Taal en techniek verdragen zich in de regel slecht. Veel techneuten volgen daarom de opleidingsroute ‘aan de onderkant’ (LTS - MTS – HTS – TU) en komen uiteindelijk toch bovendrijven. Hans Galjaard is zo’n ‘stapelaar’, die het uiteindelijk in Delft brengt tot universitair docent. Daar geeft hij samen met Joost Walraven het college ‘Voorgespannen beton’ en begeleidt hij vele afstudeerders. Bekend is hij ook als docent van de PMSE-opleiding tot betonconstructeur en mede-auteur van de boeken ‘Voorgespannen beton’ en ‘Constructieleer voorgespannen beton’. Sinds 2001 is hij senior ontwerpleider/adviseur bij Volker InfraDesign, het ontwerpbureau van Van Hattum en Blankevoort. In het dossier Interviews vindt u alle interviews vanaf editie 2008/8.
Hans Galjaard6200956interviewinterviewHansGaljaardHet belang van vakmanschapCVHans Galjaard bij het projectA2 Hooggelegenfoto: Erik Flokstra, Twin Media bvnaam ir. J.C. (Hans) Galjaardleeftijd 53opleiding LTS Leiden, MTS DenHaag, HTS Den Haag, TH Delftwerkgevers Adviesbureau ir. J.G.Hageman B.V., TU Delft, Van Hattumen Blankevoort (Volker InfraDesign)Taal en techniek verdragen zich in de regel slecht.Veel techneuten volgen daarom de opleidingsroute`aan de onderkant' (LTS - MTS ? HTS ? TU) en komenuiteindelijk toch bovendrijven. Hans Galjaard is zo'n`stapelaar', die het uiteindelijk in Delft brengt totuniversitair docent. Daar geeft hij samen met JoostWalraven het college `Voorgespannen beton' enbegeleidt hij vele afstudeerders. Bekend is hij ook alsdocent van de PMSE-opleiding tot betonconstruc-teur en mede-auteur van de boeken `Voorgespan-nen beton' en `Constructieleer voorgespannenbeton'. Sinds 2001 is hij senior ontwerpleider/advi-seur bij Volker InfraDesign, het ontwerpbureau vanVan Hattum en Blankevoort."Ik ben ooit op de HAVO begonnen, maar al in de tweede klasstruikelde ik over de vier talen. Even nog twijfelde ik over deMAVO, maar dat talenprobleem zou daarmee niet verdwijnen.Ik koos daarom toch maar voor LTS timmeren."Aansluitend volgt hij de MTS-opleiding Weg en Waterbouw."Als kleine jongen in Leiden stond ik bij elke bouwklus tekijken, meestal vergezeld door mijn vader of moeder. Menigbrug heb ik zien bouwen. Smalle bruggen werden in die tijdallemaal verbreed. Het bouwen op en rond het water is meeigenlijk altijd blijven fascineren."Na de MTS gaat hij naar de HTS in Den Haag. "Daar kreeg iknog een gedegen constructieve opleiding, met een algemeensausje eromheen. Ik kon daarmee bijna bij wijze van sprekenals constructeur aan het werk, ook al omdat er in die tijd nogheel veel met de hand werd gerekend. Meijran was mijn beton-docent, en in die tijd tevens actief voor de opleiding Betoncon-structeur BV. Sommige bijzondere gebeurtenissen op dieschool blijven je toch wel bij. Zo had ik bijvoorbeeld een schei-kundeleraar die de tri waarmee het asfalt uit asfaltproevenwerd opgelost op de binnenplaats verbrandde. Toen kwam ereen boos telefoontje van het naburige Ministerie van Financi?nwaar die zwarte rookwolken vandaan kwamen."58 Hans Galjaardinterview1 Ekofisk2 Studies naar offshore windenergie Bij Van Hattum enBlankevoortAl snel wordt hem duidelijk dat hij constructief of waterbouw-kundig wil afstuderen. Zijn intakegesprek is nog met professorBruggeling, die echter kort daarna bij de TH vertrekt en wordtopgevolgd door professor Petri. Klaas van Breugel wordt zijnbegeleider. "Mijn eindstudie betrof `Ontwerp van cilindrischebetonconstructies onder niet-axiaal symmetrische belastingen',oftewel ronde reservoirs waarop bijvoorbeeld belasting ofvervorming door zonnestraling wordt losgelaten. Ik had ondermeer een programma geschreven waarmee ik dat soortconstructies kon berekenen en vrij snel een inschatting van dekrachtsverdeling kon maken. Het was een analytischprogramma, wat het voordeel had dat je heel snel met zeerbeperkte middelen iets kon doorrekenen."De laatste jaren is hij ook nog student-assistent ToegepasteMechanica bij professor Bouma, en later bij professor JohanBlaauwendraad. In die hoedanigheid begeleidt hij oefeningenvan derde-, vierde- en soms zelfs vijfdejaarsstudenten. "Ikmoest natuurlijk zorgen dat ik wat betreft kennis altijd ietsboven de studenten stond. Ik merkte wel dat ik het leuk vondals de oefenstof beklijfde."EkofiskIn 1987 studeert Galjaard af. Kort daarna wordt hij gebelddoor Peter de Jong van adviesbureau Hageman, en een daglater hangt ook professor Reinold de Sitter van de HBG aan delijn. "Ik koos voor Hageman; een kleine organisatie, maar ookheel veelzijdig. Desondanks was de keuze lastig. Hans Ramler,die tegelijk met mij afstudeerde, koos bijvoorbeeld weer voorde HBG." Korte tijd later voegt ook Simon Wijte zich bijHageman, waarmee het bureau zich een stukje verjongt.Beiden worden overigens vrij snel gedetacheerd. Van zijn vierHageman-jaren zal Hans Galjaard twee?neenhalf jaar eldersdoorbrengen.De Ekofisk Barrier (foto 1) brengt hem bijvoorbeeld voor debouwcombinatie Peconor-Ekofisk AF, waarin HBW en VolkerStevin deelnemen, negen maanden lang naar Oslo. "We zatenmet circa twintig Nederlanders in Oslo, waaronder bijvoorbeeldook Hennes de Ridder. Maandagochtend om vijf over acht in hetvliegtuig en dan na anderhalve week op vrijdagavond weer terug.Het was leerzaam om in een grote organisatie een groot project terealiseren. Het was tevens een grensverleggend project, waarvoor het eerst grootschalig B65 in Nederland werd toegepast."Dat gaat in de praktijk niet zo goed als aanvankelijk gedacht. "DeB65 die wij maakten was nauwelijks verwerkbaar. Er zat ook nogeen grote hoeveelheid wapening en voorspanning in."Ekofisk maakt hem duidelijk dat een constructeur ook beton-technologische kennis moet hebben om zijn werk goed tekunnen doen. Waterdichtheid en temperatuurbeheersing zijnbelangrijke aspecten. "Een constructeur in dienst van eenaannemer moet meer van het materiaal weten dan eenHet besef dat `er meer in zit' komt geleidelijk. "Mijn horizonreikte nooit verder dan ??n school vooruit. Ik merkte echter datmijn inzicht toenam. Op de MTS leerde ik dan wel beton bere-kenen, maar dat was niet meer dan het toepassen van een aantalregeltjes. Naarmate ik verder kwam, ging ik steeds meer door-gronden waarom ik zo moest rekenen en waarom beton zich zogedraagt. Daarom vind ik het een misvatting als constructeursdenken dat wanneer ze het vak hebben geleerd, ze voldoendekennis hebben voor de rest van hun carri?re. Iedere actieveconstructeur moet zijn vak blijven bijhouden, net zoals bijvoor-beeld artsen en advocaten dat verplicht zijn te doen."TH DelftAls hij in 1979 aan de HTS slaagt, wacht hem militaire dienst.Het lukt hem vervroegde intrede aan te vragen en later ookvervroegde uitdiensttreding, zodat hij maar ??n schooljaarmist en op tijd aan de TH kan beginnen. "Ik merkte direct datde HTS me een heel goede basis bood, want dat eerste jaar aande TH heb ik op constructief gebied weinig bijgeleerd." In Delfttreft hij een aantal lotgenoten. "HTS'ers en VWO'ers warenmisschien niet twee kampen, maar wij HTS'ers trokken welveel met elkaar op. We hadden veel vrijstellingen, maar ookextra wiskunde en mechanica. In ??n jaar tijd doorliepen we ineen eigen programma de tweejarige propedeuse."1foto: Erik Flokstra, Twin Media bv59Hans Galjaard 62009lijk volgens de voorschriften gelijk worden benaderd, maarwezenlijk verschillen. "Zo had de B65 die wij in Nederlandmaakten een 25% hogere E-modulus dan de Noorse B65. BijEkofisk leverde dat toch wel vragen op, omdat ter plekkeNoors beton op Nederlands beton werd gestort."Samen met Walraven geeft hij colleges over voorgespannenbeton. "Joost had aan de TU Darmstadt (zijn vorige werkgever;red.) een dictaat over voorgespannen beton geschreven. Dat hebik naar het Nederlands omgezet en aan onze voorschriftenaangepast." Samen met Charles Vos begeleidt hij afstudeerders ophet gebied van offshoreconstructies, en met Jan Stark op hetgebied van staal-betonconstructies. Daarnaast houdt hij zichbezig met de omzetting van de CAD-betonoefening naar Euro-CadCrete (een inmiddels ook door buitenlandse universiteitengebruikte geautomatiseerde betonoefening) en doet hij onder-zoek. "Dat laatste zou eigenlijk moeten eindigen in promotie,maar dat heb ik nooit overtuigend doorgezet." Collega's zijnonder anderen Klaas van Breugel, Cor van der Veen, JacquesStraman, en Arnold van der Marel. "Vergeleken met nu was dateen enorme luxe. We hadden allemaal een eigen vakgebiedje."Van Hattum en BlankevoortIn 2001 polst Jan de Jong, toen nog hoofd van de technische encommerci?le afdeling, maar inmiddels directeur bij Van Hattumen Blankevoort, hem voor een functie op de constructieafdelingin Woerden. "Ik kende Jan nog uit de tijd van Ekofisk. Even twij-felde ik nog; begeleiden van studenten is leuk werk en bij de TUzat ik dicht bij de bron van nieuwe ontwikkelingen, maar in depraktijk rondkijken en met leuke projecten bezig zijn, had tochook wel charme. De HSL was nog volop in uitvoering en in deloop van de tijd raakte ik betrokken bij veel projecten binnenVan Hattum en Blankevoort. Dit varieerde van studies, zoalsnaar offshore windenergie (foto 2), grote projecten zoals detramtunnel in Den Haag (foto 3), de Westerschelde ContainerTerminal en de brug Ceramique (foto 4) in Maastricht, tot klei-nere projecten zoals de waterkering in de A2 bij de Diefdijk(foto 5), de uitbreiding van station Amsterdam Zuid en bijvoor-constructeur bij een ingenieursbureau. Bij een aannemermoeten meerdere disciplines ge?ntegreerd samenwerken. Datbetekent constant de afweging tussen wat ontwerptechnischhet best, wat uitvoeringstechnisch haalbaar, en economischaantrekkelijk is."Na Ekofisk gaat hij voor enkele maanden terug naar Hageman.Daarna wordt hij gedetacheerd naar Ballast Nedam, waar hijonder meer aan projecten op Kalimantan en in Saudi-Arabi?werkt. Een dynamische tijd, waarbij de werkzaamheden voorHageman schril lijken af te steken. "Toch zat ook in het werkvoor Hageman genoeg uitdaging voor mij en nam mijn kennisdagelijks toe. Ook de bouw van een brug over een polderslootkan uitdagend zijn!"TU DelftIn 1992 wordt hij door Joost Walraven gevraagd of hij de sectieBetonconstructies aan de TU Delft wil komen versterken. "Ikhad hem tijdens mijn studie al leren kennen. Hij deed bijvoor-beeld het college `Dwarskracht' en dat vond ik leuke lessen.Meer nog kende ik hem daarna vanuit het commissiewerk.Onder meer vanwege Ekofisk is er een CUR-commissie gestartover hogesterktebeton. De vraag was vooral waarom het voorons nog altijd zo moeilijk was hogesterktebeton tot B120 temaken, terwijl de Noren bijvoorbeeld dat al wel konden. Joosthad toen net een Chinese gastonderzoeker die met hogesterkte-beton bezig was (Ningxu Han, inmiddels collega bij Van Hattumen Blankevoort, en bijzonder hoogleraar aan de Shenzhenuniversiteit in China; red.). We zijn met een commissie aan deslag gegaan, en daarbij hoorden dan natuurlijk van die `eureka-momenten'. Zo'n moment was bijvoorbeeld dat Henk Soen(indertijd betontechnoloog bij Mebin; red.) juichend binnen-kwam. Ze waren toevallig tijdens een koffiepauze vergeten demixer uit te zetten en toen ze na de koffie terugkwamen was hetmengsel opeens veel beter verwerkbaar geworden. Conclusie: demengtijd moet opgevoerd worden! Een toevallige ontdekking;blijkbaar was ook de mengtijd een belangrijke parameter. Betonwas niet meer een 1-2-3-materiaal, maar een materiaal datgestuurd kon worden, met vulstoffen en hulpstoffen, waaraanwe ook meer zorg moesten besteden ? beton op maat."Het onderzoek levert nieuwe betonsoorten op, die aanvanke-2"Iedere actieve constructeur moetzijn vak blijven bijhouden"60 Hans Galjaard62009interviewde studenten de meetlat moeten zijn. Primair zul je hen tochkennis moeten bijbrengen. In het buitenland kent men Delftmogelijk meer om de mensen die het heeft voortgebracht, danvanwege de publicaties. Een tijd lang was er strijd tussen afdelin-gen om zo veel mogelijk te publiceren, opdat er ook meerinkomsten kwamen. Het totale budget nam echter niet toe.Aanvankelijk leverde dit een enkele afdeling wel financieel voor-deel op, maar al gauw deed iedereen het. Uiteindelijk schrevenwe ons de vingers blauw, terwijl we niet meer geld kregen.""Een andere rare regel was: alleen studenten met eenvoldoende leveren de sectie geld op. Oftewel: voor de mensenmet een onvoldoende heb je je kennelijk niet ingespannen.Voor sommigen was dit aanleiding de normering aan tepassen. Beter zou zijn de beoordeling af te stemmen op hetaantal studenten en het aantal lessen. Misschien moet ook deTU aan de poort een ingangstoets houden. Dan slaagt wellichtslechts de helft van de studenten, maar in die andere helfthoeft dan in elk geval geen energie meer te worden gestoken."De faculteit Civiele Techniek verkeert in zwaar weer. Datonderschrijft ook de commissie Stuip die een half jaar geledenrapporteerde. "De commissie adviseert meer af te stemmen opde vraag uit de praktijk. Als je dat letterlijk neemt, krijg je eencompetentiegerichte opleiding. Ik vind nu juist dat afgestu-deerden iets verder moeten kunnen kijken dan wat voor depraktijk nodig is. De universiteit moet mensen opleiden die involdoende mate zelfstandig kunnen nadenken en op basisdaarvan goede afwegingen kunnen maken. De ambitie magbest wat hoger liggen dan wat de praktijk aangeeft direct nodigte hebben. Kijk naar de MSE-opleiding Betonconstructeur. Hetbeeld de parkeergarage onder het Vrijthof". Ook raak hij betrok-ken bij de bouw van een Heavy Lifter (fig. 6). Dat project kentvolop nieuwe ontwikkelingen: lichtbeton lichter dan 1600 kg/m3,extreem veel wapening en procesbeheersing. Het betonnenhefschip is onlangs helaas gesloopt na het faillissement van deNoorse opdrachtgever MPU. Maar ook andere offshoreprojectenworden opgestart. "Wij doen heel graag projecten aan de water-kant of onder het oppervlak (tunnels e.d.). Maar we bouwen ooknog steeds bruggen; we zitten bijvoorbeeld in een van de teamsvoor de Stadsbrug Nijmegen en voor de Westrandweg bouwenwe onder andere op industri?le wijze een viaduct van 3 kmlengte. Toch ook niet alledaags! En met dat industri?le bordurenwe voort op de traditie van Van Hattum en Blankevoort".OnderwijsAl in zijn Delftse tijd raakt hij betrokken bij de opleiding totBetonconstructeur BV. Voorgespannen beton is ook hier zijnaandeel. De opleiding staat goed aangeschreven. "Vorig jaarhad ik voor mijn elf avonden van drie uur 44 cursisten, dit jaarzelfs 60. Een belangrijke oorzaak voor dit succes is dat deHBO's steeds vaker studenten afleveren met een groot kennis-tekort op constructief gebied. Dat moet met cursussen wordengerepareerd. Met het Bologna-akkoord hebben we in feite hetAngelsaksische Bachelor-Master-systeem geaccepteerd. In deAngelsaksische landen stel je echter als afgestudeerde nog ergweinig voor; je moet het vak dan nog leren! Daar moeten wehier nog aan wennen."Het niveau van de constructieve opleidingen gaat hem na aanhet hart. "Universiteiten bijvoorbeeld worden voor een grootdeel afgerekend op onderzoeksresultaten, maar eigenlijk zouden361Hans Galjaard3 Tramtunnel in Den Haag4 Fietsersbrug bij het Ceramique-terrein in Maastrichtfoto: Daisy Vanhoudtmoeten eerst nog worden nageschoold. Een enkele witte raafgaat naar de TU. Hoe kunnen we dat doorbreken? Moeten wedoorgaan het HBO steeds meer een managementachtige oplei-ding te laten worden, die eenvoudig kan worden doorlopen,waarna men kan kiezen tussen een goedbetaalde baan metlease-auto of een vervolgopleiding tot constructeur?""De enige manier om het tij te keren is het maken van heldereafspraken binnen de opleiding: geld investeren en zorgen voorvoldoende hoog niveau. Daaraan zal waarschijnlijk ook hetbedrijfsleven, via haar brancheorganisaties, meer moetenbijdragen. Nu steken slechts een beperkt aantal partijen, waar-onder de cementindustrie, VOBN, BFBN, RWS, Rgd, deBetonvereniging, van Hattum en Blankevoort, BAM en DHVmet het lectoraat Constructief ontwerpen, hun nek uit.Wellicht kan Bouwend Nederland zich ook ??n of twee hoogle-raren veroorloven, of de ONRI. Of je daarmee uiteindelijk eenfaculteit in de lucht kunt houden, is echter zeer de vraag."ComputerDe computer is inmiddels onmisbaar gereedschap voor deconstructeur. "Hij bedenkt echter niet wat het resultaat voor deconstructie moet zijn! De constructeur moet de baas blijven enkunnen begrijpen wat er uit de computer rolt. Een prefab-betonconstructeur had laatst tanden uitgerekend als korte,uitkragende liggers. Die liggers gedragen zich als een console.Ik heb hem kopie?n van de Cement-artikelen van Cees Klein-man over `Nokken met die tanden' toegestuurd. Tot mijnstomme verbazing bleef hij echter volharden! Het was hem nogaltijd niet duidelijk hoe hij het moest oplossen. Te vaak krijg jeals antwoord: `Ik heb het in de computer ingevoerd, dus ditm?et het antwoord zijn.'"kwaliteitsniveau van deze opleiding wordt door de TU Delftbepaald, en is daardoor wellicht wat hoger komen te liggendan wat de praktijk vraagt. Ook hier speelt het probleem dat dekwaliteit van de HBO-vooropleidingen te wensen over laatzoals blijkt uit de slagingspercentages: van de cursisten metHBO Bouwkunde slaagt 20%, van HBO Civiele Techniek 40%en van degenen die eerst nog een HBO+-opleiding hebbengevolgd slaagt 65 ? 70% voor de opleiding MSE. De opleidinghoudt echter vast aan de gestelde ambitie en krijgt vanuit depraktijk wel de erkenning dat het goede mensen opleidt."Investeren in opleidingenEen aantal hogescholen in Nederland heeft de afgelopen jarenbij gebrek aan belangstelling de specialisatie `Constructie'geschrapt. "Als er weer constructief opgeleide mensen nodigzijn, zullen die opleidingen wel weer aantrekken. Het opnieuwopzetten van die opleidingen zal echter veel tijd en inspanningkosten. Ook kunnen we de constructeurs nu eenmaal niet alle-maal uit het buitenland halen als ze bijvoorbeeld ook in hetNederlands moeten rapporteren." Het uitstroomniveau blijfthardnekkig voer voor discussie. "HBO'ers met constructieveambities komen steeds vaker op een lagere positie terecht, en"Misschien moet ook de TU aande poort een ingangstoets houden"4Hans Galjaard62009 Hans Galjaard6200962interview5 Waterkering Diefdijk in gesloten toestandruimtelijke model te zijn dat de architect hanteert. Het is ookniet altijd gunstig om dit model te kopi?ren. 3D-modellerenbiedt kansen om beter inzicht in de werking van de constructiete krijgen. 3D-rekenen k?n zin hebben, maar dat is afhankelijkvan de complexiteit van de constructie. Bij een offshorecon-structie zijn er ontegenzeglijk voordelen, maar daarvoor zijndan ook specifieke tools ontwikkeld; daar kan voor elk deel vande constructie de wapening worden gedifferentieerd. Bij Ekofiskkon het al, en dat is toch al weer twintig jaar geleden. De krachtvan BIM zit straks veel meer in de beheersing van het proces. Devraag is of de `M' staat voor `model', `modeling' of `management'?Het gaat nu vooral om het managen van het bouwen; dieontwikkeling gaat momenteel veel harder dan de koppelingrekenen-tekenen. Voor de meeste gangbare constructies is er opdat gebied niet zo veel winst te behalen."Nieuwe kansen voor de constructeurDe introductie van System Engineering met soms 30 000 eisenstemt Galjaard |somber. "Men hoopt hiermee de teloorgangvan het vakmanschap te bedekken. Het kan echter zover door-slaan dat de constructeur een soort checklist moet invullen vanwat hij zoal heeft gecontroleerd. Vakmanschap is toch veelbelangrijker? Een constructeur leid je op door te vragenwaarom hij iets zo heeft gedaan, en niet wat hij heeft gedaan!"Een splitsing tussen bijvoorbeeld ontwerpmanagement en tech-niek zou het vak van constructeur weer op de kaart kunnenzetten. "Maar dan moet techniek wel minimaal in dezelfde schaalworden gewaardeerd! Bij Van Hattum en Blankevoort is uitge-sproken dat we de techniek ook nodig hebben, en dus wordt datgewaardeerd. Het is hier helemaal niet noodzakelijk dat eenconstructeur een project kan leiden om verder te kunnengroeien. Als hij zijn vakbekwaamheid verbetert, lukt dat ook."De introductie van de Eurocodes biedt de constructeur volopkansen zich weer te profileren. Maar ook de kans op uitglijersneemt toe. "De VBC is een strak controlesysteem: als deconstructeur het op deze wijze heeft uitgerekend, dan is het veelalgoed. De Eurocode geeft soms wat globalere regels, maar hechtveel meer belang aan het `engineering judgement', het beoorde-lingsvermogen van de constructeur! Als je het document leest,blijkt er op veel plaatsen ruimte voor verschillende interpretaties.Het zal in het begin wel even wennen zijn. Dat is overigens nietbijzonder bij een nieuw voorschrift. Toen de VB74 indertijd werdge?ntroduceerd, werd er zelfs een hele Teleac-cursus aan gewijd.Invoeren van een norm geeft altijd veel stof tot discussie. En alshij eenmaal in gebruik is, zal er al snel op details gerepareerdmoeten worden. Aan de andere kant geven de Eurocodes deconstructeurs niet alleen de kans weer eens helemaal in detheorie te duiken, maar ook een grotere markt op te zoeken." Henk Wapperom"Veel mensen weten niet dat vliegtuigen, die helemaal 3Dworden getekend en berekend, pas luchtwaardig wordenverklaard als onder meer in een handmatige schaduwberekeningkan worden aangetoond dat de EEM-berekening correct is. Watdoen wij: wij vertrouwen in zijn geheel op die computer!Natuurlijk wordt de wapening voor de UGT uitgerekend, endaar zit een stuk reserve in, maar van heel veel constructiesweten we in feite niet wat er gebeurt. Een constructeur moet zichvoortdurend afvragen wat de computer heeft gedaan. `Voldoethet resultaat aan mijn verwachtingen? Komt het overeen metmijn handberekening? Maar ook: geloof ik in die detaillering?'Het aloude boek van Leonhardt, `Vorlesungen ?ber Massivbau',is nog steeds actueel; die plaatjes kom je elke keer weer tegen."Opvallende internationale verschillen ondersteunen zijn stand-punt. "In Noorwegen bijvoorbeeld bestaat de verankering van deonderwapening in een balk op twee steunpunten uit horizontalehaarspelden, in plaats van opgebogen staven zoals in Nederland.Voor de verankering is de Noorse oplossing logischer. Dan kunje de drukboog namelijk echt goed verankeren! Opgebogenwapening is daar dus eigenlijk `not done'! Dat dergelijkeverschillen bestaan, fascineert me wel. Het bewijst maar weereens dat je als constructeur in je detail moet geloven, en nietalleen iets moet toepassen op basis van voorschriften."3D-modellenDe toekomst met architectonische 3D-modellen die door deconstructeur 1 op 1 worden overgenomen, levert nieuwegespreksstof op. "Het proces blijft controleerbaar, maar kostmeer moeite. BIM komt voort uit een behoefte rekenen entekenen te koppelen, maar de huidige ontwikkeling laat zien datrekenen en tekenen hekkensluiter worden. Men zegt nu al: hetmodel voor de constructeur hoeft niet noodzakelijkerwijs het"Het is niet altijd gunstig omhet ruimtelijke model van de architectte kopi?ren"5
Reacties