\037
\037\036\035\034\037\036\037
\037\037\036\037
\037 \027
\017
I
met passie
v \037\037\036\035\034\034\033\035\032
\020\033\035\021
\037\036\035\034\037\033\032\031\034\030
\032\035\024\034\037\023\013
\034
\007\025\037\n\035
\035\022\037\006\035\034\037\f\035\032\031\022\024\037\035\026\017
\035\035\022\037\f\035\n\026\021\004\030\037\033\031\026\034\022\035\026\
\037\003
\024\035\022\021\035\034\037\035\035\022\037\031\031\022\034\013
\032\035\022\005\037\t
\032\021\n\025\031\031\034\020\016\006\031\033\033\035\022\005\037\024\026\
\017
\033\026
\036\035\f\037\004\035\037\027\027\023\037\021\022\034\013
\n\035\022\005\037\022\035\035\025\037\n\031\022\037\016\027\022\034
\025\035\034\020\005\037\037\036\035\034\033\032\035\031\030\033\027\033\030\035 \036\025
\037
\037\036\035\034
\032\031\030\027\036\034\030\026
\037\036\035\036\034\033
\037 \036\035\035\034\037\033\032\037\035\032\037\030\037 \r\f\017\026\016\037\r\025\037
\037\013\013\013
\037\027 \003
partners
CEMENT 5 2024 ?1
2? CEMENT 5 2024
44 fib Bulletin 110
Welke aspecten komen er kijken bij
het beheer van bruggen met
nagerekt voorspanstaal?
48 CROW-CUR Richtlijn 4:2023
Een nieuwe richtlijn voor hergebruik
van prefab betonelementen met
handvatten voor het proces.
Artikelen
6 Wonderwoods stijgt tot
constructieve hoogte
Beplanting in gevels en op daken
bepalend in constructief ontwerp.
20 Navigeren door
complexiteit
Uitvoering van de kruisende onder-
doorgangen in het Julianaplein in
Groningen.
34 Ontwerpen met autogene
krimp
Een praktische aanpak voor de
constructeur met uitleg aan de
hand van drie voorbeelden.
20 44
Foto voorpagina:?Wonderwoods Utrecht, foto: Jacques Linssen
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4125, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie prof.dr.ir. Max Hendriks (hoofd-
redacteur), ir. Maartje Dijk, ir. Paul Lagendijk,
ir. Jacques Linssen, ir. René Sterken, ir. Cindy
Vissering, ing. Henk Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ing. Dick Bezemer, ir. Geoffrey van Bolderen,
prof.dr.ir. Jos Brouwers, ir. Henco Burggraaf,
ir. Tom Diks, ir. Maikel Jagroep, ir. Lise Jansen,
ir. Hans Kooijman, ing. Michael van Nielen PMSE,
ir. Paul Oomen, ir. Dirk Peters, ir. Ruud van der
Rakt, ir. Paul Rijpstra, ir. Dick Schaafsma,
ing. Roel Schop, dr.ir. Raphaël Steenbergen,
prof.dr.ir. Kim van Tittelboom, ir. Rob Vergoossen,
dr.ir. Rutger Vrijdaghs, prof.ir. Simon Wijte
Uitgever/vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 06 10333180
Planning, coördinatie & eindredacteur
Hanneke Schaap, h.schaap@aeneas.nl,
T 073 205 10 19
Ontwerp daily creative agency,
Miranda van Agthoven
Vormgeving daily creative agency,
Maarten Bosch
Community manager & media-advies
Coen Smets, c.smets@aeneas.nl, T 06 10705780
Klantenservice klantenservice@aeneas.nl
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2024 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem
contact op via klantenserice@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever van Cement
niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke
aard ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang-
hebbenden kunnen contact opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 5 2024 ?3
Op 21 oktober 1824 verkreeg de
Britse metselaar Joseph Aspdin
patent op, wat hij noemde,
portlandcement. De kleur van
zijn materiaal leek erg op de
kleur van de kalksteen op het
schiereiland Portland; vandaar.
Twee eeuwen geleden en voor
mij een aanleiding om met
zevenmijlslaarzen door de 100
jaren die daarop volgden te
gaan, om daarna een sprong te
maken naar de zomer van 2024.
In 1868, 44 jaar later, verkreeg de
Franse tuinman Joseph Monier
patent op, wat hij noemde, beton
armé. Gewapend beton dus. De
Belgische broers Picha kochten
dit patent, trouwden met twee
zussen uit Sas van Gent en richt -
ten in 1888 een onderneming op
in diezelfde plaats; gewapend
beton bereikte Nederland via de
Zeeuwse route.
In 1892 sprak architect Jos Cuy -
pers, de zoon van de bouwmees-
ter Pierre Cuypers die Nederland
een rooms-katholiek gezicht
gaf, over de grote voordelen van
gewapend beton, waaronder:
A wonder material
"De elasticiteit biedt buitengewoon
grooten weerstand, en bij verbreking
licht er nog eene zeer ruime grens
tusschen het bersten en het eigenlijk
vernielen der vormen".
In 1906 voltooide Alphons van
Hemert (1857-1926), afgestuurd
als civiel ingenieur in Delft, het
Hofpleinviaduct in Rotterdam.
Dit blijkt een duurzame con-
structie te zijn: in mei 2024
liep ik tijdens de Rotterdamse
Dakendagen over dit twee kilo-
meter lange viaduct, nu beter
bekend als de Hofbogen, waar-
van de transformatie naar een
dakpark in 2025 van start gaat.
In juni 2024 definieerde het
Betonakkoord lichtgroen beton,
beton dat door het 'peloton' met
een geringe impact op planning,
kosten en beschikbaarheid kan
worden toegepast, en donker-
groen beton, voor de koplopers.
In dit nummer lees je over ver-
groenend beton: Wonderwoods
zijn twee woontorens in Utrecht
die aan de binnen- en de bui-
tenzijde, en op allerlei manieren,
voorzien zijn van beplanting. De
penthouses zijn deze zomer in
de verkoop gegaan.
Max Hendriks
Voor reacties: cement@aeneas.nl
PS: Wil je trouwens meer weten
over het ontstaan van het wonder
material beton, raad ik je het
eerder verschenen artikel 'fib
Bulletin 107 over de geschiede-
nis van beton' aan. Zoals je weet
is Cement veel meer dan alleen
het laatste nummer!
48
En verder
5 Constructief pionieren met
nieuwe bouwsystemen
Gesponsord artikel van onze
partner BRIS.
28 Gelaagd rotshuis van ruig
beton
Omdat het bouwen in een landkli-
maat om een solide materiaal met
massa vroeg, is gekozen voor beton.
54 De jonge constructeur
Niels Lok deelt zijn ervaring als
projectmanager en technisch
ontwikkelaar bij Plegt-Vos.
56 Structural Concrete Vol. 25/2
Een variatie aan papers, met speciale
aandacht voor staalvezelbeton.
4? CEMENT 5 2024
auteurs
dr.ir. Ton van Beek
SKG-IKOBp. 34 ? 42
ir. Esli Bosman
Witteveen+Bos p. 20 ? 27 ir. Niels Lok
Plegt-Vosp. 54 ? 55
ir. Kirsten Hannema Freelance
architectuurjournalist p. 28 ? 33
ir. Coert Doomen
Van Rossum Raadgevende Ingenieursp. 6 ? 19 Wim Meulenbrugge
Witteveen+Bos p. 20 ? 27
ir. Steven Schoenmakers
Van Rossum Raadgevende Ingenieursp. 6 ? 19
ir. Nick Vervoort Heijmans Infra p. 34 ? 42
ing. Wouter van den Berg
Nebest
p. 48 ? 52
ir. Wouter Claassen
Witteveen+Bos
p. 20 ? 27 ir. Jeroen Meijdam
Mobilis
p. 34 ? 42
ir. Jasper Doorgeest
Rijkswaterstaat Grote Projecten
en Onderhoud (GPO)
p. 44 ? 47 ir. Thijs Noordhoek
Nebest
p. 48 ? 52
ir. Rob Vergoossen
Royal HaskoningDHV
p. 44 ? 47, p. 48 ? 52
ir. Edo Vonk
VSL International
p. 44 ? 47
ir. Danny Jilissen
Royal HaskoningDHV
p. 48 ? 52
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
CEMENT 5 2024 ?5
gesponsord bericht
Efficiënte
wapening-
oplossingen
? lokaal geproduceerd
? robuust en flexibel ontwerp
? ultieme capaciteit
? BIM tools
Bekijk alle producten op www.hrc-europe.nl
Diversiteit, deskundigheid
en daadkracht vormen de
kernwaarden van Ingenieurs-
bureau Heino sinds de op-
richting in 2008.
Het bureau
omarmt nieuwe bouwmaterialen
en -systemen. Constructief ont -
werp draait dan ook niet om
standaardwerk. Een recent pro-
ject is Villa G in de omgeving van
Arnhem, dat wordt gebouwd met
Comfort Bouwblokken. Dit zijn
holle blokken met aan de buiten-
en binnenzijde isolatie. De holle
ruimte wordt volgestort met
beton. Bij dit soort nieuwe
bouwsystemen is het nauwkeurig
toepassen van Eurocodes en na-
tionale bijlagen essentieel. Dat
vergt vooral creativiteit, om juist
in de artikelen te duiken die je bij
standaardbouw vaker overslaat.
"Keuzes zijn soms spannend,
maar als je logisch nadenkt zijn
er andere routes en kan er meer
dan je denkt", aldus naamgever
van het bureau Robert Heino.
"Daar pakken we dan de bouw-
bibliotheek BRISwarenhuis op
detailniveau bij."
Constructief pionieren
met nieuwe bouwsystemen
WWW.CEMENT ONLINE.NL/HEINO
Meer over de rol van Ingenieursbureau Heino
en BRISwarenhuis bij innovatieve bouwsys-
temen staat in het volledige artikel op
www.cementonline.nl/heino .
Rekenmodel Villa G
Wonderwoods stijgt tot constructieve hoogte
Beplanting in gevels en op daken bepalend in
constructief ontwerp
1 Wonderwoods in Utrecht, foto: Jacques Linssen
1
6? CEMENT 5 2024
De ambitie van gemeente Utrecht
is 'Gezond Stedelijk Leven'.
Wonderwoods past in die ambitie
.
Het project bestaat uit twee spraakmakende
groene torens op loopafstand van Utrecht
Centraal op de kop van het toekomstige stads-
deel Beurskwartier. Het bevat één hectare
aan bomen, struiken en bloemen (fig. 2). De torens zijn vernoemd naar beide
architecten. De 70 m hoge 'MVSA-toren',
gelegen aan de Jaarbeursboulevard naast
bioscoop Kinepolis, kent een veelzijdig pro-
gramma met onder andere appartementen
en penthouses, kantoren, retail, cultuur en
openbaar toegankelijke groentuinen. De
104 m hoge 'Boeri-toren' (spreek uit Bo-eri)
aan de Croeselaan, bevat appartementen
en penthouses, commerciële ruimtes en
horecavoorzieningen in een verticaal bos op
de gevel.
Modellering
De gebouwen zijn gefundeerd op relatief
ondiepe palen, op de eerste draagkrachtige
zandlaag, met als paalpuntniveau circa
NAP -15 m. Dit is mogelijk gemaakt door een
geavanceerde constructieberekening, waar-
mee is aangetoond dat het gebouw niet te
veel zou zakken. Voor deze berekening is een basis-
model en een grondinteractiemodel gebruikt.
Het onderscheid tussen de modellen is de
wijze van modelleren van de fundering.
Basismodel? Het basismodel is gebruikt voor
de toetsing van de globale vervormingen ten
gevolge van korteduurbelastingen en voor
het bepalen van de krachten in de construc-
tie. In dat model zijn de ondersteuningen
ingevoerd met een stelsel lineair elastische
veren, met een stijfheid die is bepaald door
de geotechnisch adviseur.
Grondinteractiemodel? Het grondinteractie-
model is gebruikt om de invloed van de
langeduurzettingen op de constructie te be-
schouwen. Het doel van dit model is inzicht
verschaffen in de te verwachten scheefstand
van het gebouw. Ook wordt hierin meegeno-
men dat door de zettingen een zekere her-
verdeling van krachten plaatsvindt in de
constructie, wat voor een ander krachten -
spel zorgt dan uit het basismodel volgt. De geotechnisch adviseur berekende
de te verwachte zettingen op basis van de
langeduurfunderingsdrukken uit het ge-
bouw (quasi blijvende combinatie). Deze
funderingsdrukken zijn in een vroegtijdig
stadium bepaald aan de hand van een ge-
wichtsberekening. In de analyse van de geotechnisch
adviseur is geen rekening gehouden met de
stijfheid van het gebouw, terwijl het gebouw
wel degelijk stijfheid heeft. Met een separaat
EEM-model, dat het fitmodel wordt genoemd,
is de beddingconstante van de ondergrond
bepaald alsmede de stijfheid van een
IR. COERT DOOMEN
ConstructeurVan Rossum
Raadgevende Ingenieurs
IR. STEVEN
SCHOENMAKERS
Partner / Projectleider Van Rossum
Raadgevende Ingenieursauteurs
Het project Wonderwoods in Utrecht bestaat uit twee torens, van 104 m en 70 m hoog.
De hoogste wordt voorzien van een verticaal bos van beplanting aan balkons en ge\
vels.
De tweede, met karakteristieke rondingen, combineert groen aan de binnenzijde met
wintertuinen langs het gebouw. In totaal gaat het om circa 4000 m plantenbakken en
161 grote boombakken. Voor de constructie had dit alles de nodige consequenties.
CEMENT 5 2024 ?7
fictieve grondplaat. In het model komt dit
overeen met een massieve plaat met een
bepaalde stijfheid en dikte op een grid van
verende steunpunten, die tezamen de
grondwerking nabootst. De parameters
behorende bij deze fictieve grondplaat zijn
zo gekozen dat een gelijk zettingspatroon
ontstond als de waardes van de geotech -
nisch adviseur. Het fitmodel is uiteindelijk onder het basis
EEM-model geschoven. Samen vormen ze
het grondinteractiemodel (fig. 3). Het
grondinteractiemodel is dus een samenvoe-
ging van het basismodel en het fitmodel.
Hiermee werd het aandeel van de stijfheid
van de constructie meegenomen in de be-
schouwing van de zettingen. De omhullende,
meest ongunstige, optredende krachten van
2 Impressie Wonderwoods met links de MVSA-toren en rechts de Boeri-toren, bron: VERO 3 Principe grondinteractiemodel Wonderwoods
2
PROJECTGEGEVENS
project
Wonderwoords opdrachtgever
G&S Vastgoed / Kondor Wessels Projecten architect
Stefano Boeri Architetti / MVSA Architectsconstructeur Van Rossum
Raadgevende Ingenieurs geotechnisch advies Crux
aannemer
Bouwcombinatie Wonderwoods, bestaande uit
VolkerWessels-
ondernemingen Boele & van Eesteren en Kondor Wessels Amsterdam
3
8? CEMENT 5 2024
zowel het basis- als het grondinteractiemodel
zijn uiteindelijk beschouwd in de beoordeling
van de sterkte van de constructie.
Bouwkuip
Onder de torens bevindt zich een doorlo-
pende eenlaagse kelder. De bouwkuip voor
deze kelder is omsloten door CSM-wanden
(Cutter Soilmix Wanden (fig. 4). Deze wan -
den zijn met groutankers in de grond veran -
kerd. Voordat deze bouwkuip is ontgraven,
is de grond van een injectielaag voorzien,
waarmee de gehele bouwkuip waterdicht is
gemaakt. De injectielaag is pas aangebracht
na het maken van de palen, om het risico van opbarsten of lekkage tot een minimum
te beperken. De palen moesten hierdoor
vanaf maaiveld worden aangebracht (foto 5).
Het toepassen van de injectielaag maakte
het mogelijk met CSM-wanden te werken,
waardoor een dure bouwkuipoplossing met
damwanden kon worden voorkomen. Als paalsysteem zijn in de grond ge-
vormde palen toegepast. Na installatie is,
door middel van een akoestische meting, de
constructieve integriteit van de palen geveri -
fieerd. Hiermee kon worden onderzocht of
tijdens de installatie insnoering heeft plaats-
gevonden. Uit de uitgevoerde tests bleek dat
alle palen in goede staat verkeren.
4 Doorsnede bouwkuip, bron: Crux Engineering
5 Heiwerkzaamheden Wonderwoods
Constructieve
uitdaging voor
de MVSA-toren
zijn de vele
verschillende
functies die
boven elkaar zijn
geprogrammeerd
4
5
CEMENT 5 2024 ?9
Kranen
In en rondom de bouwkuip waren drie to-
renkranen voorzien (foto 6). Deze zijn alle
drie op een andere wijze gefundeerd. Twee
kranen overkluisden een transportroute en
zijn om die reden op een portaal geplaatst.
Daardoor konden vrachtwagens onder de
torenkraan door rijden. Een van deze twee
torenkranen is uitgevoerd met een in te
storten kraanvoet, de ander met geballaste
kraanvoet. De in te storten kraanvoet is ge-
bouwd op een betonnen portaal, dat bestaat
uit wandliggers met een dikke plaat erover-
heen. De geballaste kraan is gebouwd op een
stalen portaal. Doordat de kraan is geballast,
ontstonden er geen trekkrachten op de ver-
bindingen en was een staalconstructie de meest voor de hand liggende keuze. Beide
kranen zijn buiten de plot van de bebouwing
opgenomen, waardoor extra palen nodig
waren. De derde kraan is geïntegreerd in de
fundering tussen beide gebouwen in. Voor
deze kraan zijn diverse poeren, die in de
eindsituatie zijn bedoeld voor het gebouw,
samengevoegd tot één kraanpoer. Zo waren
maar enkele extra palen nodig. Deze laatste
kraan is de meest bijzondere: deze had een
losstaande haakhoogte van ongeveer 114 m.
Dit is vrij uniek in Nederland.
MVSA-toren: slim constructief
stramien
Constructieve uitdaging voor de MVSA-toren
zijn de vele verschillende functies die boven
7
6
De kenmerkende
verdiepingshoge
boombakken
zijn opgebouwd
uit twee prefab
elementen: de
wanden en het
bakelement
6 Twee torens in uitvoering, met drie torenkranen
7 Gestapelde functies in de MVSA-toren 10? CEMENT 5 2024
?????
?????
?????
?????
?????
?????
?????
?????
?????
?????
????? ????? ????? ????? ????? ????? ?????
dsn 1
10800
8100
8100
8100
8100
8100
7420
2400
8100
8100
8100
8100
8100
8100
6300
8
6 ,
5 6°
3971
???????????????????
???????????????????
??????????????
??????????????
???????????????????????
???????????????????????
??????????????????????
+13.020
??????????????????????
???????????????? ?????????????????????
?????????
???????????????????
?????????????????????
?????????????????????
?????????????????????
?????????????????????
?????????
???????????????????
??????????
??????????????????? ??????????
??????????????????? ??????????
??????????????????? ??????????
???????????????????
?????????????????????
?
??
??
???
?
? ?
??? ?
???
? ?
????????????????
???????????????????? ?????????????????????
??????????
???????????????????
???????????????????? ??????????
???????????????????
??????????
???????????????????
?????????????????????
?????????????????????
??????????
???????????????????
??????????
???????????????????
????????????????????
?????????????????????
?????????????????????
??????
??????
?????? ?????????????????????
??????????
??????????????????? ???????????????? ????????????????
??????????
???????????????????
? ??
??
???
?
? ?
??? ?
???
? ?
????????????????????? ???????????????????
dsn 5
?????????
???????????????????
?????????
???????????????????
?????????????????????
???????????????????
???????????????????????????????????????
???????????????????
???????????????????
???????????????????
???????????????????
???????????????????
????????????????????
????????????????????
????????????????????
???????????????????
dsn 2
dsn 3
dsn 4
dsn 6 dsn 7 dsn 8 dsn 9 dsn 10
A.02
A.03
A.04
A.01
A.05
????????????????
??????
??????
???????????????? 3.01
????????????????????????????????????
?????????
???????????????????
+13.020 ??????????????????????
+13.020?????????????????????? A.04
A.09
A.10
??????????????????????? ??????????????????????
?????????????????????????????????????????????
?????????
???????????????????
?????????
???????????????????
\feeg 20mm.????????????????????????????????
?????? +13.020 \feeg 20mm.
?????????????????????
????????????????
????????????????????? ????????????????????? ?????????????????????+13.050 +13.050 +13.050
+13.020 +13.020
+13.050
?????????????????????????????????????????????
????????????????
????????????????
?????????????????????
A.12
A.13
3.03
3.02
3.04
??????????????
+13.050????????????????????
??????
8 Plattegrond 3e verdieping MVSA-toren
elkaar zijn geprogrammeerd (fig. 7). Boven
de ondergrondse parkeerlaag bevinden zich
diverse commerciële functies: niet alleen
horeca, maar ook een Japans collectief voor
digitale kunst (museum Nowhere) neemt
zijn intrek. Deze specifieke gebruiker stelt
hoge eisen aan de vloerbelastingen, gemid -
deld 1000 kg/m² veranderlijke belastingen,
en ook een vrije indeelbaarheid van deze
vloeren. Door het gekozen constructieve
stramien leidde dit niet tot dikkere vloeren. Vanaf de eerste verdieping zijn direct
naast het museum de eerste woningen gere -
aliseerd (fig. 7). Door middel van een akoes-
tisch ontkoppelde constructie worden ge- luids- en trillingsoverlast van het museum
naar de woningen voorkomen.
Boven het museum bevinden zich, tot aan
de 6e verdieping, kantoorruimtes die de vol -
ledige plattegrond bestrijken en bestemd zijn
voor diverse huurders. Om voldoende flexi
-
biliteit voor de toekomst te waarborgen, zijn
zowel de commerciële plint als de kantoor
-
verdiepingen volledig voorzien van een open
kolomstructuur (fig. 8): een open structuur
van prefab kolommen en balken met als
vloer kanaalplaten met een druklaag. Tij
-
dens de verhuur kunnen kantoren onderling
op verschillende punten worden verbonden
door middel van vides en extra trappen.
8
CEMENT 5 2024 ?11
1080 0
8 100
8 100
8 100
8 100
8 100
7 420
2400
8 100
8 100
8 100
8 100
8 100
8 100
6 300
8
6 ,
5 6°
3
971
+6 0.90 0
dsn 2
dsn
3
dsn
4
dsn 6 dsn 7 dsn 8 dsn 9
A.07 A.0 8
A.11
De stabiliteit wordt in de onderbouw
gewaarborgd door twee prefab kernen
(fig. 10). De samenhang is voorzien door de
knippen van de prefab elementen slim te
positioneren en de constructieve schijf- en
zeilwerking van de druklaag. De kenmerken
-
de afgeronde hoeken van deze toren zijn
gerealiseerd door middel van brede prefab
betonbalken, die in de hoeken zijn verjongd.
Aan de Kinepoliszijde van de toren zijn de
kantoorverdiepingen doorgezet tot de 11e
verdieping (fig. 7). Aan de stationszijde van
de toren is vanaf de 6e verdieping ruimte
voor woningen. Vanwege de gewenste mas-
sa's voor akoestische ontkoppeling is, op
deze splitsing van kantoor naar woningen,
gewisseld van bouwmethodiek: waar de
kantoorverdiepingen volledig in prefab zijn
uitgevoerd, zijn de woonverdiepingen uitge-
voerd met in het werk gestorte wanden en
breedplaatvloeren (fig. 9 en 10). Op de overgang tussen woningen en
kantoren, op de 6e verdieping, is de enige
overdrachtsconstructie van de toren ge-
maakt (fig. 11). Deze 'zwevende fundering',
zoals hij in het project inmiddels is gaan
heten, vroeg om extra verdiepingshoogte op
de bovenste kantoorverdieping. Dankzij
vroegtijdige intensieve afstemming met de installatieadviseur is deze extra hoogte tot
een minimum beperkt, doordat de over -
dracht van de installaties en de constructieve
overdrachtsconstructie in dezelfde hoogte
zijn ontworpen.
Daktuinen zonder zware constructie? Op de
platte daken van de MVSA-toren worden
openbaar toegankelijke daktuinen gecreëerd
(fig. 12), die met elkaar zijn verbonden door
trappen en een doorlopende looproute die
zich rondom het gebouw over de daken van
de lagere bebouwing uitstrekt. Op de 7e ver-
dieping van de Boeri-toren, waar zich ook
een daktuin bevindt, kun je via een met
groen en bomen omzoomde loopbrug, naar
de MVSA-toren oversteken. Op die manier
zijn deze daktuinen straks semi-toegankelijk
en bereikbaar voor bezoekers van het res-
taurant dat zich op de 7e verdieping van de
Boeri-toren bevindt.
De daktuinen van de MVSA-toren wor -
den gerealiseerd op verschillende daken van
de kantoren en de woontoren. Om het extra
gewicht van het grondpakket en bomen te
kunnen dragen, is hier een verdikte vloer
toegepast. Deze vloeren zijn, afwijkend van
standaard kanaalplaten voor de kantoorvloe
-
ren, als breedplaatvloer uitgevoerd. Dit leid -
de tot een afwijkende oplegging op de
ABSEILEN VOOR
ONDERHOUD
Voor het groen rondom de
gevels is de komende jaren een
onderhoudspartij ingeschakeld,
waardoor de groene kwaliteit
van de gevels is geborgd. Het
groenonderhoud kan gedeel-
telijk vanuit de gevelonder-
houdsinstallatie worden
gedaan, maar deze is niet
beschikbaar voor de onderste
lagen en het bredere deel van
de toren. Hoveniers zullen hier
abseilen langs de gevels. Speci-
ale ankers op de bovenste ver-
diepingen zorgen voor veilige
aanhaakpunten voor de alpi-
nisten-hoveniers en hun afval-
zakken voor het snoeiafval.
Ook zijn de planten- en boom-
bakken voorzien van sterkere
ankers.
Voor dit project
heeft een
Italiaanse
Botanicusexpert
een windtunnel -
onderzoek
uitgevoerd
9
9 Plattegrond 18e verdieping MVSA-toren 12? CEMENT 5 2024
2400
8 100
8 100
8 100
8 100
8 100
8 100
6 300 11
12
10
10 Doorsnede MVSA-toren
11 Doorsnede MVSA-toren t.p.v. as 8 met op de 6e verdieping de overdrachtsconstructie
12 Impressie daktuinen op de MVSA-toren, bron: VERO CEMENT 5 2024 ?13
prefab balken, omdat er, in tegenstelling tot
kanaalplaatvloeren, geen oplegnok benodigd
is.
In het vroege ontwerptraject vond uitge-
breid overleg plaats met de groenadviseur
over de inrichting van de daken. Zo zijn de
posities van de zware elementen, zoals bo-
men en zwerfkeien, vroegtijdig vastgelegd
en afgestemd op een efficiënt ontwerp van
de constructie. Daarnaast zijn in het onder-
houdsplan voor toekomstig gebruik en de inrichting van de daktuinen specifieke rand
-
voorwaarden vastgelegd. Deze zorgen ervoor
dat herinrichting in de toekomst binnen
bepaalde grenzen blijft, om te voorkomen
dat de draagcapaciteit van de onderliggende
constructie wordt overschreden.
Binnentuinen? Op verschillende locaties in
het gebouw worden wintertuinen gereali -
seerd (fig. 13). Deze bevinden zich inpandig
direct aan de gevel. De wintertuinen be-
13 Inpandige wintertuinen in de MVSA-toren 14 Impressie Boeri-toren, bron: VERO
13
14
14? CEMENT 5 2024
27004200 12005700 12005700 12005700 12006900 6900
schikken over een gevel die afhankelijk van
de weersomstandigheden opent of sluit. Ze
brengen het groen dat rondom de torens
aanwezig is ook naar binnen, waardoor een
groene sfeer in de toren ontstaat. Net zoals bij de daktuinen, is in het
ontwerpstadium al afgestemd welke belas-
tingen vanuit het groen nodig zijn om vol -
groeide bomen in de binnentuin te laten
groeien. Daarnaast zijn de transportroutes
voor onderhoud met mini-hoogwerkers
vroegtijdig vastgelegd, zodat lokale construc-
tieverzwaringen alleen daar zijn toegepast
waar nodig.
Boeri: het verticale bos in Utrecht
De Boeri-toren draagt de karakteristieke
esthetiek die bekend is in andere ontwerpen
van architect Stefano Boeri (fig. 14). Het meest
opvallende voorbeeld is Bosco Verticale in
Milaan, dat diende als inspiratiebron voor
deze specifieke toren. Deze Boeri-toren, met een hoogte van
meer dan 100 m, wordt hoofdzakelijk ge-
bruikt voor woningen. Op de 7e verdieping
bevindt zich een restaurant, dat toegang
biedt tot de daktuinen op beide torens. Op
de lagere verdiepingen is er ruimte gereser-
veerd voor retail, een fitnessruimte en een
openbare fietsenstalling.
De constructie van de Boeri-toren
bestaat hoofdzakelijk uit in het werk gestort
beton. De onderste verdiepingen kennen een
combinatie van een kolommenstructuur met
balken en een wanden-vloerenstructuur.
Vanaf de verdiepingen waar alleen woningen
zijn gesitueerd, bestaat de constructie enkel
uit de wanden-vloerenstructuur (fig. 15).
De vloeren bestaan uit breedplaatvloeren,
de balkons zijn volledig in het werk gestort.
Stabiliteit wordt ontleend aan de doorgaande
constructieve wanden.
De toren wordt bedekt met diverse
plant- en boomsoorten die zorgvuldig zijn
geselecteerd voor deze locatie. Kleinere
planten en struiken worden in plantenbak -
ken rondom de vloerranden geplaatst, ter-
wijl voor de grotere, verdiepingshoge bomen
een groter grondpakket nodig is om de
boom te laten groeien. Hiervoor zijn speciale
boombakken van één verdieping hoog ont-
worpen, en is er in het ontwerp twee verdie- pingen ruimte gelaten voor de stam en
kruin van de boom. Hier liggen de balkons
iets terug.
Prefab gevel? Ter plaatse van de 7e en de 13e
verdieping versmalt de plattegrond van de
toren (fig. 15 ? 17). Vanaf deze verdiepingen
zijn prefab-betonnen kopgevels toegevoegd
aan het gevelbeeld. Aan deze kopgevels zijn
kleine plantenbakken bevestigd, die ogen -
schijnlijk willekeurig tegen de gevel zitten.
Hier zit echter een repetitie in.
15 Doorsnede Boeri-toren
15
CEMENT 5 2024 ?15
7471
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
5 400
2 700
5 825
2 350
4 550
3 400
3 500
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
2 967
3 933
2 760
4 140
8
7 491
6 900
6 900
6 900
6 900
7 0
,2
7
°
+2 4.17 0
+24.17 0 +24.73 0 +24.17 0
+24.17 0
W_AA W_ AC W_AD W_ AE W_AF W_AG W_ AH W_ AJ W_14
W_ BB W_BC W_ BD W_BE
W_ 03
W_04
W_15
W_05
W_06
W_07
W_08
W_09
W_ 11
W_12
W_ AB
1
9 ,
7 3 °
6
3
00
1 0
40
0
9
0°
+2 4.60 0
+24.60 0
+24.60 0
+24.60 0
+24.60 0
+22.82 0
A.01 7.01
7.02
7.03
7.04
A.0 2
5825
2 350
4 550
3 400
3 500
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900 2 967
3 933
2 760
4 140
6900
6 900
6 900
6 900
6 900
6 900
5 400
2 700
+6 5.57 0
W_AD
W_AE
W_ AF
W_AG
W_ 03 W_ 04 W_05 W_06 W_ 13 63
00 1
9 ,
7 3 °
A.0
2 A.03
penant d=50 0 A.04
A.07
17
16
Eén van deze kopgevels vervult over de vol -
ledige hoogte een bijkomende functie als
dragend element voor neerwaartse belasting
en draagt bij aan de stabiliteit van de toren.
Om deze wand functioneel te maken als on -
derdeel van de stabiliteit, is een constructief
verband aangebracht. Daartoe zijn de ele-
menten verspringend en overlappend gepo-
sitioneerd (fig. 18). Het architectonische beeld van deze
gevelwand bemoeilijkte de uitdaging om een
verband in deze gevel te krijgen. Doordat de
plantenbakken en gevelopeningen dermate
verspringen ten opzichte van elkaar, was er
een specifieke plaatsingsvolgorde ten tijde
van de bouw nodig. Om de drie verdiepingen
herhaalt de gevel zich. Van deze drie verdie-
pingen moesten er twee van links naar
rechts worden opgebouwd en een van rechts
naar links. Met deze voorwaarden zijn ver-
delingen van de elementen bepaald en nok -
ken aan de elementen toegevoegd.
Deze constructieve kopgevel is schuin geori -
enteerd ten opzichte van de overige orthogo-
nale dragende wanden en wordt opgevangen
door een in het werk gestorte wandligger,
die afdraagt op kolommen. Hierdoor ont-
stonden ingewikkelde wapeningsknopen.
Om de aannemer beter inzicht te geven, is
de wapening in deze knopen in 3D uitge-
werkt (fig. 18). Dankzij dit inzicht zijn moge-
lijke uitdagingen duidelijk geïdentificeerd.
Boombakken aan de gevel? De kenmerken -
de verdiepingshoge boombakken aan de ge-
vel zijn opgebouwd uit twee prefab elemen -
ten: de wanden en het bakelement (fig. 19,
20 en 21). De boombak is 1,2 m hoog, eron -
der bevindt zich tussen de wanden een holle
ruimte, die een gewichtsreductie opleverde.
Ondanks deze gewichtsreductie wegen de
boombakken nog altijd minimaal 130 kN,
inclusief boom en aarde. Aan de dragende
wanden zijn consoles gestort, die de draag -
constructie vormen voor de boombakken.
De consoles vallen weg in de ruimte tussen
de wanden. De boombakken zijn ontworpen met
de mogelijkheid om op twee verdiepingen te
worden verankerd (onderzijde en bovenzijde),
waardoor ze worden beschermd tegen
16 Plattegrond 7e verdieping Boeri-toren
17 Plattegrond 19e verdieping Boeri-toren 16? CEMENT 5 2024
alum iniumpl aa t in kl eu r
bo veng rond sebo om verank ering
al um iniu mpl aa t in kl eu r
bo veng rond sebo om verank ering
al um iniu mpl aa t in kl eu r alum iniumze twerk in kleu r
alum iniumze twerk in kleu r
alum iniumpl aa t in kl eu r alum iniumze twerk in kleu r
stalen ba lust rade in kl eu rspijle n ø1 2m m/hoh 110m m stalen bal ustrad e in kleu rspijle n ø12m m/hoh 110 mm
stalen ba lust ra de in kl eu rspijle n ø12m m/hoh 110 mm
kozijn g epo edercoa t in kl eu r kozijn g epo edercoa t in kl eu r
kozijn g epo edercoa t in kl eu r kozijn g epo edercoa t in kl eu r
kozijn g epo edercoa t in kl eu r kozijn g epo edercoa t in kl eu r
kozijn g epo edercoat in kleu r
kozijn ge poe derc oat in kl eu r
terra safwerking dr ee nteg el d. 60 mmop dr ag ers/ tege lafm eting n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sch ot isol at ie 30/50m mihwg be tonisol atie 50m mrege lwerkplaf on d ho uten de len
te rra safwerking dr ee nteg el d. 60 mmop dr ag ers/ tege lafm eting n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sch ot isol at ie 30/50m mihwg be tonisol at ie 50m mrege lwerkplaf on d ho uten de len
te rra safwerking dr ee nteg el d. 60 mmop dr ag ers/ tege lafm eting n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sch ot isol at ie 30/50m mihwg be tonisol at ie 50m mrege lwerkplaf on d ho uten de len
ko zijn g epo edercoat in kleu r
kozijn g epo edercoat in kleu r
terra safwerking dr ee nteg el d. 60 mmop dr ag ers/ tege lafm eting n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sch ot isol atie 30/50m mihwg be tonisol at ie 50m mrege lwerkplaf on d ho uten de len
afwe rking vlon de rs n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sc ho t is ol at ie 30/50m m ihwg be tonisol at ie 50m mregelwerk mu ltip lexp laat 12m m
kozijn ge poe derc oat in kl eu r
kozijn ge poe derc oat in kl eu r
gevel elem entpo lijs ten K8 00
terra safwerking dr ee nteg el d. 60 mmop dr ag ers/ tege lafm eting n.t.b.tw ee laag s bitu meaf sc ho t is ol at ie 30/50m mihwg be tonisol at ie 50m mrege lwerkplaf on d ho uten de len
ho uten be kled ing-ma ngat ac hter be kled ingtb v ber eikb aa rheid -
gev elel em entpo lijst en K8 00
bk. he kw erk 12 00+beloopbaa r vl . opp .
bk. he kw erk 1200 +beloopbaa r vl . opp . bk. he kwer k 1200+be loop baar vl . op p.
bk. he kwer k 12 00+beloop baar vl . op p.
bk. he kwer k 12 00+be loopbaa r vl . opp . bk. he kwer k 12 00+be loop baar vl . op p.
bk. he kwer k 12 00+beloop baar vl . opp .
boom bakinvu llin g bo om bakk envlgs opga ve advise ur
boo mbakinvu llin g bo om bak kenvlgs opga ve advise ur
tree po t
150 123 1
455 290 456
425 30075401
1205
150
2035
100
120 382 53945
120 3850 120 4090
dich t pa neel
dich t pa ne el dich t pa neel
134
2347
13 470
134 825 4207
12 0 3345 63
18
19
18 3D-wapeningsknoop ter plaatse van aansluiting versprongen gevel
19 Aanzicht ter plaatse van plantenbak CEMENT 5 2024 ?17
potentieel kantelen onder invloed van het
zwaartepunt van de boombak en externe
windbelastingen. Deze koppelingen zijn ge-
realiseerd door een stek-gainverbinding
tussen het wandelement en de vloer, en een
koppeling met ingestorte ankers bij het bak-
element met de vloer. Tussen de boombakken in bevinden
zich langgerekte plantenbakken. Deze plan -
tenbakken liggen op aangestorte betonnok -
ken aan de balkonvloer. Deze nokken vallen
weg in de inkassingen aan de onderzijde van
de plantenbakken. Het gewicht van de plan -tenbakken op het uiteinde van de uitkragen
-
de balkons levert extra krachten op. Deze
zijn in de wapeningsberekening van de bal -
kons meegenomen.
Windtunneltests bomen en struiken
Behalve het extra gewicht, genereren de
bomen in de daktuinen en de boombakken
bijzondere aanvullende belastingen op de
constructie van het gebouw. Vanwege de
flexibele beweging van de bomen door de
wind, is de resulterende kracht niet direct
af te leiden uit de Eurocode. Voor dit project heeft de Italiaanse
Botanicusexpert Laura Gatti een windtunnel -
onderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn voor alle
geplande boomposities de windstuwdrukken
gemeten (fig. 22). Vervolgens is, aan de hand
van een model met verschillende boomty -
pen per positie, een geschikte boomsoort
geselecteerd die daar kan groeien. Op basis
van de resulterende winddruk per positie
en het beoogde volgroeide boomtype, is voor
elke boompositie de effectieve krachtwer-
king op het gebouw bepaald, zowel in neer-
waartse als horizontale richting, inclusief
het vereiste inklemmingsmoment.
20 21
20 Doorsnede ter plaatse van plantenbakken 21 Impressie boombakken 18? CEMENT 5 2024
Deze optredende krachten zijn gebruikt
voor de dimensionering van zowel de hoofd -
draagconstructie, als voor een speciale ver-
ankeringsconstructie (fig. 23). Daarbij wordt
zowel de kluit van de boom als de boomstam
met stalen spanbanden verankerd. Mocht
de boomstam in de toekomst onverhoopt
breken, dan zal de top van de boom in deze
verankering blijven hangen en niet naar
beneden vallen. Zichtbaar groen
Hoewel de toren momenteel nog in aanbouw
is, met een geplande oplevering na de zomer
van 2024, zijn de eerste plantenbakken en
boombakken aan het gebouw al gevuld. Het
groen rondom de gevel wordt steeds zicht-
baarder. Met name dit groen vroeg om de
nodige maatregelen in de constructie, waar-
door dit project constructief gezien heel
speciaal was.
22 Windtunneltest groen op de constructie
23 Principe verankering boom in boombak
22
23
CEMENT 5 2024 ?19
Navigeren door complexiteit
Uitvoering van de kruisende onderdoorgangen in het
Julianaplein in Groningen
1 Het Julianaplein vanuit de lucht, foto: Rijkswaterstaat
1
20? CEMENT 5 2024
Het Julianaplein is onderdeel van
het project Aanpak Ring Zuid,
waarbij de zuidelijke ringweg van
Groningen wordt omgebouwd.
Het is de grootste en drukste kruising van
Noord-Nederland. Hier komt het verkeer uit
de richtingen Assen, Drachten, Hoogezand
en de binnenstad samen. Dit verkeersplein
wordt ongelijkvloers gemaakt, zodat het ver-
keer straks vanuit elke richting kan doorrij-
den. Daartoe worden twee gebogen onder-
doorgangen gebouwd, die elkaar bovenlangs
kruisen (fig. 2). De onderste onderdoorgang
is inwendig circa 12 m breed en circa 235 m
lang, waarvan circa 125 m wordt overdekt.
Deze onderdoorgang bestaat uit negen mo-
ten, waarvan vijf gesloten delen. Hij bevindt
zich net onder het bestaande maaiveld met
het laagste punt circa 3 m onder het polder-
peil. De bovenste onderdoorgang is gemid -
deld 12 m breed, circa 172 m lang en is over
circa 95 m gesloten. Deze onderdoorgang
bestaat uit zeven moten, waarvan vier geslo-
ten delen. Dit deel van de constructie ligt
volledig boven de grondwaterstand. Meer over de complexiteit en de uit-
dagingen bij het bouwen van twee kruisen -
de onderdoorgangen op staal op zettings- gevoelige keileem midden in de bestaande
infrastructuur staat in het artikel 'Twee
kruisende tunnels' in Cement 2022/4. Als
aanvulling richt dit artikel zich specifiek op
de uitvoeringstechnieken en de invloed op
het ontwerp, met name in relatie tot de
wapening.
Invloed uitvoering op ontwerp
wapening
Om de belastingen op de onderdoorgang,
die is gefundeerd op staal op relatief lage
beddingsconstanten, op te kunnen nemen,
is een aanzienlijke hoeveelheid wapening in
de vloer, wanden en het dak nodig. Tijdens
het uitvoeren van de wapeningsberekenin -
gen bleek al snel dat de inpassing van de
wapening een complexe uitdaging zou wor-
den. Vanwege de grote vereiste diameters
en lengtes van de staven en de specifieke
positionering van de wapening, zou het ter
plaatse vlechten een negatieve impact heb-
ben op zowel arbeidsintensiteit als inpas-
sing. Daarom is een mogelijk beter alterna -
tief met geprefabriceerde wapening
beschouwd. Voor grote vloervelden werkt een aan -
nemer bij voorkeur met vloernetten of
PROJECTGEGEVENS
project
Aanpak Ring Zuid in
Groningen / Kruisende Onderdoorgangen Julianaplein
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer
Combinatie Herepoort (bestaande uit
Max Bögl Nederland, Züblin Nederland
Oosterhof Holman Infra,
Koninklijke Sjouke Dijkstra, Roelofs Wegenbouw) engineering
Witteveen+Bos
Bij het ontwerpproces van een nieuw kunstwerk reikt de verantwoordelijkheid verder dan
enkel de constructieve aspecten; het omvat ook de uitvoeringstechnische haalbaarheid. Een vroegtijdige samenwerking met de uitvoering kan niet alleen aanzienlijke tijdswinst
opleveren, maar ook de risico's effectief beheren. Dit principe is toegepast bij de complexe
kruisende onderdoorgangen van het Julianaplein, waarbij de uitvoering vanaf een vroeg stadium actief was in het ontwerpproces.
CEMENT 5 2024 ?21
rolmatten. Door de kromming van de onder-
doorgangen en de afmetingen en diameters
van de benodigde wapening was dit echter
geen optie. Zo ontstond het idee om met
prefab wapeningskorven te gaan werken. Bij het toepassen van prefab wapening
is het van groot belang dat alles nauwkeurig
in elkaar past, omdat de aanpassingsmoge-
lijkheden ter plaatse zeer beperkt zijn. Daar-
om is gekozen alle belangrijke onderdelen
en details in Allplan in 3D uit te werken.
Wapeningsconfiguratie
Voor een zo efficiënt mogelijk wapenings-
systeem van de moten is voor de wape-
ningsconfiguratie één principe aangehou -
den (fig. 3). In de vloeren en het dak wordt
de eerste laag wapening altijd in de langs-
richting van de moten aangebracht, met
een hart-op-hart-afstand van 100 mm. Voor de wanden is gekozen de eerste laag in de
horizontale richting aan te brengen met
een hart-op-hart-afstand van 125 mm. Op
deze manier kunnen de beugels in de eerste
laag worden aangebracht voor de krachts-
afdracht in de dwarsdoorsnede van de
moot. In de dwarsrichting moeten staven tot
en met een diameter Ø40 mm worden toege-
past. Conform eis ROK-0114 mag in dit geval
de staafafstand niet kleiner zijn dan 120 mm.
Vanwege de inpasbaarheid, eventueel beno-
digd bijplaatsen van losse staven en om grind -
nesten te voorkomen, is voor hart-op-hart-
afstand 140 mm gekozen. Voor de tussenafstand van verschil -
lende wapeningslagen in dezelfde richting
wordt een waarde van 40 mm aangehouden,
zodat een tussenstaaf Ø40 mm als hulpwa -
pening kan worden aangebracht (fig. 4).
2 3D-weeggave kruisende tunnels in BIM 3 Wapeningsconfiguratie in de moten
4 40 mm tussenafstand verschillende wapeningslagen
2
IR. ESLI BOSMAN
Senior Constructeur Witteveen+Bos
IR. WOUTER CLAASSEN
Ontwerpleider
Witteveen+Bos
WIM
MEULENBRUGGE
Senior 3D-ontwerper Witteveen+Bos auteurs
3
4
22? CEMENT
5 2024
Wapeningshoeveelheden
Als gevolg van de bodemgesteldheid en de
fundering op staal ontstaan aanzienlijke in -
terne krachten in de vloeren van de moten.
Dit resulteert bijvoorbeeld in drie lagen
bovenwapening Ø40-140 ter plaatse van het
midden van de vloer voor de diepst gelegen
moot. Bij de aansluitingen tussen de wanden,
het dak en de vloer is eveneens een aan -
zienlijke hoeveelheid wapening vereist van -
wege de optredende momenten. Voor het
dak resulteert dit in maximaal twee lagen
Ø32-140. In de diepst gelegen vloeren is bijna
over de gehele vloer dwarskrachtwapening
nodig. De beugels bevinden zich in de bui -
tenste laag en worden geplaatst tussen de
staven van de langswapening. Door het ge-
bruik van prefab korven kan de wapening
in dwarsrichting voor de vloer, wanden en
het dak worden gevlochten als gewapende
balken (fig. 5). Hierbij is uitgegaan van ge-
prefabriceerde wapeningskorven met een
breedte gebaseerd op vier staven met een
tussenafstand van 140 mm omgeven door
beugelwapening. De langswapening maakt
geen deel uit van de prefab korf. Deze gepre-
fabriceerde korven worden achter elkaar op
de onderwapening in langsrichting geplaatst, om op deze manier de vloer en het dak te
vormen. Na het plaatsen van de prefab kor-
ven wordt tot slot de bovenwapening in
langsrichting aangebracht. Het aantal typen korven in elke moot
is afhankelijk van de variatie in interne
krachten. In de basis wordt uitgegaan van
vier typen korven voor zowel de vloer als het
dak. Deze verschillende typen zijn nodig ter
plaatse van de dilatatievoeg, ter plaatse van
de randstrook, in het middengedeelte en in
een passtrook. Voor de wanden zijn twee verschillende
typen korven toegepast, aangezien de rand -
stroken door de inpassing van de tand- en
inkassingsconstructie in het werk moeten
worden gevlochten.
De voordelen van deze werkmethode zijn
talrijk:
eenvoudige en overzichtelijke tekeningen
met veel repetitie;
wapening wordt als prefab elementen op
de bouw aangevoerd;
de mogelijkheid om wapening voorafgaand
te produceren, waardoor de uitvoering op
de bouwplaats sneller kan verlopen (de vloe-
ren van de moten werden op deze manier in
circa zeven dagen tijd gevlochten);
5 Principe van wapening prefab korven
De detaillering
van de wapening
rondom de
hemelwater-
afvoerleidingen
vroeg de nodige
aandacht
MEER OVER HET ONTWERP
Over het ontwerp van de twee
kruisende onderdoorgangen in het
Juliaplein is in Cement 2022/4 het
artikel 'Twee kruisende tunnels'
verschenen.
5
CEMENT 5 2024 ?23
uitvoering vindt plaats in een geconditio-
neerde werkplaats, waarbij de korf op
werkhoogte is gepositioneerd wat zorgt voor
betere arbeidsomstandigheden;
eenvoudige controle van de wapening
op de bouwplaats;
verminderde kans op fouten tijdens de
bouw;
verbeterde veiligheid op de werkvloer;
minder fysiek belastend werk voor de
vlechters op de bouwplaats.
Wapeningsdetaillering versus
beton
In verband met de eisen met betrekking tot
de brandveiligheid van de onderdoorgangen
is het beton in de wanden en aan de onder-
zijde van het dak uitgevoerd met een beton -
mengsel met polypropyleenvezels. Het beton
van de wanden heeft een betonsterkteklasse
van C30/37. In de vloeren werd een beton -
sterkteklasse van C35/45 gehanteerd. De keuze voor een bepaald type beton -
mengsel heeft gevolgen voor het ontwerp,
zoals de detaillering van de wapening in de
verbindingen. Vanwege meerdere lagen
wapening in de aansluitingen tussen de
wanden en de vloer en het dak ontstaan
relatief hoge lokale drukspanningen in het
beton, ter plaatse van de buigdoorn. Omdat
het door de toepassing van de polypropy -leenvezels niet mogelijk is om een hogere
betonsterkteklasse toe te passen in de wan -
den en het dak, zijn de drukspanningen in
het beton gereduceerd met grotere doorn -
diameters voor de wapeningsstaven (foto 7).
Buigdoornen van Ø300 mm, Ø400 mm,
Ø500 mm en Ø600 mm waren noodzakelijk.
Om de hoeken voldoende af te wapenen zijn
schenkels Ø16-140 bijgelegd.
Ook de detaillering van de wapening rondom
de hemelwaterafvoerleidingen (HWA), met
diameters van Ø200 tot Ø400mm, vroeg de
nodige aandacht (foto 8). Door de aanwezig -
heid van de leidingen wordt de dwarskracht-
capaciteit lokaal aanzienlijk verminderd, in
een gebied waar de dwarskracht al vrij hoog
is. Door middel van een vakwerkmodel is de
krachtswerking rondom de HWA-leiding in
beeld gebracht. Het momentenverloop in de
dwarsrichting van de vloer laat zien dat ter
plaatse van de HWA-leiding druk aan de
bovenzijde en trek aan de onderzijde van de
vloer optreedt. In de basis worden de dwarskrachten
rondom de HWA-leiding op twee manieren
opgenomen:
door middel van een wapeningskorf onder
de HWA-leiding (fig. 9)
door middel van een ophangstaaf (Z-staaf )
(fig. 10)
6
De druk-
spanningen in
het beton zijn
gereduceerd
met grotere
doorndiameters
6 Prefab wapeningskorven vloer
KWALITEITSCONTROLE
KORVEN
De kwaliteitscontrole van de korven
moet minstens het volgende
omvatten:
- De hart-op-hart-afstand van de
?wapeningsstaven moet overeen-
?komen met de tekening.
- De haarspelden en/of beugels
?moeten op een vaste afstand
?vanaf de rand zijn uitgezet.
- Haarspelden en/of beugels moe-
?ten de juiste verticale stand
?hebben ten opzichte van de
?hoofdwapening.
- Het wapeningsprincipe zoals
?aangegeven op de tekening,
?inclusief bundeling van haarspel-
?den, moet secuur zijn uitgezet.
- De langswapening moet correct
?worden uitgezet op de bekisting
?en de haarspelden moeten hier-
?naast kunnen worden geplaatst.
- Rekening moet worden gehouden
?met de dwarsverkanting in de
?doorsnede, bijvoorbeeld bij het
?uitzetten van de stekken voor de
?wandwapening.
24? CEMENT 5 2024
7
7 Grote doorndiameters en extra schenkels?8 Wapening rondom HWA-leiding
9 Vakwerkmodel wapeningskorf onder HWA-leiding?10 Vakwerkmodel Z-staaf
8
9 10
Op basis van art. 9.2.2(4) en 9.3.2 van NEN-
EN 1992-1-1 geldt dat een fractie gelijk aan ?
3
= 0,50 van de noodzakelijke dwarskrachtwa -
pening in de vorm van beugels moet worden
aangebracht. Om voldoende dwarskracht-
capaciteit te genereren en door de minimale
benodigde aanwezigheid van beugels worden
beide wapeningsprincipes toegepast.
Tandconstructie
Om eventuele verschilverplaatsingen tussen
de moten op te vangen, zijn alle moten onder-
ling verdeuveld met een tandconstructie. In
het ontwerp is al in een vroeg stadium nage-
dacht over de maakbaarheid van deze verbin -ding. Vanwege de grote krachten op de tanden
en de beperkte ruimte was de inpasbaarheid
van de wapening een uitdaging (fig. 11a en
11b). Daarbij was de detaillering cruciaal.
Door de repetitie van de tandverbinding is
een efficiënte oplossing bovendien van groot
belang. Dit vroeg om een op maat gemaakte
bekisting, die met zo min mogelijk aanpas-
singen kan worden ingezet voor alle moten.
In het ontwerp is allereerst gezorgd
dat de verschillende locaties zoveel mogelijk
gelijk zijn ontworpen wat betreft afmetingen
en hoeken. Verder is de volgorde van uitvoe
-
ring van belang. Eerst is de wand met inkas -
sing gestort (foto 12a en 12b), gevolgd door
CEMENT 5 2024 ?25
de aansluitende tandverbinding met bijbe -
horende wand. Als de tand in de inkassing
zou worden gestort, ontstaan grote risico's
met betrekking tot verdichting en bekisten.
Om dit te voorkomen zijn de tanden geprefa
-
briceerd op de bouwplaats (foto 13). Na de stort en het ontkisten van de wandconstruc
-
tie met inkassing, zijn de tanden met behulp
van een tafelconstructie ingeschoven en op
twee oplegblokken aangebracht. Zowel boven
als onder de tand is een oplegblok toegepast.
De tanden zijn door middel van stekken ver
-
11a
12a
11b
12b
11 Modellering van (gedeeltelijke) wapening inkassing (a) en tandconstructie (b) 12 Bekisting rondom inkassing tandconstructie 26? CEMENT 5 2024
bonden aan de wand en meegestort met de
eerstvolgende wandconstructie.
Om de overgang tussen de tand en de
in het werk gestorte wand te laten voldoen
aan de eisen voor CUR100, is een cannelure
aangebracht met een diepte van 10 mm.
De prefab korven van de vloer moeten ter
plaatse van de dilatatievoegen van de moten
worden gekoppeld met de wandconstructie
(foto 14). Omdat de bekistingselementen ten
behoeve van de inkassingsconstructie op de
vloer van de volgende moot moeten worden
geplaatst, zijn op deze locatie mechanische
koppelingen nodig in plaats van stekwape-
ning naar de wand. Om het risico op fouten
te minimaliseren, zijn de koppelingen zowel
aan de tandzijde als aan de inkassingszijde
toegepast. Aan de inkassingszijde zijn de
mechanische koppelingen niet strikt nood -
zakelijk, maar het bijkomende voordeel van
de toepassing is dat geen overlappingslengte
nodig is op deze locatie.
Randvoorwaarden voor de
uitvoering
Het gebruik van prefab wapening met mini -
male toleranties vereist duidelijke afspraken.
Bovendien moeten alle betrokken partijen
(ontwerpers, uitvoerders en vlechters) wen -
nen aan een nieuw uitvoeringsprincipe. Zo moest al vanaf de eerste bouwlaag rekening
worden gehouden met de positie van de
stekwapening. Bij een werk dat in situ wordt
gevlochten is het vaak eenvoudiger te antici -
peren op maatafwijkingen. Niet alles zal daardoor gelijk goed
gaan; het doorlopen van een leercurve is
essen tieel. Voor de onderdoorgangen van
het
Julianaplein is het gelukt om samen met
Combinatie Herepoort tijdig voldoende
scherpte in het uitvoeringsproces te krijgen.
Nauwe samenwerking
De nauwe samenwerking tijdens het
ontwerp proces en het uitvoeringsproces
tussen de uitvoerende en ontwerppartijen
heeft geleid tot een robuust ontwerp, een
praktische uitvoeringsmethodiek en mini -
male conflicten van de wapening. De ervaring heeft geleerd dat het van
groot belang is om zo vroeg mogelijk in het
ontwerptraject de meest geschikte uitvoe-
ringsmogelijkheden vast te leggen. Daar-
naast is het cruciaal dat het ontwerpteam
betrokken blijft gedurende de uitvoerings-
fase, zodat de ontwerpprincipes kunnen
worden overgedragen en toegepast. Op 2 september 2024 om 06.00 u zal
het werk voor de onderdoorgangen Juliana -
plein zijn afgerond en worden ze openge-
steld voor het verkeer.
De tanden zijn
geprefabriceerd
op de
bouwplaats
14 13
13 Geprefabriceerde tand (gedraaid)
14 Mechanische koppelingen in vloer in plaats van stekwapening CEMENT 5 2024 ?27
1 Het bouwen in een landklimaat vroeg om een solide materiaal met massa, foto: Javier Orive
GELAAGD
ROTSHUIS
van ruig beton
Buitenhuis in Torremocha, Spanje
28? CEMENT 5 2024
beton in beeld
door ir. Kirsten Hannema
BOUWSYSTEEM
Omdat de terrassen, de steun-
muur aan de achterzijde en
het bouwen in een landklimaat
? met hete zomers en koude
winters ? om een solide mate-
riaal met massa vroegen, is
gekozen om te bouwen met
beton. De opdrachtgever
stelde voor om te werken met
het bouwsysteem Baupanel.
Een element is opgebouwd uit
een 3D-structuur van gegalva-
niseerd staal, bestaand uit
twee (vlakke) gaasstructuren
(Ø2,5 mm) die onderling zijn
verbonden door meerdere
stalen staven (Ø5 mm). Tussen
de gaasstructuren bevindt zich
een 14 tot 20 cm dikke
EPS-isolatieplaat. Op locatie
worden de elementen afge-
bouwd door aan weerszijden
een laag beton aan te
brengen, in een vooraf
bepaalde dikte. De betonnen
lagen sluiten aan op de gekar-
telde vorm van de isolatie-
plaat, waardoor een stevige,
monoliete constructie ontstaat,
met een relatief laag gewicht
en een isolatiewaarde van
0,036 - 0,038 W/mK.
CEMENT 5 2024 ?29
beton in beeld
2 De woning is gebouwd tegen een steile helling, foto: Javier Orive
PROJECTGEGEVENSproject
Buitenhuis,
Torremocha/Madrid, Spanje
ontwerp 2017
uitvoering 2022
architect
Ignacio Borrego
constructiesysteem Baupanelfacilities
José Luis Camiña (NORTAP)
oppervlak woning 295 m
2
De bouwlocatie, even buiten Madrid, was prachtig én lastig: een steile
helling met weids uitzicht over de bergen. Architect Ignacio Borrego
ontwierp een gebouw dat deels in de helling is ingegraven en deels
eruit steekt, en plaatste een voetbalveld op het dak. De bovenverdieping
met wintervertrekken is gericht op uitzicht en daglicht, waarbij de
uitkragende bouwdelen schaduw geven aan de onderliggende
'zomerverdieping', die zich opent naar het zwembad. Het huis is
gemaakt met een bouwsysteem dat de suggestie wekt van een
monoliete structuur, maar feitelijk bestaat uit een dikke laag
isolatiemateriaal, aan weerszijden afgewerkt met een laag beton.
2
30? CEMENT 5 2024
beton in beeld
3 Dankzij diepliggende ramen is het ook tijdens hete zomers prettig toeven, foto: Javier Orive
INDUSTRIËLE LOOK
Het beton kan ofwel met een spuit aangebracht worden, ofwel met
behulp van bekisting in het werk gestort worden. Hier is gekozen
voor de laatste ? iets duurdere ? optie, waarbij is gewerkt met een
bekisting van stalen golfplaten. De golfplaten geven verticale
schaduwlijnen die onregelmatigheden in het beton maskeren en
een industriële look die de architect passend vond bij de ruige
omgeving. Aan weerzijden van de isolatieplaat is een laag van
4 cm beton gestort. De dikke isolatielaag en de massa van het
beton dragen bij aan het stabiele binnenklimaat in de woning. In
combinatie met de uitkragende gebouwdelen, die de zon weren,
en waarin diepliggende ramen zijn geplaatst, maakt dit een
woning waarin het ook tijdens hete zomers prettig toeven is.
3
CEMENT 5 2024 ?31
beton in beeld
Escala - 1:5
Hormigón visto con encofrado grecadoGrava
BSR - 140
Ø 2,5 mm
Malla de borde Ø 2,5 mm
Lámina impermeabilizante
Malla de borde 227x227 mm Ø 2,5 mm
BSF - 200
Tennis quick h=20 cm
Falso techo de pladur Geotextil
Angular de acero galvanizado
Capa de compresión = Mortero de pendientes
Ø 2,5 mm Angular de acero
galvanizado
Ø 2,5 mm
Malla de borde Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Tennis quick h=20 cm
BSR - 140
BSF - 200 Hormigón visto con
encofrado grecado
Ø 6 mm
Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Lámina impermeabilizante
+ geotextil
Grava
Ø 2,5 mm
Capa de compresión
= mortero de pendientes
Ø 6 mm
Hormigón alta resistencia
Ø 2,5 mm
Malla de borde
227x227 mm Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Falso techo de pladur
Hormigón
Escala - 1:10
Escala - 1:5
Hormigón visto con encofrado grecado
Grava
BSR - 140
Ø 2,5 mm
Malla de borde Ø 2,5 mm
Lámina impermeabilizante
Malla de borde 227x227 mm Ø 2,5 mm
BSF - 200
Tennis quick h=20 cm
Falso techo de pladur
Geotextil
Angular de acero galvanizado
Capa de compresión =
Mortero de pendientes
Ø 2,5 mm
Angular de acero
galvanizado
Ø 2,5 mm
Malla de borde Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Tennis quick h=20 cm
BSR - 140BSF - 200 Hormigón visto con
encofrado grecado
Ø 6 mm
Ø 2,5 mm
Ø 2,5 mm
Lámina impermeabilizante
+ geotextil
Grava
Ø 2,5 mm
Capa de compresión
= mortero de pendientes
Ø 6 mm Hormigón alta resistencia
Ø 2,5 mm
Malla de borde
227x227 mm Ø 2,5 mm Ø 2,5 mm
Falso techo de pladur Hormigón
Escala - 1:10
4b
4 Detail wand (a) en dak (b), bron: Ignacio Borrego
WAND-, VLOER- EN DAKSYSTEEM
Behalve de wanden zijn ook de vloeren en het dak met
dit bouwsysteem uitgevoerd, met een dikkere ter
plaatste gestorte druklaag. Bij de 4 tot 5 m uitkragende
bouwdelen fungeren de wanden als liggers; deze vormen
samen met de vloer en het dak een buisvormige
constructie. De isolatie van de horizontale en verticale
delen raken elkaar, zodat er geen koudebruggen zijn.
De EPS-elementen zijn geprefabriceerd met een
verlengd staalgrid, zodat de grids onderling 5-10 cm
overlappen. Op deze manier ontstaat na het storten
van het beton een doorlopende constructie. Ter plaatse
van de uitkragende bouwdelen overlappen de verlengde
staalgrids 20 cm aan elke zijde. De verbindingen tussen
vloer, dak en wand zijn op dezelfde manier in de
fabriek gemaakt, met een hoek van 90°.
4a
32? CEMENT 5 2024
6
5 De architect is enthousiast over het eindresultaat en in het bijzonder over de uitkragende bouwdelen, die zonder
hulpconstructie zijn gerealiseerd, foto: Javier Orive
ZONDER HULPCONSTRUCTIE
Voor de architect was het een uitdaging om een aannemer te vinden die het
project wilde uitvoeren. Lokale bouwbedrijven zijn gewend om te werken met
conventionele bouwmethodes; dit systeem was nieuw voor hen. De architect
is enthousiast over het eindresultaat, en in het bijzonder over de uitkragende
bouwdelen, die zonder hulpconstructie zijn gerealiseerd. Hij past het
bouwsysteem nu ook toe bij een project voor een buitenhuis in het bos. Daar
werkt hij met een houten bekisting en gepigmenteerd zwart beton. Voor dit
huis is standaard grijs beton gebruikt. De architect had het onbehandelde
beton aan de binnenkant graag in beeld willen laten, maar de opdrachtgever
liet uiteindelijk een afwerklaag van cement aanbrengen om oneffenheden
weg te werken.
Het buitenhuis in Torremocha
staat uitgebreid beschreven en
geïllustreerd op www.tektoniek.nl.
Tektoniek is het kennisnetwerk voor
architectuur in beton. Via lezingen,
projectbezoeken, workshops,
expert meetings en online commu-
nicatie wordt informatie, inspiratie
en ondersteuning geboden aan
(toekomstige) architecten,
constructief ontwerpers, bouwkun-
dig adviseurs en producenten.
Daarbij gaat het altijd om de
relatie tussen vormgeving,
constructie en maakbaarheid.
CEMENT 5 2024 ?33
beton in beeld
Als gevolg van krimp ontstaan
vervormingen in beton. Als die
vervormingen zijn verhinderd,
leidt dit tot spanningen
. Wanneer die
spanningen groter zijn dan de treksterkte,
kan dit leiden tot scheuren. Maar ook bij vrije
vervorming kunnen de extra vervormingen
effect hebben, bijvoorbeeld op opleggingen
en voegen. Met krimp moet in het ontwerp
dus goed rekening worden gehouden.
Er zijn diverse vormen van krimp:
chemische krimp, uitdrogingskrimp en au -
togene krimp. Autogene krimp is een eigen -
schap van beton die al vrij lang bekend is en
waar veel onderzoek naar is gedaan. Tot en -
kele jaren geleden was het idee dat autogene
krimp voor 'gebruikelijk' beton (beton dat
dagelijks wordt toegepast in de bouw) vrij
klein is ten opzichte van andere vervormin -
gen, en daarom meestal te verwaarlozen is.
Autogene krimp zou met name voorkomen
bij hogesterktebeton en/of afwijkende en bijzondere betonsoorten, zoals zelfverdich
-
tend beton en recenter ook bij geopolymeer-
beton. Vooral voor deze betonsoorten was
het wenselijk goed inzicht te krijgen in deze
vorm van krimp. De afgelopen jaren kwamen er echter
aanwijzingen dat autogene krimp ook op-
treedt bij de meer gebruikelijke betonsoor-
ten. En dat de autogene krimp groter is dan
gedacht. De vraag rees hoe groot de autogene
krimp nu werkelijk is en of en hoe deze
krimp te beïnvloeden is.
Wat is autogene krimp?
Het begrip autogene krimp wordt al jaren
gebruikt. Toch zijn er verschillende inter-
pretaties over wat autogene krimp precies is.
Als je goed met elkaar wilt communiceren
over het onderwerp, is een heldere definitie
essentieel. Binnen Stutech Studiegroep 69
(zie kader) is de volgende beschrijving
krimp gehanteerd:
Ontwerpen met
autogene krimp
Dat beton krimpt is algemeen bekend en ook in de Eurocode 2 wordt er op diverse
plekken aandacht aan besteed. Maar wanneer en hoe je rekening houdt met specifiek de
zogenoemde autogene krimp, dat is minder bekend. Op basis van ervaringen van
constructeurs en onderzoek van Stutech is daar nu een praktische werkwijze voor voorgesteld.
Een uitleg aan de hand van drie voorbeelden.
Praktische aanpak voor de constructeur
34? CEMENT 5 2024
IR. JEROEN MEIJDAM
Technisch Specialist Mobilis
Reacties