De bouw van het stuwcomplex Amerongendoor ir. J. C. Slagter, ingenieur Rijkswaterstaat, DirectieSluizen en StuwenInleidingVan de werken, die voor het kanaliseren van de-Neder-Rijn en deLek noodzakelijk zijn, is het stuwcomplex Hagestein voltooid.De sierlijke lijnen van dit kunstwerk zijn reeds algemeen bekend.Voor het beter bevaarvaar maken van de Neder-Rijn, de Lek ende Ijsse! en de verbetering van de waterhuishouding van Noord-Nederland, dienen echter nog twee stuwen en veel rivierwerkenuitgevoerd te worden (fig. 1). Van de nog te bouwen stuwcom-? plexen Amerongen en Uriel is het eerste volop in uitvoering,terwijl in Driel een begin is gemaakt.Het stuwcomplex Amerongen wordt gebouwd in de noordelijkeuiterwaard van de rivier, halverwege Amerongen en Wijk bijDuurstede (fig. 2). Met het maken van de hoogwatervrije ring-dijk om de bouwputten en het graven van de bochtafsnijdingen entoeleidingskanalen is in 1959 een begin gemaakt onder de directieBovenrivieren van Rijkswaterstaat. In december 1960 is hetkunstwerk, bestaande uit een stuw en een sluis, aanbesteed engegund aan de N.V. Aannemingsbedrijf Machiel van Dijk te Gorin-chem (fig. 3).BronbemalingTen einde de onderdelen van het op staal gefundeerde werk 'inden droge'te kunnen maken, moest de grondwaterstand verlaagdworden tot onder de funderingsniveaus. Bij de aanvang van hetwerk stonden de tot een diepte van ongeveer N.A.P. -2,50 m ge-baggerde putten voor de stuw en de sluis vol water (fig. 4). Denormale grondwaterstand is n.l. N.A.P. + 3,50 m Bij zeer hogerivierstanden kan de grondwaterstand stijgen tot N.A.P. + 6,00 mBij de stuwpijler moet deze grondwaterstand verlaagd wordentot N.A.P. - 10,00 m, en bij de landhoofden tot N.A.P. - 8,50 mHet diepste punt voor de fundatie van de sluis is N.A.P. - 6,00 mHet gemaakte bemalingsplan bestond uit het installeren vantotaal 161 onderwaterpompen met een maximum capaciteit van10000 m3per uur. De totale lengte van de afvoerleiding is ruim6 km, bestaande uit 3 km persleiding 0 0,55 m of groter en 3 kmstijgbuis ? 0,10 m.Het grootste deel van de pompfilters werd geplaatst in geboordegaten (fig. 5). Hierbij wordt het gemaakte gat niet, zoals bij puls-boringen, in stand gehouden door een later weer te trekkenstalen mantel, maar door waterdruk.Men handhaaft in het boorgat namelijk een waterstand die min-stens 2 meter hoger is dan de oorspronkelijke grondwaterstand.De door de boor losgewoelde grond wordt met behulp van wateropgepompt. Er zijn boringen uitgevoerd tot 45 meter diepte. Dezewerkwijze is snel, maar het risico is groter dan bij pu|sboringen.Een probleem was de aanwezigheid van niet-verwachte, zeerfig. 2. situatie van het stuwcomplex Amerongen532 Cement 14 (1962) Nr. 9U.D.C. 627.43stuwenf?g. ?. overzicht van de Nederlandse rivieren met de plaats van dedrie stuwcomplexenfijne zandlagen in sommige delen van de bouwput (98% kleinerdan 0,21 mm en 58% kleiner dan 0,15 mm). Deze zandlagen warenzo fijn, dat het gebruik van het reeds aangepaste filtergrind on-voldoende was. In het opgepompte water bleef zand aanwezig.Door het weggepompte zand ontstond ter plaatse van de fijnezandlaag bij het filter een grote ruimte. Het hierdoor verstoordeevenwicht veroorzaakte een grondverschuiving, waardoor hetfilter in elkaar gedrukt werd. Er is toen besloten om de dikte vanhet filtergrindpakket te vergroten (fig. 6-7). Aangezien het moei-lijk was om de boordiameter te vergroten, werd een oplossing ge-vonden door de diameter van het geperforeerde-deel van depompput te verkleinen. Door tevens over te gaan van hout opplastic, kon de oppervlakte van de perforaties per meter filter,ondanks de kleinere diameter, vrijwel gelijk gehouden worden.Voortaan werd het filterdeel van de pompput ter plaatse vanlagen fijn zand omplakt met plastic folie. Het zo verloren geganefilterdeel werd teruggewonnen door dieper te boren. Er zijndaarna geen moeilijkheden meer geweest.Reeds tijdens de aanleg van de eerste serie bronnen ble?k, dat deinvloed van de bemaling groter was dan verwacht werd. Alsgevolg hiervan zijn ruim 40 pompputten niet gemaakt.fig. 3. de situatie van de stuw en sluis in de bouwputHet uitgeslagen water wordt over een meetstuw geleid, waar-door controle mogelijk is (flg. 8, biz. S34).De inrichting van het werkterreinAangezien de benodigde materialen in hoofdzaak per schip aan-gevoerd zouden worden, diende een haven aanwezig te zijn. Omdeze reden is een deel van de toekomstige rivier in een vroegstadium gebaggerd. De aanvoer van zand, grind, cement en trasper schip vroeg om opslag langs de oever, zo dicht mogelijk bij debouwput. Dit was dus ook de aangewezen plaats voor de beton-menginstallatie, die tussen de opslagplaatsen van het zand en hetgrind werd gemonteerd. De installatie, die uit twee 1500-litermolens bestaat, moet volgens het bestek 80 m3beton per uurkunnen maken. Het transport van zand en grind geschiedt zowelfoto 5. de boorinstallatievoor opslag als voor aanvoer van de molen met behulp van trans-portbanden.Cement en tras worden met behulp van schroefvijzels van de silo'snaar de weeginstallatie getransporteerd. Het beton wordt inkubels met vrachtauto's naar de stortplaatsen vervoerd. Goedbestrate wegen waren hiervoor noodzakelijk. Gedeeltelijk is ge-bruik gemaakt van betonblokken van 0,5 m dikte, die later alsballastblokken op de stortebedden noodzakelijk zijn. Het verti-cale transport geschiedt in de bouwputten met een 5-tal toren-kranen van 45 tot 60 ton/meter. Om vrijer te zijn in de uitvoeringen beter gebruik te kunnen maken van het aantal kranen, heeftde aannemer tussen de beide bouwputten een coupure gegraven,waardoor het kraanspoor in de bouwputten ??n geheel werd.Het rijdend transport en het transport per pijpleiding zijn zoveelfoto 4. bouwput begin 1961; links de noordelijke bandijk; rechts-onder een gedeelte van de nieuwe rivier met de in aanbouwzijnde betoninstallatie; rechts-boven een deel van hethuidige zomerbed; binnen de ringdijk de nog niet bemalenbouwputtenCement I4 (I962) Nr. 9 533fig.6systeem van de gedeeltelijktoegepaste pompputconstructiefoto 7. koperen verloopstuk tussen plastic filter en houten mantelmogelijk gescheiden door gebruik te maken van respectievelijkde beneden- en bovenstroomse zijde van de bouwputten.Op het werkterrein heeft de aannemer een grote werkloods op-gericht. Hierin bevinden zich opslagplaatsen voor hout, wape-nings- en constructiestaal en de magazijnen. De moeilijke bekis-tingonderdelen worden hier gemaakt, terwijl het stompiassen,knippen en buigen van wapeningstaal hier op een tegen weers-invloeden beschermde plaats kan geschieden. Ook de onder-houdswerkplaats voor het wagen- en machinepark is in dezeloods gevestigd.De directie- en personeelsgebouwen zijn centraal geplaatst ophet verhoogde gedeelte tussen de bouwputten van sluis en stuw.De stuwIn het nieuwe zomerbed van de rivier wordt de stuw gebouwd,waarmee de hoeveelheid water, die bij gestuwde afvoeren door-gelaten moet worden, te regelen is. Maatgevend voor het ont-werp waren naast de hydraulische eisen de ijsafvoer en de scheep-vaart, die bij niet gestuwde rivier vrij op en af moet kunnen. Alsoplossing voor de Rijnkanalisatiestuwen is de 'vizierstuw' ont-wikkeld, die momenteel ook in Amerongen uitgevoerd wordt.Deze stuw bestaat uit twee half-cirkelvormige schuiven, die iedereen opening van 48 m breedte af kunnen sluiten. De in hoofdzaakop trek belaste stuw maakt het mogelijk in verhouding licht tekunnen construeren. Een tweede voordeel is de gunstige hy-draulische eigenschap van deze stuwvorm, waardoor veel geldbespaard kon worden; het benedenstrooms te verdedigen ge-deelte van de rivierbodem kon namelijk erg kort zijn, omdat vlakachter het kunstwerk een normale snelheidsverdeling bereiktwordt, door de uitwaaierende stroom.De draaipunten van de schuiven bevinden zich in beschermendenissen in de pijler en de beide landhoofden, terwijl de hefwerk-foto S. meetstuw; op de damwand /s de hoogst voorgekomen rivier-stand tijdens de bouw duidelijk afgetekendtuigen in de op de bogen geplaatste machinegebouwtjes zijnondergebracht.In de landhoofden zijn ook kunstwerkjes gebouwd, die voor devistrek noodzakelijk zijn. Aangezien de trekkende vis niet onderdezelfde omstandigheden de rivier opkomt, zijn deze voorzie-ningen uiteengevallen in een klimgoot voor de glasaal en een vis-sluis voor de schubvis (fig. 10).De opbouw van de landhoofden bestaat uit een aantal los vanelkaar te storten onderdelen. Begonnen wordt met een 3 m dikkefundatieplaat, waarvan de bovenkant op N.A.P. ? 2,00 m ligt, hetniveau van de vloer tussen pijler en landhoofden. Bij de dagzijdeen de beide vleugels sluit deze plaat aan op een voor de ontgra-ving ingeheide damwand (fig. 11-12). In een plaatselijke verdie-ping is de aanzet van de tunnel reeds opgenomen.Op de funderingsplaat wordt de verdere opbouw van de land-hoofden gebetonneerd in twee afzonderlijke delen. Het tweedestort bestaat uit de tot N.A.P. + 6,50 m opgetrokken wanden aande achterkant, waartussen de monteegoot en de vissluis wordengevormd. Aan de dagzijde wordt het derde stort, waarin zich devizierschuifnis, de fundatieplaten voor de lagers, het spoelriool ende lift- en leidingschacht bevinden, tot dezelfde hoogte uitge-voerd. Daarna wordt aansluitend op deze beide storten het dekgemaakt, waarvan het verhoogde, hoogwatervrije deel weer af-zonderlijk als vijfde stort. Dan pas kan met het stellen van de be-kisting voor de boog worden aangevangen. Al deze onderdelenzijn vrij bewerkelijk door het grote aantal sparingen en in te be-tonneren stalen onderdelen. De beide bijna negen meter hogeachterwanden vragen tijdens het storten veel aandacht, omdat zeslechts 0,50 m dik zijn (fig. 13).In de pijler is een fijnregelingsinstallatie opgenomen, omdat eenzeer nauwkeurige debietregeling mogelijk moet zijn. Verwachtfoto 9. betoninstallatie met silo's voor cement en tras, transport-banden voor opslag en vervoer naar molens; weegapparatuuren molens bevinden zich tussen grote en kleine silo534 Cement 14 (I962) Nr. 9verticale doorsnede monteegootfig. 10. plattegrond met twee doorsneden van het noordelijk land-hoofdwordt namelijk dat dit met de beide grote vizierschuiven nietgoed mogelijk is.De installatie bestaat uit een cilinderschuif (fig. 14). Het waterkan aan de zijkanten van de pijler door openingen binnenstromen,passeert dan de regelbare cilinderschuif, waarna het door eenronde verticale koker, die in twee horizontale, rechthoekigefoto 11. het tot funderingsniveau ontgraven noordelijk landhoofdfoto 12. wapening van de funderingsplaat van het noordelijklandhoofdfoto 13. bekisting van het tweede stort met daarvoor de gesteldefunderingsstoelen voor de draaipuntlagersCement 14 (1962) Nr. 9 535fig. 14. langsdoorsnede van de pijlerkanalen uitloopt, afgevoerd wordt (fig. 15). De bekisting van hetbochtstuk is vrij moeilijk geweest (flg. 16).Omdat dit afvoerkanaal onder het niveau van de op N.A.P.?2,00 m gelegen vizierschuifdrempel doorgevoerd moest worden,was een diepere fundering van de pijler ten opzichte van de land-hoofden noodzakelijk.De heersende onderdruk in de op N.A.P. + 2,40 m gelegen keelvan het uitstroomkanaal van de cilinderschuif wordt benut om hetwaarschijnlijk sterk verontreinigde rivierwater te beluchten. Hetzuurstofgehalte kan hierdoor worden opgevoerd. Deze mogelijk-heid heeft de vormgeving van het afvoerkanaal mede bepaald.Om te allen tijde de landhoofden en de pijlerte kunnen bereiken,wordt onder de stuwvloeren een tunnel gebouwd. Ook de nood-zakelijke kabels worden hierdoor geleid. De tunnel wordt echterfoto 16. afvoerkanalen voor cilinderschuif in het tweede stort vande pijlerpas gestort als de landhoofden en de pijler hun uiteindelijke zak-king vrijwel bereikt hebben om zodoende losscheuring en duslekkage te voorkomen. Aan de aan te brengen waterdichte bekle-ding dient bijzonder veel zorg te worden besteed. Bij hoge rivier-standen kan de waterdruk namelijk oplopen tot 1??? atmosfeer.Een overzicht van de stuwput aan het eind van 1961 wordt ge-geven op fig. 17.De sluis en de toeleidingswerkenTen einde bij gestuwde rivier de scheepvaart te kunnen laten pas-seren, is de bouw van een schutsluis naast de stuw noodzakelijk.Voor dit doel wordt in Amerongen een op staal gefundeerde sluisgebouwd met een maximale nuttige schutlengte van 260 m (fig.18). Door de bouw van een tussenhoofd is een reserve verkregen,terwijl tevens economisch met de sluis kan worden gewerkt. Defoto 16. bekisting bochtstuk536 Cement 14 (1962) Nr. 9foto 17. stuwput gezien van de bovenstroomse kant; op achtergrondwerkloods en betoninstallatieskolk tussen de hoofden bestaat uit respectievelijk 4 en 7 motenvan ruim 22 m lengte, die met een tandconstructie op elkaar enop de hoofden aansluiten. Tussen de verticale vlakken van dezezogenaamde dilatatievoegen is 1 cm ruimte aanwezig om tempe-ratuurinvloeden en eventuele ongelijkmatige zettingen op tevangen.De voeg is gronddicht door een ingebetonneerde kokostros tussende horizontale vlakken. De vloeren en wanden worden afzonder-lijk gestort, waarbij de stortnaden ook als tand zijn uitgevoerd.Alvorens met het storten van de vloermoten te beginnen, is defundering uitvoerig onderzocht om eventueel aanwezige kleilagente kunnen verwijderen. Enige kleine grondverbeteringen warennoodzakelijk.Het storten geschiedt met behulp van kranen, die aan weerszijdenvan de sluis op kraanspoor zijn opgesteld. Aanvankelijk werd ge-stort met ??n kraan, maar dit bleek, gezien het kraanbereik, nietaantrekkelijk.De aanslagen voor de stalen deuren zullen worden opgebouwduit geprefabriceerde betonblokken, waarvan de buitenvlakkenvoorzien zijn van een staalpantserbetonlaag. Deze, in stalen be-kistingen vervaardigde, zeer maatvaste blokken worden op eenstalen draagconstructie gesteld en daarna met vloeren en wandeningebetonneerd. Op deze wijze kan zeer nauwkeurig gewerktworden (fig. 19).Aangezien de montage van de stalen vizierschuif 'in den droge'geschiedt, dient het betonwerk van de stuw een jaar eerder ge-reed te zijn dan dat van de sluis. Hoewel met de uitvoering van desluis dus geen haast gemaakt behoeft te worden, is het gelijktijdigaanpakken van beide kunstwerken toch gunstig. De bemaling vande stuw is ter plaatse van de sluis van grote invloed, zodat aanstroomkosten bespaard kan worden, terwijl de aannemer bij aller-lei stagnaties zijn personeel kan inzetten in de sluis, waardoor eengrotere mate van vrijheid in de uitvoering is gerealiseerd (fig. 20,blz. 538).Cement 14 (1962) Nr. 9Een onderdeel van het werk, dat eigenlijk niet meer tot de sluisbehoort, maar er zeer nauw mee in verband staat, is het toelei-dingswerk, de wachtplaatsen voor de schepen. De constructiebestaat uit een stalen damwandscherm, die verankerd wordt aaneen door betonpalen gedragen ankerplaat, die tevens de grond-druk op de damwand vermindert. In de zeer vaste grond wordenbetonstortpalen, systeem vibro, toegepast. Er is reeds veel erva-ring opgedaan met vibropalen in ons land. Deze ervaring is echterbeperkt gebleven tot loodpalen en schoorpalen onder een zeerkleine helling. Voor deze toeleidingswerken waren hellingen van3 :1 noodzakelijk. Alvorens over te gaan tot het maken van zowellood- als schoorpalen voor dit onderdeel van het werk, is eenachttal proefpalen geheid ter plaatse van de te maken coupuretussen de beide bouwputten. Hier was dus niet veel extra grond-werk nodig om de palen te inspecteren en vrij te krijgen vooronderzoek. De resultaten van deze proef mogen zeer goed ge-slaagd heten. Er is daarom besloten tot uitvoering over te gaan(fig. 21, blz. 538).De wapening van de palen bestaat uit een in het hart van de paalingebetonneerde dywidag-voorspanstaaf. Na verharding wordt devoorspanning aangebracht. De drukpalen worden verankerd opde paalkop, de trekpalen op de bovenkant van de betonplaat.Alle palen worden voorgespannen met een kracht, die uiteindelijk30 ton zal bedragen. Op deze wijze is natuurlijk een uitstekendetrekpaal verkregen. Trekspanningen komen in het beton nietvoor! Ook is nodig gevonden om voorspanning in de drukpalenaan te brengen omdat een vrij grote horizontale gronddruk, diefoto 19. stellen van de geprefabriceerde aanslagblokken537foto 21. vibropalen 3 : 1; op voorgrond dywidag voorspanstaafvan reeds gemaakte trekpalenfoto 20. overzicht van de sluisputechter van onbekende grootte is, de palen op buiging belast.Na het aanbrengen van de betonpalen werd de damwand inge-heid, die bestond uit dubbele planken Belval B.Z. Il R. Indien dittype damwand plank voor plank geheel wordt ingeheid, zoals hiergebruikelijk is, kunnen moeilijkheden optreden. Door het heienwordt de grond verdicht, die zich in de 'buik' van de plank be-vindt, waardoor krachten op het profiel gaan werken, die deplanken spreiden. Is deze stand eenmaal aanwezig, dan blijft degrond ook in deze richting geleiden en daardoor wordt de situatiesteeds ongunstiger.Ten einde dit verlopen te voorkomen, werd aan de onder- en debovenkant van iedere plank een zware stalen plaat gebout, waar-door het werken in een richting loodrecht op de lengte-as werdtegengegaan.We hebben de overtuiging, dat deze werkmethode heeft gehol-pen. Bij het heien van ongeveer 1 000 m damwand zijn geen spie-planken nodig geweest.Bij het heien is gebruik gemaakt van dieselblokk?n. Ook dezeervaring is gunstig geweest.BetonsamenstellingVan de in totaal 70 000 m3te storten beton, bevat de helft 275 kgcement en 30 kg tras per m3. Deze betonsamenstelling wordt ge-bruikt voor de grote storten. De dekke > van de landhoofden ende pijler, de bogen en de sluiswanden bevatten 325 kg cementper m3.De toevoeging van tras is eigenlijk een proef in het groot. Omdeze reden wordt veel aandacht besteed aan de betonbereiding,. waarbij tevens de gestorte onderdelen worden gecontroleerd optemperatuurontwikkeling en scheurvorming.In een klein deel van de totaal te storten hoeveelheid beton zalPozzolith worden verwerkt. Ook dit is een proef op grote schaal.De keuring van zand en grind is vrij streng. Er wordt namelijk naargestreeft de Fullerkromme zo goed mogelijk te benaderen. Hetaanpassen van de zeven van de grindmolens aan de gestelde eisenis bevredigend.TijdschemaAan het eind van 1963 moet het betonwerk van de stuw zoverklaar zijn, dat met de montage van de stalen vizierschuiven be-gonnen kan worden. Deze werkzaamheden zullen ongeveer eenjaar in beslag nemen. Aan het eind van 1964 moet het betonwerkvan de sluis klaar zijn. Tegen die tijd is de montage van de stuwgereed en kan de bouwput onder water worden gezet. Het plaat-sen van de sluisdeuren en de Herwerken van de stuw worden nu'in den natte' uitgevoerd met behulp van een drijvende bok.Als daarna de rivier en de sluiskanalen doorgebaggerd zijn, is ookdit stuwcomplex gereed.Technisch NieuwsSpeciaal voor betonwarenfabrieken wordt momenteel door N.V.Agincorete Diemen, een transportwagen, de 'Unitraktcar', op demarkt gebracht, die bijzonder geschikt is voor slechte terrein-omstandigheden.Binnen 5 minuten kan de basismachine worden voorzien van eenhefmast, zodat een volwaardige heftruck ontstaat. De standaard-hefhoogte is 2,80 m en de maximale hefhoogte 3,40 m. De vork-heftruck kan worden uitgerust met de normale vorken, een ste-nenklem met zijwaarts onafhankelijk hydraulisch verstelbarearmen alsmede met een grondschuif aan de stenenklem.Na het demonteren van de hefmast (duur 5 minuten) kan eenfrontlader worden gemonteerd (duur eveneens 5 minuten). Devoorlader heeft een bakinhoud van 500 liter en een hefvermogenvan 1,2 ton bij een storthoogte van 2,60 m.De machine kan geheel aan het bedrijf worden aangepast, dat wilzeggen, de wielbasis kan met vari?rende lengte en breedte wor-den geleverd.Een bijzonderheid van de machine is dat binnen ??n minuut destenenklem kan worden vervangen door de normale vorken (enomgekeerd) zonder dat de chaffeur behoeft af te stappen.538 Cement I4 (1962) Nr. 9
Reacties