? bruggenbouw ? constructief ontwerp ? prefabricageir.D.W.Bilderbeek, Ballast Nedam Engineering, AmstelveenIn 1997 zal Prince Edward Island, gelegen in het Noordoosten van Canada, door middelvan een ongeveer 13 kilometer lange brug verbonden zijn met New Brunswick. Daarmeelostderegeringvan Canada de meer dan honderdjaaroude belofte om heteiland teverbin-den met het vasteland eindelijk in.Voor de brug maakt Ballast Nedam International, ??n van de vier deelnemers in StraitCrossingjoint venture, gebruik van een beproefd concept. De schaal van de Northumber-land Strait Bridge maakt echter duidelijk dat er opnieuw grenzen zijn verlegd bij het ont?werpen en uitvoeren van geprefabriceerde betonnen bruggen.In Cement1996, nr.1is het algemeen ontwerp behandeld. In dit artikel volgt een beschrij-ving van de prefabricage van de brugonderdelen (foto 1 en fig. 2) en van de uitvoering.PRINCEEDWARD15LANDBRIDGE (11)PREFABRICAGE VAN DEBRUGONDERDELENAANBRUGGENDe aanbruggen aan de z?de van Prince Ed-ward Island (PEl) liggen onder een hellingvan 2,12%. De hoogte van het dek verlooptvan +12,27m b? het landhoofd (abutment)tot +24,05 m b? P?ler E7 (fig. 3). Op de eer-ste drie P?lers zijn de liggers op gl?opleggin-gen opgelegd. Door de geringe hoogte vande brug en de zeer geringe waterdiepte vanminder dan 1 mtotaan p?lerE3, z?n deze P?-Iers zeer kort en daarom te st?f om vervor-mingen ten gevolge van temperatuur enkruip op te kunnen nemen.G) Luchtfoto van het prefabricageterrein46De overige liggersz?n vastverbonden metdepijlers. Uitzetvoegen z?n voorzien in het mid-den van de overspanning tussen de p?lersE5 en E6. Uiteraard is ook een expansievoegvoorzien in de overgangsoverspanning naarP?ler 1 van de hoofdoverspanningen. Detwee brugsecties hebben dus elk slechtstwee vaste P?lers. Deze p?lers moeten deop-gelegde vervorming van ??n overspanning(93 m) ten gevolge van kruip en temperatuurkunnen volgen.De aanbruggen aan de z?de van New Bruns-wick liggen onder een helling van 2,30%. Dehoogte van het dek verloopt van + 14,75 mb? hetabutmenttot +40,67 m bij pijlerW14.Ook hier z?n de liggers op de eerste drie p?-Iers op gl?opleggingen opgelegd, om dezelf"de redenen als boven genoemd.B? de rest van de aanbruggen z?n de p?lerseveneens vast verbonden met de liggers.Uitzetvoegen zijn voorzien tussen de pijlersW5en W6, W8 en W9 en W11 enW12. Hier-door z?n in de eerstebrugsectie vanaf hetabutment slechts twee P?lers vast verbon-den met de liggers, terw?l in het resterendegedeelte steeds drie pijlers per brugsectievast verbonden z?n.Voor de drie vast met de bovenbouw verbon-den P?lers in elke brugsectie, dient de vervor-ming doortemperatuur en kruip derhalve op-genomen te worden door de vervormingsca-paciteit van de P?lers ten gevolge van tweeoverspanningen, ofwel over 186 m.De expansievoegen in het midden van deoverspanning z?n voorzien van een koppe-ling, die momenten van hetene deel naarhetandere kan overdragen. Deze momentkop-CEMENT1996/2C::OMPLETE-! STRAIT CROSSINGBORDEN FABRICATION YARDPROGRESS DIAGRAMWEEK 114YARD STATUS AS OFDECEMBER 16, 1995@ Uitvoeringssituatie in de prefab fabriekpeling bestaat uit een tweetal stalen balken,die in ieder van de aansluitende brugsectiestussen tweemaal twee opleggingen zijn inge-klemd. Om uitzettingvan de voegmogelijk temaken, zijn in ??n van de aansluitende brug-delen de opleggingen als glijopleggingen uit-gevoerd. De kleinere overspanningen voorde aanbruggen zijn mede gekozen op grondvan kostprijs, waterdiepte en ijsbelasting.Fundaties van de aanbruggenDoor de voortdurende ijsbewegingten gevol-ge van enerzijds de eb- en vloedbeweging enanderzijds de wind uit vari?rende richtingen,ontstaat in de winter langs de kust een zonevan landijs dievastligt op de zeebodem. Hier-door, en door de geringe diepte, is de ijsbe-lasting op de aanbrugpijlers kleiner dan opde hoofdoverspanningen. Om echtertoch dekrachten op de pijlers te reduceren zijn ookvoor de pijlers van de aanbruggen ijsschildentoegepast (foto 4).Het ijsschild bestaat uit een kegelvormig li-chaam meteen hellingshoekvan 52?van cir-ca ~ 4,0 m tot +3,0 m. Hierdoor schuift hetdrijfijs tegen de helling omhoog, waarna hetbreekt op buiging. Aangezien de buigtrek-sterkte lager is dan de druksterkte, is de be-lasting voor een hellend vlak aanzienlijk la-ger dan voor een verticaal vlak. Ook heeft hetijs aan de onderzijde een relatief hoge tem-peratuur, namelijk ongeveer gelijk aan de wa-tertemperatuur van enige graden onder nul.Hierdoor is de treksterkte eveneens lager,aangezien de sterkte van ijs toeneemt metlagere temperaturen. In geval van een verti-cale pijlervorm dient het ijs te worden verbrij~zeld, wat tot veel hogere krachten leidt.Hetijsschild van de pijlers van de aanbrug-gen is voorzien van een stalen mantel om slij-tage van beton door langsschurendijs tevoorkomen. Aangezien het moeilijk is om terplaatse hoge sterkte beton aan te voeren ente verwerken, is voor deze pijlers de staalbe-kleding gehandhaafd.De zeven pijlers aan de PEl-zijde bestaan uiteen ter plaatse gestorte conische pijlervoetmet een diameter van ongeveer 20 m. Dezepijlervoet, die tevens hetijsschi1d vormt, is te-gen schuifkrachten verankerd met zes totacht ondiepe, geboorde, verticale gewapendbetonnen palen met een diameter van 2 m.Waar de waterdiepte groter dan 4m is, is depijlervoet een op de zeebodem gestorte cilin-der met een diameter van 20 m.? Aanzicht van de brug (verhouding afmetingen verticaa/:horizontaa/ = 5:1)1.3KM 11. OKM O.65KM14X93m 44X250m 7X93mWES TAPPROACH MAIN BRIDGE EASTAPPRO.BRIDGEJ I T T 11BRIDGETWir P44 Pi E7CEMENT1996/2 47? bruggenbouw ? constructief ontwerp ? prefabricage@ Uitbouwwagen op de aanbrugVoor de New Brunswick-zijde is het ontwerpvan de eerste negen pijlers nagenoeg gelijk,alleen zijn de zes palen schoorgeboord. Voorvijfvan de veertien pijlers in water dieper dan7,0 m is het ijsschild op - 4 m niveau gefun-deerd op zes schoorpalen, die tot circa 10 ?15 m in de bodem zijn verankerd.Voor het maken van deze palen is een stalenbuispaal ongeveer 1 m in de bodem geheid.Een dunne betonplaat met stalen mantelvormt dan de bekisting voor de opbouw vanhet ijsschild op de palen. Voor de wateraf-dichting is hierin eerst een laag onderwater-beton gestort. In het overige deel van het ijs-schild heeft de krachtsoverdracht vanuit depalen plaats via de wapening.De ondiepe pijlers worden ter plaatse ge-bouwd in damwand-kuipen tot circa +4 mni-veau. Op de pijlervoet vanaf dit niveau wor-den de pijlerschachten opgebouwd uit ge-prefabriceerde, gecontramalde elementen,die onderling gelijmd en nagespannen wor-den. De schachten zijn zo slank mogelijk ont-worpen om de uit de bovenbouw opgelegdevervormingen ten gevolge van kruip en tem-peratuur op te kunnen nemen.Aangezien ter plaatse van de aanbruggengeen zachte bodemlagen voorkomen, kandirect op de zeebodem worden gefundeerd.De zeebodem wordt alleen gecontroleeerdop de aanwezigheid van zeewier en anderlos materiaal. Na het heien van de dam-wandkuip worden zes tot acht ongeveer 5 mdiepe gaten met een diameter van 2 m in dezachte rots geboord, waarin een wapenings-kooi wordt geplaatst. Eveneens wordt eenwapeningsnet geplaatst op de bodem rond-om de palen als verbinding van de palen tot??n geheel.Na het plaatsen van de wapening worden degaten opgevuld met onderwaterbeton, als-mede wordt een bodemlaag gestort van tenminste 1,5 m dikte. Na verharding wordt dekuip drooggepomptvoorverdere afbouwvande pijler in den droge.Op de onderwater betonvloer wordt de ver-dere wapening aangebracht voor het coni-sche ijsscherm. Hierin is ook de wapeningvan de korte palen verankerd. Door de gerin-ge waterdiepte en de grote diameter van hetijsschildis de horizontale schuifbelastingmaatgevend ten opzichte van hetkantelmo-ment. De korte palen met hetonderwaterbe-ton dienen ooktervoorkomingvan opdrijvingvan de tijdelijke bouwput.48Bovenbouw van de aanbruggenDe liggerhoogte varieertvoor de aanbruggenvan 5,10 m ter plaatse van de opleggingentot 3,00 mter plaatse van het midden van deoverspanning. De onderzijdevan de kokerlig-ger is 5,0 mbreed, terwijl ter plaatse van hetdek de koker ongeveer 7,0 m breed is. Doorde vari?rende hoogte ontstaan hierdoor ge-toogde wanden (regelvlak). Gekozen is vooreen smalle onderkantvan de kokerligger uitoogpunt van materiaal- en gewichtsbespa-ring. De wanden van de kokerliggers zijn 350mm dik, terwijl de bodemdikte varieert vanrnaximaal500 mm ter plaatse van de pijlerstot minimaal 205 mm in het veld. De diktevan hetbrugdekvarieertvan 250 mm tot ma-xirnaal515 mln nabij de lijven.In het midden van een overspanning wordtna het lijmen van de elementen een 0,20 rnbrede sluitvoeg gemaakt. Bijzonder is dathet hamerstuk uit twee elementen is opge-bouwd, die gelijktijdig tegen elkaar en op depijler gelijmd worden. Voor een uitvoering intwee delen is gekozen om het gewicht nage-noeg gelijk te houden aan de overige ele-menten. Aangezien het hamerstuk twee ver-ticale diafragma's bevat, zou dit bij ??n ge-heel ongeveer tweemaal zo zwaar zijn.Bij permanente belastingssituaties in com-binatie met een gereduceerde verkeersbe-lasting en temperatuurgradi?nt zorgt devoorspanning ter plaatse van de bovenkantvan de voorspankanalenin het dek voor eendrukspanning. De langsvoorspanning be-staat uit 19 tot 21 kabels met 12 strengen00,60 inch per lijf van de kokerligger terplaatsevanhetsteunpunt. In het veld zorgenzeven tot negen kabels met 12 strengen00,60 inch per lijf voor de continu?teitsvoor-spanning. Enkele kabels zijn als externe con-tinu?teitsvoorspanning aangebracht.Het vari?rend aantal kabels is een gevolgvan de stijfheid van pijler en bovenbouw, dieverandert met de hoogte van de brug en defundatiediepte. In dwarsrichting zijn de ko-kerliggerelementen meteen lengte van mini-mum 3,67 tot maximum 4,38 m met drie ka-bels met 3 strengen 00,60 inch nagespan-nen. De initi?le voorspankracht bedraagt80% van de sterkte.HOOFDOVERSPANNINGENDe 44 pijlers van de hoofdoverspanningenworden opgebouwd uit vier geprefabriceer-de elementen (fig. 5). Twee pijlers vormentelkens met de bovenbouw een portaal metoverkragende liggers. Op de overkragendeliggers worden naar de naastliggende pijler"portalen scharnierende inhangliggers ge-plaatst.Fundaties van de hoofdoverspanningenDe fundaties van de pijler bestaan uitgepre-fabriceerde, gedeeltelijk conische betonnenelementen, voorzien van een 4 m brede ring-vormige voet (foto 6). Het conische deel gaatover in een cilindrisch deel, dat reikt tot deonderzijde van het ijsscherm. De variatie inwaterdiepte wordt met dit cilindrische deelopgenomen. Het bovenste gedeelte van devoet is wederom conisch. Over dit gedeeltewordt hetijsschild geplaatst. De 4 m bredevoetring is voorgespannen met vier kabelsmet 27 strengen 00,60 inch.De pijlervoet wordt op drie tijdelijke opleg-punten geplaatst in een ringvormige sleuf,die gebaggerd is tot in de zachte rots.Het graven van de sleuven gebeurt met eengryper met een gewicht van 80 ton; dit is degrootste bestaande grijper in Amerika. Nahet graven worden de sleuven schoonge-maakt door het verwijderen van slib en lossebrokken bodemmateriaal.CEMENT1996/2LegendA Hard Point PadsB Pier Base (footing ring)C Pier Base (conelD Pier Base (compression ringlE Pier Base (barrel)F Pier Base (stump)G LowerPier Shaft (iee shield)H ExtensionI Upper Pier Shaft (typicallJ PierSegmentTemplate (Matchcast)K Pier Segment (hammerheadl Pour 1L SteelDiaphragmM Pier Segment (hammerhead) Pour 2? Exploded view van de stortfasen van de elementen van de hoofdoverspanningencv Oplegpunt voor de P?lervoeten in de maakDe oplegpunten zijn opgebouwd uit geprefa"briceerde betonplaten met een diametervan 4,5 m, waaronder nylon zakken zijn be"vestigd die ter plaatse worden volgepompt? P?lervoeten in aanbouwCEMENT1996/2met cementmortel (foto 7). Gedurende hetpompen van de mortel worden de drie beton"platen met een op de bodem geplaatst fra"me in de juiste positie gehouden. Op de be~tonplaatis voor de oplegging van de pijler"voet een oppervlak van 2 x 2 m2 voorzien.De fundatie wordt berekend op de veiligheidtegen schuiven en de veiligheid ten opzichtevan het draagvermogen, die is gebaseerd opglijvlakken. Na het plaatsen van een pijler"voet, wordt de ruimte onder de voetring ge"vuld met onderwaterbeton tot ongeveer0,50 m boven de onderkant van de voetring.Uit oogpunt van uitvoerbaarheid wordt reke"ning gehouden met een minimale dikte vanhet onderwaterbeton van 200 mm.ln som"mige gevallen, voor een diepe pijler of in ge"val van relatief zachte rots, wordt de minima"Ie diktevan hetbeton grotergekozen, tenein"de grotere spreiding of draagoppervlak enderhalve lagere funderingsspanningen tecre?ren.In enkele van deze gevallen kan het noodza"kelijk zijn ook de schuifweerstand te vergro"ten door meer oppervlak te mobiliseren. Ditgebeurt door een onderwater betonbodemin devoetaan te brengen. De functie van zo'nbodem is enerzijds om de ringvorm van depijlervoettehandhaven en anderzijds omhetgewicht te vergroten, waardoor de verhou"ding tussen verticale en horizontale belas"ting gunstiger wordt.49? bruggenbouw ? constructief ontwerp ? prefabricageIn de pijlerkop zijn kanalen voorzien voor hetaanbrengen van de vereiste voorspanningvan de ligger op de pijlers, voor de portaal-krachten en voor het hijsen van de pijler-schachten. De ligger wordt met tien kabelsmet 19 strengen 00,60 inch en zes kabelsmet 25 strengen 00,60 inch op de pijlerkopgespannen. Hetaantal kabels is ongelijk, na-melijk tien en zes aan respectievelijk de in-hangliggerzijde en de continue liggerzijdevan de pijler. De voorspanning die de liggermet de pijlerverbindt, wordt voortgezet in depoten van hetA-frame-diafragma in de ligger.e. Plaatsen van de inhang/iggersDe pijlerschacht is gedeeltelijk voorgespan-nen om de horizontale krachten ten gevolgevan temperatuuruitzetting en kruip te kun-nen weerstaan. Tevens wordt de pijler~schacht met nagespannen kabels op de pij-lervoet gespannen.Voorspanning is mede noodzakelijk in ver-band met de portaalvorming met de boven-bouw. Hierdoor ontstaan momenten die inde pijlers worden opgenomen. Het aantalvoorspankabels bedraagt in het algemeenvier kabels met 19 strengen 00,60 inch envier kabels met 37 strengen 00,60 inch, af-hankelijk van de locatie van de kabels.Inde pijlerschacht - pijlervoetverbinding iseen aantal niet gebruikte kanalen aange-bracht. Hierin kunnen zo nodig in de toe-komst voorspankabels worden aange-bracht, mocht er iets mis zijn met de nu aan-gebrachte kabels.Evenals bij de aanbruggen maakt het ijs-schild een hoek methet horizontale vlak van52?, waardoor de ijsbelasting aanzienlijkwordt gereduceerd, doordat het ijs wordt op-getilden breekt.Op de pijlerschacht wordt een relatief kleinelement van 5 bij 10 m en 1 m hoog aange-bracht. Dit element kan met lichte vijzelsnauwkeurig in de juiste positie worden ge-steld, wat met name ten aanzien van de hel-lingshoeken in langs- en dwarsrichting vandebrugbelangrijk is. Na het stellen wordthetelement door een groutvoeg met de pijlerverbonden. Op dit element wordt de bruglig-ger geplaatst met een lijmvoeg.Uitvoering van de hoofdoverspanninga. Ontgraven van de fundatieb. Plaatsen pijlervoetc. Plaatsen pijlerschachtd. Hoofdliggersecties=.:.:.~~_ _-,=19",OM,,---- ? ,~van circa - 4,0 m tot +3,0 m. De voeg tussendeze conus en het ijsschild op - 4,0 m wordtmet een opblaasbare rubberslang afgedichtvoor het grouten van de voeg.Depijlerschachten worden op de bovenrandvan dit conische deel opgelegd. De belastinguit de pijlerschacht wordt niet alleen via debovenkant van de conus op de pijlervoetovergedragen, maar ook via de ongewapen-de voeg tussen hetijsschild en de conus vande pijlervoet.Pijlerschachtvan de hoofdoverspanningenDe pijlerschachten bestaan uit het conischeijsschild 0 20 m op -4,Om verlopend tot 10 mdiameter op + 3,0 m hoogte. Vanaf dit ni-veau tot circa + 8 m gaat de cirkelvormigedoorsnede van het ijsscherm over in eenachthoekige vorm van de pijlerschacht meteen doorsnedevan 8 bij 8 m. Vanaf dit niveauverloopt de achthoekige doorsnede naareen vierkant van 10,0 bij 5,0 m aan de kopvan de schacht (foto 8).250MaWat betreft de vorm van deconischevoetzijner twee hoofdtypes. Het eerste type heefteen cirkelvormige voetring met een buiten-diameter van 22 m. Het tweede type heefteen ovale voetring, waarbij de afmeting in deas van de brug 22 m en de afmeting lood-recht op de brug 28 m bedraagt. De conischevoet verloopt van ovaal ter plaatse van deringnaar cirkelvormigter hoogte van de verti-cale schacht.De grotere afmeting loodrecht op de brugwordt toegepast voor de fundaties dieperdan circa - 27 m. Voor een aantal zeer diepgefundeerde pijlers (maximaal circa - 36 m)is het nodig om additioneel gewicht in de pij-lervoet aan te brengen.De aansluiting van het conische deel metdecilinder, die een diameter van 10 m heeft, isvoorzien van een verstijvingsringbalk.Het ijsschild van de pijlerschacht past meteen voegmet een gemiddelde dikte van 200mm op het tweede conische gedeelte. Ditdeel is ongeveer 7 m hoog en strekt zich uite: GOm ? 190M~._.-~--'---'-''---'-'-----;~L _~_~I::I11---"---\cdbSANDSTONE_~~~~_~~_==:::::=====-:"::::"~LC======:Q'?Vi1!iERmB!?!UB!R01?ENC====::::::=L50 CEMENT1996/2? Een A-frame voor het hamerstuk van dehoofdliggersvan 230 mm tot maximaal 650 mm nabij delijven. De 650 mm dikte is vooral nodig voorhet onderbrengen van de voorspankanalen.~@ Wapeningskooien voor de liggers opgebouwd buiten de kist? de 60 m lange inhangligger met??n schar-nierende en ??n glijdende tandoplegging,die de verbinding vormen van portaal naarportaal en vervormingen toelaten.? De liggers in aanbouw op tijdelijke oplegpuntenKraagliggerDe uitkragende hoofdliggers worden in sec-ties geprefabriceerd (foto 9). Eerst wordt intwee fasen hethamerstuk gemaakt, waarnain acht secties de uitkragende overstekkenworden vervaardigd. Ten slotte wordt aan??n zijde in de laatste fase een tand aange-brachtvoor de oplegging van de getande in-hangligger.Het hamerstuk van de 14 m hoge ligger heefteen bodernbreedte van 5 m met een diktevan 0,9 m. Door twee diafragma's in de vormvan een A-frame in de koker worden de stabi-liteit en de krachtsoverdracht naar de pijlersverzorgd (foto 10). Dewanden van de koker-ligger tussen de diafragma's zijn 0,60 m dik;buiten de pijlers in het uitkragende gedeeltevan de kokerliggers zijn deze verjongd tot0,40 m dikte. De dikte van het dek varieertDe bovenbouwvan de hoofdoverspanningenbestaat in principe uit een drietal, geprefa-briceerde elementen:? de 192,5 m lange, tweezijdig uitkragendehoofdligger voor iedere pijler;? de 52 m lange inhangligger met in het werkaan te brengen 1,5 mbrede continu?teits-voegen ten einde het portaal met twee pij-lers te vormen;? Prefabricage van een pijlerschachtBovenbouw van de hoofdoverspanningenDe overspanningen van de hoofdliggers be-dragen 250 m. Deze grote overspanningenzijn gekozen vanwege de ijsbelasting.ln hetnatte waterprofiel van de NorthumberlandStrait dienen zo weinig mogelijk obstakelsvoor te komen.In geval van kleinere overspanningen kan ge-makkelijker een stilliggend opstuwend ijs-veld ontstaan, dat grote krachten veroor-zaakt. Tevens zou het voor de vele pijlers op-gehoopte ijs er oorzaak van kunnen zijn datde Northumberland Strait pas later ijsvrij is,wat zeer ongunstig is voor de belangrijkekreeftenvisserij van het eiland.Deze stelling wordt echter bestreden. Juistwanneer het ijs vast zou liggen, zou de stro-ming in de Strait ervoor zorgen dat een grote-re wamte-uitwisseling zou plaatshebbentussen ijs en water. Immers, het ijs smelt indit geval sneller dan wanneer het ijs mee-drijft op de stroming.CEMENT1996/2 51? bruggenbouw ? constructief ontwerp ? prefabricageTer plaatse van het hamerstuk is het aantalinterne voorspankabels perI?ftwintig kabelsmet 31 strengen 00,60 inch en twee kabelsmet 19 strengen 00,60 inch, en tevens vierexterne kabels met 27 strengen 00,60 inchdie in het veld naar beneden afbuigen en decontinue inhangliggervoorspannen. Voor desCharnierende inhangligger eindigen dezeexterne kabels in de tandoplegging.De continu?teitsinhangligger is voorgespan-nen met v?f kabels met 22 strengen 00,60inch en elfkabels met9 strengen 00,60 inch.De dwarsvoorspanning bestaat uit 4 stren-gen 00,60 inch op 1,60 mafstand, terw?l terplaatse van de voegen de afstand 0,80 mis.Hetaantal secties wordtvooral bepaald doorhet streven zo veel mogel?k na te spannenkabels in het dek op het kopse vlak af tespannen. Doorveel sectieste kiezen z?n wei-nig of geen spannokken nodig. Door eenklein aantal, doch langere secties te kielen@ De Svanen met ligger op wegkunnen niet voldoende kabels op de kopsevlakken vaneen sectie worden afgespan-nen, zodat veel spannokken nodig zijn. Dezenokken zijn enerzijds moeilijker te makendan een verankering in het kopse vlak en an-derzijds gewichtsverhogend, wat vooral tenaanzien van de grote overspanningen vanbelang is. Gekozen is daarom voor zo weinigmogelijk spannokken. Uiteraard zijn welspannokken nodigvoorde continu?teitsvoor-spanning in de bodem van de kokerligger (fo-to 11). Debodemdikte van de koker verloopttot 250 mm dikte aan heteind van de uitkra-ging.InhangliggersDe inhangliggers worden, behoudens detan-den en diafragma's, als ??n geheel gestort.Om gewicht te besparen zijn de afmetingenzo dun mogelijk gekozen. De I?fdikte be-draagt 300 mm en de dikte van de bodem-plaat van de kokerliggers bedraagt 210 mmoOm deze afmetingen te realiseren moesteen deel van de voorspanning uitwendigwor-den aangebracht.De 52 m lange liggers worden met de uitkra-gende liggers verbonden met ter plaatse ge-storte voegen. De 60 m lange inhangliggerwordt aan ??n zijde geplaatst op potbea-rings voorzien van glijplaten. De verplaatsin-gen z?n afhankel?k van temperatuur, krimpen p?lerverplaatsingen. De andere zijdeheeft geen verplaatsingsmogelijkheid,dochwel een rotatiecapaciteit. De verplaatsingenop r?dekniveau ten gevolge van de rotatietussen de tweeliggereinden wordt opgeno-men met een uitzetvoeg in het rijdek.Alle drie elementen worden rnet de Svanengeplaatst (foto 12).?52 CEMENT1996/2
Reacties