8000 ton zware
tunnel ingeschoven
Ontwerp Oosttunnel nieuw station Ede-Wageningen
1 Oosttunnel tijdens inschuiven
1
6? CEMENT 5 20 23
Het stationsgebied in Ede onder-
gaat een flinke metamorfose en
wordt een modern OV-knooppunt:
een plek waar reizigers makkelijk
en snel overstappen op de trein,
bus, taxi en ander vervoer.
Vanwege
de voorspelde aanhoudende groei van reizi-
gers wordt het nieuwe station ruimer opgezet.
Er wordt een extra perron gebouwd en de
bestaande perrons worden verbreed. Ook
worden de voorzieningen uitgebreid en ver-
beterd, die het wachten op het perron aan-
genaam maken (kiosk, wachtruimtes). Tege-
lijkertijd is het ontwerp zo ingericht dat het
geheel open en overzichtelijk blijft.
Scope
De scope van het project OV-Knoop Ede (fig. 2):
Aanleg nieuw stationsgebouw en sporen-
kap (bouw);
Aanleg Oosttunnel inclusief stijgpunten
naar de perrons (civiel);
Aanleg Westtunnel (civiel);
Aanleg van de langzaamverkeersbrug
(civiel);
Aanpassing en vernieuwing van het spoor-
tracé inclusief perrons (rail);
Sloop van het bestaande station;
Aanleg pleinen. De civiele kunstwerken binnen het project
zijn twee spoordragende kunstwerken (de
Oosttunnel en de Westtunnel) en zes niet-
spoordragende kunstwerken: het fietsviaduct
zuidoost (een onderdeel van de Oosttunnel),
het fietsviaduct zuidwest (een onderdeel van
de Westtunnel), de langzaamverkeersbrug,
de overstek van de Albertstunnel en de wes
-
telijke en oostelijke geluidsschermen. In dit
artikel wordt het ontwerp van de Oosttunnel
toegelicht.
Oosttunnel
De Oosttunnel is de nieuwe perrontunnel
van het station en verzorgt de toegang tot de
vier perrons via zes stijgpunten. In de stijg-
punten zijn vaste trappen, roltrappen en lif-
ten opgenomen. De voetgangersverbinding
loopt onder de sporen en perrons door van-
af het Stationsplein aan de zuidzijde naar
het Frisopark aan de noordzijde. De Oosttunnel bestaat uit vier dekken:
twee spoordragende dekken, een dek voor
een groenstrook en een fietsdek (fig. 3). Het
object is verdeeld in twee constructiedelen.
Het grootste deel, het deel voor de twee
spoordekken en de groenstrook, is als één
geheel voorgebouwd op een voorbouwlocatie
aan de zuidzijde van het spoor. Het deel
PROJECTGEGEVENS
project
OV-knoop Ede
opdrachtgever
ProRail in samenwerking met gemeente Ede en NS Stations
opdrachtnemer
EdesPoort, bestaande uit VolkerWessels
Infrastructuur (Van
Hattum en Blankevoort en VolkerRail) en Van Wijnen
vestiging Arnhem
ontwerp Oosttunnel Van Hattum en Blankevoortuitvoering
schuifoperatie Oosttunnel
Heijmans Span- en
Verplaatsings
technieken
engineering
schuifoperatie Oosttunnel
Aveco de Bondt
constructief ontwerp sporenkap
Aveco de Bondt
In Ede wordt gebouwd aan het nieuwe station Ede-
Wageningen. Het meest uitdagende civiele onderdeel is ongetwijfeld de nieuwe Oosttunnel, die op een
voorbouwlocatie is gebouwd en vervolgens is ingeschoven.
De keuze voor inschuiven leidde tot aan aantal verschillende krachtswerkingen in de tunnel.
CEMENT 5 2023 ?7
tunnel vloer+16,49 0 m
o.k. dek+20,340 mb.k. dek+21, 190 m
17969 141394520 19966 48706050
850 850 850
3850
850
850
3850 1100
o.k. tunnelvloer+15,640 m
350 5350 3503025 3025 9983 9983 35019266 350 14139
overgangsplaat 250x995x200 0
betonvloe r h=850mm
voorgespannen dek d=850mm hek nach t afsluiting noord spoornummerspoornummer
voorgespannen dek d=850mm perron perron keerwand 1980 -1350 r echt keerwand 1980 -1350 r echt perron perron keerwand 1980 -1540 recht keerwand 1980 -1540 recht
voorge spannen dek d=850mm
spoornummerspoornummer spoornummerspoornummer
dilatatieprofiel AM250 schuif baan
Fg
4146 400 3346 400
betondek h=1000mm
hek nachtafsluiti ng zuid
k-b k-a Ff Fe
3
0° 3
0° 2030
plaquette WOII 2500 1100
kal kzandst een wand d=300mm
1700 4500 1700
PVR GC PVR GC
1700 8410 1700
PVR GC PVR GC
vrije hoo gte .
ruimte voor wayfi nding . afwerking leistee n op beton
EPS uitvull ing
afwerki ng leisteen op voorzet wand afwerking lei steen
op voo rzetwand
7069 7070
driehoekstegels met geleidelijnenzand onder tegels
voor het fietsviaduct is in situ gebouwd, ná
de inschuifoperatie (fig. 4).
Aan de zuidoostzijde grenst de tunnel
aan het stationsgebouw. Het stationsgebouw
is volledig gedilateerd van de Oosttunnel,
waardoor er geen belastingen worden afge-
dragen tussen de beide objecten.
Bouwfasering
In de tender is bedacht om zo efficiënt moge-
lijk te bouwen en hiermee de hinder voor de
omgeving zo veel mogelijk te beperken. Daar-
om werd besloten de tunnel inclusief de stijg -
punten buiten de sporen voor te bouwen en
in een TVP (treinvrije periode) in korte tijd
in te schuiven. Hierdoor werd bovendien een
veilige werkomgeving gecreëerd. Het inge-
schoven deel bestaat uit de twee voorgespan -
nen spoordekken, het voorgespannen dek
voor de groenstrook, de ondersteunende
wanden, de vloer én de complete stijgpunten.
Doordat de gesloten tunnel telkens wordt
onderbroken door de stijgpunten, is het een relatief slappe constructie. Voor het inschui-
ven is de constructie daarmee uniek in
vorm en massa (8030 ton). Tijdens de TVP in
augustus 2022 is het kunstwerk ingeschoven
naar de definitieve locatie over een afstand
van circa 83,5 m.
Voordat de werkvloer is gestort op de
voorbouwlocatie, zijn er eerst zogenoemde
betonnen schuifbaanbakken gemaakt. Hier-
in zijn stalen schuifbanen aangebracht voor
het inschuiven. De betonnen schuifbaanbak -
ken waren de funderingselementen tijdens
het inschuiven van de tunnel. Deze L-vormi-
ge bakken zijn na realisatie aangevuld met
zand, waarna een werkvloer is gestort met
een nauwkeurigheid van +/- 10 mm. Op de
werkvloer is een dubbele laag folie aange-
bracht om te voorkomen dat deze bleef
plakken aan de constructieve vloer tijdens
het vijzelen. Voorafgaand aan de TVP zijn de L-vor-
mige schuifbaanbakken weer ontgraven, om
de schuifbaan aan te kunnen brengen met
2 Impressie van de zuidzijde van het nieuwe station (bron: Beeldkwaliteitsplan OV-Knoop Ede)
3 Langsdoorsnede tunnel met links het later gebouwde in situ dek, in het midden de twee spoordekken en rechts en dek voor de groenstrook
ING. TJERK HABING MSENG RC
Senior Constructeur Van Hattum en Blankevoort auteur
2
3
8? CEMENT 5 20
23
F
F
H H
J J
C
D
D
E E
G G
1100
8502
0 0
19266
5350 50574
2590
500
50040 350 50890 934226061 15487
825153060
5870
601365
6001428
3220 2650
500
4520
500
5520
2550 2733 5520 60 1340 625 1933
150
2500
2720
150
350
500
5220
500
51164
2660
8287
1000
500
5220
02 005
8083
4146
12229 206220
4003346 400
22
25
26
28
500
11042 500
350
49724
500
350
50314
500
lij n t.b.v. vrij te ho uden ruimte
t.b. v. schuiven tunneldeel
lijn t.b. v. vrij te ho uden ruimte
t.b. v. schuiven tunneldeel
5001800
350
1,0%
1,0%
1,0%
1,0%
k1.4
F01 F02
kal kzandste en wand d=300mm
kalkzandste en wand d=300mm
kalkzandste en wand d=300mm
4906 4296
8338 5430785
60
5151 4191
8284 5350830
4891 41411555 6657
5611
2152
1248
3268
3712
478
6753
3862
2323
3566
4177
7161
6223
13439
3346
400
1,0%
gedilateerde wand op dek d=350mm
gedilateerde wand op dek
d=350mm
gedilateerde wand op dek d=350mm
gedilateerde wand op dek
d=350mm
gedilateerde wand op dek d=350mm
20786
8466 10002606 20 20746 3554 100010591
50011368 21724 14748
Erico meetankers n.t .b. Erico meetankers n.t .b.
21744
21743
K K
2100
21002750
2750
2750
75.5 8253 350
berliner wand
dookcons tructie dookcons tructie
2x ove rgangsplaat350x120 0x4000
2x overgangsplaat350x120 0x4000
2x overgangsplaat350x120 0x4000
2x overgangsplaat350x120 0x4000
Zandcem ent stabilisatie100kg/m3
filtergri nd met d rainagebuis filtergri nd met d rainagebuis
2x ove rgangsplaat350x120 0x4000
2x overgangsplaat350x120 0x4000
2x overgangsplaat350x120 0x4000
filtergrind m et drainagebuis filtergri nd met d rainagebuis
gedilateerde wand op dek d=350mm
keerwand
keerwand
keerwand
1,0% Over gangspl aat 250x9 95x2000
dilatati eprofiel W5L
bevesti gen d.m.v. klemstr ips
1,0%
opstorting t .b.v. ver anker ing verlicht ing opstorting t .b.v. ver anker ing verlicht ing opstorting t .b.v. ver anker ing verlicht ing 4
00 4
4
0
5
00
gedilat
eerde wand op dek
gedilat eerde wand op dek
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel drainagebuis aansluiten op H WA luifel
drainagebuis aansluiten op H WA luifel
38432
Erico m eetankers n.t .b. Erico meetankers n.t .b.
Erico meetankers n.t .b. Erico meetankers n.t .b.
trap conform OV S00220
prefab trap conform OVS00220
prefab trap co
nform OVS00220
roltrap c onform OVS 00107;
zichtzi jde kleur RAL7021
(zwart/grijs)
ro ltrap c onform OVS 00107;
zichtzi jde kleur RAL7021
(zwart/grijs)
ro ltrap c onform OVS 00107;
zichtzi jde kleur RAL7021
(zwart/grijs)
60 60
60 60
60
60
60
60
60 60
best aand spoor te saneren
bestaand spoornieuw spoor
nieuw spoor
bestaand spoor
bestaa nd spoor
nieuw spoor
bestaand spoornieuw spoor
bestaand spoor
bestaa nd spoor
b
esta
a
n d s
po
or
best aand spoor te saneren
bestaand spoornieuw spoor
nieuw spoor
bestaand spoor
bestaand spoor
nieuw spoorbestaand spoor
nieuw spoor
bestaa nd spoor
bestaand spoor
bestaa
daarop de vijzels. Tijdens de TVP zijn prefab
U-vormige schuifbaanbakken aangebracht,
om de schuifbanen te kunnen verlengen
richting de definitieve locatie van de tunnel.
Na de TVP stond de ruwbouw van de
tunnel op de definitieve locatie en kon de
tunnel van binnenuit worden afgebouwd.
Schuifdeel
De totale lengte van het schuifdeel is circa
64 m en inclusief stijgpunten is de tunnel
circa 48 m breed. Inwendig is een vrije
ruimte van 15,4 m breed en 3,85 m hoog be-
schikbaar voor de bestrating, wandbekle-
ding (bestaande uit leisteen) en het geëiste
PVR van 15 m breed en 3,6 m hoog. De spoordragende constructieonder-
delen zijn allemaal 850 mm dik (vloer, wan- den, dek, fig. 5). De wanden van de stijgpun-
ten zijn 500 mm dik en hebben een hoogte
van 7,3 m. De stijgpunten zijn monoliet met
de tunnel verbonden. In de vloeren van de
stijgpunten zijn sparingen opgenomen voor
de roltrap- en liftputten. Na het inschuiven
van de tunnel zijn hier betonnen putten in
het werk gestort in een verloren bekisting.
De dekken hebben allen een verschil-
lende breedte; spoordek zuid is 14.140 mm
breed, spoordek midden is 19.965 mm breed
en het dek voor de groenstrook is 6050 mm
breed. Door de kruisingshoek van de tunnel
met de sporen van 60° is de overspanning
van de dekken 18,76 m.
Tijdelijk stempel? Tussen de wanden van de
meest zuidelijke stijgpunten is een tijde-
4 Bovenaanzicht Oosttunnel ? Het blauw gearceerde deel betreft het in te schuiven deel,
het oranje gearceerde deel betreft het fietsviaduct
4
randkolom sporenkap
randkolomsporenkap
middenkolom sporenkap
randkolomsporenkap
randkolomsporenkap
aangrenzend stations- gebouw
middenkolom sporenkap
CEMENT 5 2023 ?9
tunnelvl oer+16,490 m
o.k. de k +20,340 m b.k. de k +21, 190 m
B A
19100
1000 17100 1000
85015400 850
20015000 200
5153 150004032
8503850 850
3850
o.k. tunnelvloer +15,640 m
850 1000 1000 850
17100
850 15400 850
ballastbed
voorgespannen dek d=850mm
filtergri nd met drai nagebuis betonwand d=850mm betonw and d=850mm
betonvloe r h=850mm
k.04 k0.5
865 865
spouw 40-60mm
k.z.st. 100mm
leis teen 40mm
spouw 4 0-60mm
k.z.st. 100mm
leis teen 40mm
na verwi jderen sc huifbalken,aanvullen met zand , aandrukken met bak gr aafmachi ne, holleruimte vullen met Dammer
dri ehoekstegels met geleidelijnen
zand onder tegels
lijk horizontaal stempel aangebracht (fig. 6).
Tussen deze wanden is immers geen dek
aanwezig. Deze wanden zijn voorgespannen
met een tijdelijke voorspankabel die is gesi-
tueerd onder de tijdelijke stempel.
Geotechniek? De bodemopbouw ter plaatse
van de tunnel is nagenoeg uniform en bestaat
uit matig tot vast gepakt zand; een ideale
bodem om op staal te kunnen funderen. De
hoogste grondwaterstand bevindt zich onder
de onderzijde van de tunnelvloer. Alleen de
onderkant van de roltrap- en liftputten
bevinden zich juist onder de hoogste grond-
waterstand.
Sporenkap
Het station wordt overdekt met een houten,
12 m hoge sporenkap (fig. 7). Deze wordt ge-
dragen door kolommen, waarvan er zes op
de Oosttunnel zijn gefundeerd (fig. 4). De
vier randkolommen, die ter plaatse van de
buitenste stijgpunten zijn gefundeerd, be-
treffen pendelkolommen. Deze kolommen
hebben een excentriciteit van circa 1 m ten
opzichte van de binnenzijde van de wand en
geven derhalve een aanzienlijk moment op
de wand. De middenkolommen betreffen de
stabiliteitskolommen van de sporenkap en
worden dus fors belast door onder andere
windbelastingen. Om voldoende stijfheid te
5
6
5 Dwarsdoorsnede tunnel loodrecht op de wanden
6 3D-view schuifdeel Oosttunnel met tijdelijke stempel en tijdelijke voorspanning
De tunnel is
inclusief de stijg-
punten buiten
de sporen voor-
gebouwd en in
een treinvrije
periode
ingeschoven
10? CEMENT 5 20 23
7
De randkabels
in de dekken
lopen door tot
aan de
uiteinden van
de stijgpunten,
om deze
'op te hangen'
ten tijde van
het inschuiven
van de tunnel
7 3D-impressie perrontunnel met sporenkap (bron: Vakwerk Architecten)
8 Verstijvingen wand stijgpunt t.b.v. middenkolom sporenkap
creëren voor deze kolommen, is er achter
de wand van het middelste stijgpunt een
penant van 1900 × 1400 mm² voorzien (incl.
wand 1900 × 1900 mm²). Bovendien is de
vloer van de tunnel hier uitgebreid en zijn
de stijgpuntwanden monoliet verbonden
met de dekken en tunnelwanden (fig. 8).Tijdens het DO van de tunnel zijn wind-
onderzoeken uitgevoerd naar de te hanteren
windbelasting op de sporenkap. Om het ont-
werpproces van de tunnel niet te verstoren,
zijn er ? in overleg met de constructeur van
de sporenkap ? robuuste aannames gedaan
voor de te hanteren belastingen op de tunnel.
Tijdens het UO van de tunnel is vastgesteld dat de definitieve belastingen uit de sporen-
kap worden afgedekt met de gehanteerde
aannames.
Constructieve berekening
Op zowel de voorbouwlocatie als de defini-
tieve locatie is de tunnel gefundeerd op staal.
Tijdens het inschuiven is de tunnel echter
op twee lijnopleggingen opgelegd. Deze twee
situaties zijn separaat beschouwd.
Met het 3D-rekenmodel (SCIA Engi-
neer) voor de eindsituatie zijn onder andere
de optr
edende snedekrachten en de funde -
ringsdrukken bepaald, waarbij alle belastin-
gen voor de eindsituatie zijn aangebracht
8
CEMENT 5 2023 ?11
stijgpunt stij gpunt tunnel
t.p .v. schuifbaan geen bedding t.p.v. schuif baan geen bedding
bedding vloer
stijgpunt bedding vloer
rand strook b =3m bedding vloer
mi dden be ddi ng vloer
stij gpunt
stijgpunt stijgpunt
t unnel
schuifbaan schuifbaan
(fig. 9). In dit model is de tunnel opgelegd op
beddingen. Deze beddingen zijn in samen
-
spraak met de geotechnisch adviseur afge -
stemd op de verschillende zones van funde-
ringsdrukken (fig. 10). Ter plaatse van de
betonnen schuifbaanbakk
en is geen bedding
aangehouden. De tunnel komt immers niet
op de betonnen schuifbaanbakken te liggen;
hiervoor is een samendrukbaar materiaal
op de wand van de schuifbaanbak aange -
bracht.
De schuifbanen waarop de tunnel
tijdens het inschuiven zijn opgelegd, zijn
onder de oren van de vloer geplaatst, buiten
de wanden van de tunnel. In deze situatie
ligt de tunnel op twee lijnopleggingen in de
langsrichting (fig. 11). De vloer van de tunnel
wordt op het moment van vijzelen en schui-
ven derhalve niet ondersteund. De stijgpun-
ten kragen op dat moment uit buiten de
schuifbanen. Voor de schuifsituatie is het
3D-rekenmodel van de eindsituatie aange-
past. De wijzigingen betreffen de volgende
punten: lijnopleggingen in plaats van bed- dingen, tijdelijk stempel tussen de wanden
van de zuidelijke stijgpunten, belasting uit
tijdelijke voorspanning, voorspanbelastin
-
gen zonder tijdsafhankelijke verliezen, al-
leen bouwbelastingen. Aan de hand van dit
model zijn de wapeningshoeveelheden uit
de eindsituatie getoetst en waar nodig is
extra wapening aangebracht.
Beddingconstantes? In totaal zijn er voor
het variëren in beddingen vier modellen
opgesteld (tabel 1). Voor de vloer zijn de ver-
schillen in snedekrachten van de vier reken-
modellen met elkaar vergeleken. Uiteinde-
lijk zijn de doorsnedetoetsen uitgevoerd op
basis van de resultaten uit model 1, waarbij
een restcapaciteit van 10% is aangehouden.
Daarmee zijn de variaties in snedekrachten
uit de verschillende modellen afgedekt.
Stijfheden? Voor de constructie is voor het
beton uitgegaan van de gescheurde stijfheid
voor de vloeren en wanden. De dekken van
de tunnel zijn in de overspanningsrichting
Om te bepalen
welke
vervormingen
van de tunnel
toelaatbaar zijn,
is een gevoelig-
heidsanalyse
uitgevoerd
11
9
10
9 3D-rekenmodel eindsituatie
10 Beddingen onder de tunnel
11 Schema tunnel tijdens inschuiven 12? CEMENT 5 20 23
Hart s poor
Hart s
poor
Verlen gde wand
Verlen gde wand
voorgespannen met nagerekt staal en heb-
ben derhalve in de langsrichting de stijfheid
v
an ongescheurd beton. De dekken zijn daar -
om als orthotrope platen geschematiseerd.
Aanvullende berekeningen voor kunstwer-
ken in het spoor?
Met een langskrachtenana -
lyse zijn de spanningen in de spoorstaven,
verplaatsingen van de constructie en de ver-
deling van de langskrachten naar het kunst-
werk bepaald. Tevens is beschouwd dat een
dynamische berekening niet vereist is; een
statische berekening volstaat.
Voorspanning
De dekken bevatten voorspankabels bestaan -
de uit 22 strengen Ø15,7 mm. De randkabels
in de dekken lopen door tot in de wanden van de stijgpunten, om deze 'op te hangen'
ten tijde van het inschuiven van de tunnel
(fig. 12). Hiervoor zijn horizontale bogen in
de randkabels voorzien. Om de voorspan-
ning zoveel mogelijk te benutten, is de kabel
-
ligging zodanig gekozen dat er een zo groot
mogelijke pijl ontstaat. In het veld is daarom
de kabel zo laag mogelijk gelegd en ter plaat-
se van de wanden zo hoog mogelijk. Bij de
overgang van een kunstwerk naar de aarde-
baan moet het kunstwerk echter loodrecht
op de as van het spoor eindigen, conform de
OVS (OntwerpVoorschriften ProRail, fig. 13),
waardoor er uitkragingen aan de dekken
moeten worden gestort die variëren in lengte.
Er is voor gekozen om de inklemwapening
van deze uitkragingen
bo
ven de voorspan-
koppen te overlappen met wapening uit
12
13
12 Buitenste voorspankabels lopen door naar de uiteinden van de stijgpunten
13 Het kunstwerk moet loodrecht op de as van het spoor eindigen, waardoor er uitkragingen aan de dekken moeten worden
gestort die variëren in lengte Tabel 1?Beddingen verschillende rekenmodellen
model vloer randstrook vloer midden vloer stijgpunten oren
1 karakteristieke bedding
10 MN/m³ karakteristieke bedding
6 MN/m³ karakteristieke bedding
10 MN/m³
geen bedding
2 lage bedding
7,7 MN/m³ lage bedding
4,6 MN/m³ hoge bedding
13 MN/m³ geen bedding
3 hoge bedding
13 MN/m³ hoge bedding
7,8 MN/m³ lage bedding
7,7 MN/m³ geen bedding
4 karakteristieke bedding
10 MN/m³ hoge bedding
7,8 MN/m³ karakteristieke bedding
10 MN/m³ geen bedding
CEMENT
5 2023 ?13
325var.
176
stortnaad opruwen
let op tolerantie bi j storten
voorspankabel
wapening onder beugels door schuiven enoverlappen m et bovenw apening vanuit dek 1384
346 1038
het voorgespannen dek. Om voldoende ruim -
te te creëren voor de spiraal en splijtwape-
ning zijn de voorspankabels in het dek bui-
ten de wanden (het uitkragende deel) naar
beneden gebogen (fig. 14). De overlapping
van de inklemwapening met de wapening
uit het dek is volledig omsloten met haar-
spelden om afspatten van de dekking te
voorkomen.
Doordat, zoals gezegd, de randkabels
doorlopen in de stijgpunten, hebben deze een
raakvlak met de ankers van de middenkolom -
men van de sporenkap. Het ankerpatroon is
in o
verleg met de constructeur van de sporen -
kap zodanig aangepast dat het voorspanka-
naal ertussendoor past (fig. 15).
De hoeveelheid voorspanning is be-
paald aan de hand van de spannings-eisen uit
NEN-EN 1992-1 en OVS00030-6. Deze eisen
zijn in tabel 2 en tabel 3 gepresenteerd. De middenkabels zijn eenzijdig gespan -
nen, de randkabels tweezijdig. In figuur 16
en 17 zijn respectievelijk het verticaal kabel-
verloop en de voorspankrachten voor de middenkabels weergegeven. De voorspan
-
krachten van de randkabels zijn weergege-
ven in figuur 18, waarin goed het effect van
de kleine straal van de horizontale bogen is
te zien. Doordat de wanden monoliet zijn
verbonden met de dekken zal er naast de
voorspanverliezen ten gevolge van wrijving,
wigzetting, elastische verkorting, krimp,
kruip en relaxatie ook voorspanverlies op-
treden doordat wanden de verkorting van
het dek verhinderen. Hierdoor komt niet de
gehele normaaldrukkracht ten gevolge van
de voorspankracht ten gunste van de draag -
werking van de dekken. De voorspanbelas-
ting in de vorm van de krommingsdruk
blijft wel volledig aanwezig. Het verlies in
normaaldrukkracht is in kaart gebracht
met behulp van een 2D-raamwerkmodel.
Wapening
Verbinding wand ? dek? Het dek is ingeklemd
ter plaatse van de wanden. In verband met
14 Detail voorspankabel in relatie tot uitkraging overgangsplaten 15 Raakvlak ankers middenkolom sporenkap met randkabel
14 15
Tabel 2?Maximale spanning op t = 0 (aanbrengen voorspanning)
aanbrengen voorspanning BGT-KARBGT-FRQBGT-QB
drukspanning ?
cc (t = 28) ? -21,0 -21,0-21,0N/mm²
trekspanning zijde voorspanning ?
ct (t = 28) ? 3,00 3,003,00N/mm²
trekspanning andere zijde ?
ct (t = 28) ? 3,00 3,003,00N/mm²
Tabel 3?Maximale spanning op t = eindsituatie
eindsituatie BGT-KARBGT-FRQBGT-QB
drukspanning ?
cc (t = ?) ? -21,0 -21,0-21,0N/mm²
trekspanning zijde voorspanning ?
ct (t = ?) ? 1,12 0,000,00N/mm²
trekspanning andere zijde ?
ct (t = ?) ? 1,69 1,120,00N/mm²
14? CEMENT 5 20 23
0,000 0,425
0,850
0,0 2,2 4,5 6,7 9,0 11,2 13,5 15,7 18,0 20,2 22,4
3400 3600
3800 4000 4200
4400 4600 4800
5000
0,00 2,17 4,35 6,52 8,70 10,87 13,05 15,22 17,40 19,57 21,75
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
wrijving: wiggen: ?Pel ?Pc+s+r
3200 3400
3600 3800
4000 4200 4400
4600 4800 5000
0,000 4,863 9,727 14,590 19,454 24,317 29,180 34,044 38,907 43,771 48,634
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
P? Pw ?Pel ?Pc+s+r
0,000 0,425
0,850
0,0 2,2 4,5 6,7 9,0 11,2 13,5 15,7 18,0 20,2 22,4
3400 3600
3800 4000 4200
4400 4600 4800
5000
0,00 2,17 4,35 6,52 8,70 10,87 13,05 15,22 17,40 19,57 21,75
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
wrijving: wiggen: ?Pel ?Pc+s+r
3200 3400
3600 3800
4000 4200 4400
4600 4800 5000
0,000 4,863 9,727 14,590 19,454 24,317 29,180 34,044 38,907 43,771 48,634
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
P? Pw ?Pel ?Pc+s+r
0,000
0,425
0,850
0,0 2,2 4,5 6,7 9,0 11,2 13,5 15,7 18,0 20,2 22,4
3400 3600
3800 4000 4200
4400 4600 4800
5000
0,00 2,17 4,35 6,52 8,70 10,87 13,05 15,22 17,40 19,57 21,75
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
wrijving: wiggen: ?Pel ?Pc+s+r
3200 3400
3600 3800
4000 4200 4400
4600 4800 5000
0,000 4,863 9,727 14,590 19,454 24,317 29,180 34,044 38,907 43,771 48,634
Voorspankrachten [kN]
Lengte [m]
P? Pw ?Pel ?Pc+s+r
de geringe tijd in de uitvoering om de tunnel
voor te bouwen (maart ? augustus), is er
gekozen om de inklemwapening vanuit de
wanden uit te voeren met T-heads in plaats
van schenkels (fig. 19). Voor de schenkels
zou een ondersteuningsconstructie moeten
worden gebouwd. De T-heads zijn op een
support gehangen, waarna de wanden zijn
gestort.
Dek? Door de kruisingshoek van 60° en de
aanwezigheid van voorspanning in de dek-
ken, is ervoor gekozen om de dekken niet-
orthogonaal te wapenen. De hoofdwapening loopt evenwijdig aan de voorspankabels, de
verdeelwapening loopt evenwijdig aan de
tunnelwanden. De hoek tussen de hoofd- en
verdeelwapening is derhalve gelijk aan de
kruisingshoek van de tunnel.
Inschuifoperatie
Positie vijzels? Aangezien de kokervormige
doorsnede (vloer-wanden-dek) wordt onder-
broken door de stijgpunten, is de tunnel in
langsrichting relatief slap. Bovendien zijn
er in de vloer van de tunnel zes sparingen
opgenomen voor roltrappen die conflic-
MEER LEZEN IN BETONIEK
Over de uitvoering van het
nieuwe station Ede-Wageningen
is in Betoniek het artikel '8000
ton inschuiven' verschenen,
beschikbaar op www.betoniek.nl.
16 Verticaal kabelverloop midden kabels
17 Voorspanverliezen midden kabels
18 Voorspanverliezen randkabels
16
17
18
CEMENT 5 2023 ?15
teren met de schuifassen. Daarnaast moet
er ruimte worden gereserveerd voor de
duwvijzels. Daarom is er vroegtijdig in het
ontwerp onderzocht wat de beste positie
voor de vijzels was, zodat alle vijzels zoveel
mogelijk gelijk worden belast. Hierbij is
conform CUR-Aanbeveling 68 (Vijzelen en
schuiven) een belastingsfactor van
?G = 1,5
gehanteerd om zo dynamische effecten
tijdens het schuiven op te vangen.
Gevoeligheidsanalyse? De tunnel is uitein-
delijk op zes vijzelgroepen opgelegd, drie
groepen per schuifas; een statisch onbe-
paald systeem. Hierdoor is de tunnel tijdens
het schuiven gevoelig voor zettingen van de
schuifbaan. Om te bepalen welke vervor-
mingen van de tunnel toelaatbaar zijn, is
een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Het
3D-rekenmodel in SCIA Engineer is daar-
voor ingeklemd in het zwaartepunt van de
19
20
19 Screenshot uit 3D-wapeningsmodel van verbinding wand-dek 20 Equipment t.b.v. schuiven onder tunnel 16? CEMENT 5 20 23
a.?Vervorming model bol
c.?Vervorming model torsie scherpe hoeken omhoog d.?Vervorming model torsie stompe hoeken omhoog
b.?Vervorming model hol
21 Vervormingen rekenmodel t.b.v. gevoeligheidsanalyse
constructie. De vijzelkrachten zijn vervolgens
als belastingen ingevoerd. Hiermee is geva-
rieerd om de tunnel hol, bol en getordeerd
te laten vervormen (fig. 21). Per situatie is er
zodanig gevarieerd met de vijzelkrachten,
dat de resultante van de vijzelkrachten tel-
kens gelijk valt met het zwaartepunt van de
constructie. De grenswaardes van de ver-
vormingen zijn bepaald door het toetsen van
de optredende scheurwijdte met behulp van
de betonmodule uit SCIA Engineer. De ge-
vonden grenswaardes van de vervormingen
uit de gevoeligheidsanalyse zijn omgezet naar
signaleringswaardes (33% van de grens-
waardes; correctiemaatregelen worden be-
dacht) en interventiewaardes (65% van de
grenswaardes; correctie is benodigd).
Voor het monitoren van de vervor-
mingen zijn in de zwaartepunten van de zes
vijzelgroepen meetpunten aangebracht op
stalen binten die op de vloer van de tunnel
zijn bevestigd (fig. 22).
Toelaatbare vijzeldruk? Naast de opgegeven
waardes voor de vervormingen van de tunnel,
is er een maximale vijzeldruk opgegeven.
Aangezien er juist buiten de wanden van de tunnel wordt gevijzeld, kunnen de oren aan
de vloer (consoles) bezwijken bij een te hoge
belasting. Hierop is tijdens het vijzelen ge-
monitord en waar nodig bijgestuurd.
Proefvijzelen en -schuiven? Twee weken
voor de geplande datum van het inschuiven
is de tunnel gevijzeld en circa 4 m verschoven
als test. Hiermee is gecontroleerd of alle
vijzelsystemen juist werken, of het monito-
ringssysteem juist werkt en is onderzocht
hoe de tunnel zich gedraagt wanneer deze
wordt gevijzeld. Aan de hand van het proef-
vijzelen zijn de startpunten voor het defini-
tieve inschuiven vastgelegd.
Monitoring vervorming tunnel? Tijdens het
inschuiven van de tunnel is na iedere vijzel -
slag (circa 78 cm) de vervorming van de
tunnel gemeten. Hiervoor is in het midden
van de tunnel een Total Station aangebracht,
die de zes punten inmeet na een commando
van de maatvoerder, ten opzichte van één
van de meetpunten die als nulpunt is geko-
zen. Met één druk op de knop zijn de meet-
waardes door de site engineer ingelezen in
een rekensheet, waarin gelijk inzichtelijk
21
CEMENT 5 2023 ?17
A B
9.255
22.192
23.081
9.287
63.815
11.004
21.325
23.376
8.110
57.44437.902
18.657
15.400
wordt of de gemeten vervormingen toelaat-
baar zijn.Tijdens het inschuiven heeft de tunnel
zich relatief stijf gedragen. De gemeten rela-
tieve vervormingen van de tunnel zijn binnen
enkele millimeters gebleven.
Probleemloos
Het inschuiven is probleemloos verlopen en
ging aanzienlijk sneller dan bedacht. Na het
inschuiven is de tunnel geïnspecteerd op
scheuren aan de buitenzijde van de tunnel.
Deze scheurwijdtes zijn getoetst aan vooraf
bepaalde maximale scheurwijdtes. Doordat
de vervormingen van de tunnel zeer gering
zijn gebleven, zijn er geen scheuren ten ge-
volge van de schuifoperatie aangetroffen in
de constructie. Na de inspectieronde kon
het equipment voor het schuiven worden
verwijderd en kon de tunnel laagsgewijs
worden aangevuld met zand. Vervolgens zijn
de spoorbouwers gestart om de railinfra en
perrons te realiseren.
22
23
22 Locaties meetpunten in zwaartepunten vijzelgroepen23 Oosttunnel op definitieve locatie (foto L. Schrama) 18? CEMENT 5 20 23
Reacties