-
heid van het ontwerp is dit een prettige
conclusie.
De kolommen worden wel getoetst in ver-
band met toegenomen krachten ten opzichte
van oorspronkelijk berekend.
De krachtswerking op de fundatieplaat
wordt gewijzigd in verband met de extra
draaglijnen en toegenomen kolomkrachten
en moet daarom worden getoetst.
Elk van de verschillende typen bestaande
kolommen en de maatgevende assen van de
funderingsplaat zijn getoetst op de krachts-
werking in de nieuwe situatie volgens de
huidige Eurocode. Alle kolommen bleken te
voldoen. De fundatieplaat moest wel over een
gedeelte worden versterkt met een gewapen -
de betonopstort, waarmee bovenwapening
kon worden toegevoegd en de inwendige hef -
boomsarm (en daarmee de momentcapaci -
teit) van de onderwapening is verhoogd.
Aansluiting stalen liggers op de
geslingerde kolommen
Voor de aansluiting van de nieuwe stalen lig -
gers op de bestaande ronde betonkolommen
Binnen de
oorspronkelijke
dubbelhoge
verdiepingen
zijn vier nieuwe
verdiepingen
gemaakt waar
voor extra sta
len kolommen
zijn toegevoegd
10 Schematisering: (a) schema 1 met drie oorspronkelijke steunpunten en (b) schema 2 met extra steunpunten 14? CEMENT 7 2020
zijn al in een vroeg stadium verschillende
varianten onderzocht, om tot een optimaal
ontwerp te komen ten aanzien van architec-
tuur, krachtswerking en uitvoering. De
belangrijkste randvoorwaarden waren:
inzichtelijke krachtswerking en beperken
van een (toevallig) inklemmingsmoment;
bestaande wapening kan in de ronde
kolommen op elke mogelijke positie aan -
wezig zijn en mag niet worden doorboord;
voldoende stelruimte en eenvoudige
montage;
verankering door middel van doorsteek -
montage;
eenvoudig te maken.
Uiteindelijk bleek de in figuur 13 en foto 14
weergegeven variant het meest optimaal.
Het detail is tijdens engineering van de
staalconstructie in samenwerking met de
staalleverancier nog op enkele punten geop-
timaliseerd, onder andere door de afzon -
derlijke kransen te koppelen. De volgende
overwegingen spelen een rol:
Per anker zijn drie gaten in de krans aan -
wezig, de bestaande kolomwapening kan
hiermee altijd worden ontweken.
Spreidankers (Hilti HST-3 M16) zijn toege-
past om doorsteekmontage in 'normale
gaten' mogelijk te maken, want:
a) vanwege de ronde vorm van kolom en
krans moeten de ankers door de stalen
krans worden gestoken (vooraf aanbrengen
niet mogelijk);
b) de boorgaten worden bij voorkeur door
de stalen krans in de kolom geboord (een -
voudige montage);
c) normale gaten in de stalen krans (Ø =
18 mm voor M16 anker) zijn vereist voor
gelijkmatige krachtsafdracht op de ankers;
d) het boorgat van een spreidanker heeft
dezelfde diameter als het anker zelf, in
tegenstelling tot lijmankers met een boorgat
van +2 mm, waarbij dus overmaatse gaten
in de stalen krans nodig zouden zijn.
Vaak hebben de relatief korte spreidankers
een lagere capaciteit dan lijmankers van de-
zelfde diameter. Echter, vanwege de dunne
betonschil van de holle kolommen kunnen
lijmankers niet zo diep worden verankerd
en zodoende hebben beide type ankers een
vergelijkbare capaciteit.
Tabel 3.1 Verhouding UGT nieuw / 'G+Q' oorspronkelijke berekening
niv. BT niv. NW FFF KKK QQQ
5 9 1,01 0,98 1,391,27
8 1,14 1,111,511,37
4 7 1,081,30 1,071,00 1,331,29
6 1,141,45 1,141,00 1,411,35
3 5 1,081,26 1,081,01 1,301,30
4 1,131,34 1,131,01 1,361,35
2 3 1,091,27 1,091,01 1,281,31
2 1,121,32 1,131,01 1,331,35
1 1 1,05 1,19 1,050,91 1,251,28
0 0 1,041,20 1,020,93 1,191,29
Tabel 3.2 Verhouding UGT nieuw / UGT herberekening niv. BT niv. NW FFF KKK QQQ
5 9 1,00 1,000,860,82
8 1,13 1,140,930,88
4 7 1,000,84 1,010,65 0,890,83
6 1,060,94 1,070,65 0,940,87
3 5 0,970,81 0,980,65 0,900,84
4 1,010,86 1,030,65 0,940,87
2 3 0,950,81 0,970,64 0,910,84
2 0,990,85 1,010,64 0,950,87
1 1 0,910,77 0,920,59 0,890,82
0 0 0,910,77 0,920,60 0,900,82
Tabel 3.3 UC UGT nieuw / capaciteit oorspronkelijke berekening niv. BT niv. NW FFF KKK QQQ
5 9 0,71 -0,66 -0,830,67
8 0,80 -0,75 -0,910,72
4 7 0,990,82 0,930,57 1,190,58
6 1,050,92 0,990,57 1,260,61
3 5 0,900,93 0,840,67 0,890,77
4 0,940,99 0,880,67 0,930,80
2 3 0,92 1,15 0,860,81 0,890,72
2 0,96 1,19 0,890,81 0,930,74
1 1 0,86 1,00
0 0
groen = kolomkracht nieuwe situatie is lager dan oorspronkelijk / UC < 1,0
oranje = kolomkracht nieuwe situatie is groter dan oorspronkelijk / UC ? 1,0
Tabel 3?Resultaten gewichtsberekening voor enkele gebouwassen
CEMENT
7 2020 ?15
13 14
De oplegging via een horizontale stalen
oplegplaat in combinatie met sleufgaten bij
de verschillende boutverbindingen houdt
een eventueel inklemmingsmoment binnen
toegestane marge. Door de afzonderlijke
kransen te koppelen (waar mogelijk), wordt
een moment op de bestaande kolommen
zoveel mogelijk beperkt.
Uitdagingen
Een van de uitdagingen in het project was
het constructief ontwerp van de oorspron -
kelijke constructeurs goed te doorgronden
en hier het nieuwe constructief ontwerp
optimaal op af te stemmen. Dit is uiteraard
altijd essentieel, maar het was bij dit project
een uitdaging vanwege het bijzondere con -
structief ontwerp. En dit denkproces vindt
gelijktijdig plaats met het ontwerpproces
met architect en installateur, waarbij vroeg
ingrijpende beslissingen worden gemaakt,
maar niet altijd direct alle bestaande
elementen kunnen worden getoetst. Een voorbeeld is het principe van de
afdracht van stabiliteitskrachten in het
zuidwestelijk bouwdeel. Een pure inklem -
ming van de stabiliteitswanden in de funda -
tieplaat is niet reëel. Na enig speurwerk blij-
ken de betonkolommen op de begane grond
in combinatie met de betonbalken van de
eersteverdiepingsvloer als portalen de stabiliteitskrachten naar de fundatieplaat
af te dragen. Hiermee werd ook duidelijk
dat op de begane grond geen geslingerde
kolommen, maar forse in het werk ge-
storte kolommen zijn toegepast. Deze in
-
formatie is weer van groot belang bij het
beoordelen van bijvoorbeeld nieuwe spa -
ringen door de bestaande balken van de
eerste verdieping of in de eersteverdie-
pingsvloer. Ook zijn verschillende gebouwdelen
van elkaar gedilateerd en heeft elk deel
zijn eigen constructieprincipe. Dilataties
zijn zeer consequent doorgezet, maar om
de exacte lijn waarlangs de dilataties lopen
te kennen, was opnieuw enig speurwerk
in de archieftekeningen nodig. In de verdere engineering heeft met
name het inpassen van alle installaties
binnen de beperkte verdiepingshoogte,
door nieuwe liggers en bestaande balken,
veel tijd en energie gekost, zowel bij instal -
lateur als bij de constructeur.
Opnieuw tot leven
Het project wordt naar verwachting in
de zomer van 2021 opgeleverd. Wanneer
PostNL vervolgens is verhuisd naar het
Stationspostgebouw, kan met recht worden
gesteld dat een stuk Nederlandse geschie-
denis opnieuw tot leven komt.
Voor de
gewichts
berekening
zijn twee
schema's
toegepast, een
met en een
zonder extra
draaglijnen
LITERATUUR
1?PTT Nieuws, jaargang 22, no 3,
december 1953.
2?Bergsma, P., Beton en gewapend
beton. Kosmos, 1934.
3?Schrier, W. van der, Bouwen in
gewapend beton. Ahrend & Zoon, 1947.
13 Basisprincipe aansluiting stalen ligger aan bestaande ronde betonkolom 14 Aansluiting nieuwe stalen ligger op bestaande betonkolom
16? CEMENT 7 2020
Weet jij als geen ander hoe je
kunstwerken, gemalen of RWZI's
constructief ontwerpt?
Heb je affiniteit met (digitale) innovaties en wil je bijdragen aan
een duurzame leefomgeving door te werken aan projecten die
er écht toe doen?
Als constructeur ben je betrokken bij complexe, integrale
projecten ? van schetsontwerp tot en met het uitvoerings-
ontwerp van civieltechnische kunstwerken, gemalen en RWZI's.
Daarbij doe je meer dan alleen het opstellen van de
berekeningen, namelijk: ? In overleg met diverse opdrachtgevers ontwerp je samen
met een team specialisten verschillende constructies
? Je fungeert als vraagbaak voor opdrachtgevers en collega's
die kampen met constructieve vragen
? Deze (vaak integrale) projecten voeren wij voornamelijk uit
voor aannemers, Rijkswaterstaat, waterschappen en
andere overheden
Word jij hier enthousiast van?
Solliciteer direct en word constructeur bij Tauw!
www.werkenbijtauw.nl/vacatures/constructeur
Vogel is een toonaangevend bedrijf voor totaalonderhoud van beton\f
Als aannemer van renovatie- en onderhoudswerken begeleiden en
realiseren we de meest uiteenlo\bende projecten \f Variërend in
omvang van balkons tot grote infrastructurele bouwwerken, \barkeergarages, fabrieken en woon- en kantoorgebouwen\f
www.vogel-bv.nl vogel@vogel-bv.nl 078 - 6 100 400
Oplossingen o.a.
? Kathodische Bescher\lming
? Industrieel \fetonon\lderhoud
? Onderhoud monument\len
? Hydrodemolition
? Brand\berende \fekledi\lng
? Spuit\feton
? Constructieherstel
? Betoninjectie Gecertificeerd \foor \do.a.
?
BRL 3201
? ISO 9001
? ISO 14001
? ISO 26000-2010
? VCA**
? VCA-P
? Veiligheidsladder tr\lede 3
? CO2-prestatieladder\l, niveau 5
1
Potentiaalmetingen Nederrijnbrug
Grootschalig onderzoek corrosie-activiteit wapeningsstaal
1 Model van de Nederrijnbrug
Aan de Nederrijnbrug in de A50 is onderhoud uitgevoerd aan de binnen en
buitenzijde van de betonnen kokerliggers en de pijlers. Hierbij zijn op grote schaal
potentiaalmetingen uitgevoerd om corrosie van de wapening vast te kunnen stellen en de omvang van de betonschade in kaart te brengen. De onderzoeksgegevens zijn in
3D BIM gekoppeld aan de planning, waardoor de constructieve veiligheid tijdens de uitvoering van het project kon worden geborgd.
18? CEMENT 7 2020
De Nederrijnbrug bij Heteren
bestaat uit twee naast elkaar ge-
legen betonnen voorgespannen
kokerbruggen die onderdeel zijn
van de Rijksweg A50 tussen
knooppunt Grijsoord en knoop-
punt Valburg.
De brug is een belangrijke
schakel in het noord-zuidverkeer en vormt
een belangrijke verbinding tussen de A12 en
de A15 in het oost-westverkeer. De bouw van
de brug startte in 1966 en de brug werd in
1972 in gebruik genomen. De brug telt 2 x 3
rijstroken, verdeeld over twee naast elkaar
gelegen bruggen, en heeft aan beide zijden
voorzieningen voor langzaam verkeer. De
totale overspanning is 974 m, verdeeld in 15
overspanningen. 11 van de 15 overspannin -
gen betreffen de aan bruggen met overspan -
ningen van elk 60 m. Twee overspanningen
hebben een grootte van 75 m en de hoofd-
overspanning bedraagt 120 m (fig. 1).
Begin 2019 is het Engineering & Construct-
contract voor het groot onderhoud gegund
aan Mourik Infra op basis van de economisch
meest voordelige inschrijving met de beste
prijs-kwaliteitverhouding. Onder andere
zeer hoogwaardig betonherstel en minimale
hinder voor wegverkeer, voetgangers, fiet-
sers, landbouwverkeer en scheepsvaart
tijdens de werkzaamheden in combinatie
met de grootschalige inzet van potentiaal -
metingen, 3D BIM en hoogwaardig beton -
herstel, waren belangrijke kwaliteitsaspecten
die geresulteerd hebben in de gunning. Het onderhoud aan de hoofddraag -
constructie is uitgevoerd van juli 2019 tot en
met mei 2020. Het project bestond in hoofd -
lijnen uit het herstellen van betonschade aan
de binnen- en buitenzijde van de kokerliggers
en aan de pijlers. Dit artikel beschrijft de
aanpak van de binnenzijden van de
kokerliggers.
Onderzoek
In de brug is corrosie van de wapening ge-
constateerd, met betonschade tot gevolg. Al
in de voorfase (voorafgaand aan de tender)
bleek dat de oorzaak lag in het feit dat chlo- ridehoudend water afkomstig van dooizouten
door lekkende hemelwaterafvoeren in de
kokers terecht was gekomen. Hierdoor is op
grote schaal chloride-geïnitieerde wapenings-
corrosie ontstaan (zie kader). Aangezien er beperkingen waren voor
de uitvoering van het herstel, is op grote
schaal onderzoek uitgevoerd naar de exacte
schadeomvang aan de binnenzijde. Hiertoe
is de betonschade in de betonconstructie
visueel en akoestisch (door middel van af -
kloppen) in kaart gebracht en afgetekend.
Daar waar visueel en/of akoestisch geen
schade was waargenomen, is onderzoek uit-
gevoerd door middel van potentiaalmetingen.
Op basis van deze gegevens is de exacte scope
van het betonreparatiewerk bepaald.
Potentiaalmetingen? Het toepassen van
potentiaalmetingen op deze schaal is uniek in
Nederland. De specialistische meetappara -
tuur is ingezet om op een efficiënte wijze het
totale betonoppervlak aan de binnenzijden
van de kokerliggers, ongeveer 50.000 m
2 te
meten. Bij potentiaalmeten wordt de corrosie-
activiteit van de wapening non-destructief
in kaart gebracht. Hiertoe wordt de elektro-
chemische reactie van de corrosie 'in' het
beton bepaald door te meten 'op' het beton.
De onderzoeken zijn uitgevoerd door middel
van half-cel potentiaalmetingen in overeen -
stemming met RILEM TC 145-EMC en ASTM
C876-15. Hierbij is specialistische meetappa -
ratuur ingezet waarmee het betonoppervlak
wordt afgetast (foto 2). Deze apparatuur
meet de corrosiepotentiaal E
corr (wapening/
beton) als potentiaalverschil (of spanning)
ten opzichte van een referentie-elektrode
(fig. 3). Als voorwaarde voor de meettechniek
geldt dat de te onderzoeken (op corrosie ver-
dachte) wapening in de betonconstructie
elektrisch continu moet zijn. Dit wil zeggen
dat de aanwezige wapeningsstaven een
onderlinge elektrische weerstand moeten
hebben kleiner dan 1 Ohm, waarmee wordt
aangetoond dat de aanwezige wapeningsta -
ven onderling verbonden zijn. Daarnaast
IR. RICHARD
TER MATEN
Projectingenieur
Vogel Kathodische Beschermingauteurs
ING. JELLE
LECLUIJZE
Technisch Manager Solid Services
PROJECTGEGEVENS
project
Onderhoud
Nederrijnbrug
opdrachtgever Rijkswaterstaat
Midden-Nederland Noord
opdrachtnemer Mourik Infrapartners
Vogel (betononderhoud), Vogel Kathodische
Bescherming, Solid Services
(potentiaalmetingen) opleverdatum mei 2020
CEMENT 7 2020 ?19
2
3
2 Het vaststellen van corrosie door potentiaalmetingen3 Principe van potentiaalmetingen
mogen op de betonconstructie geen (elek -
trisch) isolerende materialen aanwezig zijn. Om het overgangspotentiaal, ofwel de
voor een project specifieke potentiaalwaarde,
te bepalen waarbij corrosie aannemelijk is,
zijn de meetwaarden van de potentiaalme-
ting regelmatig geijkt aan visuele beoorde-
lingen. Resultaten potentiaalmetingen? In dit pro-
ject werd verwacht dat dat de zogenaamde
Van Daveer-criteria, (zie kader) die worden
gebruikt bij de interpretatie van de meetre-
sultaten zoals opgenomen in ASTM C876-15,
niet zonder meer konden worden gehan -
teerd. Dit is ook via ijkingen aangetoond. Dit
kwam onder andere door de relatief grote
CHLORIDE-GEÏNITIEERDE
WAPENINGSCORROSIE
Op voorhand bleek dat de geconsta-
teerde corrosie het gevolg was van chlo-
riden afkomstig van dooizouten, met
betonschade als gevolg. Chloride-geïni-
tieerde wapeningscorrosie is een vorm
van wapeningscorrosie waarbij de pas-
siveringslaag van het wapeningsstaal
ten gevolge indringing of inmenging van
chloride wordt aangetast. Deze aantas-
ting onderscheidt zich van wapenings-
corrosie als gevolg van carbonatatie
van het beton. Bij door carbonatatie
geïnitieerde wapeningscorrosie waar-
schuwt het beton voordat van ernstige
corrosie sprake is doordat lokaal eerst
microscheuren ontstaan. Deze groeien
vervolgens uit tot macroscheuren en
daarna zal de betondekking worden
afgedrukt. Deze scheurvorming wordt
veroorzaakt door het verschil in volume
tussen het oorspronkelijke ijzer en het
nagenoeg op dezelfde plaats gevormde
roestproduct. Omdat het roestproduct
zeer volumineus is, zal al bij geringe
afroesting de betondekking worden
afgedrukt en dus waarschuwen alvorens
van ernstige corrosie sprake is.
Bij door chloriden geïnitieerde wape-
ningscorrosie komt vaak putcorrosie
voor. Dit betekent dat bij eenzelfde hoe-
veelheid omgezet ijzer (mate van corro-
sie) de effecten ernstiger zijn dan bij
door carbonatatie geïnitieerde corrosie.
De doorsnede van een wapeningsstaaf
kan bij chloride-geïnitieerde corrosie
lokaal al sterk zijn verminderd zonder
dat dit duidelijk waarneembaar is door
scheuren of een afgedrukte betondek -
king. Dit komt doordat het restproduct
dat ontstaat eenvoudig oplosbaar is in
water en dus het waarschuwende
karakter van scheuren en afgedrukte
betonschollen pas in een later stadium
optreedt.
Het gevolg hiervan is dat locaties met
actieve corrosie niet altijd zichtbaar zijn.
De inzet van potentiaalmetingen is een
goede techniek om inzicht te krijgen in
de corrosie-activiteit van de wapening.
20? CEMENT 7 2020
betondekking in sommige onderdelen
(groter dan 60 mm). Daarnaast bleek dat,
hoewel het betonoppervlak voorafgaand aan
de metingen nat is gemaakt, de potentialen
werden beïnvloed door een aanzienlijke
spanningsval in de betondekking. Hieruit
volgde dat het beton over het algemeen zeer
droog was en dus een hoge weerstand had,
waardoor er sprake is van demping van de
meetwaarden. Voor beoordeling van de meetwaarden
is daarom, naast de absolute meetwaarde,
tevens gekeken naar potentiaalgradiënten.
Door de hoge weerstand en de grootte van
de betondekking is bij de meetresultaten
sprake van locaties waarbij over een relatief
kleine afstand (30 cm) gradiënten van 200
tot 300 mV zichtbaar zijn. Door middel van de uitgevoerde ijkin -
gen is vastgesteld dat bij potentiaalwaarden
> -100 mV de wapening gepassiveerd is. Bij
potentiaalwaarden < -200 mV werd er actieve
corrosie waargenomen. Het tussengebied
van -100 tot -200 mV is ter plaatse van schade-
locaties de zone waar de potentiaal van de
wapening wordt beïnvloed (negatiever
wordt) door de anode-/corrosieplek. Deze
zone beslaat in de praktijk slechts enkele
centimeters rondom een schadelocatie.
Daarnaast is in het onderzoek aangetoond
dat grote losliggende betondelen ter plaatse
van de aanstortingen van de ondervoutes
geen relatie hadden met corrosie van wape-
ning, maar geheel onthecht waren. Volledig
saneren tot achter de wapening was hier
niet nodig waardoor aanzienlijk voordeel
behaald is in de uitvoering.
Constructieve veiligheid
tijdens herstel
Op basis van het onderzoek was bekend welke
delen moesten worden vrijgemaakt en ver-
volgens hersteld. De grootste uitdaging gedu -
rende de herstelwerkzaamheden was het
borgen van de constructieve veiligheid. Om
die veiligheid te waarborgen had Rijkswater-
staat restricties opgelegd met betrekking tot
de uitvoeringsvolgorde en omvang van her-
stelwerk in relatie tot de locaties in de brug. Omdat sprake was van chloride-geïni -
tieerde wapeningscorrosie is het, voor het verkrijgen van een kwalitatief goede repa
-
raties en het voorkomen van vroegtijdig
falen ervan, nodig om de gecorrodeerde
wapening volledig rondom vrij te maken.
Zo kan deze volledig worden omsloten door
een nieuwe laag cementgebonden repara -
tiemortel. Het vrijmaken rondom de wape-
ning leidt ertoe dat (mede door de grote
aanwezige betondekking) de betondoorsne-
de op de schadelocaties aanzienlijk wordt
gereduceerd en daardoor tijdelijk een ver-
laagde draagkrachtcapaciteit kent. Bij
draagkrachtcapaciteit moet gedacht wor-
den aan weerstand tegen buiging, torsie,
normaalkracht en dwarskracht. Tevens kan
dit betekenen dat een voorspankabel met
een oriëntatie anders dan in lengterichting
van het kunstwerk tijdelijk, over een zekere
lengte, een verlaagde tegendruk kent. Daar-
om was het nodig deze verzwakkingen te
beperken.
De geometrie van de kokers van bijvoor-
beeld de noordelijke aanbrug hebben in het
veldmidden een wanddikte van 500 mm en
een vloerdikte van slechts 200 mm (fig. 4).
Dit geldt niet voor de volledige lengte van de
overspanning; de betondikte voor de wan -
den en de vloer neemt toe richting het
steunpuntsgebied. Gezien de beperkte vloer-
dikte betekende dit dat de werkzaamheden
aan de vloer kritischer waren dan aan de
wanden. Ditzelfde gold voor de werkzaam -
heden in het veld ten opzichte van de werk -
zaamheden in het steunpuntsgebied. Het noodzakelijkerwijs tijdelijk verder
reduceren van de capaciteit van de doorsne-
de en verder verzwakken van de tegendruk
van de voorspankabels, was de aanleiding
voor diverse restricties met betrekking tot
de uitvoeringsvolgorde. Dit vooral ten aan -
zien van de omvang van gelijktijdig of aan -
eensluitend te saneren betonschades in de
velden. Zo was het, naast aanzienlijke res-
tricties over de maximale grootte van te
saneren oppervlakken, bijvoorbeeld niet
toegestaan om in de lengterichting van het
kunstwerk op meerdere plaatsen tegelijker-
tijd betonreparaties uit te voeren als de af -
stand tussen de reparatieplekken kleiner
was dan 5 m. Voor de wanden, de voutes (de
aansluiting/overgang van wand naar
De toepassing
van potentiaal
metingen heeft
geresulteerd in
een optimale
aanpak van het
betonherstel
VAN DAVEER-CRITERIA
De Van Daveer-criteria zijn door ASTM
geaccepteerde criteria die gehanteerd
worden voor de interpretatie van de
potentiaalwaarden in relatie tot de
waarschijnlijkheid voor optreden van
corrosie. Hierbij wordt gesteld dat bij
gebruik van een koper-kopersulfaat
referentie-elektrode:
? de kans op corrosie < 10% is bij
potentiaalwaarden positiever dan
-200 mV;
? de kans op corrosie 50% (onzeker)
is bij potentiaalwaarden tussen
-200 mV en -350 mV;
? de kans op corrosie > 90% is bij
potentiaalwaarden negatiever dan
-350 mV.
CEMENT 7 2020 ?21
4
Het vrijmaken
rondom de
wapening leidt
ertoe dat de
betondoorsnede
tijdelijk wordt
gereduceerd
met een
verlaagde
draagkracht
capaciteit tot
gevolg
4 Doorsnedegegevens van de kokerdoorsnede van de noordelijke aanbrug
vloer) en de vloer mochten geen betonrepa -
raties over de volledige doorsnede tegelijker-
tijd plaatsvinden. Tevens moesten betonre-
paraties over de breedte van het vloerveld in
twee fases worden uitgevoerd. En het was
niet toegestaan om te starten met beton -
werkzaamheden in de zone van het veld van
de overspanning als het totale betonwerk in
de volledige dwarsdoorsnede van de steun -
puntsgebieden van de betreffende overspan -
ning én aangrenzende overspanning nog
niet waren hersteld.
3D BIM
In verband met een ingewikkelde planning
als gevolg van de beschreven restricties, is
ervoor gekozen om te werken in 3D BIM. Het
model is ingezet ten behoeve van het verza -
melen van meetdata en de weergave en het
monitoren van de uitgevoerde en geplande
werkzaamheden. De meetdata, bestaande uit de resulta -
ten van het afkloppen van de betonconstruc-
tie en de potentiaalmetingen, verzorgde een
volledige weergave van de exacte schadeom -
vang per locatie. Met deze weergave kon de
planning worden opgesteld, rekening hou -
dend met de randvoorwaarden. Door deze
succesvolle toepassing kon de constructieve
veiligheid en de voortgang op een verant-
woorde wijze worden geborgd, tot grote
tevredenheid van zowel de gebruikers als de
klant.
Hydrodemolition
Er is voor gekozen de betonschades te sane-
ren door middel van hydrodemolition, ook
bekend als watersaneren met zeer hoge
druk (foto 5). Bij deze straaltechniek wordt
met 2500 bar waterdruk beton verwijderd. Het voordeel van deze manier van saneren,
ten opzichte van bijvoorbeeld pneumatisch
of elektrisch hakken, is dat de (voorspan)
wapening niet beschadigd wordt. Tevens
voorkomt deze techniek het ontstaan van
trillingen in de wapening met mogelijke
schade aan het aanliggende beton en/of
onthechting van reeds uitgevoerde repara
-
tievlakken. Deze voordelen sloten aan op de
vereisten vanuit het contract waarin werd
geëist dat de wapening niet mocht worden
beschadigd en dat trillingsschade moest
worden voorkomen. Een bijkomstigheid van deze techniek
is dat alle chloriden ter plaatse van corrosie-
putten in dezelfde arbeidsgang worden ver-
wijderd en dat er een zeer ruw betonopper-
vlak wordt gecreëerd zonder dat er kans
bestaat op vorming van microscheuren in
de ondergrond (die bij mechanische bewer-
king wel kunnen ontstaan). Op deze manier
is een perfecte ondergrondvoorbehandeling
voor reparatie gewaarborgd. Traditioneel wordt bij betonreparatie
de gecorrodeerde wapening vrijgehakt tot in
de lengterichting van de staven (evenwijdig
aan het oorspronkelijke betonoppervlak)
ongeroest staal vrij ligt, over een lengte die
gelijk is aan de dikte van de vereiste beton -
dekking. Omdat dit bij saneren door middel
van hydrodemolition niet waar te nemen
is (het wapeningsstaal wordt in dezelfde ar-
beidsgang namelijk volledig blank gestraald
tot reinheidsgraad Sa 2,5), zijn de schades
vooraf ingekaderd en afgetekend op de
ondergrond.
Betonherstel
Aangezien het een EMVI-criterium was om
aantoonbaar te maken dat er een hoger
22? CEMENT 7 2020
5
Duurzame aanpak
De inzet van potentiaalmetingen op grote
schaal heeft, in combinatie met 3D BIM,
geresulteerd in een effectieve, efficiënte en
zeer duurzame aanpak. Als gevolg van de
combinatie van technieken was de hoeveel-
heid te saneren betonschades beperkt. Bij
de in de voorfase aangeduide 'schade' ter
plaatse van de voutes bleek het op een groot
aantal locaties enkel om een losliggende
opgestorte betonlaag te gaan. Hier was dus
geen sprake van echte betonschade. De
losliggende delen zijn verwijderd en niet
hersteld, omdat op basis van de potentiaal -
metingen gesteld kon worden dat er geen
corrosie van wapening aanwezig was. Ook
was de betondekking op deze locaties nog
ruimschoots voldoende. Herstelwerkzaamheden zijn dus enkel
uitgevoerd waar noodzakelijk en op het mo-
ment dat dat mogelijk was, met het oog op
de constructieve restricties. Het herstel van
de Nederrijnbrug past daarmee in een tijd
waarin duurzaamheid, beperking van
CO
2-uitstoot, constructieve veiligheid en
minimale hinder in de uitvoeringsperiode
centraal staan.
niveau van betonreparaties is, is gekozen
om alle betonreparaties aan de binnenzijde
volgens CUR-Aanbeveling 118 te beschouwen
als constructieve reparatie (RS) met gevolg
-
klasse GK3. Dit heeft als gevolg gehad dat
de controle en vastlegging van de reparaties
zijn uitgevoerd volgens niveau 4 uit
CUR-Aanbeveling 118. Reparaties zijn uitge-
voerd door allround betonreparateurs
niveau 3. Daarbij is er uniformiteit in de
werkwijze geborgd. De controle vond plaats
volgens een gecertificeerd proces en speci -
fiek projectplan op basis van BRL 3201 deel 1
'Het technisch repareren en beschermen
van beton', BRL 3201 deel 2 'Het constructief
repareren en versterken van beton' en
CUR-Aanbeveling 118. Dit houdt in dat er een
tweedelijns controle door een onafhankelijke
partij is uitgevoerd. Bij alle betonreparaties is beoordeeld
of de aangetroffen hoofdwapening overeen -
stemt met de wapening zoals aangegeven
op de beschikbare wapeningstekeningen.
Tevens is vastgelegd of de staafdoorsnede is
gereduceerd als gevolg van (put)corrosie.
Waar benodigd is wapeningsstaal bijge-
plaatst.
Het beton is
met een
straaltechniek
met 2500 bar
waterdruk
verwijderd
5 Saneren door middel van hydrodemolition CEMENT 7 2020 ?23
24? CEMENT 7 2020
column
Inmiddels weten veel mensen dat ik een uitgesproken
ambitie heb om beton te verduurzamen.
Al veel langer
maak ik me zorgen over de klimaatveranderingen. Ik ben steeds
meer gaan beseffen voor welke enorme uitdaging we staan en ik
voel me verantwoordelijk om te kijken hoe ik binnen mijn cirkel van
invloed kan bijdragen. Als statutair directeur van betonfabriek
Voorbij Prefab (Voorbij) is die link snel gelegd. De CO?-footprint
van beton is immers hoog. Wereldwijd staat de sector in de top 3
van vervuilende industrieën. Bij Voorbij produceren we meer dan
100.000 m³ beton per jaar. Dan snap je dat ik me in mijn cirkel van
invloed richt op de productie van beton. Tijdens de Betondag 2019
introduceerde ik het woord 'betonschaamte' en dat maakte niet
alleen veel discussie los, maar ik voelde bij mezelf ook de enorme
drive om nu echt een stap te gaan zetten.
Het afgelopen jaar is er veel geschreven en gesproken en over de
milieu-impact van beton en de ambitie om dit te verlagen. Tegelij-
kertijd ontstonden er allerlei initiatieven voor bouwen met hout als
alternatief in de bouw. Bouwen met hout is prachtig, goed dat ook
hier ontwikkelingen zijn. Tegelijkertijd is er in Nederland de vraag
naar 90.000 betaalbare woningen op jaarbasis en daar zie ik juist
enorme kansen voor CO?-arm beton.
De reis naar CO?-arm beton
Onze ambitie is om casco's te maken van CO?-arm beton, zonder
dat we concessies doen op productiesnelheid en kwaliteit. Op een
gemiddelde dag maken we in onze geautomatiseerde en gerobo-
tiseerde fabriek acht woningen. Afhankelijk van de ploegenindeling,
ontkisten we dan binnen 6 tot 18 uur. De ontwikkeling van sterkte
van het beton, direct nadat het gestort is, is dus van groot belang.
ABT, onze samenwerkingspartner, zette ons op het spoor van een
hybride variant van beton, waarbij we wel cement blijven gebruiken
maar dat combineren met een alkalische activatie, bekend van
geopolymeerbeton.
Na maanden van onderzoekswerk kwamen we net voor de bouw-
vak op het punt dat we durfden te zeggen: "We hebben een tech-
nische doorbraak!". We kwamen op een mengsel dat aan de ene
kant verwerkbaar bleef in ons proces, maar ook snel ontkist kan
worden. En zo hebben we ons eerste doel gehaald: duurzaam beton
met maar liefst 44% minder CO?. Vrij vertaald betekent dat een
besparing van 11.500 km rijden met de auto voor elke woning!
De belangrijke randvoorwaarden, certificering!
En zo begonnen we in de zomer aan de certificering van ons
nieuwe mengsel. Waar we tijdens de technische fase zelf aan de
Duur zaam beton
Hoe het allemaal begon
Dorien Staal?is
statutair directeur van
betonfabriek Voorbij
Prefab. Daarnaast
vervult ze een bestuurs-
functie bij het Netwerk
Conceptueel Bouwen en
is ze voorzitter van de
Betonvereniging.
Samen met Sander den
Blanken, managing
director van BAM
Infraconsult en statutair
directeur van BAM Infra
Assetmanagement,
neemt Dorien gedurende
een jaar de column in
Cement voor haar
rekening.
Wil je reageren op
deze column, stuur
dan een email naar
cement@aeneas.nl.
CEMENT 7 2020 ?25
knoppen konden draaien, moesten we nu op zoek naar de juiste
knoppen om dit nieuwe beton te mogen toepassen in woning-
bouwprojecten. Je weg vinden in alle normen die er zijn is com-
plex. We zijn dan ook zeer content dat we begin september, onder
toeziend oog van KIWA, testbeton hebben gemaakt. Je maakt
testbeton om de gelijkwaardigheid met het referentiebeton aan
te tonen. Daarom zijn, met uitzondering van het bindmiddel, de
aard en dosering van de grondstoffen identiek aan die van het
referentiebeton.
Na 28 dagen kunnen we formeel vaststellen of het nieuwe beton-
mengsel minimaal gelijkwaardige eigenschappen heeft als ons
referentiebeton. We zijn verheugd te delen dat we dit traject begin
oktober hebben kunnen afronden met een attest vanuit KIWA.
We hebben het CO?-armer beton ontwikkeld met de ambitie om
positief bij te dragen aan het realiseren van het Klimaatakkoord
en het Betonakkoord. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat
het toepassen van beton positief wordt gewaardeerd. We zagen
de zoektocht van ontwikkelaars en architecten om gebouwen te
ontwerpen zonder beton. Vandaar het woord 'betonschaamte'. Nu
we een flinke hap wegnemen van onze footprint, staat ons nog
maar weinig in de weg om beton op grote schaal te blijven toe-
passen voor bijvoorbeeld de woningbouw. En daarmee start nu de
realisatie: CO?-arm beton in de gebouwde omgeving. In november
zullen we de eerste vier woningen realiseren in een nieuwbouwpro -
ject in Zaandam, in samenwerking met ERA Contour en Parteon.
Brengen en halen
Maar natuurlijk gaat onze reis verder! We zijn voor nu erg tevreden
met de 44% reductie, maar we hebben het idee dat er meer te
halen is. Naast ABT spraken we ook al diverse keren met de TU/e.
Op de universiteiten ligt veel interessant onderzoeksmateriaal. We
gaan kijken welke innovaties we kunnen gaan testen en hopelijk
doen we dat niet alleen. Een prefab-betonbedrijf gebruikt andere
mengsels dan bijvoorbeeld een betonmortelbedrijf. Stel je voor dat
we dit met een bredere groep van bedrijven gaan oppakken. Dat
we de onderzoeken gaan implementeren en testen op grotere
schaal!
Wij stellen slechts twee voorwaarden: dat alle opgedane kennis
open wordt gedeeld en dat deelnemers een intrinsieke motivatie
hebben om beton te verduurzamen. Zo willen we de kracht van
een groep gelijkgestemden gebruiken om snelheid te maken om
beton op grote schaal te verduurzamen. Daar gaan we voor,
samen! ?
"Onze ambitie is om casco's te maken van
CO
2-arm beton,
zonder dat we
concessies doen op productiesnelheid en kwaliteit"
"Wij stellen twee
voorwaarden:
dat alle opgedane
kennis open
wordt gedeeld en
dat deelnemers
een intrinsieke
motivatie hebben
om beton te
verduurzamen"
Het eerste deel van het Rotter-
damse metrotracé is gebouwd in
de jaren 60 met een zinktunnel
tussen metrostation Rotterdam
Centraal en de Parallelweg (net
voorbij het huidige metrostation
Wilhelminaplein) op de zuidelijke
Maasoever.
Voor de waterdichte afdich-
ting tussen de tunnelelementen is voor het
eerst gebruikgemaakt van Gina-profielen als
primaire dichting en Omega-profielen als
secundaire dichting (fig. 1). Uitgebreide
inspecties lieten een schadebeeld van uitge- broken ankers, betonschade en naar binnen
verplaatste Gina-profielen zien.
Uit de schade- en belastinganalyse is
de hypothese opgesteld dat de oorzaak lag in
de jaarlijkse temperatuurvervormingen van
de tunnelelementen en daardoor een cycli -
sche verdichting van het zand in de buiten -
zijde van de voeg. Dit verdichte zand blok -
keert de vervorming van het Gina-profiel
aan de buitenzijde van de voeg en leidt tot
een verdubbeling van de vervorming aan
de binnenzijde van de voeg. Dit leidt bij
opspannen van het Gina-profiel tot een
Zinkvoegen hersteld
Begin 2015 werd bij een van de zinkvoegen in de metrotunnel in
Rotterdam een lichte lekkage in het dak waargenomen. Na een eerste inspectie bleken het beton en de zinkvoegen lokaal beschadigd. Reden
voor de RET om de oorzaak te achterhalen en de schade te herstellen. Bij dit herstel zijn de Gina profielen teruggeduwd, is het beton
constructief gerepareerd en is het Gina profiel gefixeerd.
Renovatie
Reacties