C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cement72 3cement 2008Waterbouw als exportproduct: professor Van LoenenBruggen bouwen tussentheorie en praktijkDat Jan van Loenen iets in detechniek zal gaan doen, is al dui-delijk als hij nog op het Neder-lands Lyceum in Den Haag zit."Mijn rapportcijfers voor talen wa-ren net een Engelse wals: een drievoor Frans, een vier voor Duits eneen vier voor Engels; tegen deovergang opgewerkt naar 4-5-5.Maar we hadden een leuke wis-kundeleraar en ik had zelf ook lolin dat vak."Eigenlijk wil hij na de HBS-Bstuurman op de grote vaart wor-den, een beroep dat in de familiezit. Omdat hij echter slechte ogenheeft, wijst zijn huisarts hem opde mogelijkheid scheepsbouw-kunde te gaan studeren. Kort nade Tweede Wereldoorlog zit dezesector evenwel in een dal. VanLoenen kiest vervolgens voor eenstudie Weg- en waterbouw inDelft, waarin de elementen water,boten en ijzer ook een rol spelen,zij het minder dynamisch.T N OHet studeren gaat de eerste tweejaren, de propedeuse, vrij vlot. Dec1 daarna is al een stuk lastiger.Vooral van de theoretische mecha-nica begrijpt hij niets. Na afloopvan het samen met driehonderdanderen gemaakte examen denkthij dan ook gezakt te zijn. Zeerverbaasd is hij vervolgens als hijvan zijn studievriend Jan van Dam- later hoogleraar geohydrologie inDelft - verneemt dat hij cum laudeis geslaagd. Slechts vijf kandida-ten halen een voldoende!Naar aanleiding van dat resultaatvraagt professor Vredenburghhem zijn assistent te worden. OokVan Dam wordt uitgenodigd,maar er is slechts ??n vacature.Omdat de laatste het financieelharder nodig heeft, trekt Van Loe-nen zich terug. Getroffen doordeze sociale opstelling, regelt Vre-denburgh twee maanden later eenwerkplek voor hem bij TNO, datals gevolg van de zojuist opge-richte CUR opeens veel werk erbijkrijgt en jonge mensen nodigheeft.Hij wordt aanvankelijk voor halvedagen assistent bij TNO. Hettweede jaar doet hij zijn eindstu-Prof.ir. J.H. van Loenen zou de jonge onderzoeker hebben kunnen spelen in degelijknamige televisieserie uit de jaren zestig, waarmee geprobeerd werd dejeugd voor de techniek te `winnen'. In zijn leven is namelijk een constantedrang zichtbaar om de mechanismen achter natuurkundige fenomenen teontdekken, en vervolgens anderen in de opgedane kennis te laten delen. Hettoeval speelde een belangrijke rol op zijn `carri?repad', dat hem langs eenaantal mijlpalen in de Nederlandse weg- en waterbouwgeschiedenis voerde.CementCement60 Jaar1 |Complex ontwerpNablaligger: hijsvoorzie-ning in de vorm van giet-ijzeren hijsoog met in testorten diwydag-stavenen de overige wapeningen voorspankabels inverschillende richtingenC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cementcement 2008 3 73die daar zelfs in voltijds dienst.Studeren doet hij samen met eenvriend in de avond- en nachtelijkeuren.Zijn eindscriptie gaat over de plas-ticiteitsleer voor op buiging be-laste gewapend-betondoorsneden.Aansluitend doet hij mee aan eendoor de ENCI uitgeschreven prijs-vraag naar de vorm van hetM-kappadiagram, waarvoor hij deallereerste ENCI Jubileumprijsontvangt. Het levert ook zijn eer-ste publicaties in Cement op (1955nr. 5-6). Het verplichte praktischedeel van zijn studie betreft hetontwerp van een stuwdam. Samenmet de betreffende vriend verza-melt hij een grote hoeveelheid sta-tistische gegevens, die ze 's nachtsbij TNO op elektrische rekenma-chines verwerken.Hij wordt betrokken bij het onder-zoek voor CUR-rapport 2 `Slip ensterkte van eindverankeringssyste-men'. De praktische proeven be-treffen voornamelijk de sterkte enintrekverliezen, die bij de syste-men Freyssinet en Magnel optre-den. "In de lange gangen van eenvoormalige schuilkelder werdenallereerst kabels gespannen.Daarna moesten we aflezen hoeveel zetting van de wiggen optradbij het verankeren. Soms vlogende wiggen/conussen er ook weleens uit en zwiepten de gespan-nen draden door de gang! Ter be-scherming droeg ik hockeyleg-gards en drie wollen truien overelkaar. We moesten niet bang zijnen juist dicht tegen de draad aangaan staan; als deze losschoten,gleden ze langs je, en dat was eenstuk prettiger dan wanneer je opafstand staand een zwiep kreeg.TNO-baas Hageman, die een ka-mer schuin erboven had, kwamtelkens als zoiets gebeurde naarbeneden rennen om te controle-ren of we onze armen nog had-den."B e r o e p s k e u z e t e s tNa zijn studie volgt hij de oplei-ding tot genieofficier. Als dienst-plichtig vaandrig wordt hij bij destaf van het legerkorps voor genie-materiaal geplaatst. In NAVO-ver-band worden voorraden aangelegdom de Rus van het lijf te houden.In die tijd is het woord carri?re-planning nog niet uitgevonden.Omdat hij niet goed weet welkwerk hem ligt, doet hij aan heteinde van zijn dienstplicht een be-roepskeuzetest. "Die test was eeneye-opener voor mij. In anderhalfuur tijd konden je reken- en taal-vaardigheden op waarde wordengeschat, maar de rest van het on-derzoek nam nog 2 ? dag in be-slag. Men wist wel dat ik ingeni-eur was, maar welke richtingdaarbinnen zou mij het meesteliggen: constructief, onderzoek,commercieel?" Hij zou geschiktzijn voor onderwijs, maar voor deeerste jaren wordt hem aangera-den voor de uitvoering te kiezen,waarin ruimte is voor praktijk ?nontwerp.V a n H a t t u m e nB l a n k e v o o r tEen familielid - werkzaam als`eerst aanwezend ingenieur dergenie' in Groningen - adviseerthem bij Van Hattum en Blanke-voort te solliciteren. "Hij had ge-hoord dat daar redelijk nette men-sen werkten." Hij begint alsassistent van ir. C. van Leeuwen,die zelf zijn eerste ontwikkeling inhet vak had meegemaakt bij debouw van de Maastunnel.Zijn eerste grote werk is het via-duct bij de stormstuw in de Hol-landse IJssel nabij Krimpen.Daarna volgen de Schellingwou-2 |Zeelandbrug: kantelstoelvoor 6 m lange paalmo-ten ?4,25 m74 cement 2008 3C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cementder bruggen, waarvoor Van Hat-tum en Blankevoort de opdrachtkrijgt vanwege een alternatievefunderingsmethodiek. Dat blijktde kracht van het bedrijf te zijn.Hun pro-actieve aanpak zorgt ermede voor dat het aanzien van deaannemerij er langzaamaan opvooruit gaat.Dan gaat hij voor het sluizencom-plex van de Haringvliet aan hetwerk, met als zwaartepunt hetontwerp van de Nablaliggers. Eencommissie, bestaande uit de he-ren Roobaard (IGB), Visser(C&N), Van Leeuwen en Van Loe-nen (beiden vHB), Arnoldy(ABM), Blokland en Glerum (bei-den RWS), is hiervoor verantwoor-delijk. "De ligger was ontworpenals steun voor een schuif aan dezeekant en een schuif aan de land-kant. Als de schuif aan de zeekantzou weigeren, moest de schuifaan de landkant het overnemen.En andersom ook als we het zoetewater binnen wilden houden.Druk in het ene been en trek inhet andere dus. Verder leverde hetverkeer een bovenbelasting en vanonderaf konden golfklappen op-treden in het geval dat de sluizenopen bleven. Dit alles leverdeenorme drukken op, die op eenpaar kleine punten op de liggersmoesten worden overgedragen.De drukken moesten worden in-geleid en in de vorm van schuif-spanningen overgebracht naar deschuifvlakken. Er zaten gebogenvoorspankabels in verschillenderichtingen in. Al met al een com-plex geheel, terwijl de ontwerp-middelen zeer beperkt waren."Om het tekenen en rekenen tevergemakkelijken, vormt een ge-lijkzijdige driehoek het uitgangs-punt. Samen met Arnoldy voertVan Loenen het rekenwerk uit;twee tekenaars verzorgen al het te-kenwerk. "Met behulp van tweeelektrische rekenmachines had-den we na negen maanden de eer-ste, 500 bladzijden tellende bere-kening klaar. Toen bleken doornieuwe meetapparatuur van hetWaterloopkundig laboratoriumopeens de belastingen bijna ver-dubbeld te zijn! Om tijd uit te spa-ren deden we de berekening overop basis van de oude betonafme-tingen; na drie maanden rekenenbleken de betonspanningen nogwel acceptabel, maar was er in dedoorsnede niet genoeg ruimtevoor de voorspankabels, vooral opde kruispunten van de verschil-lende voorspansystemen. Eenderde berekening, met ondermeer 25% meer beton, leverdeuiteindelijk na weer drie maandeneen gave constructie op."Jaren later blijkt overigens dat degolfklappen die in de berekeningwaren gehanteerd maar voor 20%optreden, doordat er voor de slui-zen zandbanken zijn ontstaan diede golfhoogte belangrijk reduce-ren.Z e e l a n d b r u gHet aanbod om vervolgens bij VanHattum en Blankevoort hoofd vande constructieafdeling te worden,slaat hij af. "Ik wilde gewoon lek-ker op het werk zitten en dingen3 |Kantelen van 50 m langepaal (500 ton) vanuittwee romps bakC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cementcement 2008 3 753 75C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cementcement 2008uitzoeken; iemand anders mochthet uitrekenen." Dat kan zeker bijhet volgende project: de Zeeland-brug. Van Hattum en Blankevoorten Amsterdamse Ballast Mij. zijnsamen met de Provinciale Water-staat Zeeland verantwoordelijkvoor het ontwerp. De bouwcombi-natie staat onder leiding van deheren Schouten (prov. Waterstaat),Groeneveld, Van Leeuwen enWeyman (allen vHB) en Krijn enVermeer (beiden ABM).Gezien het dan nog open watervan de Oosterschelde is het ont-werp gebaseerd op standaardisatieen prefabricage. De elementenvoor de 5 km lange brug wordengemaakt in een openlucht fabrieknabij het dorpje Kats op Noord-Beveland en nadien op het watergemonteerd met grote, speciaalontworpen werktuigen. Deze me-thodiek heeft naderhand modelgestaan voor de OosterscheldeStormvloedkering, de Westbrugover de Storebaelt en de brug naarhet Canadese Prince Edward Is-land. Telkens een maatje groter eneen stapje verder."We waren twee maanden te vroegklaar. Op 72 miljoen hebben we 5miljoen winst gemaakt. De me-thode was inmiddels dusdanig ge-perfectioneerd, dat we een tweedebrug aansluitend voor de halveprijs hadden kunnen bouwen."Voor de Zeelandbrug worden VanLeeuwen, Krijn en Van Loenen in1966 beloond met de Fritz Schu-macherpreis, uitgeloofd door deDuitse Stichting Freiherr vonStein. Voor het geld koopt VanLoenen een zeilboot met de naam`Priedepon' (zijn kennis van hetFrans was niet best, red.).B i j l m e r m e e rHet aannemersbedrijf is in die ja-ren nog overzichtelijk, beperkt inomvang en weinig hi?rarchisch."Wij hadden een paar topuitvoer-ders voor de spectaculaire werken:Rein Schermer (later algemeen di-recteur Ballast Nedam) zat op deHaringvlietsluizen, op de Zeeland-brug zat Erik Groeneveld en de fa-milie Bambach bouwde alle slui-zen in de Maas. Verder werden demeeste grote werken ook toen alin combinatieverband uitgevoerd.Door onze expertise werden wijbij bijzondere werken weer doorandere aannemers uitgenodigd."Bij de Bijlmermeer gaat het er an-ders aan toe. Janssonius - hoofdvan de afdeling Bruggen bij dedienst Publieke Werken in Am-sterdam - krijgt de opdracht dezenieuwbouwwijk op het grondge-bied van buurgemeente Abcoudebinnen acht jaar te ontsluiten. Meteen open aanbesteding zou hemdit nooit lukken. Daarom maakthij met Van Hattum en Blanke-voort en Spanbeton een overall af-spraak met open begroting. Allesbij elkaar, grote en kleine viaduc-ten, tunneltjes enz., mag 28 mil-joen kosten."De kosten van de geavanceerdeplannen voor de gehele Bijlmer-meer liepen echter op een gege-ven moment zo uit de hand, dater overal moest worden bezuinigd;op ons contract wel 5 miljoen.Omdat we alles hadden gecalcu-leerd op basis van eenheidsprij-zen, konden we binnen een uurde bezuiniging vinden. Enkelelange viaducten werden bijvoor-beeld vervangen door onderdoor-gangen, maar hierdoor werd welde ruimtelijke werking van hetstadsplan aangetast."Rechterhand voor Van Loenen bijdit project is ir. J. Veraart. BijSpanbeton is onder anderen deheer A. Quartel actief.4 |Hijsen van de uiterstemoten van een kraagarmC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cement76 cement 2008 3V o o r t s c h r i j d e n d ei n s t o r t i n gIn juli 1969 treedt professor VanLoenen toe tot de Redactieraadvan Cement. Uiteraard heeft hijdan al uitvoerig gepubliceerd overde Zeelandbrug. Vanaf februari1972 is hij zelfs lid van de Redac-tie en woont hij de maandelijkseredactievergaderingen bij. In de-cember 1974 wordt hij daarin op-gevolgd door ir. J. Veraart enneemt hijzelf weer plaats in deRedactieraad. Met een onderbre-king van 1981 tot 1985 blijft hij lidvan de Redactieraad tot januari1991.Vanuit zijn werkzaamheden voorde CUR raakt hij betrokken bijhet onderzoek naar de instortingvan het flatgebouw Ronan Pointin Londen. "Toevallig had ik hetgebouw bezocht tijdens de bouw,midden in de winter. Het warenmooie, grote elementen, maar dehoeken zaten klungelig in elkaar.Er staken wel stekken uit, maarde specie, die al bevroren was,werd er in gepord en geprikt. Hetwas bar koud. De kwaliteit wasslecht; het behang moest dat mas-keren."De nieuwste woningbouwprojec-ten in Londen zijn dan overge-gaan op het pas ontdekte Noord-zeegas, waarvoor een ander modelhoofdkraan met kunststof afdek-plaat in de woningen is aange-bracht. Door scheurvorming in ditafdekplaatje ontstaat een gaslek ineen woning op de twaalfde verdie-ping van het bewuste flatgebouw.Een huisvrouw die in haar nacht-pon met kamerjas in alle vroegteeen kopje thee wil zetten, ont-steekt de vlam en een relatiefkleine gasexplosie is het gevolg.Door de slechte verbinding wor-den de buitenwanden op de hoekvan de keuken echter weggebla-zen, waarmee de ondersteuningvan de bovenliggende keukenvloe-ren en bijbehorende wanden weg-valt. Het gevolg is een kettingreac-tie.Een CUR-commissie onderzoektvervolgens hoe dit kon gebeurenen welke maatregelen zoudenmoeten worden genomen om ditte verhinderen. "Ik heb een bun-kertje ontworpen van betonnenwanden op het TNO-terrein. Wehebben er voldoende gas ingela-ten om de boel te kunnen latenontploffen. Op het moment su-pr?me gebeurde er echter hele-maal niets! Wat bleek: het gas waszwaarder dan lucht en zakte naarbeneden. Toen dachten we terugaan die kamerjas van de me-vrouw: die had natuurlijk het gasin beweging gebracht. Vervolgensmonteerden we een soort ventila-tor in de bunker en herhaalden deproef: een enorme ontploffingvolgde."Allerlei onderzoeken worden ver-volgens verricht op de bouwkun-dige details. Een flinke hoeveel-heid regelgeving is het gevolg.O n d e r w i j sNa de Bijlmermeer volgt nog on-der meer de Tuibrug bij Tiel. VanLoenen begeleidt vanaf het beginhet ontwerp en de haalbaarheids-studies. Zijn laatste project is debrug over de River Orwell nabijhet Engelse Ipswich. In totaalwerkt hij dan 28 jaar voor VanHattum en Blankevoort.Hij verlaat het bedrijf na de fusievan de Stevingroep met Volker.Vervolgens kiest hij dan toch voorhet onderwijs; het kennis overdra-gen gaat hem immers goed af. "Altoen ik met de Haringvlietsluizenbezig was, vond ik dat we de me-dewerkers moesten informeren.Die kwamen uit bijvoorbeeld deplaatselijke woningbouw of bijwijze van spreken de uienteelt opFlakkee. In elk geval hadden demeesten van hen weinig idee vandit soort werken en zouden dusgemakkelijk ongelukken kunnenveroorzaken. Die Nablaligger wastwee deuren verder dan wat weooit hadden gemaakt! Drieassigvoorgespannen, waarbij de juistespanvolgorde enorm belangrijkwas. Leg dat maar eens uit. Ik hebdaarom op een aantal zaterdagencollege gegeven aan uitvoerdersen voorlieden, en enkele weken la-ter weer. Op de achterzijde vanoude tekeningen schetste ik wat eraan de hand was."Bij de Zeelandbrug woont hij vrij-wel bovenop het werk; hij slaaptin een hotel vlakbij. Elke avond nahet eten wordt er samen met devoorlieden nog wat nagepraat enop een hoekje van de krant heteen en ander uitgetekend.K M AZowel de TH Delft als de KMABreda heeft op dat moment eenvacature. Charles Vos gaat naarDelft en Jan van Loenen kiest voorBreda. De eerste keer dat hij - dannog als gast - een college bij-woont, staat hem nog levendigvoor de geest: "Daar komt tijdensde les een cadet binnen. Hij legt5 |In actie aan de KMA bijeen demonstratie/beproeving van eenboutverbinding in piep-schuim. De krachtswer-king wordt op eenvoudi-ge wijze inzichtelijkgemaaktC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g60 jaar Cementcement 2008 3 77zijn tas neer als kussen op tafelen gaat slapen! Als de docent erniets van zegt, vraag ik of dit nor-maal is; ga maar naar de wacht-commandant! Achteraf blijkt diejongen juist die afgelopen nachtwacht gehad te hebben! Hij moestechter verplicht aanwezig zijn,maar stak niet zoveel op van deles. Dat is daarna veranderd."Uiteraard moeten geniestudentenook de beginselen van het sprin-gen worden bijgebracht. Daartoebevinden zich in Schaijk een op-leidingschool en een terrein waarmijnen kunnen worden gelegd.Ook zijn er drie betonnen bun-kers voor het springen van res-pectievelijk hout, ijzer en beton."De bunker voor beton had nooitproblemen om oefenmateriaal tekrijgen; er was altijd wel afge-keurd materiaal vanuit de indu-strie. Staal was veel moeilijker,want dat heeft schrootwaarde. Totiemand op het idee kwam legegasflessen te gebruiken. In Rot-terdam was een bedrijf dat voorfl. 60,- per gasfles op veilige wijzeonder water gaten in gasflessenmaakte, zodat er zeker geen gasmeer in zat. In Schaijk kondendeze flessen van springstof wor-den voorzien. Het tekort aan sta-len voorwerpen om op te oefenenwas opgelost. Er waren er zoveel:daar kon niet tegen opgeoefendworden! Daarom moesten er eensop een dag zonder les gasflessenworden `opgeruimd'. Omdat ereen niet geheel lege fles tussenzat, ontbrandde het gas-lucht-mengsel en de gehele bunkerkwam omhoog!"De bunker komt scheef op degrond terecht en kan niet meerworden gebruikt. Omdat hij ech-ter nog helemaal gaaf is, stelt VanLoenen voor deze met de hoogsteklas recht te zetten. "Hij hoefdealleen aan de voorkant te wordenontgraven, zodat hij weer zouzakken; pure grondmechanica inde praktijk. Eerst groeven we ga-ten bij deuren en zijwanden,daarna eronder, met verschillendeploegen op verschillende plaat-sen. Alles kwam aan bod: meten,co?rdineren, leiding nemen, vei-ligheid enz. Een prima oefeningop allerlei vlak. Het was boven-dien hartstikke koud, dus ieder-een wilde graag graven!" Het re-sultaat: bunker behouden, enkelemiljoenen bespaard en een goedeoefening.T w e n t eGaandeweg verandert de behoefteaan officieren en rijst de vraag ofde opleiding nog op niveau kanworden gehandhaafd. Aansluitingbij Delft wordt overwogen, maarhet kleinschalige, pas begonnenTwente wordt geschikter geachtvoor de kleine groep KMA'ers.Ook de Twentse aanpak - techniekin samenhang met managementen bestuursvakken - spreekt aan.Soldaten die uitgezonden wordennaar de bush, hebben per slot vanrekening meer aan basistechnie-ken."Als ze in Twente kwamen, had-den de KMA-studenten twee jaarop de KMA en een half jaar prak-tijk in het leger achter de rug. Zewaren dus geen jongens meer, enwerden daar direct een soort com-mandantjes. In de introductie-week stelden ze voor een brug tebouwen over de waterpartij naarhet universiteitshoofdgebouw. Demensen hebben uit de ramen ge-hangen om alles te volgen; daaruitsprak een enorme teamgeest!"KMA-afgestudeerden stromen uitnaar bijvoorbeeld de vliegbasisTwente, de Dienst Gebouwen, We-gen en Terreinen, enz. Relatief le-veren de genieopleidingen veelgeneraals op. Ook in de burger-maatschappij vinden ze werk.A c h t e r d o c h tMet 64 stopt hij op de KMA. Alsdeeltijd hoogleraar bereidt hij nogwel het derde jaar voor in Twente.Dit curriculum bestaat daar nogniet, maar is al wel noodzakelijkvoor zijn geniestudenten.Dan volgt hij Gerd Scherpbier opals voorzitter van de denktank vande AdviesRaad voor het Technolo-giebeleid in de Bouw (ARTB) enpraat hij mee over beleid voor re-search en ontwikkeling. Met eenwerkgroep stelt hij in 1995 eenbeleidsvisie op voor de bouw in2015. Als mentor blijft hij nogenige tijd aan de CUR verbonden.Bij het bereiken van de leeftijdvan 75 stopt hij met zijn publiekeactiviteiten. "Ik heb de kans ge-had in de praktijk dingen te voe-len, te doen en ook te worden af-gestraft. Door mijn werk bij TNOen in de aannemerij heb ik eengezonde achterdocht gekregen,waardoor ik altijd weer werd ge-raadpleegd. Vaak werd ik niet zo-zeer aan het werk gezet omdat ikzo goed kon rekenen, maar om-dat ik verder vroeg." nHenk Wapperom6 |Jan van Loenen in juli1994 tijdens zijnafscheidsrede op debinnenplaats van hetkasteel van Breda
Reacties