In Nederland staan miljoenen naoorlogse gebouwen waarin beton een grote rol speelt. Of je deze gebouwen nu mooi vindt of niet, ze vertegenwoordigen een grote waarde. Op economisch, architectonisch, functioneel, monumentaal en milieutechnisch gebied. Dit, in combinatie met de huidige klimaatcrisis en -doelen, zou moeten leiden tot het uitgangspunt dat hergebruik van bestaande gebouwen en/of gebouwonderdelen vanzelfsprekend is, of op zijn minst altijd zorgvuldig moet worden overwogen.
Dit artikel is onderdeel van een themanummer van Cement over transformatie. Bekijk voor alle andere artikelen dit dossier.
Renovatie had twintig jaar geleden een wat stoffig imago. Esthetische en pragmatische overtuigingen leidden in het verleden vaak tot de sloop van betonkolossen. Gelukkig stellen we onszelf steeds vaker de vraag: is sloop wel de beste keuze? Inzichten ten aanzien van duurzaamheid én ontwikkelingen in technologieën voor renovatie dragen bij aan een grotere waardering voor bestaande gebouwen en materialen.
Een alternatief voor sloop is de herontwikkeling van bestaande bouw. Betonconstructies die beschikbaar komen zijn meestal naoorlogse gebouwen tot de jaren 80. Ieder decennia heeft zijn eigen kenmerkende esthetiek en constructieprincipes (zie kader ‘Ontwikkeling in betonconstructies’). Die esthetiek draagt bij aan het bestaansrecht van oude gebouwen, zeker in een tijd dat er steeds minder zichtbaar beton in nieuwe gebouwen komt. De industriële uitstraling is de moeite van het ‘bewaren’ waard (foto 1).
Roept zo’n betonnen look een milieuvriendelijk gevoel op? Niet direct, maar de bestaande betonconstructies hebben hun CO2-uitstoot al gehad. Bij sloop gaat dat milieutechnische voordeel verloren (zie kader ‘Milieu-impact’). Ondanks deze pluspunten worden er nog steeds gebouwen gesloopt. Wat zijn hiervoor de overwegingen en is het terecht?
1. Stadshuis Den Helder: zichtbare betonconstructie draagt bij aan industriële uitstraling. Foto: bbn
Reacties