Minimale
schuifspannings
weerstand
Dwarskracht in de volgende generatie Eurocode
betonconstructies (3)
1 Experiment bezweken op dwarskracht waarbij langswapening vloeit
1
Eurocodes
66?CEMENT?2 2025
Minimale schuifspanningsweer-
stand huidige Eurocode
In de huidige Eurocode is de dwarskracht-
weerstand gerelateerd aan het langswape-
ningspercentage. Wanneer dit langswape-
ningspercentage terugloopt naar nul, zou in
theorie ook de dwarskrachtweerstand naar
nul teruglopen. Dit fenomeen is echter nooit
geconstateerd bij experimenten. Dit komt
omdat proefstukken met lage langswape-
ningspercentages altijd eerder zullen bezwij-
ken op buiging. De laagst mogelijke dwars-
krachtweerstand wordt daarom gevonden
wanneer het vloeien van de langswapening
en bezwijken op dwarskracht gelijktijdig op-
treden [1]. Juist naar dit specifieke bezwijk-
mechanisme is in het verleden onderzoek
gedaan door de TU Delft (foto 1).
De minimale schuifspanningsweer-
stand is in eerste instantie afgeleid voor ge-
wapende elementen. Het effect van de aan-
wezigheid van een normaalkracht op de
minimale schuifspanningsweerstand wordt
verderop in dit artikel toegelicht. Wanneer
geen normaalkracht aanwezig is (N
Ed
= 0),
dan volgt rekenwaarde van de dwarskracht-
weerstand voor elementen zonder dwars-
krachtwapening V
Rd,c
uit de formule (verkor-
te weergave van formule 6.2a in de huidige
Eurocode):
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
In deze formule is:
k De factor voor het schaal-effect,
gelijk aan 1 + ?(200/d), met k ? 2
?
l
De wapeningsverhouding voor de
langswapening, die gelijk is aan A
sl
/(b
w
d),
met
?
l
? 0,02
d De effectieve hoogte van de door-
snede
b
w
d Het effectieve dwarskrachtopper-
vlakte, waarbij b
w
gelijk is aan de kleinste
breedte van de dwarsdoorsnede in de zone
onder trek
f
ck
De karakteristieke cilinderdruk-
sterkte van beton
C
Rd,c
De factor die is bepaald op basis
van de resultaten van 176 experimenten van
König en Fischer [2]. Uit een statische be-
schouwing volgt, bij een beoogde betrouw-
baarheidsindex van 3,8, een gemiddelde
In de nieuwe Eurocode is een aangepaste formule voor de minimale
schuifspanningsweerstand opgenomen. Ten opzichte van de formule in de huidige Eurocode
zijn de ruwheid van de scheur en de aanwezige vloeispanning van het staal als nieuwe
parameters opgenomen, wat bijdraagt aan een nauwkeurigere bepaling van de minimale
schuifspanningsweerstand. Door de auteurs van dit artikel is geconstateerd dat bij de
afleiding door de taakgroep binnen CEN enkele niet-conservatieve aannames zijn gedaan.
Daarom is in dit artikel een verbeterde formule beschreven. Uit een vergelijking met proeven
blijkt dat met deze verbeterde formule de minimale schuifspanningsweerstand veilig kan
worden bepaald. Deze verbeterde formule is opgenomen in (concept) wijzigingsbladen bij de
NEN-EN 1992-1-1+C1:2011/NB:2016+A1:2020 en bij de NEN 8702:2023.
CEMENT 2 2025 ?67
a = 2.5 d
d
C
Rm,c
van 0,163, een karakteristieke waarde
(5% ondergrens) van C
Rk,c
= 0,150 en een re-
kenwaarde van C
Rd,c
= 0,116 [3]. Deze laatste
waarde is overigens in de huidige Eurocode
afgerond naar 0,12 (0,18/?
c
).
In de afleiding van de minimale schuifspan-
ningsweerstand v
min
is gebruikgemaakt van
de karakteristieke waarde van de dwars-
krachtweerstand:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
De minimale schuifspanningsweerstand
v
min
is afgeleid voor de ligger in figuur 2,
door het langswapeningspercentage te be-
palen waarbij vloeien van de langswapening
en bezwijken op dwarskracht gelijktijdig
optreden. Voor de dwarskrachtoverspan-
ning a is 2,5d aangehouden, waarbij ervan
wordt uitgegaan dat hierbij de kleinste ver-
houding tussen de bezwijkweerstand op
afschuiving en buiging wordt gevonden ('het
dal van Kani' [3]).
Bij het bereiken van de karakteristieke
waarde van de dwarskrachtweerstand is het
moment onder de puntlast gelijk aan:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Het karakteristieke vloeimoment is bij bena-
dering gelijk aan:
2 Beschouwde ligger met aangenomen kritische positie van puntlast
NIEUWE GENERATIE EUROCODES
In 2012 werd in Nederland de huidige Eurocode-serie, de Europese normen voor
het toetsen van de constructieve veiligheid van alle mogelijke bouwconstructies,
geïntroduceerd. Binnen een aantal jaar wordt de opvolger van kracht.
De nieuwe Eurocode 2 is al in 2023 goedgekeurd. De komende tijd zal worden
gewerkt aan een Nederlandse vertaling en zal de nationale bijlage bij de Euroco-
des worden opgesteld.
De planning is dat alle circa 65 delen van de nieuwe Eurocode op 30 september
2027 definitief worden gepubliceerd en dat de huidige generatie op 31 maart
2028 wordt ingetrokken. Vervolgens moeten de nieuwe delen nog worden opge-
nomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBl).
In Cement wordt in diverse artikelen aandacht besteed aan de nieuwe Eurocodes,
vooral toegespitst op Eurocode 2. Maar er wordt ook aandacht besteed aan
Eurocode 0 (Grondslag van het constructief ontwerp) en Eurocode 1 (Belastingen
op constructies).
Bekijk het Dossier 'Nieuwe generatie Eurocodes
op Cementonline.
2
DR.IR. MARCO
ROOSEN
Senior Specialist
Betonnen Bruggen
Rijkswaterstaat
DR.IR. YUGUANG
YANG
Universitair Hoofddocent
TU Delft
IR. GERRIE
DIETEREN
Senior Adviseur
Constructieve Veiligheid
TNO
auteurs
Eurocodes
68?CEMENT?2 2025
M
Rk
= 0,9d ( ?
l
b d) f
yk
Door M
R ,V k
en M
Rk
aan elkaar gelijk te stellen,
wordt de wapeningsverhouding voor de
langswapening
?
l
gevonden waaronder geen
bezwijken op afschuifbuigbreuk valt te ver-
wachten:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Wanneer deze ?
l
wordt ingevuld in de for-
mule voor V
Rd,c
(met C
Rd,c
= 0,163) en wordt
uitgegaan van een maximale waarde voor f
yk
van 500 N/mm², dan wordt de rekenwaarde
voor de schuifspanningsweerstand gevonden
zoals opgenomen in de huidige Eurocode:
3/ 2 1/ 2
min ck
0, 035v kf=
Kritische kanttekeningen bij de
afleiding formule huidige Eurocode
Er zijn drie kanttekeningen te maken ten
aanzien van bovenstaande afleiding:
1?Voor de dwarskrachtweerstand is uitge-
gaan van de algemene formule in de huidige
Eurocode. Het schaaleffect en de ruwheid
van de scheur zijn in deze algemene formu-
le onvoldoende beschouwd waardoor de
dwarskrachtweerstand significant kan
worden onder- of overschat [4]. Omdat de
minimale schuifspanningsweerstand v
min
is
gebaseerd op deze algemene formule voor
de dwarskrachtweerstand, kan ook v
min
sig-
nificant worden onder- of overschat. Dit zal
verderop in dit artikel worden gedemon-
streerd (fig. 3).
2?Het uitgangspunt f
yk
= 500 N/mm² is een
conservatieve aanname wanneer f
yk
lager is
dan 500 N/mm².
3?Het zou een verdedigbare keuze zijn ge-
weest om het grenswapeningspercentage te
bepalen op basis van de gemiddelde waarden
van de dwarskrachtweerstand [5], immers
de betrouwbaarheid wordt al bereikt door
het berekende grenswapeningspercentage in
te vullen in de formule voor de rekenwaarde
van de dwarskrachtweerstand.
Voor bestaande constructies zou nog reke-
ning gehouden kunnen worden met gebruik
van glad staal (lagere dwarskrachtweerstand)
en de hogere weerstand bij platen ten op-
zichte van balken (plaatfactor). Daarnaast
kan aanname 2 vooral voor bestaande con-
structies leiden tot conservatieve resultaten.
Deze invloeden zullen worden toegelicht in
een volgende artikel, dat specifiek gericht is
op het beoordelen van bestaande construc-
ties in combinatie met de nieuwe Eurocode.
Opgemerkt wordt dat in principe een formu-
le voor v
min
niet nodig is. Immers, wanneer
de weerstand tegen bezwijken op moment
hoger is dan het optredende moment, zal de
dwarskrachtweerstand volgens de algemene
formule altijd hoger uitvallen. Desondanks
kan de formule interessant zijn voor ont-
werpers, omdat hiermee eenvoudig een
ondergrens voor de dwarskrachtweerstand
kan worden bepaald zonder dat hierbij de
hoeveelheid langswapening bekend hoeft te
zijn.
Aan de eerste twee kanttekeningen wordt
tegemoet gekomen in de nieuwe Eurocode.
Ook bij de
afleiding in de
nieuwe Eurocode
zijn er
kanttekeningen
te maken
ARTIKELENSERIE DWARSKRACHTWEERSTAND
In de nieuwe Eurocode 2 is de wijze waarop de dwarskrachtweerstand
moet worden bepaald fundamenteel gewijzigd. Deze wijzigingen zullen
aanzienlijke gevolgen hebben voor de bouwpraktijk. Aan de dwars-
krachtformules is sinds 2012 gewerkt door een taakgroep binnen
CEN (CEN/TC250/SC2/WG1/TG4). In Nederland zijn onderzoekers van
de TU Delft, TNO en Rijkswaterstaat hierbij betrokken geweest.
In een serie artikelen in Cement wordt de aangepaste methodiek voor het
bepalen van de dwarskrachtweerstand beschreven en vergeleken met de
huidige methodiek. Hierbij zal ook aandacht zijn voor de vraag of het
wijzigen van de dwarskrachtregels wel nodig is. Met deze serie artikelen
wordt geprobeerd inzicht te geven in de achtergronden van de volgende
generatie Eurocode betonconstructies, zodat op deze manier kan worden
bijgedragen aan een soepelere invoering in Nederland.
Dit derde deel gaat in op de bepaling van de minimale schuifspannings-
weerstand. In het eerste deel werd de dwarskrachtweerstand toegelicht
wanneer geen normaalkracht aanwezig is en in het tweede is de invloed
van de normaalkrachten op de dwarskrachtweerstand zonder dwars-
krachtwapening beschreven.
In een vervolgartikel zal worden ingegaan op de dwarskrachtweerstand van
elementen mét dwarskrachtwapening. Vervolgens zal een artikel worden
gewijd aan het bepalen van de dwarskrachtweerstand bij de beoordeling
van bestaande constructies. De serie artikelen zal worden afgesloten met
twee artikelen over de impact van de wijzigingen voor de bouwpraktijk,
één voor infrastructurele werken en één voor de utiliteitsbouw.
CEMENT 2 2025 ?69
Hierin is de minimale schuifspanningsweer-
stand afgeleid op basis van de Critical Shear
Crack Theory (CSCT), net als de algemene
formule voor de dwarskrachtweerstand.
Verder is f
yk
in de formule voor v
min
expliciet
opgenomen, zodat een aanname voor f
yk
niet
nodig is.
Minimale schuifspannings
weerstand nieuwe Eurocode
In de nieuwe Eurocode wordt de rekenwaar-
de van de minimale schuifspanningsweer-
stand niet langer weergegeven als v
min
maar
als
?
Rdc,min
. Verder moet bij het bepalen van
de minimale dwarskrachtweerstand op
basis van de minimale schuifspannings-
weerstand rekening worden gehouden dat
de definitie van het effectieve dwarskracht-
oppervlakte is gewijzigd van b
w
d naar b
w
z,
met z = 0,9d.
In de nieuwe Eurocode is de dwarskracht-
weerstand, zoals hiervoor aangegeven,
gebaseerd op de CSCT, een semi-empirisch
model ontwikkeld door Muttoni [4, 6]. In het
achtergrondrapport bij de nieuwe Eurocode
[7] is bij het afleiden van de gemiddelde
waarde van de minimale schuifspannings-
weerstand (gemiddeld, dus zonder de parti-
ële factor) gebruikgemaakt van de van de
oorspronkelijke machtsfunctie volgens de
CSCT voor de dwarskrachtweerstand, hier
weergegeven als V
Rmc
.
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Met
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
In de formule voor de dwarskrachtweer-
stand is f
cm
de gemiddelde cilinderdruk-
sterkte van beton, beschrijft d
dg
de gemid-
delde ruwheid van de kritische scheur en
is
?
v
de rek in de langswapening. De factor k
wordt gebruikt om de invloed van de vorm
van de kritische schuifscheur op de schuif-
spanningsweerstand in rekening te bren-
gen. In de formule van k is a
cs
de effectieve
dwarskrachtoverspanning gerelateerd aan
de toetssnede die gelijk is aan |M
Ed
/V
Ed
|.
Volgens de hiervoor gedefinieerde definitie
wordt de gemiddelde minimale dwarskracht-
weerstand V
Rmc,min
bereikt wanneer de ge-
middelde rek in de langswapening gelijk is
aan de vloeirek, dus
?
vm
= f
ym
/E
s
. Wanneer
verder wordt uitgegaan van een slankheids-
ratio a
cs
/d van 4 en een E
s
van 200.000 N/mm²,
dan wordt voor de minimale dwarskracht-
weerstand gevonden:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
De rekenwaarde van de minimale schuif-
spanningsweerstand
?
Rdc,min
wordt gevonden
door
?
Rmc,min
te delen door ?
v
, de partiële fac-
tor voor de dwarskrachtweerstand wanneer
geen dwarskrachtwapening aanwezig is. De
aanbevolen waarde voor ?
v
is 1,4. Wanneer
gedeeld wordt door het effectieve dwars-
krachtoppervlakte b
w
z, f
cm
wordt vervangen
door f
ck
en f
ym
door f
yd
, en de berekende 10,53
vervolgens wordt afgerond naar 11, dan
wordt
?
Rdc,min
gevonden zoals opgenomen in
de nieuwe Eurocode:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Kritische kanttekeningen bij de
afleiding formule nieuwe Eurocode
In de nieuwe Eurocode blijkt de minimale
schuifspanningsweerstand op een eenvou-
dige fysisch logische manier te kunnen wor-
den afgeleid door uit te gaan van de vloeirek
van de langswapening. Toch zijn er drie
kanttekeningen te maken ten aanzien van
bovenstaande afleiding:
1?In het bepalen van een waarde voor k is
uitgegaan een slankheidsratio a
cs
/d van 4. In
de formule voor V
Rmc
is k een factor om de
invloed van de locatie en de vorm van de
kritische dwarskrachtscheur op de dwars-
krachtweerstand in rekening te brengen.
Wanneer de kritische dwarskrachtscheur
zich bevindt op een toetssnede met een klei-
nere a
cs
/d, zal door de relatief hoge dwars-
kracht de kritische scheur zich steiler ont-
wikkelen en zal de dwarskrachtweerstand
lager zijn. Bij voorgespannen elementen kan
het vloeien van staal al worden bereikt bij
een waarde van a
cs
/d van bijvoorbeeld 2. Het
hanteren van het uitgangspunt van een a
cs
/d
SCHUIFSPANNINGS
WEERSTAND VERSUS
DWARSKRACHTWEERSTAND
Zowel de huidige als de nieuwe
Eurocode geeft een formule voor
de minimale schuifspanningsweer-
stand. Daarom wordt in dit artikel
niet gesproken over de minimale
dwarskrachtweerstand, maar over
de minimale schuifspanningsweer-
stand. De minimale dwarskracht-
weerstand kan gevonden worden
door de minimale schuifspannings-
weerstand te vermenigvuldigen
met de effectieve dwarskracht-
oppervlakte. In het artikel wordt
wel veelvuldig de term dwars-
krachtweerstand gebruikt, omdat
voor de afleiding van de minimale
schuifspanningsweerstand gebruik
wordt gemaakt van de algemene
formule voor de dwarskrachtweer-
stand.
Eurocodes
70?CEMENT?2 2025
gelijk aan 4 kan dus een overschatting van
de minimale schuifspanningsweerstand tot
gevolg hebben.
2?In de afleiding is f
ym
vervangen door f
yd
.
Voor het bepalen van de minimale schuif-
spanningsweerstand is blijkbaar uitgegaan
van de formules voor de ontwerpwaardes
van de dwarskrachtweerstand en moment-
weerstand. Echter door f
ym
te vervangen
door f
yd
, wordt ?
Rdc,min
niet lager maar hoger.
Deze aanname kan dus een overschatting
van de minimale schuifspanningsweerstand
tot gevolg hebben.
3?
In de nieuwe Eurocode is voor de dwars-
krachtweerstand voor elementen met een
d > 500 mm een correctiefactor voor het
schaaleffect k
vd
geïntroduceerd van
1,35(100?
l
d
dg
/d)
1/10
. Deze factor is niet ge-
bruikt in de afleiding van ?
Rdc,min
en kan dus
een overschatting van de minimale schuif-
spanningsweerstand tot gevolg hebben voor
platen met een grotere constructiehoogte.
Gezien bovenstaande punten, wordt in het
vervolg van dit artikel de (gemiddelde) mini-
male schuifspanningsweerstand opnieuw
bepaald uitgaande van a
cs
/d = 2 en door het
invoeren van een additionele schaalfactor
voor elementen met een d > 500 mm. Ver-
volgens zal de ontwerpwaarde van de mini-
male schuifspanningsweerstand recht-
streeks worden bepaald door gebruik te
maken van een set van relevante experi-
menten die door de auteurs voor dit doel is
samengesteld.
Verbeterde formule
Naar aanleiding van bovenstaande is een
verbeterde formule opgesteld voor de mini-
male schuifspanningsweerstand, waarvan
de afleiding is opgenomen in een rapport
van de TU Delft [8]. Voor de minimale
schuifspanningsweerstand wordt voorge-
steld om in plaats van k
vd
, een vereenvoudig-
de correctiefactor voor het schaaleffect te
gebruiken, namelijk k
v,min
. Omdat in de
afleiding van de formule voor de minimale
schuifspanningsweerstand al wordt uitge-
gaan van de vloeirek van het staal en d
dg
slechts een beperkte invloed heeft op het de
correctiefactor, hoeft enkel het effect van d
te worden beschouwd:
Er is een verbe-
terde formule
opgesteld voor
de minimale
schuifspannings-
weerstand
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
In de verbeterde formule wordt uitgegaan
van een slankheidsratio a
cs
/d van 2 en wor-
den f
cm
en f
ym
vervangen door de iets conser-
vatievere combinatie van f
ck
en f
yk
. Wanneer
de berekende 8,86 naar beneden wordt afge-
rond, wordt voor de gemiddelde schuifspan-
ningsweerstand gevonden:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Validatie met proevendatabase
Om de nauwkeurigheid van de verbeterde
formule te onderzoeken, is deze vergeleken
met proefresultaten. Hierbij hebben de au-
teurs gebruikgemaakt van twee bronnen. De
eerste bron betreft een set van 38 experi-
menten uitgevoerd door de TU Delft. Deze
proefstukken bezweken op dwarskracht,
terwijl de langswapening tegelijkertijd vloei-
de en zijn daarom exact representatief voor
het beoogde bezwijkmechanisme. In 30 van
deze proefstukken is geribd wapeningsstaal
toegepast en in 8 proefstukken glad staal
(gladde staven vallen strikt genomen buiten
het toepassingsgebied van de Eurocode voor
nieuwbouw).
De tweede bron betreft de uitgebreide
ACI-DAfStb dwarskrachtdatabase, opgesteld
door DAfStb (Deutschen Ausschuss für
Stahlbeton) en ACI (American Concrete In-
stitute) [9]. Deze testen bevatten echter geen
experimenten waarbij de langswapening bij
bezwijken op dwarskracht vloeit en deze
zijn dus eigenlijk niet geschikt voor de vali-
datie. Om toch gebruik te kunnen maken
van deze internationale database, zijn 29
proefstukken geselecteerd waarbij de rek in
de langswapening bij bezwijken op dwars-
kracht minimaal gelijk was aan 75% van de
vloeirek. In alle 29 experimenten uit deze
dwarskrachtendatabase is geribd wape-
ningsstaal gebruikt.
De hier aangegeven correctiefactor voor het
schaaleffect is in de nieuwe Eurocode alleen
aangegeven voor de beoordeling van bestaande
bouw maar is in principe ook van toepassing voor
nieuwbouw. Deze waarde is daarom hier verwerkt in
de ontwerpvergelijking.
CEMENT 2 2025 ?71
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
0 200 400 600 800 1000 1200
?
Rc,exp
/ ?
Rmc,min
d(mm)
overschatting
onderschattin g
Alle van de in totaal 67 geselecteerde proef-
stukken betreffen gewapende betonnen
liggers zonder dwarskrachtwapening.
De auteurs van dit artikel hebben de
experimenteel gevonden schuifspannings-
weerstand
?
Rc,exp
vergeleken met de gemiddel-
de minimale schuifspanningsweerstand
?
Rmc,min
(dus zonder partiële factor) volgens de
huidige Eurocode (fig. 3), de nieuwe Eurocode
(fig. 4) en de verbeterde formule (fig. 5). Voor
de huidige Eurocode is de gemiddelde schuif-
spanning
?
Rmc,min
gelijk aan 0,047k
3/2
f
cm
1/2
.
Deze formule wordt gevonden door de aflei-
ding van
?
Rmc,min
in [5] te combineren met f
ym
= 539 N/mm² (wat overeenkomt met een f
yk
van 500 N/mm²). Voor de nieuwe Eurocode
is uitgegaan van de formule voor
?
Rdc,min
. Deze
is vertaald naar een gemiddelde waarde door
uit te gaan van ?
v
= 1 en door f
ck
en f
yd
te ver-
vangen door f
cm
en f
ym
. Voor de verbeterde for-
mule is uitgegaan van de hierboven beschre-
ven formule voor
?
Rmc,min
en een correctie
voor de scheurafstand voor de 8 proefstuk-
ken waarin glad staal is toegepast. Deze cor-
rectie zal in een volgend artikel over bestaan-
de constructies verder worden toegelicht.
Uit de figuren blijkt dat de huidige
Eurocode de minimale schuifspannings-
weerstand niet erg consistent kan bepalen.
Voor lage proefstukken wordt de minimale
schuifspanningsweerstand onderschat en
voor hoge proefstukken wordt deze over-
schat. De bepaling van de minimale schuif-
spanningsweerstand met de nieuwe Euroco-
de blijkt veel consistenter te zijn, maar geeft
nog steeds een overschatting voor hoge
proefstukken. Een correctie voor het schaal-
effect is daarom noodzakelijk. Alleen de ver-
beterde formule geeft consistente voorspel-
lingen voor zowel lage als hoge proefstukken.
Het schaaleffect is dus goed gecorrigeerd.
Bepalen rekenwaarde verbeterde
formule
Op basis van de 67 ratio's ?
Rc,exp
/?
Rmc,min
kan
de correctie voor de rekenwaarde X
d
voor de
dwarskrachtweerstand worden bepaald en
de bijbehorende benodigde partiële factor
?
v
(=1/X
d
). Hiervoor is gebruikgemaakt van
Annex D7.3 van [10]. Uitgaande van bereken-
de ratio's, een lognormale verdeling, een
beoogde
? van 3,8 en het hanteren van een
bekende waarde voor de variatiecoëfficiënt
V
x
, wordt voor de verbeterde formule een X
d
gevonden van 0,705 wat neer komt op een
benodigde ?
v
van 1,42 (zie tabel 1). Deze waarde
komt vrijwel overeen met de aanbevolen
waarde voor ?
v
van 1,4. Deze waarde is in
Europees verband bepaald uit experimentele
data voor de algemene formule voor de
dwarskrachtweerstand. Uit tabel 1 blijkt
overigens dat voor de huidige Eurocode en
Om de nauw-
keurigheid van
de verbeterde
formule te
onderzoeken,
is deze
vergeleken met
proefresultaten
3 Ratio van experimentele en gemiddelde schuifspanningsweerstand volgens de huidige Eurocode
3
Eurocodes
72?CEMENT?2 2025
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
0 200 400 600 800 1000 1200
?
Rc,exp
/ ?
Rmc,min
d(mm)
overschattin g
onderschattin g
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
0 200 400 600 800 1000 1200
?
Rc,exp
/ ?
Rmc,min
d(mm)
overschatting
onderschattin g
4 Ratio van experimentele en gemiddelde schuifspanningsweerstand volgens de nieuwe Eurocode
5 Ratio van experimentele en gemiddelde schuifspanningsweerstand volgens de verbeterde formule
4
5
de nieuwe Eurocode een veel hogere ?
v
nodig
zou zijn om de beoogde
? te halen.
De rekenwaarde voor de verbeterede formule
kan worden bepaald met de formule:
()
()
()
1
3
Rd,c Rd,c l ck w
1
3
Rk,c l ck w
1
2
3
R,Vk Rk,c l ck
3/ 2 1/ 2
ck
l 1/ 2
yk
1/ 2
cm dg
Rmc w
v
1/ 4
cs
1/ 2
cm dg
Rmc,min
ym
100?
0,15 100?
2, 5 0, 375 100?
2, 68
?
?
0, 015
9, 48
V C k f bd
V k f bd
M dV k f bd
kf
f
fd
V k bd
d
a
k
d
fd
V
fd
??
=
??
??
??
=
??
??
==
=
??
=??
??
??
=
??
??
??
= ??
????
w
ck dg
Rdc, min
v yd
v, min 1/ 4
ck dg
Rmc, min v, min
yk
ck dg
Rdc, min v, min
v yk
11
?
?
4, 7
1, 0
? 8, 8
8, 8
?
?
bd
fd
fd
k
d
fd
k
fd
fd
k
fd
=
=?
=
=
Deze verbeterde formule is opgenomen in
(concept) wijzigingsbladen bij de NEN-EN
1992-1-1+C1:2011/NB:2016+A1:2020 en bij de
NEN 8702:2023. Hierin zijn de regels voor
de dwarskrachtweerstand voor elementen
zonder dwarskrachtwapening opgenomen,
vooruitlopend op de invoering van de nieuwe
Eurocode. Opgemerkt wordt dat in deze wij-
zigingsbladen in plaats van een factor 8,8 een
factor 8,5 is opgenomen. Dit komt op de eer-
ste plaats omdat het effectieve dwarskracht-
oppervlakte volgens de huidige Eurocode
gelijk is aan b
w
d, terwijl deze in de nieuwe
Eurocode is gedefinieerd als z
d(= 0,9b
w
d). CEMENT 2 2025 ?73
Op de tweede plaats maakt de huidige Euro-
code nog niet expliciet gebruik van een parti-
ële factor voor dwarskracht en daarom is in
de ontwerpwijzigingsbladen gebruikgemaakt
van ?
c
(?
c
= 1,5) in plaats van ?
v
van (?
v
= 1,4).
Effect voorspanning
In tegenstelling tot de v
min
-formule uit de
huidige Eurocode, waarin het effect van
voorspanning/een normaalkracht expliciet
wordt beschouwd met een aanvullende term
0,15
?
cp
, is in de nieuwe Eurocode geen extra
term nodig. De reden is dat de nieuwe Euro-
code de dwarskrachtweerstand relateert aan
de scheurwijdte van een kritisch aangeno-
men dwarskrachtscheur. De scheurwijdte
wordt gerelateerd aan het product van de
rek in de langswapening
?
v
en de scheuraf-
stand. Voor de scheurafstand bij geribd wa-
peningsstaal wordt voor de eenvoud de effec-
tieve hoogte d aangehouden. Het effect van
voorspanning kan dus direct worden meege-
nomen door de scheurwijdte te baseren op
de toename van de spanning in de langswa-
pening nadat het beton scheurt. Voor een
voorspanelement met een werkvoorspan-
ningsniveau
?
pw
kan de kritische scheurwijd-
te worden gerelateerd aan de totale rek
minus
?
pw,?
/E
p
vermenigvuldigd met d. De
minimale dwarskrachtweerstand wordt ge-
vonden wanneer bezwijken op dwarskracht
gelijktijdig optreedt met het vloeien van de
langswapening. Wanneer in het geval van
een voorspanelement in plaats van de vloei-
grens, de 0,1%-rekgrens wordt gebruikt, kan
?
v
worden vervangen door (f
p0,1k
? ?
pw,?
) d/E
p
.
Het effect van de voorspanning kan dus wor-
den meegenomen door in de formule voor
minimale schuifspanningsweerstand de
waarde f
yk
te vervangen door (f
p0,1k
? ?
pw,?
), zo-
als opgenomen in de nieuwe Eurocode. Voor
een combinatie van wapeningsstaal en voor-
spanstaal kan conservatief de hoogste van f
yk
en (f
p0,1k
? ?
pw
) worden ingevuld in de formule
voor de minimale schuifspanningsweer-
stand. Voor een minder conservatieve waar-
de kan gebruik worden gemaakt van de alge-
mene formule voor dwarskrachtweerstand.
Conclusies
In principe is een formule voor de minimale
schuifspanningsweerstand niet nodig. Wan-
neer de momentweerstand hoger is dan het
optredende moment, zal de dwarskracht-
weerstand volgens de algemene formule
altijd hoger uitvallen. Desondanks kan de
formule voor de minimale dwarskracht-
weerstand interessant zijn voor ontwerpers
omdat hiermee eenvoudig een ondergrens
voor de dwarskrachtweerstand kan worden
bepaald zonder dat hierbij de hoeveelheid
langswapening bekend hoeft te zijn.
In de formule voor de minimale schuif-
spanningsweerstand in de nieuwe Eurocode
zijn de ruwheid van de scheur en de vloei-
spanning van het staal als nieuwe parame-
ters opgenomen. Deze dragen bij aan een
nauwkeurigere bepaling van de minimale
schuifspanningsweerstand.
Door de auteurs is geconstateerd dat bij de
afleiding van de minimale schuifspannings
-
weerstand enkele niet conservatieve aanna-
mes zijn gedaan. Hierdoor wordt de beoogde
betrouwbaarheid niet gehaald bij de aanbevo
-
len partiële factor voor de dwarskrachtweer-
stand (?
v
= 1,4). Daarom is in dit artikel een
verbeterde formule gepresenteerd. Hierbij is
een vereenvoudigde correctiefactor voor het
schaaleffect geïntroduceerd. Uit een vergelij
-
king met proeven die verzameld zijn in het
kader van dit onderzoek blijkt dat met deze
verbeterde formule de minimale dwars
-
krachtweerstand wel veilig kan worden be-
paald. Dit is een verbetering ten opzichte van
de huidige Eurocode waarbij de minimale
dwarskrachtweerstand significant kan wor
-
den onder- of overschat. Deze verbeterde
formule is opgenomen in (concept) wijzi-
gingsbladen bij de NEN-EN 1992-1-1+C1:2011/
NB:2016+A1:2020 en bij de NEN 8702:2023.?
LITERATUUR
1?Walraven, J.C., Backgroud document
for prENV 1992-1-1:2002 6.2 Shear, Report
25.5-02-36. TU Delft, oktober 2002.
2?König, G., Fischer, J., Model
Uncertainties Concerning Design
Equations for the Shear Capacity of
Concrete Members without Shear
Reinforcement. CEB Bulletin No. 224,
1995, p. 117.
3?Walraven, J.C., Minimum afschuif-
draagvermogen van platen uit
gewapend beton zonder schuifwapening:
de waarde vmin, onderzoek in opdracht
van Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur,
C33B40. TU Delft, 4 maart 2013.
4?Yang, Y., Roosen, M., Dwarskracht-
weerstand gebaseerd op scheurwijdte (I).
Cement 2023/1.
5?Dieteren, G., RBK 1.2 Achtergrond-
rapport Beton, TNO-2022_R10927a
Eindrapport. TNO, 15 november 2022.
6?Muttoni, A., Ruiz, M.F., Shear Capacity
of Members without Transverse
Reinforcement as Function of Critical
Shear Crack Width. ACI Structural
Journal 105(2), 2008, p. 163-172.
7?Muttoni, A., et al., Background
document to subsections 8.2.1 and
8.2.2: Shear in members without shear
reinforcement, CEN/TC250/SC2/
WG1/TG4. EPFL, Report EPFL-IBETON
16-06-R2, 17 maart 2023.
8?Minkook Park, M., Yang, Y.,
Modification of ?_min for ROK/RBK,
Research assigned by Rijkswaterstaat,
25.5-24-05. TU Delft, februari 2025.
9?Reineck, K.-H., D.A. Kuchma, Fitik, B.,
Erweiterte Datenbanken zur
U?berpru?fung der Querkraftbemessung
fu?r Konstruktionsbetonbauteile mit und
ohne Bu?gel. Deutscher Ausschuss fu?r
Stahlbeton 597, 2012.
10?Nederlands Normalisatie Instituut:
NEN-EN 1990 Eurocode: Grondslagen
van het constructief ontwerp, 2005.
Tabel 1?Rekenwaardes afgeleid voor drie formules van de minimale dwarskrachtweerstand
Norm Gemiddelde Variatiecoëfficiënt X
d Benodigde ?
v
Huidige Eurocode 1,32 35% 0,562 1,78
Nieuwe Eurocode 1,03 21% 0,520 1,93
Verbeterde formule 1,31 19% 0,705 1,42
Eurocodes
74?CEMENT?2 2025
Reacties