In het Sophiapark in Hendrik-Ido-Ambacht is een slanke betonnen fiets-/voetgangersbrug gerealiseerd die is opgebouwd uit geprefabriceerde elementen. De uitdaging lag in het realiseren van het gewenste slanke ontwerp. Daarnaast dient de brug bestand te zijn tegen een hoge botsbelasting.
12
Botsbelasting op
slanke fietsbrug
In het Sophiapark in Hendrik-Ido-Ambacht is een
slanke betonnen fiets-/voetgangersbrug gereali-
seerd die is opgebouwd uit geprefabriceerde beton-elementen. De uitdaging lag in het realiseren van
het gewenste slanke ontwerp. Daarnaast dient de
brug bestand te zijn tegen een hoge botsbelasting.
1
Trekbanden Sophiabrug dragen belasting af aan landhoofden
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
13
2
1 De pijlers van de Sophiabrug bestaan uit
slanke V-vormige kolommen
2 Het ovaalvormige Sophiapark vormt het
groene hart van de wijk 'De Volgerlanden'
De naam van het Sophiapark verwijst naar de Sophiapolder
die, samen met de polder Sandelingen-Ambacht, grenst aan de
nieuwbouwwijk 'De Volgerlanden'. Het ovaalvormige Sophia-
park vormt het groene hart van deze moderne, sfeervolle wijk.
Het park wordt in tweeën gedeeld door de Laan van Welhorst.
Deze laan bestaat uit twee rijbanen met elk twee rijstroken, één
voor de bus en één voor gemotoriseerd verkeer en heeft aan de
westzijde nog een dubbel fietspad en een voetpad. Tussen de
rijbanen in liggen brede bermen. De Sophiabrug verbindt beide
delen van het park met elkaar (foto 2).
Ontwerp
Voor het voorlopig ontwerp (VO) van de brug, een samenspel
tussen opdrachtgever en aannemer, is gekeken naar de brug-
genstijl van De Volgerlanden en het ontwerp van het Sophia-
park. De brug is 4,5 m breed en 65 m lang en staat onder een
lichte hoek van 5° met de weg. De brug is verdeeld in vijf
velden met wisselende overspanningen van 10,6 tot 13,3 m
(fig. 3). De pijlers bestaan uit slanke V-vormige kolommen
(foto 1). Het brugdek bestaat per veld uit twee prefab-betonele-
menten die met een natte knoop aan elkaar zijn gestort (fig. 4).
De brug sluit aan op een hooggelegen landhoofd. Het maaiveld
ter plaatse van het landhoofd is opgehoogd met een talud
bestaande uit polystyreen én over de hoogte van het landhoofd (circa 1 m) een beperkte toplaag van aarde. Het polystyreen is
toegepast vanwege de gewichtsreductie die dit met zich
meebrengt, waardoor een vermindering van zettingen en nega-
tieve kleef optreedt. Vanuit dit talud loopt het verdere fietspad
naar het bestaande maaiveld van het park toe.
Op basis van het VO is de engineering gestart voor het DO &
UO. Hierbij rees direct de vraag hoe om te gaan met de botsbe-
lasting die op de brug kan komen vanaf de weg. Het slanke
ontwerp dat er lag, voorzag nog niet in een oplossing.
Botsbelasting
De haalbaarheid van het ontwerp was vooral afhankelijk van de
wijze waarop de botsbelasting zou worden opgenomen. Eén
blik op het VO gaf aan dat de slanke pijlers al bij een geringe
botsbelasting zouden bezwijken. Daarom is de botsbelasting
nader onderzocht.
Omdat het VO dateert van 2011 zijn in eerste instantie de NEN-
normen gehanteerd. In een later stadium werd alsnog de Euro-
code geëist. In het bijzonder de Eurocode leverde een aantal
verrassende aspecten met betrekking tot de botsbelasting.
Het doel van het onderzoek was het vinden van een zo laag
mogelijke, maar wel reële, botsbelasting. Maatregelen om een
botsing te voorkomen als stepbarriers of het hoger positioneren
van het brugdek, waren niet gewenst door de opdrachtgever.
ir. Rob Arts, ing. Frans Wouters
Adams Bouwadviesbureau bv
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
14
koppeling brugdek aan landhoofd
4500
trekband t.b.v. botsbelastingkoppeling brugdek aan landhoofd
62 780
+4150
ca. 5600
natte knoop
3a
3b
3 Bovenaanzicht (a) en langsdoorsnede (b)
Voor de onderbouw introduceert de Eurocode een reductiefac -
tor voor de remweg. Deze factor ?(1 ? d/d
b ) levert een reductie
op van +/- 20%. De onderbouw wordt hiermee berekend op
een botskracht van 800 kN.
Overigens is deze reductie voor de remweg geen onbekende.
Artikel 9.4 van NEN 6702 handelt hier ook over. Echter is
NEN 6702 niet toepasbaar op bruggen. Daardoor levert de
NEN dus een botsbelasting op de onderbouw die bijna een
factor 2 hoger is.
De conclusie is dat voor deze brug de Eurocode een veel lich-
tere botsbelasting oplevert dan NEN 6706. Bovendien geldt dat
onze nationale bijlage de botsbelastingen uit de algemene
tabel 4.1 met een factor 2 heeft verhoogd. Buiten Nederland
hecht men dus blijkbaar minder waarde aan dit aspect en zou
de botsbelasting dus nog weer een factor 2 lager zijn.
In het bijzonder leidt de botsbelasting tegen de bovenbouw
vaak tot forse pijlers. Deze zijn noodzakelijk om het enorme
moment op te nemen dat bij de voet van de kolom optreedt. Bij
een brugdekhoogte van 5,5 m én een botskracht van 700 kN
zou een moment van 3850 kNm ontstaan. Een ontwerp met
V-vormige kolommen is dan niet logisch. Desondanks is door
een creatief ontwerp het VO grotendeels overeind gebleven.
Afdracht botsbelasting
De oplossing hierbij schuilt in het brugdek dat de botsbelasting
zelf afdraagt aan de landhoofden. De pijlers worden hierbij
grotendeels ontzien. Het brugdek is in feite een ligger van 63 m
lang met een doorsnede van 4,0 ?0,45 m
2. Door deze 'ligger' te
voorzien van trekbanden is hij in staat de horizontale belasting
af te dragen aan de landhoofden. Ter plaatse van de landhoof-
NEN versus EC
Conform NEN 6706 geldt voor alle wegen, uitgezonderd auto-
wegen en autosnelwegen, een horizontale botskracht van
1500 kN. Deze botsing kan plaatsvinden tegen de pijler, op
1,2 m hoogte boven het wegdek, maar ook ? via bijvoorbeeld
een opstaande giek ? tegen het brugdek. Vanaf een bepaalde
hoogte mag de botsbelasting op het brugdek worden geredu-
ceerd. Vanaf een dekhoogte van 4,8 m tot 7,0 m bedraagt die
reductie 0 tot 100%. Doordat het brugdek zich op een hoogte
van 5,5 m bevindt, heeft dit geleid tot een reductiefactor van
30%. Dit geeft een botskracht van 1050 kN.
In de Eurocode worden de botsbelastingen behandeld in
NEN-EN 1991-1-7+C1:2011/NB:2011nl. Het grootste en belang-
rijkste verschil is, dat de Eurocode meer gradaties kent. Toege-
voegd zijn onder andere wegen in stedelijk gebied, waar het bij de
Sophiabrug om gaat. Zie ook NB.1 - 4.1 (tabel 1). Hiervoor geldt
een botskracht van 1000 kN. Verder geldt dezelfde reductiefactor
voor de hoogte van het dek. Met 30% reductie geeft dit een bots-
kracht van 700 kN op de bovenbouw van de brug.
Tabel 1 Rekenwaarden van equivalente statische krachten door stootbelastingen door
voertuigen tegen elementen die ondersteunen over of grenzend aan wegen
verkeerscategorie F dx [kN] 1)F dy [kN] 1) d b [m]
autosnelwegen, provinciale wegen en hoofdwegen 2 0001 000 20
rijkswegen in landelijke gebieden 1 50075015
wegen in stedelijke gebieden 1 00050010
binnenplaatsen en
parkeergarages met
toegang voor: auto's
100504
vrachtwagens (> 3,5 ton) 200100 5
1) x = normale rijrichting, y = loodrecht op de normale rijrichting
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
15
2250
6700
5600
ø550
trekband t.b.v. botsbelastingmaaiveld t.p.v. pijlerwegniveau
natte knoop
2250
810beton C28/35 350
400
300
150
natte knoop
hart brug trekband t.b.v. botsbelasting
10
400
4 Dwarsdoorsnede met natte knoop en trekband (a) en detail natte knoop (b)
5 Artist's impression van de Sophiabrug
den wordt hiertoe een natte knoop gemaakt met doorgaande
wapening (fig. 6). Het brugdek zal bij een calamiteit (botsing)
gaan vervormen. Bij een overspanning van 63 m geldt bij de te
rekenen botskracht een vervorming van maar liefst 115 mm.
Hiervoor moet het dek dus horizontaal kunnen vervormen over
de pijlers zonder dat deze pijlers bezwijken. Gekozen is voor een
glijdende oplegging ter plaatse van de pijlers. De pijlers zijn
hierbij zelf berekend op een bovengrens van 20% van de bots-
kracht in verband met de wrijvingsweerstand van de glijdblok-
ken. Verder geldt dat de pijlers met twee doken wél zijn gekoppeld
aan het dek. Deze doken zijn echter zo licht uitgevoerd, dat deze
onder invloed van de botsbelasting eerst zullen bezwijken. Deze
op te nemen kracht van de doken valt dus binnen de 20% van de kracht waarop de pijlers zijn berekend. Op deze wijze is de stand-
vastheid van de pijlers gewaarborgd.
De pijlers kunnen ook tegen de onderzijde worden aangereden.
Om deze reden is dit gedeelte massief uitgevoerd. Aan de
onderzijde van de pijlers, onder maaiveld, is sprake van een
balk die momentvast is verbonden met de poer. Integraalprincipe
De wens vanuit de opdrachtgever was een vaste aansluiting aan
weerszijden met de landhoofden. Dit heeft grote voordelen ten
aanzien van het onderhoud van de brug. Er zijn geen opleg-
blokken en voegen nodig die gedurende de levensfase meerdere
keren moeten worden vervangen. Tevens kunnen er lekken
ontstaan en kan er vuil ophopen tussen de voegen en opleg-
blokken. Dit geeft een lelijk en verwaarloosd beeld.
Vanwege de gekozen oplossing het brugdek en de landhoofden
de botsbelasting op te laten nemen, had het ook vanuit
constructief oogpunt de voorkeur het landhoofd en de brug-
dekken aan elkaar te koppelen. Echter, bij deze lengte van de
brug kunnen de temperatuurspanningen fors oplopen. Deze
4a
5
4b
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
16
01
1000 50
50
2000
1200
400
1000 1000400115
150
450300
150 250
500
1000
1500 250 aangieten
dook ø16
inlijmen +4150
stootplaat
+2650
950
250 250250
200
+06
palen schoorstand 5:1
550
600
20
52080
300
125 125
400 x 150 x 20
400 x 150 x 20 draadeind M24 kwaliteit 8.8
6
Detail natte knoop met doorgaande wapening ter plaatse van landhoofden
7 Detail koppeling poer met prefab pijler
voldoende overlap op hun definitieve plaats worden geschoven.
De koppeling van het brugdek met het landhoofd vindt voor -
namelijk in het midden van het landhoofd plaats. Hier is forse
wapening geplaatst. Nabij de uiteinden vindt de koppeling
plaats met lichtere wapening. Op deze wijze zal het brugdek de
botsbelasting grotendeels via dwarskracht afdragen aan de
landhoofden. Een mogelijke verdraaiing van het landhoofd en
onvoorziene krachten op de palen worden zo voorkomen.
Zodra de natte knopen zijn uitgehard, is er sprake van een
doorgaande ligger. Tijdens de bouw was er de situatie van
velden met liggers op twee steunpunten. Om de toog van het
brugdek goed te realiseren, is het traagheidsmoment van de
doorsnede van een brugdekelement gedetailleerd bepaald. Dit
was door de forse sparingen in het brugdek overigens niet
eenvoudig. Vervolgens is per overspanning bekeken wat de
zeeg moest zijn.
Op het brugdek zijn het hekwerk en de verlichting aangebracht,
geheel volgens de bruggenstijl van De Volgerlanden. Het betreft
een naar binnen gebogen stalen hekwerk dat een veilig en
geborgen beeld geeft. Ter plaatse van iedere pijler is een
lantaarnpaal geplaatst.
blijken bij dit ontwerp goed opneembaar te zijn. Er is namelijk
sprake van een talud dat grotendeels is opgebouwd uit polysty-
reen. Het polystyreen wordt los om de palen heen geplaatst.
Daarbij komt dat de toplaag van aarde een geringe hoogte heeft
en het talud direct afloopt naar maaiveld. De landhoofden
liggen 5 m boven het maaiveld. Vanaf maaiveld geven de
sonderingen een beeld weer van zeer slappe lagen. De palen
worden dus maar in zeer beperkte mate zijdelings gesteund.
Hierdoor kunnen zij de totale vervorming van 16 mm per zijde
zonder te grote weerstand volgen.
Uitvoering
Brugdek
Zoals eerdergenoemd is elk veld van het brugdek opgebouwd
uit twee prefab-betonelementen die met een centrale natte
knoop aan elkaar zijn gestort, zowel in dwars- als in langsrich-
ting. Aan de randen zijn tevens sparingen aangebracht voor de
benodigde trekbanden (fig. 4). Het maximale moment uit de
botsbelasting leidde tot een trekband van 9 staven Ø32 mm. Bij
de buitenste velden is de trekband gereduceerd tot 9 staven
Ø25 mm in verband met het kleinere moment.
De forse trekband zou pas te plaatsen zijn nadat alle prefab-
betonelementen zouden zijn gelegd. Geadviseerd is deze losse
staven in de fabriek al in de gespaarde zones van de elementen
te plaatsen. Tijdens de uitvoering konden deze zo met
6
7
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
17
8 De Sophiabrug over de Laan van Welhorst,
Hendrik-Ido-Ambacht
palen bij de landhoofden. De palen zijn geschematiseerd met
een hoge veerstijfheid én een lage veerstijfheid om variaties in
de grond te kunnen ondervangen.
Tot slot
De Sophiabrug is een bijzonder project geworden door de
manier waarop is omgegaan met de botsbelasting. Fysiek
duidelijk zichtbare maatregelen om een botsing te voorkomen,
waren niet gewenst. De Eurocode blijkt een stuk gunstiger uit
te pakken dan NEN 6706. Dit komt voornamelijk doordat er
meer verkeerscategorieën zijn gedefinieerd. Het resultaat is een
slanke en elegant vormgegeven brug die tegen een stootje kan
en perfect past in de omgeving.
?
Pijlers
De pijlers bestaan uit twee ronde kolommen Ø550 mm die aan
de boven- en onderzijde zijn verbonden met balken
600 ?500 mm
2 en 550 ?600 mm 2. De kolommen zijn hierbij
eerst gestort en in de fabriek samen met de balken aan onder-
en bovenzijde tot één geheel gestort. De onderbalk ligt onder
maaiveld en is met draadeinden M24 kwaliteit 8.8 verbonden
aan de onderliggende poer. De koppeling van deze draadein-
den is verdiept aangebracht met een stalen kopplaat en inkas-
singen in de balk. Op deze wijze is deze koppeling goed gecon-
serveerd (fig. 7).
Onderbouw
De landhoofden bestaan uit forse poeren met afmetingen
l ?b ?h = 5,0 ?2,0 ?1,0 m
3. Deze zijn gefundeerd op acht
prefab schoorpalen 400 ?400 mm
2. Door de geringe zijdelingse
weerstand van het talud én onderliggende grondlagen nemen
de kopmomenten en trekkrachten in de palen fors toe. De
belastingsgevallen botsing en temperatuur zijn maatgevend
voor de paalbelastingen. Betreffende de temperatuur is gekeken
naar de verplaatsing die het landhoofd moet kunnen onder -
gaan. Deze is omgezet naar een belasting op het landhoofd die
deze verplaatsing veroorzaakt. Ook de pijlers bezitten poeren
met dezelfde afmetingen en paalconfiguratie. Door de geringe
zijdelingse steun treden de grootste kopmomenten op in de
? pRojectgegevens
project Sophiabrug ? brug over de laan van Welhorst,
Hendrik-Ido-Ambacht
opdrachtgever Projectbureau 'De Volgerlanden'
architect Combinatie Projectbureau 'De Volgerlanden' + Wallaard
Noordeloos bv
constructeur Adams Bouwadviesbureau bv
aannemer Wallaard Noordeloos bv
8
Botsbelasting op slanke etsbrug 5 2013
Reacties