vakblad over betonconstructies
3 2018
vakblad over betonconstructies
Dyckerhoff ?maakt er meer van.
Dyckerhoff,
Verkoopkantoor Nederland/Belgie
nl@dyckerhoff.com
www.dyckerhoff.nl
Waalbrug Ewijk (A 50)
Dyckerhoff Basal levert hoge sterkte beton C 90/105;
Dyckerhoff levert speciale cement VARIODUR 30
Fotos: Bart van Hoek
DyB Anz_Waalbrug Ewijk_225x297_lay.indd 1 15.03.17 10:33
3 2018
TEKTONIEK.NL
Kennis zit in mensen. Binnen het Tektoniek-netwerk
beschikken we over de kennis voor de beste architectuur
in beton. Daarbij gaat het altijd om de relatie tussen vorm -
geving, constructie en maakbaarheid. Met expertise op
het gebied van schoonbeton, constructieve optimalisaties,
productontwikkelingen en materiaalontwikkelingen.
Op de netwerkpagina van www.tektoniek.nl zijn de
juiste mensen te vinden. Misschien hoort u er ook bij?
Dat kan, het kennisnetwerk is groeiende.
TEKTONIEK
hoe maak ik de beste architectuur in beton?
Drents Museum Assen - designed by Erick van Egeraat - foto: J. Collingr\
idge
advertentie Tektoniek Cement 12016.indd 1 03-02-16 09:34
Bestel het boek voor ? 19,95
Verzamelde columns over de bouwwereld
www.verbeeldingenwerkelijkheid.nl
werkelijkheid
Rob Nijsse bespreek\lt in zijn boek act\luele
k\festies in de bou\f\l. Op een directe en\l
ko\bische \banier daa\lgt hij je uit o\b op\l
een andere \banier n\laar vaak herkenbar\le
situaties te kijke\ln. In korte verhale\ln spreekt
hij zijn be\fonderin\lg uit over een aan\ltal
prachtige, eeu\fenou\lde bou\f\ferken, \baar \l
ook zijn verbazing\l en so\bs zelfs erge\lrnis
over hoe het er in\l de bou\f nu vaak aa\ln toe
gaat.
Verbeelding
Verbeelding
Verbeelding
Partners 1
Meer informatie over deze bedrijven en over het
partnerschap staat op www.cementonline.nl/partners .
partners
3 2018
Centraal overleg Bouwconstruc ties
fb Studievereniging b -N ederland
Partners van Cement , kennisplatform betonconstructies
Cement is een platform van én voor constructeurs. Het platform legt
kennis vast over construeren met beton, en verspreidt deze onder
vakgenoten. Om het belang hiervan te onderstrepen kan een bedrijf
kennispartner van Cement worden.
Een partner geniet een aantal voordelen, zoals een flinke korting op het abonnement
en een profielpagina op Cementonline . Het partnerschap is voorbehouden aan
bedrijven voor wie de kennis daadwerkelijk is bedoeld. Hebt u ook interesse om
partner te worden, neem dan contact op met Jacques Linssen, j.linssen@aeneas.nl .
2
18 Mechanische eigenschappen
geopolymeerbeton
Een onderzoek naar de ontwikkeling van
materiaaleigenschappen en buiggedrag van
gewapende balken in de tijd.
25 Calamiteit glasfabrieken
Onlangs heeft een lekkende glasoven nabij een
spoor
lijn in Maastricht de Veiligheidsregio Zuid-
Limburg voor een niet-alledaags dilemma gesteld.
Was de openbare veiligheid in gevaar door een
constructie die verhit werd door vloeibaar glas?
30 Lichtbeton voor balkons
Een manier om gewicht te besparen voor balkons,
is het verlagen van de volumieke massa van het
beton. In een afstudeeronderzoek is het
constructieve gedrag van een balkonplaat waarin
dit lichtbeton is toege past experimenteel
onderzocht.
36 Comfort voetgangersbruggen
De gevoeligheid voor trillingen is een belangrijk
thema bij het ontwerp van voetgangersbruggen.
Ten gevolge van de ritmische aanstoting door
voetgangers kan een brug in resonantie komen.
42 Versnelling voetgangersbrug
Betonnen voetgangersbruggen worden steeds
slanker gerealiseerd. Aan de hand van een case
wordt uitgelegd hoe de trillingen in de drie
verschillende richtingen worden getoetst.
54 Van graansilo tot museum
Een monumentale, betonnen graansilo in het
havengebied van Kaapstad in Zuid-Afrika is
getransformeerd van een kozijnloos pakhuis naar
een spectaculair museum voor moderne
Afrikaanse kunst.
12-17
Revolutionair ontwerp
Steeds vaker bewijst ultra-hogesterkte -
beton (UHSB) zich als interessant en con -
currerend constructiemateriaal. Recent
voorbeeld is een ultraslanke trap in het
hoofdkantoor van ABT.
4-11
Amstel Tower siert skyline
Amsterdam
In Amsterdam wordt gebouwd aan de
Amstel Tower: de hoogste woon- en
hoteltoren binnen de ring van
Amsterdam. Op het oog een simpele
betonconstructie, maar erachter gaat een
uitgekiend constructief ontwerp schuil.
46-53
Op zoek naar verbinding
Het is een atypisch carrièrepad dat
Dorien Staal bewandelt. Vanuit een
constructieve opleiding, via de verkoop
van software en enkele HR-functies, is ze
sinds 2016 algemeen directeur van
Voorbij Prefab.
1 Partners
62 Column
64 Service/online
64 Colofon
juni 2018 / jaargang 70
inhoud
3 2018
Inhoud
3
60 De jonge constructeur
Pierre Hendrikx, constructeur bij BAM Advies &
Engineering, vertelt over zijn rol bij de renovatie
van het Stadhuis in Woerden.
Comfort! De eerste zonnestralen zijn gesignaleerd en
Nederland bevindt zich weer buiten op de terrassen, op de
fiets of voor een mooie lentewandeling over die elegante slan -
ke brug.
In onze maatschappij hebben we mensenlevens en veiligheid
hoog in het vaandel staan en dat is maar goed ook. Maar er is
meer dan dat. Ook het comfort dat men ervaart speelt een
belangrijke rol, waarbij dat voor de ene constructie belangrij -
ker is dan voor de andere. Door toepassing van ultra-hoges -
terktebeton (UHSB) kunnen we tegenwoordig prachtige, zeer
slanke bruggen maken. Maar daarmee worden ze wel gevoelig
voor trillingen en kunnen ze onbehaaglijk worden. We moeten
ervoor zorgen dat die bruggen door de voetgangers niet in
resonantie komen. Hoe houd je hiermee bij het ontwerp reke -
ning? In een artikel wordt hier aandacht aan besteed en in de
rubriek 'Rekenen in de praktijk' wordt ook nog een rekenvoor -
beeld gegeven.
Van een voetgangersbrug wandelen we door de trap op bij het
hoofdkantoor van ABT, een ultraslanke trap geproduceerd met
UHSB. Hoe voldoet deze ten aanzien van comfort? Naast UHSB
komen meer innovatieve materialen aan bod. Zo wordt gerap -
porteerd over een masterstudie naar het gedrag in de tijd van
geopolymeerbeton.
Waar vele andere trappen worden bewandeld, is de hoogste
woontoren van Amsterdam, de Amstel Tower. Een op het oog
simpele betonconstructie, maar erachter gaat een uitgekiend
constructief ontwerp schuil. U krijgt het toch elke keer maar
weer netjes aangereikt via Cement . Ik hoop dat u dat ook als
comfortabel ervaart!
Dick Hordijk
Voor reacties: d.hordijk@cementonline.nl
De ultraslanke trap in het hoofdkantoor van ABT. foto: Hans Roggen.
Redactioneel
3 2018
Inhoud
4
Amstel Tower
siert skyline
Amsterdam
Besparing bouwkosten dankzij slimme oplossingen
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
5
1
2
3
4
Spoorbaan
Julianaplein
1. Hotel
2. Woontoren
3. Parkeergarage + -dek
4. Winkels
5. Amstelstation
6. Spoorbaan + perron
5
6
Amstelstation
De Amstel Tower bestaat uit een laagbouwgedeelte van zes
lagen met daarop een 103 m hoge woontoren met dertig
verdiepingen. In de laagbouw wordt een hotel van keten
Meininger gerealiseerd met 186 kamers. In de woontoren
komen in totaal 192 huurappartementen. Tussen de woontoren
en het hoteldeel bevindt zich een installatielaag.
Kenmerkend in het ontwerp van de toren zijn de afgeronde
hoeken van het gebouw met rondom balkons. Door deze afge -
ronde hoeken is de schaduwwerking in de omgeving beperkt
en is de inpassing in de omgeving verbeterd. Rond het hotelge -
deelte bevinden zich prefab-betonnen luifels die toegankelijk
zijn voor onderhoud en glasbewassing. Op het dak is een
'kroonconstructie' ontworpen met nog twee ringen met luifel -
elementen.
Aanvankelijk was onder de toren een kleine, meerlaagse
parkeergarage voorzien. Om kosten te besparen, is uiteindelijk
gekozen een grote eenlaagse parkeergarage náást de toren te
maken. Onder de toren komt slechts één laag met woningber -
gingen. De parkeergarage telt 171 plaatsen. Op het parkeerdek
wordt door de gemeente Amsterdam een busstation ingericht.
Aan de zijde van het Julianaplein zijn tegen de parkeergarage
nog twee ruimten voor winkels gerealiseerd (fig. 2).
Naast het Amsterdamse Amstelstation wordt gebouwd aan de
Amstel Tower: de hoogste woon- en hoteltoren binnen de ring
van Amsterdam. Op het oog een simpele betonconstructie,
maar erachter gaat een uitgekiend constructief ontwerp schuil.
1
2
ing. Mischa Andjelic PMSE RC
ir. Matthij Moons RC
ir. Remco Wiltjer RO
IMd Raadgevende Ingenieurs
1 Amstel Tower in aanbouw.foto: Mariska Stieber2 Overzicht locatie
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
OPRIT BUSDEK
ENTREE
ENTREE T OREN
ENTREE
ENTREE
INRIT
UITRIT
BUSDEK
INRIT GARAGE
UITT
Overzichtweg
Julianaplein
PARKEREN
V
VT A
u
u
ui
POSIT
TBV
u
u
ui
u
u
u
u
u
u
ui
ugif gre n
u es
u
u
u
u
ui
u
u
ui
ui
O
O
O
O
H
X = 123132.1952m
Y = 48431 1.4172m
X = 123127.0516m
Y = 484325.5045m
X = 123128.8134m
Y = 484310.1821m
X
Y = 4
X = 123070.5959m
Y = 484304.8937m
X = 123098.0684m
Y = 484276.5993m
X = 123082.9432m
Y = 484271.0774m
X
Y = 4
Y = 484397.0443m
X = 123096.4090m
Y = 484380.8069m
X = 123051.9325m
Y = 484368.3882m
X = 123054.2342m
Y = 484361.2321m
X = 123034.6345m
Y = 484301.7256m
X = 123056.3613m
Y = 4
X
Y = 4
X
Y = 4
X
\(7
S A
R
R
10%
2.25
X = 123131.9369m
Y = 484316.2040m
123128.0775m
48431 1.7369m
123127.3804m
484311.4822m
6.60
3.50
3.05
6.60
3.00
2.50
3.60
6.40
2.25
3.30
3,50
6.40
0
0
COPYRIGHT 2000 - FIREHOUSE DESIGNS
5.00
4.65
8.80
3.65
2.00
4.90
1
0.30
0.50
ABRI
ABRI
ABRI
ABRI
Overzichtweg
Julianaplein
X = 123
Y =
X = 123
Y =
X = 123
Y =
X = 123
Y =
X = 123091.2397m
Y = 484296.4628m
X = 123082.6652m
Y = 484319.9463m
X = 123063.8745m
Y = 484313.0852m
P
BLOK D
\)
\(
X = 123132.1952m
Y = 48431 1.4172m
X = 123127.0516m
Y = 484325.5045m
X = 123128.8134m
Y = 484310.1821m
X
Y = 4
X = 123070.5959m
Y = 484304.8937m
X = 123098.0684m
Y = 484276.5993m
X = 123082.9432m
Y = 484271.0774m
X
Y = 4
Y = 484397.0443m
X = 123096.4090m
Y = 484380.8069m
X = 123051.9325m
Y = 484368.3882m
X = 123054.2342m
Y = 484361.2321m
X = 123034.6345m
Y = 484301.7256m
X = 123056.3613m
Y = 4
X
Y = 4
X
Y = 4
X
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
6
1?
2?
3?
4?
5?
8820
7500
7500
8820
a?
b?c?
d? 6750 6750
5750
dwarsstabiliteits-
wand later gestort
dwarsstabiliteits-
wand later gestort langsstabiliteits-
wanden
uitkraging
4,0 meter
Hoofddraagconstructie en stabiliteit
De constructie van de woontoren bestaat uit heldere en logische
draaglijnen die doorlopen tot de fundering (fig. 3). De aanwezige
betonwanden verzorgen de stabiliteit in twee richtingen (fig. 4).
Deze wanden worden in de onderbouw langer, waardoor de
krachten goed worden gespreid op de fundering. Hierdoor was
het mogelijk de dikte van de wanden te beperken.
Bij het ontwerp is de verdiepingshoogte geoptimaliseerd, waar -
door er een extra laag in de woontoren kon worden gereali -
seerd. Gevolg was wel dat de hoogte van lateien in de
stabiliteitswanden is gereduceerd. Door de vele openingen in
de dwarsstabiliteitswanden, zijn deze in twee delen gedeeld.
Hierdoor was er extra stabiliteit nodig. Deze is gevonden door
de gesloten wanden van de technieklaag op het dak onderdeel
te maken van de stabiliteitswanden. De twee delen van de wand
zijn hiertoe constructief met elkaar gekoppeld met een outrig -
gersysteem (fig. 5).
De stabiliteit in de dwarsrichting was maatgevend, zowel qua
sterkte als qua stijfheid. Van deze wanden zijn zowel rekenmo -
dellen van de BGT als de UGT gemaakt, omdat er in de UGT
trek in de wanden op kan treden. Met een iteratieve berekening
is het gebied bepaald waar de stijfheid in verband met scheur -
vorming is verlaagd. Hierbij is slim gebruikgemaakt van de
balk die in de gevel aanwezig was bij de installatielaag tussen de
woontoren en het hoteldeel. Door deze balk kan extra bovenbe -
lasting worden geactiveerd door het fenomeen column shorte -
ning. De naastgelegen kolom wil korter worden door de
bovenbelasting, terwijl deze wand juist langer wil worden
omdat deze onder trek staat. Hierdoor kon het gebied waarin
met verlaagde E-modulus moest worden gerekend, worden
beperkt.
In de gevel in langsrichting zijn dragende penanten aanwezig.
Aan de kopse zijden was dit niet mogelijk. De constructie was
immers zodanig ontworpen, dat deze uitvoerbaar was met
tunnelgietbouw. De penanten aan die zijden zouden het uitrij -
den van de tunnel belemmeren. De aanwezige
dwars(stabiliteits)wanden zijn later gestort toen de tunnel al
een laag hoger was geplaatst.
3 Model Amstel Tower4 Plattegrond woningverdieping5 Stabiliteitswanden in langs- en dwarsrichting6 Staal-betonkolom voordat de tun - nelkist eromheen is geplaatst
3
4
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
7
Funderingspalen
Uitdaging bij het ontwerp van het palenplan was dat de bodem
in dit deel van de hoofdstad nog minder draagkrachtig is dan
elders. De tweede zandlaag is nauwelijks aanwezig. Het draag -
vermogen van palen in deze laag is daardoor heel beperkt,
waardoor veel palen nodig zouden zijn. Er is daarom onder -
zocht of het mogelijk was te funderen in de derde zandlaag die
pas 46 m onder maaiveld begint.
De vloeren bij de kopse zijden dragen in twee richtingen en
kragen zijdelings uit. Aan deze uitkraging is vervolgens ook een
uitkragend balkon bevestigd. Hiermee is de totale uitkraging
circa 4 m.
Op de begane grond is er een grotere open structuur ten
behoeve van de entree van het hotel. In principe lopende de
dragende wanden wel door in deze laag. Om de openingen in
deze wanden mogelijk te maken, zijn staal-betonkolommen
ontworpen voorzien van stalen hamerstukken. Dit om de
belasting aan de boven- en onderzijde in te leiden. Deze kolom
is zodanig gedimensioneerd dat het stalen deel in de tunnelkist
paste en de betonomhulling gemaakt kon worden zodra de
tunnelbekisting weg was (foto 6).
Bijzondere funderingsoplossing
De hoge funderingskrachten van de toren zouden bij een tradi -
tionele fundering leiden tot hoge poeren, balken en funde -
ringsplaat onder de stabiliteitselementen. Dat zou vragen om
een diepe bouwput, bestaande uit damwanden en onderwater -
beton. Dit zou een technisch lastige en dure opgave zijn, zo
vlak naast het spoor- en metrotracé.
De kosten zijn sterk gereduceerd door de kelderwanden te
gebruiken als funderingsconstructie. De palen zijn rechtstreeks
onder deze betonwanden geplaatst. Groot voordeel van deze
oplossing is dat de bouwput met een open ontgraving en zonder
bemaling kon worden uitgevoerd. Deze allesbehalve standaard -
oplossing betekende een intensief ontwerptraject voor de kelder -
indeling, samen met de architect en installatieadviseur.
6
5 stabiliteitswand in dwarsrichting stabiliteitswand in langsrichting
wanden techniek alsoutrigger-systeem wanden techniek alsoutrigger-systeem
hamerstukken tbvkrachtsinleiding
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
8
-58 -56 -54 -52
-50 -48 -46 -44 -42
-40 -38 -36 -34 -32 -30 -28 -26 -24 -22 -20 -18 -16 -14 -12
-10-8
-6 -4 -2
0
m NAP
afwijking in [mm]
Positie Y
40:1
Positie X
Positie Y
-1400
-1300
-1200-1100
-1000 -900
-800-700-600-500-400-300
-200-100
0
100
200300400
Er is een studie verricht naar de beste oplossing voor de palen.
Vanwege de grote lengte vielen vibropalen en in de grond
gevormde palen af. Ook tubexpalen (schroevend aangebrachte
groutinjectiepaal met een permanente stalen casing) zijn over -
wogen. Deze palen hadden echter het probleem dat de paal -
punten niet te dicht op elkaar konden staan vanwege de
grondverdringing, wat zou leiden tot een complex palenplan
met uiteenlopende schoorstanden. En als er een keer een paal
zou mislukken, was er geen plek om een nieuwe aan te
brengen. Hierbij kwam nog het reële gevaar van beschadiging
door grondverdringing tijdens de uitvoering. Door het gevaar
van veel groutspoil als een paal in een groutkolom terecht zou
komen, zou de kwaliteit van de palen bovendien lastig zijn te
monitoren.
Uiteindelijk is gekozen voor prefab-betonpalen. Die zijn echter
niet in lengten groter dan 38 m te produceren. Daarom is
gekozen voor een systeem met gekoppelde palen. De paalleve -
rancier en de geotechnisch adviseur deden eerder al ervaring
op met een koppelsysteem uit Finland. Daarbij worden twee
prefab palen met ingestorte staalplaten gekoppeld en moment -
vast verbonden met stalen pinnen (foto 7). Zo zijn in het
project Overhoeks eerder al met succes palen van circa 60 m
lengte naar de derde zandlaag geslagen. Voor de Amstel Tower
volstaan iets kortere palen van 51 m. Het onderste stuk is 37 m,
het bovenste deel 14 m.
Met deze funderingsoplossing was het mogelijk onder de
dragende wanden een enkele paalrij te plaatsen. De palen staan
h.o.h. 850 mm. Om op paalpuntniveau voldoende afstand te
hebben, staan de palen 40:1 schoor (om en om). Door deze
optimalisatie zijn de constructieve bouwkosten voor de kelder
sterk afgenomen.
Risicoanalyse
Bij het ontwerp van het palenplan is een risicoanalyse uitge -
voerd om oplossingen te bedenken indien palen niet op diepte
zouden komen of zouden breken. Dit heeft zich vertaald in
diverse aandachtspunten voor het werkplan en monitorings -
plan. In het ontwerp van de fundering is bovendien rekening
gehouden met de mogelijkheid eventuele tegenvallers op te
nemen. Voorbeelden zijn grotere paalafwijkingen die in de paal
opneembaar zijn en herverdelingscapaciteit in de bovenlig -
gende wanden.
Er is ook extra aandacht besteed aan bijzondere risico's tijdens
de uitvoering. De palen zijn daarom over de bovenste 30 m
voorgeboord tot voorbij de tweede zandlaag om daarmee de
inbrengweerstand te verminderen. Door het voorboren onder -
vindt een paal echter ook minder steun aan deze grondlagen,
waardoor een paalpunt zijn weg gaat zoeken en kan gaan afwij -
ken van de ideale lijn. Risico hierbij is dat palen bij het inbren -
gen op elkaar kunnen stuiten en er breuk kan optreden.
In de palen is een meetbuis ingestort, een stalen vierkanten
kokertje van 70 mm, waar met een inclinometer de hellings -
hoek van de paal is gecontroleerd. Samen met de aannemer is
een uitgebreid plan gemaakt, waarbij steeds de schoorstand is
aangepast op basis van de meetresultaten van de naastgelegen
palen. Met deze inclinometer kon ook worden gecontroleerd of
de paal bij de koppeling intact was. Hoewel de koppeling
rekenkundig een grotere capaciteit heeft dan de aansluitende
delen, is in de praktijk toch gebleken dat hier een hoekverdraai -
ing optreedt (fig. 8).
7 8
7 Gekoppelde prefab palen 8 Ingemeten paalpositie met een knik zichtbaar ter plaatse van de kop -peling 9 Balkons met voorspans - trengen 10 Strip om vervormings-verschillen tussen bal - kons te voorkomen
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
9
Vervormingsverschillen
Er is overwogen de laagbouw te funderen op de eerste zandlaag
vanwege de geringere belasting van het gebouw. Gevolg zou
echter zijn dat er grote vervormingsverschillen tussen het busdek
en het hotel zouden optreden door de aanwezigheid van de
Eemkleilaag, waardoor er relatief veel palen nodig zouden zijn.
Door toepassen van dezelfde palen als onder de hoogbouw, zijn
deze vervormingsverschillen sterk gereduceerd en waren de
bouwkosten zelfs gunstiger.
Bij de verdere uitwerking van het ontwerp is ook aandacht
geschonken aan vervormingsverschillen die gedurende de bouw
zouden kunnen ontstaan. Oorzaak is onder meer dat de kelder -
wand doorloopt onder zowel de laagbouw als de hoogbouw. De
palen onder de laagbouw zouden dan een groot deel van hun
belasting al hebben op het moment dat de palen onder de hoog -
bouw nog maar beperkte belasting dragen. Daarom is in de
kelder op strategische plaatsen een deel van de kelderwand niet
gestort, zodat enige beperkte vervormingsverschillen konden
optreden. Dit deel is pas gestort nadat de toren op hoogte was.
De kelderwanden zijn hierop gewapend met extra trekbanden.
Balkons en luifels
Zoals gezegd bevinden zich rondom alle vloerranden uitkra -
gende balkons. Om het tunnelen mogelijk te maken en beschadi -
gingen in de ruwbouw te voorkomen, is gekozen deze balkons
achteraf aan te brengen. Hiervoor is het Normteq iTens-systeem
toegepast (foto 9). Bij dit systeem wordt het balkon achteraf met
voorgespannen strengen tegen het gebouw getrokken. In de
ruwbouw wordt er in de vloer een inkassing gemaakt en een tube
ingestort, waardoorheen de strengen worden aangebracht. Nadat
9
10
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
10
-3200
-1 Berging + Parkeren -1
+1650
1 Busplateau
Tunnel
NAP -2.85 m
vermoedelijke inheiniveau bestaande
palen varierend van
14,0m -NAP tot 15,5 m -NAP
NAP -0.80 m
NAP +2.15 m
NAP - 15.50 m
NAP -14.00 m
P-1850
de ruwbouw gereed is, wordt het balkon horizontaal tegen de
vloer geschoven, waarbij de voorspanstrengen door de tubes
worden geregen. De balkonplaat wordt op hoogte gesteld, aange -
goten en na uitharding met vijzels afgespannen.
De uitkragingen van de balkons nemen toe ter plaatse van de
rondingen van het gebouw. Omdat de vloeren hier ook uitkra -
gen, is tijdens het ontwerp en de uitvoering veel aandacht
besteed aan de vervormingen. De vervormingsverschillen als
gevolg van de verlopende uitkraging en uitkragende vloeren,
zijn opgevangen door de balkons onderling te koppelen met
een stalen strip (foto 10). Van tevoren zijn de vervormingen
intensief doorgerekend en besproken met de aannemer. In
overleg met alle betrokken partijen is er een werkplan inclusief
toogplan opgesteld, die hebben geleid tot een kaarsrechte
balkonrand langs de gehele omtrek van het gebouw.
De prefab-betonnen luifels bij het hoteldeel zijn op dezelfde
manier gemonteerd. Aan de kopse zijde van het hotel neemt de
uitkraging van de luifel naar boven toe. Deze luifel is bevestigd aan
het achterliggende vloerveld dat op zijn beurt ook uitkraagt. In de
vloer is daarom bij de zwaarstbelaste gebieden een stalen ligger in
de vloer geïntegreerd om de vervorming van de vloer te beperken
en problemen met de aansluiting van de gevel te voorkomen.
Kroon
De luifels in de 'kroonconstructie' op het dak zijn met een inge -
nieus systeem bevestigd (foto 11). Omdat de vloerrand is
ontworpen op het gewicht van één balkon-/luifelplaat, kon deze
niet het gewicht van de twee extra ringen dragen. Aan de kopse
zijden van de toren is daarom een stalen vakwerkconstructie
ontworpen, die het gewicht van de extra ringen afdraagt naar
de dragende betonwanden (foto 11).
De luifels zijn bevestigd aan een console die aan de staalcon -
structie hangt. Hiertoe is het luifelelement op maaiveld voor -
zien van een stalen omegaprofiel.
In nauw overleg tussen aannemer, staalleverancier, prefab-
betonleverancier en constructeur is een systeem bedacht
waarbij de luifel vanuit de kraan over de uitkragende consoles
kon worden geschoven. Vervolgens is het element aan de staal -
constructie bevestigd met de uiteindelijke bevestiging.
Parkeergarage en busdek
Naast de toren is een parkeerkelder voorzien met daarboven
een busdek. Er zijn meerdere varianten onderzocht met een
verschillend aantal parkeerlagen en parkeerplekken. Volgend
uit deze studie bleek een grote, enkellaagse parkeergarage de
meest economische variant. Daarbij is ook gekeken naar de
ligging en afstand tot de spoorbaan van het Amstelstation. In
overleg met de geotechnisch adviseur is een faseringsplan
opgesteld voor het aanleggen van de kelder naast het spoor.
Deze diende als basis voor de Spoorwegwetvergunning.
Het busdek is uitgevoerd met een ter plaatse gestorte beton -
vloer op kolommen en is ontworpen op zware aslasten ten
behoeve van bussen. Onder het busdek was geen betonnen
keldervloer nodig, doordat het niveau zich boven het grondwa -
11
12
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
11
ter bevindt. In plaats daarvan worden de auto's op een bestra -
ting geparkeerd.
Er is overwogen het dek op palen te plaatsen op de eerste zand -
laag. Dit had echter niet de voorkeur vanwege onder andere de
bouwlogistiek. Bovendien is de geluidshinder naar de omge -
ving door het heien veel groter dan bij een fundering op staal.
Daarom is voor het laatste gekozen. Nadeel hiervan waren
echter de vervormingen die kunnen optreden door een dunne
samendrukbare kleilaag op circa 6 m diepte. De diverse
aansluitdetails zijn zodanig ontworpen, dat deze zetting niet tot
ongewenste krachten leidt. Uiteraard is de parkeerkelder losge -
houden van de toren en het hotel.
Grondkerende wanden
Rondom de parkeergarage bevinden zich grondkerende
wanden. In overleg met de aannemer zijn hiervoor prefab keer -
wanden gebruikt, die onderling met lasplaten zijn verbonden.
Op deze manier kunnen lokale hoge belastingen, door bijvoor -
beeld aslasten, gelijkmatig worden verdeeld over naastgelegen
elementen en ontstaat er grote samenhang. Hierdoor worden
ongelijke zettingen volgend uit de ondergrond opgevangen.
Bijkomend voordeel van de zware belasting waarop het dek is
berekend, is dat het in de uitvoering zonder verdere voorzie -
ningen mogelijk bleek een 200-tons kraan op het dek te plaat -
sen ten behoeve van het plaatsen van de keerwanden vanaf het
dek. Ook was het dek geschikt voor betonmixers.
Vervorming keerwand/tunnel spoor
Naast de parkeergarage is er op circa 8 m onder het perron van
het Amstelstation een diensttunnel aanwezig. Bij de inrit van de
parkeergarage bedraagt deze afstand circa 3 m. Doordat het
aanlegniveau van de parkeergarage dieper ligt dan het aanleg -
niveau van de keerwand en tunnelbuis (fig. 12), bestond de
kans dat tijdens de aanleg van de parkeergarage horizontale
vervormingen van de stationstunnel zouden optreden en dat er
niet-opneembare momenten in de funderingspalen van de
belendende stationstunnel zouden optreden. In het kader van
de Spoorwegwetvergunning is in nauw overleg met de geotech -
nisch adviseur een plan ontwikkeld, dat intensief is besproken
met ProRail. Dit plan hield onder meer in dat tijdens de meest
kritieke fase van de ontgraving van de parkeergarage stempels
zijn aangebracht tussen de tunnel en het al gemaakte deel van
het busdek en nieuwbouw, die met vijzels onder spanning zijn
gebracht (foto 13).
Besparing
Het ontwerp met open bouwput en dus geen dure tijdelijke
grond- en waterkering, geen dikke funderingsplaat, geen
poeren, maar gangbare prefab funderingspalen, betekende een
aanzienlijke besparing ten opzichte van traditionele hoogbouw -
oplossingen. De oplevering van de Amstel Tower is in het
tweede kwartaal van 2018. ?
13
11 Kroon met prefab-beton - nen luifels die aan staal - constructie hangtfoto: Mariska Stieber 12 Doorsnede ter plaatse van parkeergarage en tunnel onder station Amsterdam Amstel (groene delen zijn prefab beton) 13 Stempels tussen station Amsterdam Amstel en Amstel Tower ter plaatse van inrit
? PROJECTGEGEVENS
project Amstel Tower
opdrachtgever Provast
architect Powerhouse Company
constructeur IMd Raadgevende
Ingenieurs
installatieadviseur Ingenieursburo
Linssen
geotechnisch advies Geomet
aannemer J. P. van Eesteren | TBI
onderaannemer betonbouw RED
Betonbouw
staalconstructie Staalbouw Nauta
prefab beton HCI Betonindustrie
oplevering tweede kwartaal 2018
Amstel Tower siert skyline Amsterdam 3 2018
12
Revolutionair
ontwerp
ultraslanke trap (1)
1
Trap van 5 cm dik uitgevoerd met hybride gewapend ultra-hogesterktebeton
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
13
Steeds vaker bewijst ultra-hogesterktebeton (UHSB) zich als interessant en concurrerend constructie-
materiaal. Recent voorbeeld is een ultraslanke trap in het hoofdkantoor van ABT. De trap kon dankzij UHSB
zonder ondersteuningen of verstijvingsribben worden uitgevoerd.
Ontwikkeling UHSB
Er wereldwijd, en ook in Nederland, veel onderzoek gedaan
naar ultra-hogesterktebeton (UHSB). Belangrijke eigenschap -
pen van het materiaal zijn hoge druk- en treksterkte en hoge
toelaatbare drukrek. Ook kent het materiaal een hoge duur -
zaamheid (levensduur) vanwege beperkte indringing van
chemische stoffen.
Om de eigenschappen van UHSB mogelijk te maken is toepas -
sing van staalvezels of andere hoogwaardige vezels noodzake -
lijk. Deze zorgen niet direct voor een toelaatbare
spanningsverhoging, maar wel dat een hogere drukrek toelaat -
baar is. Ze zorgen bovendien voor een reststerkte van het beton
na het scheuren.
ing. Michaël Menting
ABT Tweeluik
Dit is het eerste deel van een tweeluik over de UHSB-trap bij ABT.
Dit eerste deel gaat over de uitgangspunten, het ontwerp, de
constructieve opzet en de realisatie. In het tweede deel wordt
nader ingegaan op de berekening van de trap.
Het kantoor van ABT in Velp, dat is gebouwd in de jaren 80,
was in 2015 aan een omvangrijke renovatie toe. Hierbij is
gezocht naar een mogelijkheid een constructie toe te passen
waarmee de laatste stand der bouwtechniek kon worden gede -
monstreerd. Uit vele ideeën werd uiteindelijk een trap van
UHSB gekozen, als eyecatcher in de entreehal.
De trap is uitgevoerd als een antracietkleurige muizentrap met
glazen panelen als leuningen (foto 2). De wens van de architect
was een zeer slanke uitvoering, zonder verstijvingen in het beton -
deel. Het idee was een soort zwevend element te creëren. De
constructie moest volledig monoliet worden uitgevoerd en er
mochten geen naden in de trap zitten. Hetzelfde gold voor de glas -
platen, die bovendien de contouren van de trap moesten volgen.
1 Ultraslanke trap in het hoofdkantoor van ABTfoto: Hans Roggen2 Trap werkt samen met glazen leuningfoto: Hans Roggen
2
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
14
De betonsterkteklasse die in dit project was voorzien was
C110/130. Het betonmengsel moest echter worden aangepast
ten behoeve van een hogere consistentie, die nodig was voor
het storten in de mal. Verder had de architect als wens een
antracietkleurig beton en moesten dus pigmenten worden
toegepast. Om deze redenen is rekening gehouden met een
sterkte die ongeveer 10% lager ligt. Overigens is de druksterkte
uiteindelijk niet getest omdat deze niet relevant is.
Om de trap te kunnen realiseren waren er enkele grote uitda -
gingen:
- Toepassing van beton met hogere opneembare trekspannin -
gen;
- Speciaal ontwerp voor traditionele wapening (bovenop de
staalvezelwapening) voor het doorleiden van trekkrachten
door de hoeken van de trap;
- Toepassing van betonmengsel dat goed in de mal kon worden
gestort, ondanks de aanwezigheid van traditionele wapening;
- Realiseren goede verbinding tussen het glas en beton;
- Beperken van kruip bij een erg hoge spanning.
Constructieve opzet
Er zijn verschillende varianten afgewogen voor de construc -
tieve opzet van de trap.
1. lastafdracht door glazen leuningen
2. lastafdracht door betontrap zelf
3. lastafdracht door constructieve integratie betontrap en glazen
leuningen
De glazen leuningen hebben weliswaar een relatief grote
inwendige hefboom, maar door de grote inhammen aan de
onderzijde, kon slechts een lage spanning worden toegelaten op
het glas. Hier komt bij dat een groot deel van de spanning voor
een lange duur aanwezig zou zijn. De toelaatbare spanningen in
een glazen constructie zijn erg afhankelijk van die tijdsduur. De
eerste optie, volledige lastafdracht door de leuningen, kwam
hierdoor te vervallen.
De trap zelf was wel sterk genoeg om de lastafdracht te verzor -
gen. Om aan de doorbuiging te voldoen zou echter een te grote
dikte nodig zijn. Daarom is ervoor gekozen de bijdrage van de
leuning in de SLS mee te nemen. Voor de ULS is alleen reke -
ning gehouden met de trap zelf.
Bij deze optie met betonmengsels met hogere sterkte, zoals die
in 2014 werden toegepast, zou een dikte van ongeveer 90 mm
noodzakelijk zijn. Aanvankelijk was het idee als
ontwerpuitgangspunt een dikte van 75 mm te nemen. Hiermee
is een voorschot genomen op de verdere materiaalontwikkelin -
gen die speciaal voor dit project moeten worden gerealiseerd.
2
3
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
15
3 Principedetail aansluiting glas op trap4 Verbinding trap en glas5 Houten bekisting voor de trap
trap. Om steun aan de leuning zelf te geven, is het nodig de
leuning in te klemmen aan de onderzijde.
De verbinding moest onzichtbaar worden uitgevoerd en het
glas moest de vorm van de trap volgen. Bovendien geldt dat
glas minder geschikt is om voor een langere duur met hoge
trekspanningen te worden belast. Vanwege deze uitdagingen
was het noodzakelijk een speciale verbinding te ontwikkelen
(fig 3, foto 4). Om tot een goed resultaat te komen, zijn hiermee
diverse proeven uitgevoerd.
De verbinding zorgt ervoor dat in rustende toestand de belas -
ting wordt gedragen door het betonaandeel van de trap. Pas als
iemand over de trap loopt, gaan de twee onderdelen samenwer -
ken. Een groot deel van de trekspanning loopt dan door de
betontrap. De leuning wordt hoofdzakelijk op druk belast.
Door de grote inwendige hefboom tussen de twee onderdelen
wordt een grote stijfheid gecreëerd, waardoor het lopen over de
trap als comfortabel kan worden ervaren.
Realisatie en uitvoering
De trap is gemaakt in een betonfabriek in een normale houten
bekisting (foto 5). In deze bekisting is rekening gehouden met
een zeeg voor de trap. De trap is op zijn kant gestort zodat
zowel de bovenkant als de onderkant een bekist oppervlak is.
Er is gebruikgemaakt van een zelfverdichtend betonmensgel,
voorzien van een antraciete kleurstof.
Voordat de trap is gestort, is de wapening tegen de kist aan
geplaatst. De wapening bestaat uit losse staven. Deze zijn aan
elkaar bevestigd met behulp van binddraad. De wapening vari -
eert over de locatie van de trap.
Storten
Door de vorm en de wens de trap in één geheel uit te voeren,
was het stortproces verre van eenvoudig. Daarbij kwam ook
Deze dikte werd gezien als het minimum dat nodig was voor
het storten van het beton en voor het aanbrengen van nauwe -
lijks zichtbare constructieve verbindingen met het glas.
Maar uiteindelijk werd ook met deze dikte geen genoegen
genomen en is gekozen de dikte verder te reduceren tot 50 mm.
Hiermee werd de lat zeer hoog gelegd. De techniek om dit
mogelijk te maken was op het moment dat dit werd bedacht
immers nog niet beschikbaar.
Berekening
De trap heeft een breedte van 2 m, een hoogte van circa 3,4 m
en een horizontale overspanning van circa 5,9 m. De diagonale
overspanning bedraagt daarmee 6,8 m. De ontwikkelde
systeemlengte (totale lengte beton) is circa 9,3 m. De trap is
geschematiseerd met aan beide zijden een inklemming. De trap
is uitgerekend met een nuttige belasting van 3 kN/m 2. Voor de
berekening is eerst een globale spanningsberekening gemaakt,
zonder rekening te houden met de wapening.
Om de benodigde hoeveelheid traditionele wapening vast te
stellen is een doorsnedeberekening gemaakt. Hiervoor zijn de
resultaten uit de proeven vertaald naar rekenwaarden van
materiaalparameters. Hierbij is gebruikgemaakt van de metho -
diek uit CUR-Aanbeveling 111 [1]. Er is een geautomatiseerd
rekenblad in Excel opgesteld. Uit deze berekening volgde dat
een enorme hoeveelheid traditionele wapening noodzakelijk
was voor een aantal kritische doorsneden, namelijk Ø6 om de
25 mm (1130 mm 2).
Indicatieve berekeningen zijn ook uitgevoerd met behulp van
een membraan 3D-elementen programma (SCIA Engineer).
Dit is een programma waarin volume-elementen worden plat -
geslagen tot 2D-elementen. Dit gaf echter nog steeds onvol -
doende inzicht in het gedrag van de trap. Daarom is
uiteindelijk een berekening in het 3D-eindige-elementenpakket
DIANA opgesteld. Hierbij is het materiaalmodel uit fib Model
Code 2010 [2] toegepast. De handberekeningen en het
membraan 3D-elementenprogramma dienden als validatie.
In een volgend artikel wordt nader op de handberekening en de
elementenberekeningen ingegaan.
Samenwerking met het glas
De stijfheid van de trap zonder leuning is veel te laag om
comfortabel te kunnen gebruiken. Dit bleek ook tijdens de
periode dat de leuning nog niet was aangebracht. Als erop werd
gelopen gaf dit ervaringen vergelijkbaar met het lopen op een
springplank of trampoline.
Het was dus nodig de leuning constructief te verbinden met de
5
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
16
Transport en plaatsing
De trap is per vrachtwagen verplaatst naar de definitieve locatie
(foto 7). Hierna is de trap geplaatst. Om de trap op zijn plek te
krijgen, is een speciaal frame ontworpen waardoor de plaatsing
redelijk eenvoudig was (foto 8). Tijdens het plaatsen werd de
trap constructief verankerd in het gebouw.
Stempels en zeeg
Na het plaatsen van de trap is de bovenzijde vastgezet met
bouten. In het midden van de trap en aan de onderzijde zijn
stempels geplaatst. De volgende dag is ter plaatse van de onder -
ste inklemming van de trap de wapening aangebracht. Hierna
is de trap met beton vast gestort aan de vloer. Door het instor -
ten van de trap ontstaat er aan de onderzijde een inklemming.
Na een week uitharden zijn de stempels verwijderd. Tijdens het
ontlasten bleek de trap behoorlijk ver door te zakken. Omdat
kruip zich nog niet volledig had gemanifesteerd, is ervoor
gekozen een deel van de positieve zeeg te herintroduceren. Bij
normaal beton zou dit niet mogelijk zijn. Omdat UHSB relatief
veel cement bevat, kan gebruik worden gemaakt van zoge -
noemde selfhealing eigenschappen. Verder zijn de grotere
aanwezige scheurtjes geïnjecteerd met een activator en cement.
De zeeg is vervolgens door de stempels in de trap geduwd.
Hierna is de trap ingepakt en behandeld met water en warmte.
Deze behandeling, die de opwaartse kruip moest activeren,
heeft enkele weken geduurd.
Hierna zijn er zandzakken als ballast op de trap geplaatst, waar -
door een groot deel van de neerwaartse kruip is gestimuleerd
(foto 9). In totaal is er 1500 kg als ballast op de trap geplaatst.
Deze zakken zijn gedurende enkele weken blijven liggen.
Hierbij is de doorgaande kruip gemeten. Stabilisatie van de
kruip bleek behoorlijk snel op te treden.
Na het verwijderen van de zakken, is de vorm van de trap inge -
meten. Op basis daarvan zijn de glazen panelen besteld. Deze
zijn na enkele maanden geleverd en op de betontrap geplaatst.
nog eens de hoge wapeningsdichtheid en de aanwezigheid van
de vezels. Om het 'onmogelijke' mogelijk te maken, zijn diverse
proeven uitgevoerd met verschillende betonmengsels en stort -
wijzes (foto 6).
Dit soort betonmengsels hebben een water-cementfactor wcf <
0,3. Het watergehalte komt overeen met dat van normaal beton.
Er wordt wel een enorm hoge dosering superplastificeerder
toegepast. Verder wordt er gebruikgemaakt van een filler. De
samenstelling van de filler is afhankelijk van de centrale en de
toegepaste grondstoffen. Door de lage wcf en hoge dosering
plastificeerder komt het mengen heel nauw. Verder is er een
lange mengtijd noodzakelijk waarbij er relatief veel mengener -
gie moet worden toegevoegd.
Ten behoeve van ontluchting zijn speciale gaten in de kist
gemaakt. Verder stroomt de betonspecie eerst op een plek langs
de kist naar beneden en wordt de kist als het ware van onderuit
opgevuld. De lucht wordt hiermee naar boven weggedreven. Zo
werd voorkomen dat de bekisting als het ware afgesloten werd
door de specie. Er is bijgehouden hoeveel liter beton er in de
bekisting ging. Zo kon aan de hand van de vullingsgraad
worden bijgehouden of er luchtopsluitingen ontstonden.
7
6 8
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
17
6 Er is veel geëxperimenteerd met verschillende betonmensgels en de wijze waarop de trap kan worden geproduceerd 7 Transport trap 8 Plaatsing trap in speciaal ontwikkeld frame 9 De trap is tijdelijk geballast met zandzakken om de kruit te activeren 10 Zichtbaar is dat de trap een beetje doorbuigt in het midden
Tijdens de wachttijd op de glazen panelen is de trap behandeld
met de diverse betonveredelingsproducten en is de stortzijde
volledig bijgewerkt. Hierbij zijn de zichtbare draadbussen
(nodig voor het transport) aan de gestorte zijde verwijderd.
Tijdens de kruipmetingen zijn meetklokjes toegepast. Deze zijn
uiterst gevoelig voor vervormingen. Hieruit bleek de vervor -
ming van de eerste verdieping behoorlijk te zijn. De meetklok -
ken sloegen uit zonder dat er mensen over de trap liepen.
Hierbij bleken zich mensen op de eerste verdiepingsvloer in het
afdrachtgebied van de trap te bevinden. Hieruit blijkt dat de
stijfheid van de tweede verdieping aangenomen in de bereke -
ning te gunstig te zijn.
Over the edge
Het doel om bij de verbouwing van het ABT-kantoor de laatste
stand der UHSB techniek toe te passen, is behaald. De sierlijke
trap gaat zowel productietechnisch als rekentechnisch voorbij de
grens van het gangbare. Het revolutionaire ontwerp is een
demonstratie van de mogelijkheden van UHSB en glas. UHSB
toont zich hierbij als materiaal dat veelzijdig toepasbaar is, zelfs
in dunne platen, en nagenoeg onderhoudsvrij. Het glas inspireert
als constructief draagkrachtig materiaal dat nu zelfs op de kopse
zijde verbonden kan worden aan allerlei materialen, zoals UHSB.
Dat de trap bijna 'over the edge' was, bleek onder andere uit het
uiteindelijke resultaat waarbij de trap iets is 'doorgezakt' en een
behandeling noodzakelijk bleek (foto 9). Beide zaken dragen
echter bij aan een eerlijke beleving van de innovatie.
Het project leert dat het mogelijk is soortgelijke trappen of
andersoortige constructies succesvol toe te passen in de
toekomst. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de opge -
dane kennis bij dit project. ?
? PROJECTGEGEVENS
project Trap hoofdkantoor ABT
opdrachtgever ABT
architect JHK
engineering ABT
productie Romein beton
Aannemer Cornelissen
? LITERATUUR
1 CUR-Aanbeveling 111 Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen -
Dimensionering en uitvoering
2 fib Model Code for Concrete Structures 2010
Betonprijs
De trap heeft in 2017 de Betonprijs gewonnen in de categorie
Betontechnologie. De jury kende het project de prijs toe
vanwege de schoonheid en de bijzondere constructieve samen -
werking tussen glas en beton. "In verwarrende tijden groeit de
behoefte aan schoonheid; schoonheid geeft troost. Als beton -
technologie daarvoor ingezet kan worden, dan dient het een
onverwacht maatschappelijk belang. Deze ultradunne trap is
prachtig. De constructieve samenwerking met de glazen trapba -
lustrade is werkelijk een vondst."
10
9
Revolutionair ontwerp ultraslanke trap (1) 3 2018
18
Mechanische
eigenschappen
geopolymeerbeton
Intro
Onderzoek naar ontwikkeling van
materiaal eigenschappen en buiggedrag
van gewapende balken in de tijd
Afstudeerstudie
Dit artikel is gebaseerd op de afstudeerstudie 'Alkali-
activated concrete: development of material proper -
ties (strength and stiffness) and flexural behaviour of
reinforced beams over time' dat Silke Prinsse heeft
uitgevoerd aan de TU Delft. Bij dit artikel op www.
cementonline.nl staat een link naar de thesis. Afstu -
deerhoogleraar was prof.dr.ir. D.A. Hordijk. In haar
afstudeercommissie hadden verder zitting: dr.ir. M.
Lukovi?, dr.ir. G. Ye en ir. P. Lagendijk (allen TU Delft).
Silke is nu werkzaam bij IMd Raadgevende Ingenieurs.
Mechanische eigenschappen geopolymeerbeton 3 2018
19
1 Conventioneel beton versus geopolymeerbeton
Van oudsher wordt beton geproduceerd met cement
als bindmiddel. De productie van cement heeft veel
milieu-impact, de wereldwijde productie resulteert
in circa 5% van de door de mens veroorzaakte
CO 2-emissies. Om de betonketen te verduurzamen,
wordt daarom gestudeerd op de potentie van zoge -
noemde 'groene' bindmiddelen. Een mogelijk alter -
natief voor cementbeton is geopolymeerbeton,
waarbij in plaats van cement industriële bijproduc -
ten als bindmiddel worden (her)gebruikt. In een
afstudeerstudie aan de TU Delft is onderzoek
gedaan naar dit materiaal om meer inzicht te
verkrijgen in het constructieve gedrag, met name in
de tijd, en de potentiële toepasbaarheid.
Bij conventioneel beton bestaat het bindmiddel uit water en
cement. Bij geopolymeerbeton bestaat het bindmiddel uit
geopolymeerbeton is nog onvoldoende bekend hoe de verschil -
lende eigenschappen zich tot elkaar verhouden. Dit komt onder
andere door het feit dat er een enorme spreiding aan onder -
zoeksresultaten voor mechanische eigenschappen van geopoly -
meerbeton is gepubliceerd. Eigenschappen zijn waarschijnlijk
ook afhankelijk van de samenstelling van het mengsel, deze
samenstelling kan bij geopolymeerbeton zeer sterk variëren. Zo
kunnen vele verschillende stoffen en alkalische activators als
bindmiddel worden gecombineerd. Geopolymeerbeton met
slakken heeft andere eigenschappen dan geopolymeerbeton
met bijvoorbeeld vliegas. Een combinatie van beide stoffen, of
de keuze voor een andere alkalische activator, resulteert in weer
andere eigenschappen. Ook de nabehandeling (luchtvochtig -
heid, temperatuur) heeft veel invloed op de eigenschappen van
geopolymeerbeton [4].
Verder is er nog relatief weinig bekend over hoe het materiaal
zich op de lange termijn gedraagt. In de meeste studies worden
alleen de mechanische eigenschappen op 28 dagen gerappor -
teerd. In een aantal onderzoeken waar wel de langere termijn is
beschouwd, is door onderzoekers soms een afname van sterkte
en stijfheid in de tijd gerapporteerd [1, 2 en 3]. Dat betrof
onderzoeken met geopolymeerbeton waarin hoogovenslak
aanwezig was (dus niet bij mengsels met alleen vliegas als
vulstof in het bindmiddel). Het is onbekend of dit fenomeen
een rol speelt bij alle geopolymeerbetonmengsels en er is, voor
ir. Silke Prinsse
vulstoffen, bijvoorbeeld slak of vliegas (bijproducten van aller -
lei industrieën), en een zogenoemde alkalische activator,
bijvoorbeeld waterglas of natriumhydroxide (fig.1).
In andere landen wordt geopolymeerbeton al veel langer toege -
past. In Australië zijn met dit materiaal bijvoorbeeld prefab
vloerelementen en een dek voor een fietsbrug gemaakt. Al is
geopolymeerbeton dan misschien veelbelovend op het gebied
van milieu, het materiaal wordt in Nederland nog niet vaak
(constructief ) toegepast. Redenen hiervoor zijn dat er geen
normen en regelgeving beschikbaar zijn, het materiaal relatief
nieuw is en het aantal onderzoeken naar constructief gedrag
van geopolymeerbeton nog beperkt is.
(On)bekendheid eigenschappen
Of bestaande regelgeving voor conventioneel, cementgebonden
beton ook direct van toepassing is voor geopolymeerbeton, is
nog onvoldoende onderzocht. Bij cementgebonden beton
wordt uitgegaan van de druksterkte, waaraan bijna alle eigen -
schappen worden ontleend. Als de druksterkte bekend is, kan
een goede inschatting worden gemaakt van de andere eigen -
schappen, zoals treksterkte en elasticiteitsmodulus. Voor
Benaming geopolymeerbeton
In geopolymeerbeton bevat het bindmiddel in plaats van
cement reactieve aluminium- en siliciumhoudende vulstoffen en
een in water opgeloste alkalische activator (fig. 1). Vandaar dat
ook de naam alkalisch-geactiveerd beton wordt gebuikt. Geopo -
lymeerbeton is echter een meer populaire naam. Strikt genomen
is die naam echter niet juist. De naam geopolymeerbeton heeft
betrekking op de polymeerstructuur die wordt gevormd als een
calciumarme vulstof (bijv. vliegas) alkalisch-geactiveerd is. Met
een calciumrijke stof (bijv. slak) is er echter sprake van een ander
type microstructuur. Toch wordt de term geopolymeerbeton in
dit artikel gebruikt, omdat dit de gangbare naam is waaronder
het materiaal bekend is.
1
Mechanische eigenschappen geopolymeerbeton 3 2018
20
Onderzoeksopzet en uitvoering
Om inzicht te kunnen krijgen in een eventuele afname van
sterkte en stijfheid in de tijd, zijn in het onderzoek druksterkte,
elasticiteitsmodulus en splijttreksterkte op diverse momenten
in de tijd bepaald, vanaf 28 dagen tot circa een halfjaar na het
storten. Daarnaast was het de opzet niet alleen met kleine
proefstukken (kubussen) bepaalde materiaaleigenschappen te
onderzoeken, maar tevens echte constructieve elementen te
beschouwen. Daarom is ook een aantal balken met wapening
gemaakt en beproefd in een vierpuntsbuigproef.
Naar aanleiding van gerapporteerde resultaten in de literatuur
[3] was de hypothese dat de hoeveelheid hoogovenslak in het
bindmiddel wellicht een rol zou kunnen spelen bij de gerappor -
teerde afname van materiaaleigenschappen. Daarom zijn in dit
onderzoek twee verschillende mengsels gebruikt, waarbij de
verhouding hoogovenslak/vliegas in het bindmiddel verschilde:
S50 en S100. De mengsels zijn in het kader van een ander
promotieonderzoek ontwikkeld in het 'Microlab' van de TU
Delft [6].
Mengselsamenstelling
Het ene mengsel (S100) bevat alleen alkalisch-geactiveerde
hoogovenslak als 'precursor' (vulstof ) in het bindmiddel. Het
andere mengsel (S50) bevat bindmiddel met een samenstelling
van 50% vliegas en 50% slakken als precursor. De gebruikte
alkalische activator is een oplossing van natriumsilicaat (water -
glas) en natriumhydroxide. Beide geopolymeerbetonmengsels,
S100 en S50, worden gekenmerkt door een zogeheten solution-
zover bekend, nog geen duidelijke verklaring voor de waarge -
nomen reductie van sterkte en stijfheid in de tijd.
Een mogelijke afname van materiaaleigenschappen in de tijd is
niet wenselijk. De oorzaak, omvang en impact van een moge -
lijke reductie in eigenschappen zal tot op zekere hoogte moeten
worden begrepen, alvorens het materiaal op grote schaal toe te
passen.
In de afstudeerstudie is daarom onderzoek gedaan naar de
ontwikkeling van materiaaleigenschappen in de tijd en of deze
ontwikkeling invloed heeft op het constructieve gedrag en
praktische toepasbaarheid van geopolymeerbeton. De aandacht
is daarbij uitgegaan naar meetwaarden van bepaalde eigen -
schappen als functie van tijd, omdat onder meer in een CUR-
publicatie [2] een afname van treksterkte is gerapporteerd voor
een ouderdom tussen 28 en 250 dagen.
CUR-aanbeveling
Over geopolymeren als bindmiddel in betonwa -
ren, zoals straatstenen, trottoirbanden en (gras)
tegels, is recent CUR-Aanbeveling 123 'Geopoly -
meren' afgerond. Daarin wordt onder meer inge -
gaan op de langetermijnprestaties. Deze CUR-
Aanbeveling komt binnenkort beschikbaar.
2
Mechanische eigenschappen geopolymeerbeton 3 2018
21
93,596
,0 98,0 92,7
75
,3
71,5 72
,8 71,8
74,2
0
2
0
4
0
6
0
8
0
10
0
12
0
0 50 100 150 200 250
d ag en
d ruk ste rk te
S 1 00
S5 0 druksterkte [MPa]
33, 0
31,9
28,6
26,2
26,4
21,4
18,4
17,4
0 5
1
0
1
5
2
0
2
5
3
0
3
5
4
0
0 50 100 150 200 250
d ag en
elas tici te itsmod ulus [GPa]
S1 00
S5 0
5,4 5,4 5,4
4,8 5,0
4,7 4,0 4,0
3,6 3,7
0 1 2 3 4 5 6
7
050100 150 200 250
d ag en
splijt trekste rk te
S 1 00
S5 0 sp lijt trekste rk te [MPa]
2 Gewapende balk in een vierpuntsbuigproef3 Ontwikkeling van materiaaleigenschappen in de tijd: (a) druksterkte, (b) elasticiteitsmodulus en (c) splijt - treksterkte
binderverhouding van 0,53. Er zijn geen hulpstoffen (zoals
vertragers) toegepast, omdat deze stoffen ook weer invloed
kunnen hebben op de ontwikkeling van materiaaleigenschap -
pen in de tijd.
Productie en nabehandeling
Dat er geen vertragers zijn toegepast, betekent dat er snel
gestort moest worden, omdat de verwerkingstijd van de meng -
sels korter was dan een halfuur. De verwerkbaarheid kan door
mengselsamenstelling worden gestuurd. Daarnaast kunnen in
de praktijk wel vertragers worden toegepast. Overigens kan een
snelle verharding voor de prefab-betonindustrie ook juist een
voordeel zijn. Er kan zeer snel worden ontkist.
De proefstukken zijn één dag na het storten ontkist, en vervol -
gens in een natte ruimte geplaatst (20 °C en 95% relatieve
luchtvochtigheid). Na 28 dagen nabehandeling vond de eerste
testserie plaats, en zijn de overige proefstukken in het laborato -
rium (20 °C en 55% relatieve luchtvochtigheid) geplaatst, tot
het moment van testen.
Beproeving
De mechanische eigenschappen zijn bepaald met behulp van
balkvormige proefstukken (elasticiteitsmodulus) en kubussen
(druk- en splijttreksterkte). Voor beide mengsels zijn per test -
moment ten minste drie proefstukken beproefd, voor zowel
elasticiteitsmodulus, druk- en splijttreksterkte.
De gewapende balken zijn beproefd in een vierpuntsbuigproef.
In figuur 2 is de opstelling weergegeven. De balken werden
scharnierend ondersteund met een overspanning van 1,5 m en
onderworpen aan twee symmetrisch geplaatste puntlasten
Resultaten
Mechanische eigenschappen
In figuur 3 is de ontwikkeling van een aantal geteste materiaal -
eigenschappen weergegeven. Na 28 dagen heeft de druksterkte
al een zeer hoge waarde, respectievelijk 93 MPa en 75 MPa
voor het S100- en S50-mengsel. De druksterkte blijft vanaf de
eerste meting, 28 dagen na het storten, voor beide geopoly -
meerbetonmengsels nagenoeg constant in de tijd.
Voor de elasticiteitsmodulus en splijttreksterkte is een afname
over de tijd gemeten, voor zowel het S100- als S50-mengsel. De
gemeten reductie is beduidend hoger voor het S50-mengsel
(hoogovenslak en vliegas) dan voor het S100-mengsel (alleen
hoogovenslak). Vooral bij de elasticiteitsmodulus gaat het met
een afname van circa 35% tussen 28 en 193 dagen ouderdom
om een significante reductie. De snelheid waarmee de afname
3a
3b
3c
Mechanische eigenschappen geopolymeerbeton 3 2018
22
0
10 2
0
30 40 50 60 70
80
0
10 2030 4050
kracht [kN ]
S50
ve rp laats in g [mm ]
Beto n - 3 3d;
f c m = 4 5 M Pa
S5 0 - 33 d; f cm
= 75 MPa
S5 0 - 69 d; f cm
= 77 MPa
S5 0 - 152 d ;
f c m = 7 9 M Pa
0
1
0
20 30 4
0
50 60 7
0
80
0 10 20 30 40 50
kra ch t [k N]
S100
Beto n - 3 3d;
f c m = 4 5 M Pa
S1 00 - 3 4 d ;
f c m = 8 7 M Pa
S1 00 - 7 0 d ;
f c m = 8 5 M Pa
ve rp laatsin g [m m]
optreedt, neemt af in de tijd. Ongeveer 85% van de afname
vond plaats tot en met 90 dagen na het storten. Bij het
S100-mengsel is de gemeten afname van de elasticiteitsmodu -
lus ongeveer 20% tussen 28 en 193 dagen. Voor de splijttreks -
terkte is de waargenomen afname respectievelijk 7% en 22%
voor S100 en S50 tussen 28 en 193 dagen.
De verhouding tussen splijttreksterkte en druksterkte na 28
dagen is vergelijkbaar met de theoretische waarden van
cementgebonden beton, voor zowel S50 en S100. Maar de
gemeten elasticiteitsmodulus na 28 dagen is respectievelijk
20% en 30% lager voor de S100- en S50-mengsels, in vergelij -
king met conventioneel cementgebonden beton met eenzelfde
druksterkte. Hierbij moet echter wel worden opgemerkt dat
ook bij traditioneel cementbeton sprake is van een relatief
grote spreiding.
Gewapende balken ? vierpuntsbuigproeven
Alle gewapende balken bezweken conform het ontwerp op
buiging, na het vloeien van de wapening. Figuur 4 toont de resul -
taten van de vierpuntsbuigproeven. In de grafieken zijn ook de
resultaten van een vierpuntsbuigproef op een gewapende balk
van conventioneel beton geplot. Dit betrof een experiment in het
kader van het afstudeerwerk van Huang [5]. De afmetingen en
het wapeningspercentage van deze balk zijn identiek aan de
beproefde geopolymeerbetonbalken. De druksterkte van deze
balk (45 MPa) is lager dan de druksterkte van het geopolymeer -
beton (94 en 75 MPa voor respectievelijk S100 en S50). De elasti -
citeitsmodulus van het gebruikte cementgebonden beton is
echter vergelijkbaar met die van het mengsel S100.
De testresultaten tonen aan dat het buiggedrag van de gewa -
pende geopolymeerbetonbalken zeer vergelijkbaar is met
conventioneel beton. Bij gewapend geopolymeerbeton treden
4a 4b
5
Mechanische eigenschappen geopolymeerbeton 3 2018
23
0 5
1
0
1
5
2
0
2
5
3
0
3
5
4
0
0 50 100 150 200 250
d ag en
e las ticiteitsmo dulus
S100 (91 d nat b ew aard )
S100 (28 d nat b ew aard )
S50 (91 d nat bew aar d)
S50 (28 d nat b ew aard ) elasticiteitsmodulus [GPa]
Het is niet erg waarschijnlijk dat de gemeten afname gerela -
teerd is aan de hoeveelheid hoogovenslak in het bindmiddel,
zoals de initiële hypothese was. Het geopolymeerbeton met een
lager percentage hoogovenslak (S50) heeft in deze experimen -
ten namelijk een sterkere afname laten zien dan het mengsel
dat alleen alkalisch-geactiveerde hoogovenslak als precursor in
het bindmiddel bevat (S100).
De mate van reductie lijkt af te zwakken gedurende de tijd en
lijkt uiteindelijk te stabiliseren. Van beide mengsels zijn twee
extra proefstukken in de natte ruimte bewaard tot een ouder -
dom van 91 dagen in plaats van 28 dagen. Na de langere
periode van nabehandeling is van deze proefstukken de elasti -
citeitsmodulus en splijttreksterkte bepaald. Dit gaf een interes -
sant resultaat. De waarde van beide eigenschappen was in
grootte toegenomen ten opzichte van de waarde op 28 dagen
(zie fig. 6 voor de resultaten van de elasticiteitsmodulus). Ook
bij deze proefstukken neemt vanaf het moment dat de proef -
stukken uit de vochtkamer zijn gehaald en in laboratoriumom -
standigheden worden bewaard de gemeten waarde voor de
elasticiteitsmodulus weer af in de tijd. Kortom, in de natte
ruimte nemen de sterkte en stijfheid van het materiaal in de
tijd toe, zoals ook zou worden verwacht. Wanneer de proef -
stukken worden blootgesteld aan een lagere relatieve vochtig -
heid en dus uitdrogen, wordt in de proeven een lagere waarde
waargenomen.
Om te onderzoeken of er wellicht (micro)scheurvorming
optreedt tijdens het uitdrogen, is de microstructuur van het
materiaal bestudeerd. Zowel de proefstukken die 28 dagen als
91 dagen zijn nabehandeld, zijn hierbij in een ESEM (environ -
mental scanning electron microscope) onderzocht. Er zijn
daarbij geen duidelijke verschillen in microstructuur of
scheurvorming waargenomen tussen enerzijds de proefstuk -
ken die bij 91 dagen ouderdom direct uit de vochtkamer
kwamen en anderzijds de proefstukken die tussen 28 en 91
dagen konden uitdrogen.
dezelfde fasen als bij gewapend cementgebonden beton op: een
lineair-elastische fase, het scheurmoment, vloeien van het
wapeningsstaal, betonstuik of bezwijken van het wapenings -
staal, gevolgd door het bezwijken van de balk.
Na het vloeien van de wapening bezweek de cementgebonden
balk op betonstuik in de drukzone. Wegens de hogere druk -
sterkte van het geopolymeerbeton was de capaciteit van de
gewapende geopolymeerbetonbalken hoger in vergelijking met
het cementbeton. Uiteindelijk bezweken de gewapende geopo -
lymeerbetonbalken onder hoge vervorming, voornamelijk op
het bezwijken van het wapeningsstaal, anders dan bij de
cementgebonden betonbalk.
In de gescheurde fase blijkt de stijfheid van de balk af te nemen
bij een hogere ouderdom van het beton, hetgeen overeenkomt
met wat is gevonden voor de elasticiteitsmodulus (fig.3B). Voor
zowel de gewapende S50- als S100-balken was de stijfheid bij
het beproeven na circa 70 dagen lager dan de stijfheid na on
Reacties