Bij BAM Advies & Engineering hebben we regelmatig te maken met constructieve vraagstukken in de voetbalsector. Wat Johan Cruijff over voetbal zei, "Voetbal is simpel. Wat moeilijk is, is simpel voetballen", geldt in feite ook voor construeren: "Construeren is simpel, simpel construeren is moeilijk." De kern is wat mij betreft: houd het simpel, maak het jezelf niet onnodig lastig.
Dit geldt zeker voor 3D-rekensoftware. Want zoals een leraar op de middelbare school mij al meegaf bij de kennismaking met een digitale rekenmachine: crap in = crap out. Ook dit geldt voor 3D-rekensoftware. Begrijp me niet verkeerd, ik schrijf deze blog niet om 3D-rekensoftware in de ban te doen, integendeel. In de huidige bouwwereld wordt steeds meer het uiterste gevraagd van de constructeur. Enerzijds worden de ontwerpen nog uitdagender, overspanningen groter en torens hoger. Anderzijds wordt getracht de ontwerpprocessen zo kort mogelijk te houden. Dit is precies het spanningsveld waar de hedendaagse constructeur mee te maken heeft. Het efficiënt, binnen de planning uitrekenen van complexe constructieve vraagstukken met een garantie van een constructief veilig advies kan niet zonder 3D-rekensoftware.
De huidige rekensoftware maakt het mogelijk dat we de meest onconventionele ontwerpen kunnen vertalen tot een werkend constructief model. En daar zit juist het grote gevaar. Het verschil tussen een werkend constructief model en een ‘goed’ werkend constructief model kan heel klein zijn. Echter, de gevolgen van een niet goed werkend model kunnen niet te overzien zijn. Ik moet eerlijk toegeven, het is zeer verleidelijk om een heel ontwerp in een allesomvattend model te stoppen, op de knop te drukken en het resultaat eruit te laten rollen. Als ik één ding heb geleerd bij het maken van 3D-rekenmodellen, is het jezelf de vraag blijven stellen of het wel nodig is om een 3D-rekenmodel te maken. Niet ieder 3D-probleem vraagt om een 3D-oplossing. De grote valkuil bij het maken van een constructief totaalmodel is dat wanneer je aan een dergelijk model begint, je het ene vraagstuk na het andere vraagstuk tegenkomt. Met als resultaat een onnodig ingewikkeld model, waarbij je jezelf na enige tijd de vraagt stelt: “Waarom wilde ik ook alweer een 3D-rekenmodel van het hele gebouw?”.
Het lastige aan deze vraag is dat er genoeg argumenten voor en tegen te bedenken zijn. Wanneer je met simpele 2D-schema’s begint maar halverwege tot de conclusie komt dat deze niet toereikend zijn, kan dit tijd kosten ten opzichte van het direct maken van een 3D-rekenmodel. Anderzijds kan het zijn dat je direct met een 3D-rekenmodel besluit te beginnen, maar dat achteraf blijkt dat het simpeler en eenvoudiger had gekund. Dit is wat mij betreft precies wat construeren is en wat het ook zo mooi maakt. Je bedenkt iets dat werkt, maar er zijn meerdere manieren waarop het kan werken. Houd het daarom simpel, maar niet te simpel en ook dat geldt zeker voor 3D-rekensoftware.
Reacties
André van der Maarl | Technisch buro de Heer BV - Technisch buro de Heer BV 21 november 2020 10:28
Herkenbaar, goed verhaal, ieder project is daarom vaak weer verschillend in de aanpak.
Hendrik Land - CIBIS Bouwadviseurs 29 oktober 2020 16:22
Helemaal mee eens. Mooi verwoord.