Recent is de richtlijn 'Borging constructieve veiligheid in de infra' gepubliceerd. Deze richtlijn is opgesteld vanuit het perspectief van de aannemer van een traditioneel D&C-contract [1], waarbij het ontwerp en de realisatie door de aannemer worden uitgevoerd. In de richtlijn draagt één persoon de verantwoordelijkheid voor de constructieve veiligheid op een project gedurende alle fasen: de hoofdconstructeur.
Constructieve
veiligheid in de infra
Richtlijn voor het borgen van de constructieve veiligheid van
infrastructurele projecten
1 De hoofdconstructeur is de spil in het projectteam en verenigt de rollen van
ontwerpend constructeur en coördinerend constructeur in zich
1
52? CEMENT 3 2024
Niemand wil een gebeurtenis
zoals bij de parkeergarage in
Eindhoven of het AZ-stadion mee-
maken.
In de infrasector zijn er gelukkig
geen incidenten van die omvang geweest
met betrekking tot permanente constructies
(er zijn bijvoorbeeld wel hijsincidenten ge-
weest). Dat betekent echter niet dat een (bij-
na) instorting niet kan plaatsvinden. Bij Design&Construct-projecten (D&C)
in de infra is de aannemer verantwoordelijk
voor ontwerp en realisatie. Het is daarom
vanzelfsprekend dat de aannemer het initia -
tief neemt om de constructieve veiligheid te
borgen. Ook de opdrachtgever heeft een be-
langrijke verantwoordelijkheid. Hij benoemt
een regievoerder veiligheid in zijn organisa -
tie. Tevens kan de opdrachtgever aanzienlijk
bijdragen aan de veiligheid door rekening te
houden met een reële planning en de ont-
werpverantwoordelijkheid neer te leggen bij
één partij (afhankelijk van de contractvorm:
opdrachtgever, aannemer of constructeur).
Inhoud richtlijn
De G6, een onafhankelijke taakgroep van de
Vakgroep Ingenieursbureaus Bouwonderne-
mingen (VIB, zie kader), heeft het initiatief
genomen om een richtlijn op te stellen die
de essentie bevat van het borgen van con -
structieve veiligheid bij infraprojecten. De
focus ligt op de controle en de eindverant- woordelijkheid. De richtlijn is opgesteld
vanuit het perspectief van de ontwerpend
aannemer en sluit goed aan bij de organisa -
tie en verantwoordelijkheden zoals die in de
infra gebruikelijk zijn. Het gaat om zowel
definitieve als tijdelijke constructies, van
tender tot en met realisatie. De richtlijn gaat voornamelijk over
D&C-projecten, deze komen het meest voor.
Bij de andere contractvormen binnen de
infrasector (RAW-bestek, E&C-contracten)
zijn alleen de basisprincipes gegeven. Het is een richtlijn op hoofdlijnen.
Vanwege de verschillende contractvormen
en de onderlinge verschillen in interne orga -
nisatie van de aannemers geeft de richtlijn
niet voor elke situatie een gedetailleerde in -
vulling. Bij uitzonderingen kan er in de geest
van de richtlijn gehandeld worden. Con -
structieve veiligheid moet in het DNA van de
medewerkers zitten en is niet gebaat bij een
gedetailleerde afvinklijst. Het gaat over hou -
ding en gedrag van alle betrokkenen.
Ten tijde van het afronden van de richtlijn is
het Manifest Structureel Veiliger van het
'Programma Veiligheid in de bouw' [2] gepu -
bliceerd. De richtlijn sluit nagenoeg volledig
aan op dit manifest. Het manifest richt zich
echter voornamelijk op woning- en utiliteits-
bouw. Zie het kader 'Verschil woning- en
utiliteitsbouw met de infra'.
IR. LEO
MOLENBROEK
Raadgevend Adviseur ConstructiesHeijmans
ING. HAIKE VAN LOTTUM
Senior Specialist OntwerpMobilis
auteurs
Recent is de richtlijn 'Borging constructieve veiligheid in de infra' gepubliceerd.
Deze richtlijn is opgesteld vanuit het perspectief van de aannemer van een traditioneel D&C-contract [1], waarbij het ontwerp en de realisatie door de aannemer worden uitgevoerd. In de richtlijn draagt één persoon de verantwoordelijkheid voor de
constructieve veiligheid op een project gedurende alle fasen: de hoofdconstructeur.
CEMENT 3 2024 ?53
5
Organogram
Het onderstaande o\zrganogram laat in hoofdlijnen zi\zen in \felke delen van het proje\bt \bonstru\btieve ont\ferpdo\bumenten \forden
gemaakt en \fie die \z\bontroleren. Het is \bru\biaal\z dat de hoofd\bonstru\bt\zeur de benodigde \bo\znstru\btieve do\bumenten krijgt\z, zodat hij zijn
verant\foordelijkheid kan dra\zgen. Hiertoe moet \zhet uitvoeringsteam tijdig\z en aantoonbaar bi\zj het ont\ferppro\bes \forden betrokken. Er zijn
vooral \bonstru\btieve rollen \feergegeven in het organogr\zam.
Eigen organisatie en
regievoerder veiligheid
Es\balatie
Toetsend
constructeur
Extra
\bontrole
Organogram
constructieve rollen
Ontwerpteam(s) Uitvoeringsteam(s) Beheer\f&\fonderhoud
Alle \bonstru\btieve
ont\ferpdo\bumenten van:
? Onderaannemers/l\zeveran\biers
? Partners
? Tijdelijke en hu\zlp\bonstru\bties
? Overige die niet in \zhet ont\ferpteam zitten
? Bou\ffaseringen
? Werkplannen
? Keuringen en af\fijki\zngen
?
?
Informatie
Ont\ferpleiders
Hoo\fdconstructeur(s\H)
? Constru\bteurs
? Geote\bhni\bi
? Ont\ferpers
?
?
Staf
\brojectmanager
Eén hoofdconstructeur
Het is belangrijk dat er één persoon in het
ontwerpteam als hoofdconstructeur eind -
verantwoordelijk is voor de constructieve
veiligheid op een D&C infra-project. Waar-
om één persoon? In de praktijk is gebleken
dat er één persoon op het project moet zijn,
waarvan het projectteam weet dat diegene
over de constructieve veiligheid gaat. Hij is
ervan en kent het project door en door. De hoofdconstructeur is eindverant-
woordelijk, de aansprakelijkheid berust bij
het bedrijf waar de hoofdconstructeur in
dienst is. De hoofdconstructeur is op het
constructieve vlak de spil in het projectteam
(zie organogram, fig. 2) en verenigt de rollen
van ontwerpend constructeur en coördine-
rend constructeur in zich. De hoofdcon -
structeur is eigenaar van de constructieve
veiligheid. Hij doet alles wat nodig is om de
constructieve veiligheid te waarborgen.
Hiertoe neemt hij zelf initiatief om ervoor te
zorgen dat de constructieve veiligheid wordt geborgd. Dit eigen initiatief bestaat onder
andere uit (conform [1]):
het beoordelen van de haalbaarheid van
de planning en de kwalificaties van het
ontwerpteam;
het aangeven van kaders aan de construc-
teurs;
het ophalen van randvoorwaarden vanuit
het uitvoeringsteam;
het warm toelichten van het constructief
ontwerp aan het projectteam.
De constructieve veiligheid is prioriteit voor
de hoofdconstructeur. Zijn kerntaken zijn
(conform [1]):
toetsen van alle constructieve ontwerp-
documenten (ook van deelconstructeurs,
zoals onderaannemers, leveranciers en
partners) en bewaken van de constructieve
samenhang;
toetsen tijdens de realisatie van keuringen
en afwijkingen die een raakvlak hebben
met constructieve veiligheid;
2 Organogram constructieve rollen
G6
De G6 is een onafhankelijke taakgroep
binnen de Vakgroep Ingenieursbureaus
Bouwondernemingen (VIB) van Bou-
wend Nederland. In de G6 zijn de ont -
werpafdelingen van acht grote zelfont -
werpende infrabouwbedrijven vertegen-
woordigd. Dit zijn: Ballast Nedam, BAM,
Boskalis, Dura Vermeer, Hochtief (inmid-
dels niet meer vertegenwoordigd in de
G6), Heijmans, Mobilis, Van Hattum en
Blankevoort. De G6 streeft ernaar om bij
te dragen aan duidelijke normen en
richtlijnen in de infra die voor de bouw-
praktijk goed bruikbaar zijn. Ook draagt
de G6 bij aan onderlinge kennisdeling.
2
54? CEMENT 3 2024
doorgronden en beoordelen van de bouw-
faseringen en de daarbij horende construc-
tiefasen (en leveren van input voorafgaand
aan het opstellen daarvan);
toetsen van de werkplannen en inkoopspe-
cificaties die een raakvlak hebben met con -
structies;
toetsen van het ontwerp van tijdelijke voor-
zieningen en hulpconstructies (ontworpen
door het ontwerpteam of deelconstructeurs);
betrokkenheid vanaf begin tender tot
einde realisatiefase.
Een belangrijk aspect is dat alle constructieve
ontwerpdocumenten, waaronder ook die
van onderaannemers en leveranciers, ter
controle moeten worden aangeboden aan
de hoofdconstructeur, zodat hij zijn verant-
woordelijkheid kan dragen. Tijdens de realisatiefase verricht de
hoofdconstructeur op eigen initiatief, risico-
gestuurd, inspecties op het werk. Voor nadere
invulling zie de richtlijn.
Relatie met KPCV en BRL 5022
De rolomschrijvingen in de richtlijn zijn
aangehouden zoals deze door het Kennis-
portaal Constructieve Veiligheid (KPCV [3])
zijn omschreven. Als alle partijen dezelfde
rolomschrijvingen hanteren, voorkomt dat
spraakverwarring en het vereenvoudigt de
onderlinge afstemming. Wel is het zo dat
de richtlijn géén onderscheid maakt tussen
de ontwerpend constructeur en de coör
di-
nerend constructeur. De knip tussen respec-
tievelijk het maken van het hoofdontwerp en
het uitwerken van het hoofdontwerp bestaat
niet bij de traditionele D&C-projecten in de
infra. Alle ontwerpwerkzaamheden worden
bij deze geïntegreerde contracten immers
door de aannemer verricht. Daarom worden
in de richtlijn de rollen ont werpend con-
structeur en coördinerend constructeur
samengevoegd tot de rol hoofdconstructeur.
Voor de woning- en utiliteitsbouw is er de
BRL 5022 (Engineering van bouwwerken in
de woning- en utiliteitsbouw door de coördi -
nerend constructeur) [4]. Een ingenieurs-
bureau kan zich hiervoor laten certificeren
door KIWA. Bij de richtlijn voor de infra is
niet gekozen voor een BRL.
Uitdagende functie
De hoofdconstructeur heeft een belangrijke
rol, er wordt veel van hem verlangd. Hij
moet kennis en ervaring hebben met veel
verschillende constructies, producten en
materialen. Bovendien moet hij communi -
catief vaardig zijn en stevig in zijn schoenen
staan. Hij neemt immers soms moeilijke be-
sluiten (hij heeft mandaat om het werk stil
te leggen) en zal deze goed moeten kunnen
verantwoorden. Het is dus belangrijk dat de
hoofdconstructeur naast zijn inhoudelijke
kennis ook over voldoende vaardigheden en
competenties beschikt om zijn rol binnen
een project met alle belangen te kunnen uit-
voeren. Bij onderdelen waar hij geen of te
weinig kennis van heeft, kan hij de controle
door een specialist laten uitvoeren. Hij blijft
echter altijd zelf eindverantwoordelijk.
Onafhankelijke interne toets, extra vangnet
Als extra vangnet vindt er nog een controle
plaats door een zeer ervaren en deskundige
constructeur, de toetsend constructeur.
Deze controle kan achterwege blijven bij
kleine projecten met beperkte complexiteit
en risico's. De toetsend constructeur is on -
afhankelijk (opereert buiten het ontwerp-
team) en toetst op risicogestuurde basis en
minimaal steekproefsgewijs de constructieve
ontwerpdocumenten. Dat doet hij op hoofd -
lijnen en op raakvlakken met andere disci -
plines. De toetsend constructeur ontwerpt
niet. In tegensteling tot de hoofdconstruc-
teur, opereert hij buiten het ontwerpteam
(fig. 2). De controle door een toetsend con -
structeur betreft niet de eventuele controle
door een technical inspection service (TIS).
Dat is immers een externe controle.
Ook ingenieursbureaus
Regelmatig worden door de aannemers op
D&C-projecten ingenieursbureaus ingescha -
keld. Ook dan wordt er door het gehele ont-
werpteam gewerkt volgens de richtlijn. De
ingenieursbureaus zullen zich op deze pro-
jecten aan de richtlijn moeten conformeren,
voor zover ze in opdracht van de aannemers
werken.
De richtlijn sluit
nagenoeg
volledig aan op
het Manifest
Structureel
Veiliger van het
'Programma
Veiligheid in de
bouw'
CEMENT 3 2024 ?55
Status richtlijn
De richtlijn is uitgegeven door de Vakgroep
Ingenieursbureaus Bouwbedrijven (VIB)
van Bouwend Nederland. Hij kan echter toe-
gepast worden door alle bouwbedrijven in
de infra. De richtlijn is geen norm en wordt
niet verplicht door de opdrachtgevers.
Toekomstperspectief
De leden van de VIB hebben zich geconfor-
meerd aan de richtlijn en hebben deze ge-
implementeerd in hun processen. Er wordt
al volop met de richtlijn gewerkt. Het KPCV
wil meer aandacht geven aan de infra en
gaat onder andere een link naar de richtlijn
opnemen op haar website. Bovendien gaat
het KPCV onderdelen van het gedachtegoed
van de richtlijn opnemen in haar werkwijze. Hierna zal de VIB de richtlijn verder onder
de aandacht brengen binnen de branche en
de opdrachtgevers.
Tot slot
Voor de borging van de constructieve veilig -
heid is het belangrijk dat er één persoon is
die het overzicht heeft over en de verant-
woordelijkheid draagt voor de constructieve
veiligheid tijdens een project. Deze persoon
is betrokken van tender tot en met realisatie
en heeft een belangrijke rol. De G6 heeft een
heldere en goed doordachte richtlijn opge-
steld voor de borging van de constructieve
veiligheid in de infra. Deze richtlijn stimu -
leert een veilige werkwijze op een praktische
manier, waardoor de constructieve veilig -
heid wordt verbeterd.
Het is belangrijk
dat er één
persoon in het
ontwerpteam
als hoofdcon -
structeur eind -
verantwoordelijk
is voor de
constructieve
veiligheid
VERSCHIL WONING- EN
UTILITEITSBOUW MET DE INFRA
In de woning- en utiliteitsbouw maakt de ont -
werpend constructeur doorgaans namens de
opdrachtgever het hoofdontwerp; vervolgens
wordt dit hoofdontwerp regelmatig (in Engi-
neer&Construct-projecten) nader uitgewerkt
namens de aannemer door deelconstructeurs,
waarbij de coördinerend constructeur de
hoofdberekening maakt, de deeluitwerking
toetst en de samenhang bewaakt. De aanne-
mer is bij deze veel voorkomende E&C-projec -
ten verantwoordelijk voor het uitwerken van
het hoofdontwerp.
In de infra is de aannemer bij een D&C-project
verantwoordelijk voor zowel hoofdontwerp als
uitwerking, dus voor het gehele ontwerp. Het
verdelen van de verantwoordelijkheid over
twee verschillende constructeurs is derhalve
niet nodig en, in verband met een extra raak -
vlak en kans op verlies van informatie, zelfs
ongewenst.
LITERATUUR
1?Borging constructieve veiligheid in de
infra, Vakgroep Ingenieursbureaus
Bouwondernemingen (VIB) van Bouwend
Nederland.
2?Manifest Structureel Veiliger van het
'Programma Veiligheid in de bouw'.
3?KennisPortaal Constructieve
Veiligheid (KPCV).
4?BRL 5022: Engineering van
bouwwerken in de woning- en
utiliteitsbouw door de coördinerend
constructeur.
ARTIKELEN OVER BORGEN
CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID
In Cement is eerder de artikelen-
serie 'Borgen constructieve veilig-
heid' verschenen. Daarin wordt
onder meer ingegaan op het
Programma Veiligheid in de bouw,
de rol van de coördinerend con-
structeur, de BRL 5022, de invloed
verschillende contractvormen en
het Manifest Structureel Veiliger.
BESCHIKBAARHEID
De richtlijn is gratis beschikbaar
op www.bouwendnederland.nl.
56? CEMENT 3 2024
Niemand wil een gebeurtenis zoals bij de parkeergarage in Eindhoven of het AZ-stadion meemaken. In de infrasector zijn er gelukkig geen incidenten van die omvang geweest met betrekking tot permanente constructies (er zijn bijvoorbeeld wel hijsincidenten geweest). Dat betekent echter niet dat een (bijna) instorting niet kan plaatsvinden.
Bij Design&Construct-projecten (D&C) in de infra is de aannemer verantwoordelijk voor ontwerp en realisatie. Het is daarom vanzelfsprekend dat de aannemer het initiatief neemt om de constructieve veiligheid te borgen. Ook de opdrachtgever heeft een belangrijke verantwoordelijkheid. Hij benoemt een regievoerder veiligheid in zijn organisatie. Tevens kan de opdrachtgever aanzienlijk bijdragen aan de veiligheid door rekening te houden met een reële planning en de ontwerpverantwoordelijkheid neer te leggen bij één partij (afhankelijk van de contractvorm: opdrachtgever, aannemer of constructeur).
Reacties
Bart 29 mei 2024 09:24
Dat er één persoon verantwoordelijk wordt (gesteld) voor de constructieve veiligheid, lijkt me niet direct bij te dragen aan de constructieve veiligheid. Om constructieve veiligheid te bevorderen moet je in de hele keten bewustwording realiseren en juist ook bij iedere schakel in de keten een mate van verantwoordelijk leggen. Door expliciet één hoofdverantwoordelijke te benoemen, creëer je misschien juist wel een omgeving waarin de individuele verantwoordelijkheid niet (genoeg) wordt gevoeld en uitgedragen. Dat er één persoon wordt aangesteld om het overzicht te bewaren en het proces te bewaken en dat die persoon dáár verantwoordelijk voor wordt gesteld, lijkt me wel een goed plan. Maar ook daarbij de kanttekening: zorg wel dat er altijd een terugvaloptie is. Iemand die de hoofdconstructeur in geval van nood bijna 1-op-1 kan vervangen.