Meerdere exemplaren van het ontwerp vande Voorschriften Beton 1972, deel A, zijn tebestellen bij de Betonvereniging, door over-making van 6,-- per exemplaar op postre-kening 3512 39 ten name van de Betonvereni-ging te ZoetermeerRedactiedr.ir.G.F.Janssonius, hoofdredacteurM. G.P. Melissen enA.A.van derVlist, redacteurenP. L. Spits, assistent-redacteurJ.M.L.Trouw, ing., redactiesecretarisRedactie-adresHerengracht 507, Amsterdam-C.tel. (020) 23 85 31UitgaveVerkoopassociatie Nederlands CementEnci-Cemij-Robur N.V., AmsterdamOntwerp omslagOtto Treumann, GVN, AGIRedactieraadG.P.van Loon, voorz.; J.M.L.Trouw, ing.,secr.;ir. P.J.Allaart, prof. ir.A.S. G.Bruggeling,Th.Cool, ing., prof. ir. D. Dicke,ir. H. van Dusschoten, ir. H.J.J. Engel,ir. C. van de Fliert, prof.dr. ir.A. M. Haas,prof. ir. H. Hertzberger, dr. ir.G. Huyghe (B),prof. ir.J.W. Kamerling, Ir.W.van Klaveren,ir.A.C. Krijn, ir.K.L.A. van der Leeuw,ir.F. K. Ligtenberg, ir. J. H. van Loenen,ir. C. J. Louw, dr. ir. G. Scherpbler,ir.W. van der Schrier, ir.W. de Steur,prof.drs. E. M.Theissing,prof.ir.B.W.vanderVlugt, ir.J. in't Veld,A. M.Witte, ing.Abonnementsprijzen per jaar (inci. B.T.W.)Nederland, Overzeese Rijksdelen, Belgi? enLuxemburg: 27,50Voor leden van de Betonvereniging: 25,--Studie-abonnementen voor T.H.-studenten,H.T.S.-leerlingen en militairen: 15,--Buitenland: 32,50Prijs losse nummers: 3,--Administratie-adresNieuwe Achtergracht 104, Postbus 1198,Amsterdam-C., tel. (020) 94 66 21Postgiro 28767, Gemeentegiro K 1048t.n.v. N.V. 't Koggeschip,drukkers- en uitgeversbedrijf(afd. Met Couragie)Overname van artikelen en illustraties alleenna schriftelijke toestemmingRedactiedr. ir.G. F. Janssonius, hoofdredacteurM.G.P.Nelissen enA. A. van der Vlist, redacteurenP. L. Spits, assistent-redacteurJ. M. L.Trouw, ing., redactiesecretarisRedactie-adresHerengracht 507, Amsterdam-C.tel. (020) 23 8531UitgaveVerkoopassociatie Nederlands CementEnci-Cemij-Robur NV., AmsterdamOntwerp omslagOtto Treumann, GVN, AGIRedactieraadG.P. van Loon, voorz.; J.M.L.Trouw, ing.,secr.;ir. P.J.Allaart, prof. ir.A.S. G.Bruggeling,Th. Cool, ing., prof. ir. D. Dicke,ir. H. van Dusschoten, ir. H. J. J. Engel,ir. C. van de Fliert, prof. dr. ir. A. M. Haas,prof. ir. H. Hertzberger, dr. ir.G. Huyghe (B),prof. ir. J.W. Kamerling, ir. W. van Klaveren,ir. A.C. Krijn, ir. K. L.A. van der Leeuw,ir. F. K. Ligtenberg, ir. J. H. van Loenen,ir. C. J. Louw, dr. ir. G. Scherpbier,ir.W. van der Schrier, ir.W. de Steur,prof. drs. E. M.Theissing,prof. ir. B.W. van derVlugt, ir. J. in 't Veld,A. M. Witte, ing.Meerdere exemplaren van het ontwerp vande Voorschriften Beton 1972, deel A. zijn tebestellen bij de Betonvereniging, door over-making van f 6,- per exemplaar op postre-kening 351239 ten name van de Betonvereni-ging te ZoetermeerAbonnementsprijzen per jaar (incl. B.T.W.)Nederland, Overzeese Rijksdelen, Belgi? enLuxemburg: f 27,50Voor leden van de Betonvereniging: f 25,-Studie-abonnementen voor T.H.-studenten,H.T.S.-Ieerlingen en militairen: f 15,-Buitenland: f 32,50Prijs losse nummers: f 3,-Administratie-adresNieuwe Achtergracht 104, Postbus 1198,Amsterdam-C., tel. (020) 94 66 21Postgiro 28767, Gemeentegiro K 1048t.n.v. NV. 't Koggeschip,drukkers- en uitgeversbedrijf(afd. Met Couragie)Overname van artikelen en illustraties alleenna schriftelijke toestemmingMaandbladgewijd aan cement en betontevensofficieel orgaanvan deBetonverenigingJaargang XXIII nr. 3a,maart 1971 OntwerpVoorschriften Beton 1972deel AGEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTEInhoudTen geleideNotatiesHoofdstuk A-1ALGEMENE BEPALINGENArt. A-101. DOELSTELLINGArt. A-102. GELDIGHEIDArt. A-103. AANDUIDINGArt. A-104. ONTWERPArt. A-105. TEKENINGENArt. A-106. TOEZICHTArt. A-107. VERANTWOORDELIJKHEIDArt. A-108. AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTENHoofdstuk A-2VOOR DE BEREKENING AAN TE NEMEN GEGEVENSArt. A-201. ONMIDDELLIJK EN VERTRAAGD OPTREDENDE VERVORMINGEN201.1 Betonstaal en profielstaal201.1.1 Elasticiteitsmodulus201.1.2 Thermische uitzettingsco?ffici?nt201.2 Voorspanstaal201.3 Grindbeton201.3.1 Elasticiteitsmodulus201.3.2 Co?ffici?nt van Poisson201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?nt201.3.4 Kruip201.3.5 KrimpArt. A-202. KARAKTERISTIEKE STERKTE202.1 Algemeen202.2 Betonstaal202.3 ProfielstaalMaandbladgewijd aan cement en betontevensofficieel orgaanvan deBetonverenigingJaargang XXIII nr. 3a,maart 1971 OntwerpVoorschriften Beton 1972deel AGEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTEInhoudArt. A-lOl.Art. A-l02.Art.A-l03.Art.A-l04.Art.A-l05.Art.A-l06.Art.A-l07.Art.A-l08.Ten geleideNotatiesHoofdstuk A-1ALGEMENE BEPALINGENDOELSTELLINGGELDIGHEIDAANDUIDINGONTWERPTEKENINGENTOEZICHTVERANTWOORDELIJKHEIDAFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTENHoofdstuk A-2VOOR DE BEREKENING AAN TE NEMEN GEGEVENSArt. A-201. ONMIDDELLIJK EN VERTRAAGD OPTREDENDE VERVORMINGEN201.1 Betonstaal en profielstaal201.1.1 Elasticiteitsmodulus201.1.2 Thermische uitzettingsco?ffici?nt201.2 Voorspanstaal201.3 Grindbeton201.3.1 Elasticiteitsmodulus201.3.2 Co?ffici?nt van Poisson201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?nt201.3.4 Kruip201.3.5 KrimpArt. A-202. KARAKTERISTIEKE STERKTE202.1 Algemeen202.2 Betonstaal202.3 Profielstaalblz.56999999991111111115151517202.4 Voorspanstaal202.5 Beton202.5.1 Karakteristieke betondruksterkte202.5.2 Karakteristieke betontreksterkteArt. A-203. BELASTINGEN203.1 Karakteristieke belastingen203.2 Dynamische invloeden203.3 Temperatuurs- en krimpinvloedenHoofdstuk A-3BEOORDELING VAN DE VEILIGHEIDArt. A-301. REKENWAARDE VOOR DE STERKTE EN HET VOOR DE BEREKENING AANTE HOUDEN 0-e-DIAGRAM301.1 Betonstaal301.1.1 Rekenwaarde voor de treksterkte301.1.2 Rekenwaarde voor de druksterkte301.1.3 Het voor de berekening aan te houden o-e-diagram301.2 Profielstaal301.2.1 Rekenwaarde voor de treksterkte301.2.2 Rekenwaarde voor de druksterkte301.2.3 Het voor de berekening aan te houden o-e-diagram301.3 Voorspanstaal301.4 Grindbeton301.4.1 Rekenwaarde voor de druksterkte301.4.2 Rekenwaarde voor de treksterkte301.4.3 Het voor de berekening aan te houden o-e-diagramArt. A-302. BEOORDELING VAN DE CONSTRUCTIE302.1 Gebruikstoestand302.2 Grenstoestand302.2.1 Bezwijktoestand302.2.2 Grenstoestand met betrekking tot de doorbuiging302.2.3 Grenstoestand met betrekking tot de scheurwijdteArt. A-303. PROEFBELAST1NGHoofdstuk A-4GRONDSLAGEN VOOR DE BEREKENINGArt.A-401. SCHEMATISERING VAN DE CONSTRUCTIEArt.A-402. CONSTRUCTIEDELEN EN CONSTRUCTIES402.1 Lineaire constructiedelen402.2 Vlakke constructiedelen402.3 Consoles en poeren402.4 RaamwerkenArt. A-403. OPLEGGINGEN403.1 Vrije oplegging403.2 Volledige inklemming403.3 Gedeeltelijke inklemmingArt. A-404. THEORETISCHE OVERSPANNINGArt. A-405. MEEWERKENDE BREEDTE VAN DE DRUKFLENS VAN T- EN L-BALKEN405.1 T-balken405.1.1 Vrij opgelegd405.1.2 Doorgaand over meerdere steunpunten405.2 L-balken405.2.1 Vrij opgelegd405.2.2 Doorgaand over meerdere steunpunten405.3 Invloed van een geconcentreerde belasting405.4 Invloed van een afschuining ter plaatse van de aansluiting van flens en ribArt.A-406. BEREKENING VAN DE KRACHTSVERDEL1NG IN DE CONSTRUCTIE406.1 Algemeen406.2 Niet-lineaire elasticiteitstheorie406.2.1 Geldigheid406.2.2 Grondslagen406.3 Lineaire elasticiteitstheorie406.3.1 Geldigheid406.3.2 Grondslagen406.4 Elementaire bezwijkanalyse406.4.1 Geldigheid406.4.2 Grondslagen406.5 Evenwichtsmethode202.4 Voorspanstaal202.5 Beton202.5.1 Karakteristieke betondruksterkte202.5.2 Karakteristieke betontreksterkte1717Art.A-203.203.1203.2203.3BELASTINGENKarakteristieke belastingenDynamische invloedenTemperatuurs- en krimpinvloeden17171719Hoofdstuk A-3BEOORDELING VAN DE VEILIGHEIDArt. A-301. REKENWAARDE VOOR DE STERKTE EN HET VOOR DE BEREKENING AANTE HOUDEN 0" -E-DIAGRAM 19301.1 Betonstaal 19301.1.1 Rekenwaarde voor de treksterkte301.1.2 Rekenwaarde voor de druksterkte301.1.3 Het voor de berekening aan te houden 0" -E-diagram301.2 Profielstaal 23301.2.1 Rekenwaarde voor de treksterkte301.2.2 Rekenwaarde voor de druksterkte301.2.3 Het voor de berekening aan te houden 0" -E-diagram301.3 Voorspanstaal 23301.4 Grindbeton 23301.4.1 Rekenwaarde voor de druksterkte301.4.2 Rekenwaarde voor de treksterkte301.4.3 Het voor de berekening aan te houden O"-E-diagramArt. A-302. BEOORDELING VAN DE CONSTRUCTIE 25302.1 Gebruikstoestand 25302.2 Grenstoestand 25302.2.1 Bezwijktoestand302.2.2 Grenstoestand met betrekking tot de doorbuiging302.2.3 Grenstoestand met betrekking tot de scheurwijdteArt. A-303. PROEFBELASTING 29Hoofdstuk A-4GRONDSLAGEN VOOR DE BEREKENINGArt.A-401. SCHEMATISERING VAN DE CONSTRUCTIE 29Art. A-402. CONSTRUCTIEDELEN EN CONSTRUCTIES 29402.1 Lineaire constructiedelen 29402.2 Vlakke constructiedelen 31402.3 Consoles en poeren 31402.4 Raamwerken 31Art. A-403. OPLEGGINGEN 31403.1 Vrije oplegging 31403.2 Volledige inklemming 33403.3 Gedeeltelijke inklemming 33Art. A-404. THEORETISCHE OVERSPANNING 33Art.A-405. MEEWERKENDE BREEDTE VAN DE DRUKFLENS VAN T- EN L-BALKEN 33405.1 T-balken 35405.1.1 Vrij opgelegd405.1.2 Doorgaand over meerdere steunpunten405;2 L-balken 35405.2.1 Vrij opgelegd405.2.2 Doorgaand over meerdere steunpunten405.3 Invloed van een geconcentreerde belasting 35405.4 Invloed van een afschuining ter plaatse van de aansluiting van flens en rib 37Art. A-406. BEREKENING VAN DE KRACHTSVERDELING IN DE CONSTRUCTIE 37406.1 Algemeen 37406.2 Niet-lineaire elasticiteitstheorie 37406.2.1 Geldigheid406.2.2 Grondslagen406.3 Lineaire elasticiteitstheorie 39406.3.1 Geldigheid406.3.2 Grondslagen406.4 Elementaire bezwijkanalyse 41406.4.1 Geldigheid406.4.2 Grondslagen406.5 Evenwichtsmethode 412406.5.1 Geldigheid406.5.2 Grondslagen406.6 Empirische methode406.7 Experimenteel onderzoekHoofdstuk A-5DIMENSIONEREN VAN DE DOORSNEDEArt.A-501. ALGEMEENArt. A-502. EXPERIMENTEEL ONDERZOEKHoofdstuk A-6MATERIALENArt.A-601. STAAL601.1 Betonstaal601.2 Profielstaal601.3 VoorspanstaalArt. A-602. BETON602.1 Betonsoorten602.1.1 Grindbeton602.1.2 Lichtbeton602.1.3 Zwaar beton602.2 Betonkwaliteiten602.3 BetonklassenArt.A-603. SAMENSTELLING VAN GRINDBETON603.1 Cement603.2 Toeslagmaterialen voor grindbeton603.2.1 Zand603.2.2 Grove toeslagmaterialen603.2.3 Vochtgehalte van de toeslagmaterialen603.2.4 Wegen en nieten603.3 Water603.4 Hulpstoffen603.5 Korrelverdeling van het toeslagmengsel603.5.1 Algemeen603.5.2 Zeefanalyse603.5.3 Korrelverdeling voor betonklasse l603.5.4 Korrelverdeling voor betonklasse II603.6 Gehalte aan fijn materiaal603.7 Consistentie603.8 Minimum cementgehalte603.9 Vorstbestand beton603.10 Waterdicht betonArt.A-604. BETONCONTROLE604.1 Betoncontrole voor klasse l604.2 Betoncontrole voor klasse IIArt.A-605. CONSISTENTIE, WATER-CEMENTFACTOR, UJCHTGEHALTE ENVOLUMEGEWICHT605.1 Monstername betonspecie605.2 Bepaling van de consistentie605.2.1 Verdichtingsmaat605.2.2 Zetmaat605.3 Meting van de water-cementfactor605.4 Bepaling van het luchtgehalte en het volumegewicht (dichtheid) van de versebetonspecie605.5 Bepaling van het volumegewicht (dichtheid) van het verharde betonArt. A-606. GESCHIKTHEIDSPROEF, CONTROLEPROEF EN VERHARDINGSPROEF606.1 Geschiktheidsproef606.2 Controleproef606.3 VerhardingsproefArt. A-607. PROEFKUBUSSEN607.1 Riblengte van de proefkubussen607.2 Mallen voor de proefkubussen607.3 Monstername607.4 Vullen van de mallen607.5 Ontvormen van de proefkubussen607.6 Bewaren van de proefkubussen607.7 Tijdstip van beproevenArt. A-608. BEPALING VAN DE DRUK- EN SPLIITTREKSTERKTE406.5.1 Geldigheid406.5.2 Grondslagen406.6 Empirische methode406.7 Experimenteel onderzoekHoofdstuk A-5DIMENSIONEREN VAN DE DOORSNEDEArt. A-501. ALGEMEENArt. A-502. EXPERIMENTEEL ONDERZOEKArt.A-601.601.1601.2601.3Hoofdstuk A-6MATERIALENSTAALBetonstaalProfielstaalVoorspanstaalArt. A-602. BETON602.1 Betonsoorten602.1.1 Grindbeton602.1.2 Lichtbeton602.1.3 Zwaar beton602.2 Betonkwaliteiten602.3 BetonklassenArt. A-603. SAMENSTELLING VAN GRINDBETON603.1 Cement603.2 Toeslagmaterialen voor grindbeton603.2.1 Zand603.2.2 Grove toeslagmaterialen603.2.3 Vochtgehalte van de toeslagmaterialen603.2.4 Wegen en meten603.3 Water603.4 Hulpstoffen603.5 Korrelverdeling van het toeslagmengsel603.5.1 Algemeen603.5.2 Zeefanalyse603.5.3 Korrelverdeling voor betonklasse I603.5.4 Korrelverdeling voor betonklasse 11603.6 Gehalte aan fijn materiaal603.7 Consistentie603.8 Minimum cementgehalte603.9 Vorstbestand beton603.10 Waterdicht betonArt. A-604. BETONCONTROLE604.1 Betoncontrole voor klasse I604.2 Betoncontrole voor klasse 11Art.A-605. CONSISTENTIE, WATER-CEMENTFACTOR, LUCHTGEHALTE EN4141434343434343434345454545454747475151515353535353VOLUMEGEWICHT 55605.1 Monstername betonspecie 55605.2 Bepaling van de consistentie 55605.2.1 Verdichtingsmaat605.2.2 Zetmaat605.3 Meting van de water-cementfactor 57605.4 Bepaling van het luchtgehalte en het volumegewicht (dichtheid) van de versebetonspecie 57605.5 Bepaling van het volumegewicht (dichtheid) van het verharde beton 57Art.A-606.606.1606.2606.3Art.A-607.607.1607.2607.3607.4607.5607.6607.7Art.A-608.3GESCHIKTHEIDSPROEF, CONTROLEPROEF EN VERHARDINGSPROEFGeschiktheidsproefControleproefVerhardingsproefPROEFKUBUSSENRiblengte van de proefkubussenMallen voor de proefkubussenMonsternameVullen van de mallenOntvormen van de proefkubussenBewaren van de proefkubussenTijdstip van beproevenBEPALING VAN DE DRUK- EN SPLIJTTREKSTERKTE57575959595959595959596161608.1 Beproevingsapparatuur 61608.2 Drukproef 61608.2.1 Uitvoering van de drukproef608.2.2 Interpretatie van de resultaten van de drukproef608.3 Splijttrekproef 61608.3.1 Uitvoering van de Splijttrekproef608.3.2 Interpretatie van de resultaten van de SplijttrekproefArt. A-609. CONTROLE VAN DE DRUKSTERKTE AAN DE HAND VAN PROEFKUBUSSEN 63609.1 Grenswaarden voor de standaardafwijking van de kubusdruksterkte van beton 63609.1.1 Betonklasse l609.1.2 Betonklasse II609.2 Keuringsvoorschrift voor de geschiktheidsproef 63609.3 Keuringsvoorschrift voor de controleproef 65609.3.1 Betonklasse l609.3.2 Betonklasse II609.4 Keuringsvoorschrift voor de verhardingsproef 69Art.A-610. ONDERZOEK VAN DE DRUKSTERKTE AAN DE CONSTRUCTIE 69610.1 Methoden van onderzoek 69610.1.1 Onderzoek met behulp van de terugslaghamer610.1.2 Onderzoek met behulp van ultrasone metingen610.1.3 Onderzoek aan de hand van geboorde cilinders610.2 Aanvullend onderzoek 71610.2.1 Algemeen610.2.2 Onderzoek met behulp van de terugslaghamer in combinatie met een steekproefvan ten minste 3 geboorde cilinders610.2.3 Onderzoek met behulp van de ultrasone metingen in combinatie met de terugslag-hamer en een steekproef van ten minste 3 geboorde cilinders610.2.4 Onderzoek aan de hand van geboorde cilinders610.3 Onderzoek ter vervanging van de verhardingsproef 73Art. A-611. CONTROLE VAN DE TREKSTERKTE AAN DE HAND VAN PROEFKUBUSSEN 73Hoofdstuk A-7BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET ONTWERP ENDE UITVOERINGHoofdstuk A-8OVERIGE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DEUITVOERING60S.1 Beproevingsapparatuur 6160S.2 Drukproef 61608.2.1 Uitvoering van de drukproef608.2.2 Interpretatie van de resultaten van de drukproef608.3 Splijttrekproef 61608.3.1 Uitvoering van de splUttrekproef608.3.2 Interpretatie van de resultaten van de splUttrekproefArt. A-609. CONTROLE VAN DE DRUKSTERKTE AAN DE HAND VAN PROEFKUBUSSEN 63609.1 Grenswaarden voor de standaardafwijking van de kubusdruksterkte van beton 63609.1.1 Betonklasse I609.1.2 Betonklasse 11609.2 Keuringsvoorschrift voor de geschiktheidsproef 63609.3 Keuringsvoorschrift voor de controleproef 65609.3.1 Betonklasse I609.3.2 Betonklasse 11609.4 Keuringsvoorschrift voor de verhardingsproef 69Art. A-61 O. ONDERZOEK VAN DE DRUKSTERKTE AAN DE CONSTRUCTIE 69610.1 Methoden van onderzoek 69610.1.1 Onderzoek met behulp van de terugslaghamer610.1.2 Onderzoek met behulp van ultrasone metingen610.1.3 Onderzoek aan de hand van geboorde cilinders610.2 Aanvullend onderzoek 71610.2.1 Algemeen610.2.2 Onderzoek met behulp van de terugslaghamer in combinatie met een steekproefvan ten minste 3 geboorde cilinders610.2.3 Onderzoek met behulp van de ultrasone metingen in combinatie met de terugslag-hamer en een steekproef van ten minste 3 geboorde cilinders610.2.4 Onderzoek aan de hand van geboorde cilinders610.3 Onderzoe,k ter vervanging van de verhardingsproef 73Art. A-611. CONTROLE VAN DE TREKSTERKTE AAN DE HAND VAN PROEFKUBUSSEN 734Hoofdstuk A-7BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET ONTWERP ENDE UITVOERINGHoofdstuk A-aOVERIGE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DEUITVOERINGTen GeleideComit? Europ?en du B?ton2Koninklijk Instituut van Ingenieurs3Richtlijnen Prefab-beton4Studievereniging Prefabricage Beton5Richtlijnen Voorgespannen Beton6Studievereniging tot ontwikkeling van hetVoorgespannen Beton7Richtlijnen Lichtbeton8Commissie Uitvoering ResearchIn het novembernummer 1969 van Cement werd door de Gewapend-Betoncommissie uit-eengezet op welke wijze de nieuwe 'Betonvoorschriften' tot stand zullen komen. Nader isvastgesteld deze voorschriften uit te geven onder de volgende naam:VOORSCHRIFTEN BETON 1972VB 1972Dit geschiedde voorheen onder auspici?n van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs -afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde, thans is hierbij ook de Betonvereniging betrokken.De nieuwe voorschriften zullen uit de volgende delen bestaan:DEEL A - GEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTE;DEEL B - IN HET WERK GESTORT BETON, aanvullende bepalingen;DEEL C - VOORAF VERVAARDIGD BETON, aanvullende bepalingen;DEEL D - ONGEWAPEND BETON, aanvullende bepalingen;DEEL E - GEWAPEND BETON, aanvullende bepalingen;DEEL F - VOORGESPANNEN EN GEDEELTELIJK VOORGESPANNENBETON, aanvullende bepalingen;DEEL G - LICHTBETON, aanvullende bepalingen;DEEL H - ZWAAR BETON, aanvullende bepalingen.In tegenstelling tot de huidige GBV wordt bij de nieuwe voorschriften, voor zover nodig,nadere uitleg of belichting van achtergronden gegeven door middel van toelichtingen.De gewijzigde Gewapend-Betonvoorschriften 'GBV 1962' zijn ondergebracht in de delen A, Ben E. Hiervan is het ontwerp van deel A gereedgekomen, zodat tot publikatie kan wordenovergegaan. De delen B en E zijn nog in bewerking.De geheel andere opzet van de nieuwe voorschriften bracht mee, dat in deel A - gemeen-schappelijk gedeelte - zoveel mogelijk gegevens, onder andere gebaseerd op de CEB'-richt-lijnen, zouden worden opgenomen. Deel A is dan ook zodanig opgesteld, dat in de anderedelen de opvattingen neergelegd in de CEB-richtlijnen in grote lijnen worden gevolgd. Zulksis in overeenstemming met art. 5 van de 'Overeenkomst voor het co?rdineren van Betonvoor-schriften', aangenomen op 23 augustus 1968 door de Commissie Co?rdinatie Voorschriften.In deze commissie zijn naast de Gewapend-Betoncommissie/KIvP-Betonvereniging, ondermeer vertegenwoordigd de RPB^commissie/Stupr?4, de RVB^commissie/Stuvo', en de RLB7-commissie/Betonvereniging. Aan de drie laatstgenoemde commissies zijn door de Gewapend-Betoncommissie de concepten van de verschillende artikelen naarmate het werk vorderdetoegezonden. De hierop ontvangen kritiek is reeds verwerkt. Verwacht mag worden dat diteen beperking zal betekenen ten aanzien van wat tijdens de 'hearings' nog naar voren zalworden gebracht.Het tot stand brengen van de nieuwe voorschriften geschiedt in nauw overleg met de RPB-,RVB- en RLB-commissies en de meer dan twintig daarmee verband hebbende subcommissies.In deze subcommissies hebben behalve leden van de Gewapend-Betoncommissie ook des-kundigen zitting, die verbonden zijn aan de TH te Delft, het IBBC-TNO-instituut, overheids-diensten en particuliere bedrijven en instellingen. De voorschriften zijn geworden tot eenwerkstuk van velen ten gebruike van velen.Wederom is het zeer verheugend, dat het in CUR'-verband mogelijk werd gemaakt beton-onderzoek te verrichten ten behoeve van recente problemen. Het onderzoek wordt meestal bijIBBC-TNO uitgevoerd. Van de verstrekte CUR-rapporten is reeds een dankbaar gebruik ge-maakt voor de opstelling van deel A. Dit betekent dat de inhoud van deel A uitgebreid is metvele gegevens, waarvan indien gewenst, gebruik kan worden gemaakt.Comit? Europ?en du B?ton2Koninklijk Instituut van Ingenieurs3Richtlijnen Prefab-beton4Studievereniging Prefabricage Beton5Richtlijnen Voorgespannen Beton6Studievereniging tot ontwikkeling van hetVoorgespannen Beton7Richtlijnen lichtbeton8Commissie Uitvoering ResearchTen GeleideIn het novembernummer 1969 van Cement werd door de Gewapend-Betoncommissie uit-eengezet op welke wijze de nieuwe 'Betonvoorschriften' tot stand zullen komen. Nader isvastgesteld deze voorschriften uit te geven onder de volgende naam:VOORSCHRIFTEN BETON 1972VB 1972Dit geschiedde voorheen onder auspici?n van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs -afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde, thans is hierbij ook de Betonvereniging betrokken.De nieuwe voorschriften zullen uit de volgende delen bestaan:DEEL A - GEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTE;DEEL B - IN HET WERK GESTORT BETON, aanvullende bepalingen;DEEL C - VOORAF VERVAARDIGD BETON, aanvullende bepalingen;DEEL D - ONGEWAPEND BETON, aanvullende bepalingen;DEEL E - GEWAPEND BETON, aanvullende bepalingen;DEEL F - VOORGESPANNEN EN GEDEELTELIJK VOORGESPANNENBETON, aanvullende bepalingen;DEEL G - LICHTBETON, aanvullende bepalingen;DEEL H - ZWAAR BETON, aanvullende bepalingen.In tegenstelling tot de huidige GBV wordt bij de nieuwe voorschriften, voor zover nodig,nadere uitleg of belichting van achtergronden gegeven door middel van toelichtingen.De gewijzigde Gewapend-Betonvoorschriften 'GBV 1962' zijn ondergebracht in de delen A, Ben E. Hiervan is het ontwerp van deel A gereedgekomen, zodat tot publikatie kan wordenovergegaan. De delen B en E zijn nog in bewerking.De geheel andere opzet van de nieuwe voorschriften bracht mee, dat in deel A - gemeen-schappelijk gedeelte - zoveel mogelijk gegevens, onder andere gebaseerd op de CEB1-richt-lijnen, zouden worden opgenomen. Deel A is dan ook zodanig opgesteld, dat in de anderedelen de opvattingen neergelegd in de CEB-richtlijnen in grote lijnen worden gevolgd. Zulksis in overeenstemming met art. 5 van de 'Overeenkomst voor het co?rdineren van Betonvoor-schriften', aangenomen op 23 augustus 1968 door de Commissie Co?rdinatie Voorschriften.In deze commissie zijn naast de Gewapend-BetoncommissiejKlvI2-Betonvereniging, ondermeer vertegenwoordigd de RPB3-commissiejStupr?4, de RVBs-commissiejStuvo6, en de RlB7-commissiejBetonvereniging. Aan de drie laatstgenoemde commissies zijn door de Gewapend-Betoncommissie de concepten van de verschillende artikelen naarmate het werk vorderdetoegezonden. De hierop ontvangen kritiek is reeds verwerkt. Verwacht mag worden dat diteen beperking zal betekenen ten aanzien van wat tijdens de 'hearings' nog naar voren zalworden gebracht.Het tot stand brengen van de nieuwe voorschriften geschiedt in nauw overleg met de RPB-,RVB- en RlB-commissies en de meer dan twintig daarmee verband hebbende subcommissies.In deze subcommissies hebben behalve leden van de Gewapend-Betoncommissie ook des-kundigen zitting, die verbonden zijn aan de TH te Delft, het IBBC-TNO-instituut, overheids-diensten en particuliere bedrijven en instellingen. De voorschriften zijn geworden tot eenwerkstuk van velen ten gebruike van velen.Wederom is het zeer verheugend, dat het in CUR8-verband mogelijk werd gemaakt beton-onderzoek te verrichten ten behoeve van recente problemen. Het onderzoek wordt meestal bijIBBC-TNO uitgevoerd. Van de verstrekte CUR-rapporten is reeds een dankbaar gebruik ge-maakt voor de opstelling van deel A. Dit betekent dat de inhoud van deel A uitgebreid is metvele gegevens, waarvan indien gewenst, gebruik kan worden gemaakt.5Het is de bedoeling om in de andere delen eenvoudige aanvullende voorschriften te geven.Binnenkort zullen aan de hand van de nieuwe voorschriften de GTB-tabellen worden herzienen zonodig met aanvullende tabellen worden uitgerust. Met behulp van deze tabellen zal danwederom op een vlotte wijze kunnen worden gerekend.Volgens afspraak met de samenwerkende groepen is voor de indeling van de voorschriftengetracht de CEB-richtlijnen te volgen. Dientengevolge zijn de hoofdstukken 'Materialen' en'Uitvoering' niet meer voorin te vinden zoals in de GBV 1962; ze zijn naar achteren verschoven.Hoofdstuk A-1 'Algemene bepalingen' werd aangepast aan de nieuwe opzet; in grote lijnen iser niet zo veel veranderd.Hoofdstuk A-2 'Voor de berekening aan te nemen gegevens' geeft de onmiddellijk en de ver-traagd optredende vervormingen van het staal en beton. Voor kruip en krimp worden dan ookuitvoerige gegevens verstrekt. De nieuwe begrippen over de karakteristieke sterkte van dematerialen en de karakteristieke waarden van de belastingen worden hierin omschreven. Ditkomt ook tot uiting bij de indeling in twee klassen voor de uitvoering (Betonklasse l en II).In hoofdstuk A-3 'Beoordeling van de veiligheid' worden de rekenwaarden van de materialengegeven. De rekenwaarde wordt gevonden door de karakteristieke sterkte te delen door eenveiligheidsco?ffici?nt.De voor de berekening aan te houden o-e-diagrammen voor de staalsoorten volgens NEN6008 bestaan, zoals in de GBV 1962, uit twee rechte Ifjnstukken (bi-IIneair). Voor de koud-vervormde staalsoorten FeB 40, FeB 48 en FeB 50 mag In nader te bepalen gevallen eengeschematiseerd kromlijnig diagram worden aangehouden.Voor beton worden bi-lineaire o-S-diagrammen voorgeschreven. Het eerste diagram moetworden gebruikt In het geval van toepassing van de niet-lineaire elasticiteitstheorie, hettweede In alle andere gevallen.De artikelen A-401 t/m A-406 van hoofdstuk A-4 'Grondslagen voor de berekening' zijn eenherziening van art. 36 van de GBV 1962.De bepalingen behorende bij hoofdstuk A-5 'Dimensionering van de doorsnede' zullen inhoofdzaak worden opgenomen in de delen D, E en F (G en H).Hoofdstuk A-6 'Materialen' geeft nieuwe richtlijnen in vergelijking met de GBV 1962 ten aan-zien van de gradering alsmede ten aanzien van de kwaliteitscontrole op statistische basis.De bepalingen voor de hoofdstukken A-7 en A-8 met betrekking tot het ontwerp en de uitvoe-ring zijn niet opgenomen in deel A, omdat deze voor diverse ultvoeringswijzen verschillen.Hiervoor zullen in de delen B, C en D (G en H) bepalingen worden opgenomen.Inzake de notaties zijn voorlopig nog de notaties van de CEB-richtlijnen aangehouden. Zeblijven geldig zolang internationaal nog geen overeenstemming is bereikt.In overeenstemming met de nieuwe opvattingen is thans het Internationale stelsel van Een-heden (SI) aangehouden. De waarden volgens het oude stelsel zijn tussen haakjes geplaatst.Met belangstelling wordt uw kritiek op deel A tegemoet gezien. Bij het geven van kritiek dienthet volgende in acht te worden genomen:1. formaat papier: A4;2. met de schrijfmachine slechts aan ??n zijde te beschrijven;3. per blad niet meer dan ??n artikel of onderdeel van een artikel te behandelen;4. indienen v??r 1 juni 1971 bij de Gewapend-Betoncommissie,p/a W. van der Marel, ing.,Technische Hogeschool,Afdeling der Weg- en Waterbouwkunde,Oostplantsoen 25, Delft.Notatiesa = de ribbe van een proefkubusa = de breedte van het aangrijpingsoppervlak van een geconcentreerde lastB = de aanduiding voor de kwaliteit van het betonB = het (bruto) oppervlak van de betondoorsnede (dus inclusief de staaldoorsnede)b = de breedte van een betondoorsnedeb = de breedte van de drukflens van een T- of L-balkbo == de breedte van de rib van een T- of L-balk ter hoogte van de zwaartelijnbs = de breedte van een afschuiningbe == de meewerkende breedte van de drukflens van een T- of L-balkHet is de bedoeling om in de andere delen eenvoudige aanvullende voorschriften te geven.Binnenkort zullen aan de hand van de nieuwe voorschriften de GTB-tabellen worden herzienen zonodig met aanvullende tabellen worden uitgerust. Met behulp van deze tabellen zal danwederom op een vlotte wijze kunnen worden gerekend.Volgens afspraak met de samenwerkende groepen is voor de indeling van de voorschriftengetracht de CEB-richtlijnen te volgen. Dientengevolge zijn de hoofdstukken 'Materialen' en'Uitvoering' niet meer voorin te vinden zoals in de GBV 1962; ze zijn naar achteren verschoven.Hoofdstuk A-1 'Algemene bepalingen' werd aangepast aan de nieuwe opzet; in grote lijnen iser niet zo veel veranderd.Hoofdstuk A-2 'Voor de berekening aan te nemen gegevens' geeft de onmiddellijk en de ver-traagd optredende vervormingen van het staal en beton. Voor kruip en krimp worden dan ookuitvoerige gegevens verstrekt. De nieuwe begrippen over de karakteristieke sterkte van dematerialen en de karakteristieke waarden van de belastingen worden hierin omschreven. Ditkomt ook tot uiting bij de indeling in twee klassen voor de uitvoering (Betonklasse I en 11).In hoofdstuk A-3 'Beoordeling van de veiligheid' worden de rekenwaarden van de materialengegeven. De rekenwaarde wordt gevonden door de karakteristieke sterkte te delen door eenveiligheidsco?ffici?nt.De voor de berekening aan te houden cr-e-diagrammen voor de staalsoorten volgens NEN6008 bestaan, zoals in de GBV 1962, uit twee rechte lijnstukken (bi-lineair). Voor de koud-vervormde staalsoorten FeB 40, FeB 48 en FeB 50 mag in nader te bepalen gevallen eengeschematiseerd kromlijnig diagram worden aangehouden.Voor beton worden bi-lineaire cr-e-diagrammen voorgeschreven. Het eerste diagram moetworden gebruikt in het geval van toepassing van de niet-lineaire elasticiteitstheorie, hettweede in alle andere gevallen.De artikelen A-401 t/m A-406 van hoofdstuk A-4 'Grondslagen voor de bere,kening' zijn eenherziening van art. 36 van de GBV 1962.De bepalingen behorende bij hoofdstuk A-5 'Dimensionering van de doorsnede' zullen inhoofdzaak worden opgenomen in de delen D, E en F (G en H).Hoofdstuk A-6 'Materialen' geeft nieuwe richtlijnen in vergelijking met de GBV 1962 ten aan-zien van de gradering alsmede ten aanzien van de kwaliteitscontrole op statistische basis.De bepalingen voor de hoofdstukken A-7 en A-8 met betrekking tot het ontwerp en de uitvoe-ring zijn niet opgenomen in deel A, omdat deze voor diverse uitvoeringswijzen verschillen.Hiervoor zullen in de delen B, C en D (G en H) bepalingen worden opgenomen.Inzake de notaties zijn voorlopig nog de notaties van de CEB-richtlijnen aangehouden. Zeblijven geldig zolang internationaal nog geen overeenstemming is bereikt.In overeenstemming met de nieuwe opvattingen is thans het Internationale stelsel van Een-heden (SI) aangehouden. De waarden volgens het oude stelsel zijn tussen haakjes geplaatst.Met belangstelling wordt uw kritiek op deel A tegemoet gezien. Bij het geven van kritiek dienthet volgende in acht te worden genomen:1. formaat papier: A4;2. met de schrijfmachine slechts aan ??n zijde te beschrijven;3. per blad niet meer dan ??n artikel of onderdeel van een artikel te behandelen;4. indienen v??r 1 juni 1971 bij de Gewapend-Betoncommissie,p/a W. van der Marel, ing.,Technische Hogeschool,Afdeling der Weg- en Waterbouwkunde,Oostplantsoen 25, Delft.Notatiesa = de ribbe van een proefkubusa = de breedte van het aangrijpingsoppervlak van een geconcentreerde lastB = de aanduiding voor de kwaliteit van het betonB = het (bruto) oppervlak van de betondoorsnede (dus inclusief de staaldoorsnede)b = de breedte van een betondoorsnedeb = de breedte van de drukflens van een T- of L-balkbo = de breedte van de rib van een T- of L-balk ter hoogte van de zwaartelijnbs = de breedte van een afschuiningbe = de meewerkende breedte van de drukflens van een T- of L-balk6?? de betondekking?? de elasticiteitsmodulus van betonstaal en profielstaal; de elasticiteitsmodulus van (gnnd)betonde nuttige hoogte van een betondoorsnede: de hoogte van de drukflens van een T- of L-balk?? de hoogte van een afschuiningde totale hoogte van een betondoorsnede. het traagheidsmoment van een doorsnede: de dagmaat van een ligger, plaat of kolom; de theoretische overspanning van een ligger, plaat of kolom, resp. de hart op hartafstand van de steunpunten; de afstand tussen de momentennulpunten?? het buigend moment: de normaalkrachtde omtrek van de betondoorsnede: een geconcentreerde last?? de karakteristieke belasting?? het eigen gewicht?? de rustende belasting: de veranderlijke belastingde windbelasting; andere belastingen; de standaardafwijking van de steekproef' de temperatuur in ?C; de periode In dagen (tijdsinterval); de scheurwijdte; de thermische uitzettingsco?ffici?nt: de veiligheidsco?ffici?nt voor een materiaal?? de veiligheidsco?ffici?nt voor het staal?? de veiligheidsco?ffici?nt voor het beton^ de veiligheidsco?ffici?nt voor het eigen gewicht' de veiligheidsco?ffici?nt voor de rustende belasting; de veiligheidsco?ffici?nt voor de veranderlijke belasting?? de veiligheidsco?ffici?nt voor de windbelasting: de veiligheidsco?ffici?nt voor andere belastingen: de specifieke vervorming?? de specifieke verlenging van het staal?? de specifieke verkorting van het staal; de specifieke verkorting ten gevolge van de krimp; de specifieke verkorting van het beton?? de maximale betonstuik?? de kromming; de co?ffici?nt van Poisson (dwarscontractieco?ffici?nt): de standaardafwijking van de populatie; de trekspanning in het staal; de drukspanning in het staal; de trekspanning in het beton; de drukspanning in het beton; de splijttreksterkte van het beton; het rekenkundig gemiddelde van de totale verzameling van alle (theoretische)proefuitkomsten: de karakteristieke sterkte van een materiaal: de karakteristieke staaltreksterkte' de karakteristieke staaldruksterkte; de karakteristieke betontreksterkte: de karakteristieke betondruksterkte: de minimum vloeigrens van het betonstaal?? de rekgrens van het betonstaal; de rekenwaarde voor de sterkte van een materiaal: de rekenwaarde voor de treksterkte van het staal; de rekenwaarde voor de druksterkte van het staal; de rekenwaarde voor de treksterkte van het beton?? de rekenwaarde voor de druksterkte van het beton; de gemiddelde druksterkte?? de kruipco?ffici?nt na een tijd t: het geometrisch wapeningspercentage (1)0 = ----DDtc = de betondekkingEa = de elasticiteitsmodulus van betonstaal en profielstaalE'b = de elasticiteitsmodulus van (grind)betonh de nuttige hoogte van een betondoorsnedeho de hoogte van de drukflens van een T- of L-balkhs de hoogte van een afschuininght de totale hoogte van een betondoorsnedeI ,het traagheidsmoment van een doorsnedeI = de dagmaat van een ligger, plaat of kolomft = de theoretische overspanning van een ligger, plaat of kolom, resp. de hart op hartafstand van de steunpuntenla = de afstand tussen de momentennulpuntenM = het buigend momentN = de normaalkrachto = de omtrek van de betondoorsnedeP = een geconcentreerde lastQk = de karakteristieke belastingQgk = het eigen gewichtQrk = de rustende belastingQqk = de veranderlijke belastingQwk = de windbelastingQok = andere belastingens = de standaardafwijking van de steekproefTO= de temperatuur in oeAt = de periode in dagen (tijdsinterval)w = de scheurwijdteIJ. = de thermische uitzettingsco?ffici?ntYm de veiligheidsco?ffici?nt voor een materiaalYa = de veiligheidsco?ffici?nt voor het staalYb = de veiligheidsco?ffici?nt voor het betonY9 = de veiligheidsco?ffici?nt voor het eigen gewichtYr = de veiligheidsco?ffici?nt voor de rustende belastingYq = de veiligheidsco?ffici?nt voor de veranderlijke belastingYw de veiligheidsco?ffici?nt voor de windbelastingY0 = de veiligheidsco?ffici?nt voor andere belastingenE = de specifieke vervormingEo = de specifieke verlenging van het staalE'0 = de specifieke verkorting van het staalE'r = de specifieke verkorting ten gevolge van de krimpE'b = de specifieke verkorting van het betonE'u = de maximale betonstuikx = de krommingV = de co?ffici?nt van Poisson (dwarscontractieco?ffici?nt)a = de standaardafwijking van de populatieaa = de trekspanning in het staala'a = de drukspanning in het staalab = de trekspanning in het betona'b = de drukspanning in het betonabr = de splijttreksterkte van het betonam = het rekenkundig gemiddelde van de totale verzameling van alle (theoretische)proefuitkomstenak = de karakteristieke sterkte van een materiaalaok = de karakteristieke staaltreksterkte(j'ok = de karakteristieke staaldruksterkteabk = de karakteristieke betontreksterktea'bk = de karakteristieke betondruksterkteae = de minimum vloeigrens van het betonstaalaO,2 = de rekgrens van het betonstaala" = de rekenwaarde voor de sterkte van een materiaala'0 = de rekenwaarde voor de treksterkte van het staala"0 = de rekenwaarde voor de druksterkte van het staala*b = de rekenwaarde voor de treksterkte van het betona'\ = de rekenwaarde voor de druksterkte van het betona'bm = de gemiddelde druksterkteqJt = de kruipco?ffici?nt na een tijd t- 100AWO = het geometrisch wapeningspercentage Wo = ~7Art. A-101 ...A-108 TOELICHTINGA-101. c. Deze beoordeling geschiedt in de regel door overheidsinstanties, die deze beton-voorschriften in hun bouwverordening hebben opgenomen.Het kan aanbeveling verdienen tijdig met het plaatselijk bouw- en woningtoezicht inoverleg te treden.Art.A-102. GELDIGHEID102.1 Zolang de delen C, D, F, G en H nog niet zijn verschenen, kunnen de volgenderichtlijnen van toepassing worden verklaard:? Voorlopige richtlijnen voor constructieve wanden van in het werk gestort ongewa-pend beton (bijlage bij het tijdschrift 'Cement' XX (1968) nr. 4);? Richtlijnen voor Voorgespannen Beton: RVB 1967, (verkrijgbaar bij de Betonver-eniging);? Richtlijnen voor Prefab-Beton: RPB 1967, (verkrijgbaar bij de Betonvereniging);? Richtlijnen voor Lichtbeton: RLB 1969, (verkrijgbaar bij de Betonvereniging).In deze voorschriften wordt de benaming 'grindbeton' alleen gebruikt, indien onder-scheid gewenst is tussen lichtbeton of zwaar beton. Indien dit niet nodig is, wordtovereenkomstig het huidige spraakgebruik het woord 'beton' gebruikt.102.3 In het aanhangsel van dit voorschrift zijn de normen vermeld die ten tijde van hetopstellen van deze voorschriften gelden.*Art. A-108. AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTENBij deze uitgave is dit aanhangsel nog nietopgenomenGewezen wordt op het bestaan van de 'Raad van Advies voor Bijzondere Beton-constructies', ingesteld door het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Deze Raadstelt zich ten doel desgevraagd te adviseren over de mogelijkheid of toelaatbaar-heid van nieuwe constructies in beton of van nieuwe rekenmethoden voor dergelijkeconstructies.Art. A-101 ... A-1OB*Bij deze uitgave is dit aanhangsel nog nietopgenomenA-lOl.Art. A-l02.102.1102.3Art.A-108.8TOELICHTINGc. Deze beoordeling geschiedt in de regel door overheidsinstanties, die deze beton-voorschriften in hun bouwverordening hebben opgenomen.Het kan aanbeveling verdienen tijdig met het plaatselijk bouw- en woningtoezicht inoverleg te treden.GELDIGHEIDZolang de delen C, 0, F, G en H nog niet zijn verschenen, kunnen de volgenderichtlijnen van toepassing worden verklaard:? Voorlopige richtlijnen voor constructieve wanden van in het werk gestort ongewa-pend beton (bijlage bij het tijdschrift 'Cement' XX (1968) nr. 4);? Richtlijnen voor Voorgespannen Beton: RVB 1967, (verkrijgbaar bij de Betonver-eniging);? Richtlijnen voor Prefab-Beton: RPB 1967, (verkrijgbaar bij de Betonvereniging);? Richtlijnen voor Lichtbeton: RLB 1969, (verkrijgbaar bij de Betonvereniging).In deze voorschriften wordt de benaming 'grindbeton' alleen gebruikt, indien onder-scheid gewenst is tussen lichtbeton of zwaar beton. Indien dit niet nodig is, wordtovereenkomstig het huidige spraakgebruik het woord 'beton' gebruikt.In het aanhangsel van dit voorschrift zijn de normen vermeld die ten tijde van hetopstellen van deze voorschriften gelden.*AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTENGewezen wordt op het bestaan van de 'Raad van Advies voor Bijzondere Beton-constructies', ingesteld door het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Deze Raadstelt zich ten doel desgevraagd te adviseren over de mogelijkheid of toelaatbaar-heid van nieuwe constructies in beton of van nieuwe rekenmethoden voor dergelijkeconstructies.VOORSCHRIFT Art.A-101...A-108Hoofdstuk A-lALGEMENE BEPALINGENArt. A-101. DOELSTELLINGDe voorschriften hebben ten doel:a. het geven van voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij het ontwerpen, be-rekenen en uitvoeren van betonconstructies, die gebouwd worden volgens de hedenten dage gebruikelijke werkwijzen;b. het verschaffen van een technische basis voor het betonwerk ten behoeve van deovereenkomst van aanneming;c. het geven van een over het gehele land gelijke maatstaf, waarnaar de betoncon-structies moeten worden beoordeeld.Art.A-102. GELDIGHEID102.1 De voorschriften gelden voor alle betonconstructies, waarbij wordt verwezen naar:a. de delen A, B en Dvoor in het werk gestort ongewapend beton;b. de delen A, B en Evoor in het werk gestort gewapend beton;c. de delen A, B en Fvoor In het werk gestort voorgespannen en gedeeltelijk voorgespannen beton;d. de delen A, C en Dvoor vooraf vervaardigd ongewapend beton;e. de delen A, C en Evoor vooraf vervaardigd gewapend beton;f. de delen A, C en Fvoor vooraf vervaardigd voorgespannen en gedeeltelijk voorgespannen beton;Voor lichtbeton geldt bovendien deel G.Voor zwaar beton geldt bovendien deel H.102.2 Een toelichting of een gedeelte van een toelichting kan bindend worden verklaard,uitsluitend indien dit van tevoren wordt overeengekomen.102.3 Wanneer in andere voorschriften en normen, waarnaar wordt verwezen, bepalingenzijn opgenomen strijdig met die van de Voorschriften Beton 1972, gelden dezelaatste.Art. A-103. AANDUIDINGIn bestekken en andere overeenkomsten alsmede in alle daarop betrekking heb-bende bescheiden worden deze 'Voorschriften Beton 1872' verkort aangeduid met'VB 1972'. Bedoeld wordt steeds de laatst verschenen uitgave van de delen, ge-noemd in art. A-102. Ook als in deze voorschriften wordt verwezen naar anderevoorschriften, richtlijnen en normen, wordt steeds bedoeld de laatst verschenenuitgave, tenzij hiervan in deze voorschriften uitdrukkelijk wordt afgeweken.Art. A-104. ONTWERPDe constructeur van de betonconstructies moet deskundig zijn wat betreft detheorie en de praktische uitvoering van de werken.Art.A-105. TEKENINGEN105.1 De betonconstructies moeten worden uitgevoerd aan de hand van overzichts- enwerktekeningen, die een volledig beeld geven van de te stellen eisen aan de toe tepassen materialen en van de te maken constructies.105.2 Voor de afmetingen en de inrichting van de tekeningen, de buigstaten en de netten-staten wordt verwezen naar de desbetreffende normen NEN 6135 ... NEN 6142.Art. A-106. TOEZICHTDe uitvoering moet geschieden onder hoofdtoezicht van de constructeur.Art.A-107. VERANTWOORDELIJKHEIDDe tekeningen en de berekeningen moeten door de constructeur zijn ondertekend,die daarmee zijn verantwoordelijkheid voor de constructie erkent.Art.A-108. AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTENToestemming kan worden verleend van deze voorschriften af te wijken, mits wordtaangetoond dat de constructie van het bouwwerk voldoende veilig en deugdelijk is.De constructeur moet in dit geval op de tekeningen en de berekeningen vermeldenwaar en van welke artikelen van deze voorschriften is afgeweken.VOORSCHRIFT Art. A-lOl ... A-l0SHoofdstuk A-IALGEMENE BEPALINGENArt. A-101. DOELSTELLINGDe voorschriften hebben ten doel:a. het geven van voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij het ontwerpen, be-rekenen en uitvoeren van betonconstructies, die gebouwd worden volgens de hedenten dage gebruikelijke werkwijzen;b. het verschaffen van een technische basis voor het betonwerk ten behoeve van deovereenkomst van aanneming;c. het geven van een over het gehele land gelijke maatstaf, waarnaar de betoncon-structies moeten worden beoordeeld.Art. A-l 02. GELDIGHEID102.1 De voorschriften gelden voor alle betonconstructies, waarbij wordt verwezen naar:a. de delen A, B en 0voor in het werk gestort ongewapend beton;b. de delen A, B en Evoor in het werk gestort gewapend beton;c. de delen A, B en Fvoor in het werk gestort voorgespannen en gedeeltelijk voorgespannen beton;d. de delen A, C en 0voor vooraf vervaardigd ongewapend beton;e. de delen A, C en Evoor vooraf vervaardigd gewapend beton;f. de delen A, C en Fvoor vooraf vervaardigd voorgespannen en gedeeltelijk voorgespannen beton;Voor lichtbeton geldt bovendien deel G.Voor zwaar beton geldt bovendien deel H.102.2 Een toelichting of een gedeelte van een toelichting kan bindend worden verklaard,uitsluitend indien dit van tevoren wordt overeengekomen.102.3 Wanneer in andere voorschriften en normen, waarnaar wordt verwezen, bepalingenzijn 'opgenomen strijdig met die van de Voorschriften Beton 1972, gelden dezelaatste.Art. A-l 03. AANDUIDINGIn bestekken en andere overeenkomsten alsmede in alle daarop betrekking heb-bende bescheiden worden deze 'Voorschriften Beton 1972' verkort aangeduid met'VB 1972'. Bedoeld wordt steeds de laatst verschenen uitgave van de delen, ge-noemd in art. A-l02. Ook als in deze voorschriften wordt verwezen naar anderevoorschriften, richtlijnen en normen, wordt steeds bedoeld de laatst verschenenuitgave, tenzij hiervan in deze voorschriften uitdrukkelijk wordt afgeweken.Art. A-l 04. ONTWERPArt. A-1 05.105.1105.2Art.A-106.De constructeur van de betonconstructies moet deskundig zijn wat betreft detheorie en de praktische uitvoering van de werken.TEKENINGENDe betonconstructies moeten worden uitgevoerd aan de hand van overzichts- enwerktekeningen, die een volledig beeld geven van de te stellen eisen aan de toe tepassen materialen en van de te maken constructies.Voor de afmetingen en de inrichting van de tekeningen, de buigstaten en de netten-staten wordt verwezen naar de desbetreffende normen NEN 6135 ... NEN 6142.TOEZICHTDe uitvoering moet geschieden onder hoofdtoezicht van de constructeur.Art. A-1 07. VERANTWOORDELIJKHEIDDe tekeningen en de berekeningen moeten door de constructeur zijn ondertekend,die daarmee zijn verantwoordelijkheid voor de constructie erkent.Art. A-1 08. AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTEN9Toestemming kan worden verleend van deze voorschriften af te wijken, mits wordtaangetoond dat de constructie van het bouwwerk voldoende veilig en deugdelijk is.De constructeur moet in dit geval op de tekeningen en de berekeningen vermeldenwaar en van welke artikelen van deze voorschriften is afgeweken.TOELICHTING201.3.1 ElasticiteitsmodulusDe elasticiteitsmodulus E'obt, betrokken op de helling van de raaklijn in de oor-sprong van het 'o-e-diagram van beton, kan worden bepaald aan de hand van eenkortstondige drukproef op een prisma of cilinder (zie fig. A-201). De waarde vanE'obt na t dagen verharding, kan ook uit de algemene formule worden afgeleid:E'obt = (Cl V3/2---- Cl O'bnrf) Vo'bmtHierin is:o'bmt = de gemiddelde druksterkte van het beton na t dagen(zie art.A-607...A-609);V = het volumegewicht van het beton in kg/dm3;Ci en Ci = de constanten, afhankelijk van de soort toeslagmateriaal. In het gevalvan grindbeton kan worden gesteld:C}V311= 18000Cz = 4Om de invloed van de afbuiging van het o-e-diagram enigszins in rekening tebrengen, wordt een elasticiteitsmodulus E'y ingevoerd die gelijk is aan 0,9 E'obt-Dit betekent dat E'bt een rekenkundige grootheid is. Voor t = 28 dagen zijn afge-ronde waarden hiervan als E'b aangegeven in tabel A-201.201.3.2 Co?ffici?nt van PoissonHet in rekening brengen van deze co?ffici?nt is alleen zinvol bij toepassing van delineaire elasticiteitstheorie (z/'e Art. A-406.3).Bij bijv. platen die in twee richtingen zijn voorgespannen, kan in de niet gescheurdetoestand een belangrijke elastische dwarsvervorming optreden.201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt mag ook een andere waarde worden aan-gehouden, wanneer bijzondere milieu-omstandigheden daartoe aanleiding geven.De dan aan te houden waarde moet worden gestaafd aan litteratuurgegevens en/ofproefresultaten.201.3.4 KruipDe waarden van de co?ffici?nten zijn afgeleid uit R 12.31 van de 'Richtlijnen CEB-FIP 1970'. Hierbij zijn vereenvoudigingen toegepast. Voorts is een in de tijd con-stante belasting verondersteld.Voor meer gedetailleerde berekeningen en voor vari?rende belasting wordt verwe-zen naar de genoemde Richtlijnen. De co?ffici?nt 0,85 komt overeen met de gemid-delde waarde van ka in de genoemde Richtlijnen.De ouderdom bij het aanbrengen van de belasting heeft een minstens even groteinvloed als de klimaatomstandigheden. Bij andere temperaturen dan 20 ? C kent menaan het beton een gecorrigeerde ouderdom bij begin van belasting toe, gegevendoor de formule:, SAt(r+10'')tR=----30?------hierin is:tp = de gecorrigeerde ouderdom bij het aanbrengen van de belasting in dagen;t s= het aantal dagen gedurende welke de verharding plaatsheeft bij een tempera-tuur T van het beton.10Art. A-201(E'bt =0 9 E'obt)Figuur A-201TOELICHTING201.3.1 ElasticiteitsmodulusDe elasticiteitsmodulus E'obt. betrokken op de helling van de raaklUn in de oor-sprong van het -cr--diagram van beton, kan worden bepaald aan de hand van eenkortstondige drukproef op een prisma of cilinder (zie fig. A-201). De waarde vanE'obl na t dagen verharding, kan ook uit de algemene formule worden afgeleid:E'obi = (Cl VI, - C2 cr'bml) Vcr'bmlHierin is:cr'bml = de gemiddelde druksterkte van het beton na t dagen(zie art. A-607 ... A-609);V = het volumegewicht van het beton in kg/dm3;Cl en C2 = de constanten, afhankelijk van de soort toeslagmateriaal. In het gevalvan grindbeton kan worden gesteld:Cl v'f, = 18000C2 = 4Om de invloed van de afbuiging van het cr--diagram enigszins in rekening tebrengen, wordt een elasticiteitsmodulus E'bl ingevoerd die gelijk is aan 0,9 E'obl.Dit betekent dat E'bl een rekenkundige grootheid is. Voor t = 28 dagen zijn afge-ronde waarden hiervan als E'b aangegeven in tabel A-20l.201.3.2 Co?ffici?nt van PoissonHet in rekening brengen van deze co?ffici?nt is alleen zinvol bij toepassing van delineaire elasticiteitstheorie (zie Art. A-406.3).Bij bijv_ platen die in twee richtingen zUn voorgespannen, kan in de niet gescheurdetoestand een belangrUke elastische dwarsvervorming optreden.201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt mag ook een andere waarde worden aan-gehouden, wanneer bijzondere milieu-omstandigheden daartoe aanleiding geven.De dan aan te houden waarde moet worden gestaafd aan litteratuurgegevens en/ofproefresultaten.201.3.4 Kruip10De waarden van de co?ffici?nten zUn afgeleid uit R 12.31 van de 'Richtlijnen CEB-FIP 1970'. HierbU zijn vereenvoudigingen toegepast. Voorts is een in de tijd con-stante belasting verondersteld.Voor meer gedetailleerde berekeningen en voor vari?rende belasting wordt verwe-zen naar de genoemde Richtlijnen. De co?ffici?nt 0,85 komt overeen met de gemid-delde waarde van ke in de genoemde Richtlijnen.De ouderdom bij het aanbrengen van de belasting heeft een minstens even groteinvloed als de klimaatomstandigheden. Bij andere temperaturen dan 20?C kent menaan het beton een gecorrigeerde ouderdom bij begin van belasting toe, gegevendoor de formule:~AI CT + 10?)tR = 300hierin is:tR = de gecorrigeerde ouderdom bij het aanbrengen van de belasting in dagen;t = het aantal dagen gedurende welke de verharding plaatsheeft bij een tempera-tuur T van het beton.VOORSCHRIFT Art. A-201Hoofdstuk A-2VOOR DE BEREKENING AAN TENEMEN GEGEVENSArt. A-201. ONMiDDELLUK EN VERTRAAGD OPTREDENDE VERVORMINGEN201.1 Betonstaal en profielstaal201.1.1 ElasticiteitsmodulusVoor de elasticiteitsmodulus ?a van betonstaal en profielstaal moet worden aange-houden:En = 2,1. 105N/mm2(2,1 . 10' kgf/cm2).201.1.2 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt a van betonstaal en profielstaal toegepastin betonconstructies moet in de berekening worden aangehouden:a == 12 . 10-' ?C-1201.2 VoorspanstaalZie deel F.201.3 Grindbeton201.3.1 ElasticiteitsmodulusVoor het berekenen van de onmiddellijk optredende vervormingen moeten voor deelasticiteitsmodulus E'b van grindbeton de in tabel A-201 aangegeven waardenworden aangehouden.Tabel A-201betonkwaliteit(zie art. A-602.)B 125B 175B 225B 300B 375B 450B 525B 600elasticiteitsmodulus E'bin N/mm2(kgf/cm2)21500(215000)25000 (250000)28000 (280000)30500 (305000)32500 (325000)34000 (340000)35500 (355000)37000 (370000)201.3.2 Co?ffici?nt van PoissonIndien rekening wordt gehouden met de elastische dwarsvervorming mag voor deco?ffici?nt van Poisson - v - (dwarscontractieco?ffici?nt) geen waarde groter dan0,2 worden aangehouden.201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt a van grindbeton moet worden aange-houden:a = 12 . 10'" ?C"1201.3.4 KruipVoor het berekenen van de som van de onmiddellijk optredende vervorming en dekruip moet een elasticiteitsmodulus ---b-- worden aangehouden.1 + TtHierin is cpt de kruipco?ffici?nt, die volgt uit:?P? == 0,85 . kc . kd . kb . k,als:kc = de co?ffici?nt, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, zoalsaangegeven in tabel A-202.Kd = de co?ffici?nt, waarmee de invloed in rekening wordt gebracht dat het betonop het tijdstip van belasten (R dagen oud is. De waarde volgt uit tabel A-203.kb = de co?ffici?nt, afhankelijk van de betonkwaliteit, zoals aangegeven intabel A-204.kt = de co?ffici?nt waarmee de invloed in rekening wordt gebracht van debelastingstijd t. De waarde volgt uit:t?tt+4011VOORSCHRIFT Art. A-201Hoofdstuk A-2VOOR DE BEREKENING AAN TENEMEN GEGEVENSArt. A-201. ONMIDDELLIJK EN VERTRAAGD OPTREDENDE VERVORMINGEN201.1 Betonstaal en profielstaal201.1.1 ElasticiteitsmodulusVoor de elasticiteitsmodulus Eo van betonstaal en profielstaal moet worden aange-houden:Eo = 2,1 . 105N/mm2(2,1 . 106kgf/cm2).201.1.2 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt Cl. van betonstaal en profielstaal toegepastin betonconstructies moet in de berekening worden aangehouden:Cl. = 12. 1O-6 ?C-1201.2 VoorspanstaalZie deel F.201.3 Grindbeton201.3.1 ElasticiteitsmodulusVoor het berekenen van de onmiddellijk optredende vervormingen moeten voor deelasticiteitsmodulus E'b van grindbeton de in tabel A-201 aangegeven waardenworden aangehouden.Tabel A-201betonkwaliteit(zie art. A-602.)elasticiteitsmodulus E'bin N/mm2(kgf/cm2)1181258175822583008375845085258600201.3.2 Co?ffici?nt van Poisson21500 (215000)25000 (250000)28000 (280000)30500 (305000)32500 (325000)34000 (340000)35500 (355000)37000 (370000)Indien rekening wordt gehouden met de elastische dwarsvervorming mag voor deco?ffici?nt van Poisson - V - (dwarscontractieco?ffici?nt) geen waarde groter dan0,2 worden aangehouden.201.3.3 Thermische uitzettingsco?ffici?ntVoor de thermische uitzettingsco?ffici?nt Cl. van grindbeton moet worden aange-houden:Cl. = 12 . 10-6?C1201.3.4 KruipVoor het berekenen van de som van de onmiddellijk optredende vervorming en dekruip moet een elasticiteitsmodulus - 1E'b worden aangehouden.+~tHierin is ~t de kruipco?ffici?nt, die volgt uit:~t = 0,85 . kc . kd . kb . ktals:kc = de co?ffici?nt, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, zoalsaangegeven in tabel A-202.Kd = de co?ffici?nt, waarmee de invloed in rekening wordt gebracht dat het betonop het tijdstip van belasten tR dagen oud is. De waarde volgt uit tabel A-203.kb = de co?ffici?nt, afhankelijk van de betonkwaliteit, zoals aangegeven intabel A-204.kt = de co?ffici?nt waarmee de invloed in rekening wordt gebracht van debelastingstUd t. De waarde volgt uit:ttkt = tt+ 40TOELICHTINGUit de formule voor k\ volgt dat voor een grote waarde van t de waarde van ktnadert tot 1.Voor dm = 10 cm is t? = t.De co?ffici?nt kb uit tabel A-204 is afhankelijk van de cementklasse, het cement-gehalte en de water-cementfactor.201.3.5KnmpDe waarden van de co?ffici?nten zijn afgeleid uit R 12.32 van de 'Richtlijnen CEB-FIP 1970'. Hierbij zijn vereenvoudigingen toegepast. Voor meer gedetailleerde be-rekeningen wordt verwezen naar de genoemde Richtlijnen.Voor dm = 10 cm is ke = 1.De waarde k? in dit artikel Is gelijk aan die van k? in art. A-201.3.4 als bij t wordtgelezen 'ouderdom van het beton' in plaats van 'belastingtijd'.Art. A-20112TOELICHTINGUit de formule voor kt volgt dat voor een grote waarde van t de waarde van ktnadert tot 1.Voor dm = 10 cm is tt = t.De co?ffici?nt kb uit tabel ?-204 is afhankelijk van de cementklasse, het cement-gehalte en de water-cementfactor.201.3.5 KrimpDe waarden van de co?ffici?nten zijn afgeleid uit R 12.32 van de 'Richtlijnen CEB-FIP 1970'. Hierbij zijn vereenvoudigingen toegepast. Voor meer gedetailleerde be-rekeningen wordt verwezen naar de genoemde Richtlijnen.Voor dm = 10 cm is ke = 1.De waarde kt in dit artikel is gelijk aan die van kt in art. ?-201.3.4 als bij t wordtgelezen 'ouderdom van het beton' in plaats van 'belastingtijd'.VOORSCHRIFT Art. A-201Hierin is:tt = -----= in dagen,als:t = de belastingstijd in dagen.^ 26dm = -- cm, waarin:B = het oppervlak van de betondoorsnede in cm2O = de omtrek van de betondoorsnede in cm.Tabel A-202klimaatin waterzeer vochtigin buitenluchtin droge luchtR.V. in %90-9570-8040-50kc1,01,41,92,6Tabel A-203tp in dagenkd11,831,671,4141,2281,0900,753650,55Voor tussenliggende waarden van tp mag rechtlijnig worden ge?nterpoleerdTabel A-204betonkwaliteitB 125B 175B 225B 300B 375B 450B 525B 600kb1,351,301,250,950,850,750,650,55201.3.5 KrimpDe vervorming 6r ten gevolge van krimp volgt uit:8'r = &c ? kb . ke . kp . kfHierin is:6c = de basiskrimp, zoals aangegeven in tabel A-205.kt, = de co?ffici?nt, afhankelijk van de betonkwaliteit, zoals aangegeven intabel A-204.ka = de co?ffici?nt, afhankelijk van de afmetingen van de betondoorsnede.De waarde volgt uit:40ke = waarin:dm+302Bdm = -- cm, (zie art. A-201.3.4)kp = de co?ffici?nt, afhankelijk van het percentage langswapening, in de vorm vanbetonstaal en/of profielstaal, de waarde volgt uit: kp = 'waarin:1 +0,20)o100Abhf 'kt = de co?ffici?nt, waarmee de Invloed van de ouderdom t in dagen van hetbeton in rekening wordt gebracht. De waarde volgt uit:ttkt =tt+40'13VOORSCHRIFTTabel A-202Tabel A-203Tabel A-204Hierin is:t t . dt = - - - In agen,dm 1 Jd,;,10 V10als:t = de belastingstUd in dagen.28 .dm = 0 cm, waann:8 = het oppervlak van de betondoorsnede in cm2o = de omtrek van de betondoorsnede in cm.klimaat R.v. in % kcin water 1,0zeer vochtig 90-95 1,4in buitenlucht 70-80 1,9in droge lucht 40-50 2,6tR in dagen 3 7 141,8 1,6 1,4 1,2Art. A-20128 90 3651,0 0,75 0,55Voor tussenliggende waarden van tR mag rechtlUnig worden ge?nterpoleerdbetonkwaliteit812581758225830083758450852586001,351,301,250,950,850,750,650,55201.3.5 Krimp13De vervorming er ten gevolge van krimp volgt uit:e'r = ec . kb . ke . kp ? ktHierin is:ec = de basiskrimp, zoals aangegeven in tabel A-205.kb = de co?ffici?nt, afhankelijk van de betonkwaliteit, zoals aangegeven intabel A-204.ke = de co?ffici?nt, afhankelUk van de afmetingen van de betondoorsnede.De waarde volgt uit:40ke = dm + 30 waarin:28dm = 0 cm, (zie art. A-207 .3.4)kp = de co?ffici?nt, afhankelijk van het percentage langswapening, in de vorm van1betonstaal en/of profielstaal, de waarde volgt uit: kp = 1 + 0,2 (1)0' waarin:(1) _ 100A0- bht?kt = de co?ffici?nt, waarmee de invloed van de ouderdom t in dagen van hetbeton in rekening wordt gebracht. De waarde volgt uit:ttkt = tt+40'Art. A-202 TOELICHTING202.1 AlgemeenVoor de definitie van de karakteristieke sterkte wordt uitgegaan van een zgn.'normale verdeling' van de te verwachten sterkteresultaten. De co?ffici?nt 1,64volgt uit de definitie voor de karakteristieke sterkte.202.2 BetonstaalTabel A-206(Tabel 1 van NEN 6008)Mechanische eigenschappen voorwarmgewalst en voor koudvervormd staal voor gewapend betonstaal-soortFeB22FeB22FeB 247)FeB 247)FeB 408)FeB 50 ?)leverings-toestand')HWHWHK, HWHK, HWvorm vanhet opper-vlak 2)NLNRNLNRNRNRminimumvloeigrensRe4)3) ofrekgrensR 0,2in N/mm2(kgf/mm2)220 (22)240 (24)400 (40)500 (50)minimumtrek-sterkte3)Rm4)in N/mm2(kgf/mm2)340 (34)340 (34)500 (50)580 (58)minimumbreukrek3)A5 A10in %9)24 1825 1914 1012 8doorn-middellijnbijbuigproefover170-180?5)2d2d')2d2d6)3d6)4d')doornmiddellijn bij terugbulg-proef bij een kenmiddellijnin mm s)> 12< 185d5d6d8d> 1825< 328d8d10d12d>3210d10d12d14dWapeningsnettenFeB 48 ?) HK.HW NR 480 (48) 580 (58) 10 7 4d 8d 10d 12d 14d') HW = warmgewalst, HK = koudvervormd.2) NL = glad, NR = geprofileerd.') De waarden gelden voor warmgewalst staal voor de leveringstoestand en voor koudvervormd staal na ver-oudering.4) De symbolen Re en Rs zIJn ontleend aan de ontwerp ISO-aanbeveling rio. 154.s) Na uitvoering van de buigproef en van de terugbuigproef mogen de proefstaven geen dwarse of schuinescheuren vertonen en mag geen breuk optreden, d = kenmiddellijn van het betonstaal.') De buigproef moet bij geprofileerde staven slechts worden uitgevoerd bij een kenmiddellIJn ^ 12 mm.7) Deze kwaliteit wordt niet in de Euronorm opgenomen en zal derhalve op den duur niet meer verkrijgbaar zijn.') Deze staalsoort mag niet voor glad betonstaal worden toegepast.') In geval van arbitrage zijn alleen de AS-waarden maatgevend.14Art. A-202 TOELICHTING202.1 AlgemeenVoor de definitie van de karakteristieke sterkte wordt uitgegaan van een zgn.'normale verdeling' van de te verwachten sterkteresultaten. De co?ffici?nt 1,64volgt uit de definitie voor de karakteristieke sterkte.202.2 BetonstaalTabel A-206(Tabel 1 van NEN 6008)Mechanische eigenschappen voor warmgewalst en voor koudvervormd staal voor gewapend betonstaal-soortFeB 22FeB 22FeB 24 7)FeB 24 7)FeB 40 8)FeB 50 8)FeB 48 8)Ileverings-toestand ')HWHWHK, HWHK, HWHK,HWvorm vanhet opper-vlak 2)NLNRNLNRNRNRNR') HW = warmgewalst, HK = koudvervormd.') NL = glad, NR = geprofileerd.IminimumvloeigrensRe 4) 3) ofrekgrensR 0,2in N/mm2(kgf/mm2)220 (22)240 (24)400 (40)500 (50)480 (48)minimum minimum doorn-trek- breukrek middellijnsterkte 3) ") bijRm 4) buigproefA5 AlOin N/mm2overin% 170-180?(kgf/mm2) 9) 5)340 (34) 182d24 2d 6)340 (34) 25 19500 (50) 14 10580 (58) 12 8Wapeningsnetten580 (58) 10 7 4d') De waarden gelden voor warmgewalst staal voor de leveringstoestand en voor koudvervormd staal na ver-oudering.') De symbolen Re en Rs zUn ontleend aan de ontwerp ISO-aanbeveling "0. 154.') Na uitvoering van de buigproef en van de terugbuigproef mogen de proefstaven geen dwarse of schuinescheuren vertonen en mag geen breuk optreden. d = kenmiddellijn van het betonstaal.') De buigproef moet bij geprofileerde staven slechts worden uitgevoerd bij een kenmiddellijn 12 > 18 > 25 > 32
Reacties