CementrumGemeenschappelijk kantoorNederlandse Cementindustrie's-HertogenboschD. Zuiderhoek,bureau voor architectuur en ruimtelijke orde-ning Zuiderhoek en van der Veen BV, BaarnFoto's: Cement/Bob de RuiterProjectbeschrijvingDe verandering van de huisvesting van de Verkoopassociatie Nederlandse Cement Enci-Cemij-Robur van de Amsterdamse Herengracht naar het gemeenschappelijk kantoor van deNederlandse Cementindustrie in 's-Hertogenbosch, is voor de medewerkers een belangrijkewijziging geweest.De twee grachtenhuizen boden werkruimte in kleine en grote kamers, lichte en donkere, mooieen gekke vertrekken, alle met voortdurende herinnering aan het vroegere woongebruik; mettrappen en gangen wier looplijnen en afmetingen slechts op vriendelijke gezelligheid gerichtwaren. Vandaar waarschijnlijk, dat men bereid was de gebreken met betrekking tot loop-afstanden en communicatie van ondergeschikte betekenis te achten. Het niet-kantoorachtigegaf immers de minder praktische huisvesting iets kostelijks en menselijks.Bij de mijmeringen over een nieuwe huisvesting heeft - hoe ongelooflijk tegengesteld deze aande oude vorm lijken mag - de fijne stemming van dat gekoppelde stel Amsterdamse grachten-huizen wel degelijk voor ogen gestaan.Behoefte aan korte loopafstanden, een grote overzichtelijkheid en communicatie, hebben in hetoverleg met de opdrachtgever tot een 'kantoortuin' geleid. De daarmee opgedane ervaringen invroegere projecten waren zeker reden om met enig enthousiasme aan het werk te gaan.De enorme verdiepingsvloeren behoeven allerminst oorzaak te zijn van onmetelijke werkruim-ten; met doordachte meubelplaatsing (zoals afscherming van de open werkgroep-opstellingdoor kasten, plantengroepen en kamerschermen) valt ongetwijfeld voldoende privacy tecre?ren. Heeft de kantoortuin het gevaar in zich een al te grote communicatie in de hand tewerken, de opdeling van het gebruikelijke kantoortype met de werkkamers aan lange gangenleidt tot een afzondering der medewerkers.De verschillen zullen dus wel degelijk gevoeld worden. Maar, en dat is al vaak gebleken, dekantoortuin-tegenstanders blijken later (hoe ongelooflijk het ook lijkt) grotendeels verheerlijkerste worden van het werken in een dergelijk kantoorlandschap.Cement XXXI (1979) nr. 10 419Cement XXXI (1979) nr. 10 420Het open kantoorgebied is opgedeeld in drie vloeren, die onderling een halve verdieping inhoogte verschillen. Op die wijze is het grootste deel der medewerkers slechts door een halvetrap van elkaar gescheiden; door nu die trappen een heel langzame looplijn te geven, wordt hethoogteverschil tussen de verdiepingen nauwelijks gevoeld.Uitwendig wordt de verschijning van het gebouw begunstigd door dit hoogteverschil. Vooral isdit het geval, omdat de twee bouwdelen met de uitwendig goed waarneembare verschillendevloerhoogten niet tegen elkaar komen. Door een terugliggend geveldeel blijven ze gescheiden.Dit terugliggende deel is een voortzetting naar beneden, van de eveneens terugliggende dak-opbouw voor de machinekamers der installaties. Deze dakopbouw is dan ook met dezelfdegesloten betonnen gevelplaten bekleed als genoemde gevelinspringing. Deze platen zijn vanuitgewassen beton met verschillend gedimensioneerde holle profielen, welke wit zijn.De gevels, die de werkruimten omgeven, zijn samengesteld uit geprefabriceerde vloerdragendegevelelementen. In Belgi? wordt dit 'architectonisch beton' genoemd, een veel zinvoller naamdan oppervlakkig wordt begrepen. Het is voor de architect in ieder geval aanleiding geweest,zich af te vragen wat hij ermee bereiken kon.Het is goed een paar uitgangspunten te noemen:allereerst was daar het verlangen van de opdrachtgever te laten zien dat er met beton een goedkantoorgebouw te maken is;vervolgens was daar het verlangen van de architect te laten zien dat een betonnen gebouw geenstijf blok met starre raamgaten behoeft te worden.Het verspringen van de rooilijn in voor- en zijgevels en de hoogteverschillen verzachten deindruk van een stug betonnen blok. Het is echter de sterke profilering van de vloerdragendegevelelementen welke een eventuele indruk van stugheid definitief wegnemen. De kleur vandeze elementen is wit. Profileringen worden daardoor goed waarneembaar.In het licht van de energiebesparing was het al spoedig duidelijk, dat de lichtopeningen slechtsvan bescheiden afmetingen zouden mogen zijn, zo ongeveer van het geveloppervlak. Zulkerelatief kleine ramen zouden in een vlakke gevel het 'betonnen kist'-karakter hebben vergroot.De kantoorverdiepingen staan in openverbinding met de centrale hal die tevensdienst doet als lunchruimteCement XXXI (1979) nr. 10 421De plooien in deze gevel maken de ruitmaten echter geheel anders waarneembaar.Om akoestische en warmtetechnische redenen is het dubbele glas in een reflecterende blauwekleur gekozen. Met de witte gevelelementen wordt daardoor een goed samenspel bereikt.Het niveauverschil der vloeren levert het voordeel op, dat onder de hoger liggende gebouwhelfteen overdekt parkeerterrein kon worden aangelegd. Ook bij dit op kolommen geplaatstebouwdeel dreigde het gevaar van de, aan beton eigen, stugge aanblik. Nu sluit dit overdekteparkeerterrein aan op het buiten-parkeergebied, waarvan de vormgeving speciale aandacht zalkrijgen.Een half niveau hoger dan het overdekte parkeerterrein is de hoofdentree, gelegen aan eenuitnodigende stoep.Voorde bezoeker begint hier de weg door het kantoorgebouw. Geen erg lange weg. Gangen enzijgangen zijn er niet. Binnenkomend door de spiegelglazen tochtpuien, is na de receptie vrijwelhef gehele gebouw te overzien:links liggen de hoofdtrappen en vervolgens komt men in de binnentuin. Deze is in staat over devolle hoogte van het gebouw zeer hoge planten te bevatten. Het gebouw is hier afgedekt metbetonnen schaaldaken, enigszins gekanteld, zodanig dat er raamstroken tussen zijn ontstaan.De aldus gevormde raamopeningen zijn van de zon afgekeerd, zodat bijzondere verhitting vande binnentuin wordt voork?men. Op deze binnentuin sluiten de kantoorvloeren op verschillendeniveau's aan - de uitzichten vanaf de verschillende niveau's behouden hun verrassingen. Deplanten op de kantoorverdiepingen ?n de hoge planten in de binnentuin maken het beeld van dediverse vloeren minder gescheiden.Op de vloerhoogte van de hoofdingang bevinden zich geen kantoren. Aan de tegenover dezeingang liggende gevel zijn een paar ge?soleerd geplaatste computervertrekken ondergebracht.De vloerbedekking (tegels) en de meubelen (essenhout) wijken af van die der overige ruimten.Er is ??n lunchvertrek voor genodigden en een auditorium, dat voor grotere ontvangsten kanworden gebruikt. Studentengroepen e.d. die hier enkele dagen samenkomen, behoeven zichniet op de kantoorniveau's op te houden.HoofdingangCement XXXI (1979) nr. 10 422De ramen in het auditorium zijn voorzien van glas-in-lood, hetgeen een bepaalde sfeer in ditvertrek schept. Projectie-apparatuur en geluidsversterking behoeven geen overlast aan hetoverige kantoorgebied te geven, daar de akoestische afsluiting van dit auditorium goed isvoorzien.Op deze vloerhoogte bevindt zich ook de bibliotheek, die nu centraal kon worden onder-gebracht.Aansluitend aan de voor lunchpauze geschikte binnentuin is een grote keuken voorzien metuitgifte voor zelfbediening.Op ??n van de verdiepingen bevinden zich enkele kamers, die bestemd zijn voor vergaderingen.De interieurs van deze vergaderkamers zijn onderling verschillend, omdat er de meubelen enkostbaarheden uit de vroegere huisvesting in worden geplaatst.Om akoestische redenen moesten de wanden en vloeren van de kantoorruimten van sterkabsorberend materiaal worden voorzien. Voor beide onderdelen is voor tapijt gekozen. Nietalleen het akoestische resultaat daarvan is voortreffelijk, maar er wordt ook een stemming vanintimiteit in de - door meubelen afgeschermde - werkhoeken door veroorzaakt.Het is verheugend, dat bij het gezamenlijk overleg betreffende de inrichting, het gevaar isonderkend van een dreigende rommeligheid, een gevaar dat bij een uitgestrekt werkgebied nueenmaal groter is dan bij geheel gescheiden kamers. Om dit te ondervangen zijn op de donkerevloer eveneens donkergekleurde houten bureaus geplaatst. De weng?-kleur van bureau's,borstweringen en trapbalustrades is bijzonder fraai in combinatie met het lichtblauwe wand-tapijt. Hetzelfde tapijt is ook in de binnentuin toegepast, waar de blauwe wandbekleding zichvoortzet tot het schaaldak.Met verbazend veel plezier herinneren wij ons de samenwerking tijdens de voorbereiding enuitvoering met de betonconstructeurs van Spanbeton en van Bredero's Bouwbedrijf. Onver-moeibaar waren ze, en dat had tot gevolg, dat het resultaat verrassend is geworden.Met grote verwachting wordt de verwezenlijking tegemoet gezien van de tuin, die het bouwwerkomsluit. De voorbereiding is reeds vergevorderd. De in Nederland zeer bekend gewordenontwerper van 'omgevingen', de heer Beljon, heeft de vormgeving daarvan ter hand genomen; indit nummer van Cement geeft hijzelf zijn bevindingen weer.Cement XXXI (1979) nr. 10 423ing.M.H.W.PetersNederlandse Spanbeton Maatschappij bvKoudekerk aan den RijnOntwerp en detaillering van de prefab-constructie1Het plaatsen van de gevelelementen2BasismoduulInleidingHet gebouw meet in grondoppervlakte ca. 2 350 m en teit drie bouwlagen alsmede een dak-opbouw. In de lengte as van het gebouw is een niveauverschil in de vloeren aangebracht tergrootte van een halve verdiepingshoogte (splitlevel). In het hart van het gebouw is een videgesitueerd met een afmeting van ca. 16 12 m.De eerste bouwlaag wordt gedeeltelijk gevormd door de kelder en gedeeltelijk door een openruimte welke als overdekte parkeerruimte dienst doet. Het gebouw wordt verder gekenmerktdoor de bijzondere plattegrond welke in hoofdzaak bestaat uit een zestal eenheden vanca. 18 18 m die steeds ten opzichte van elkaar over een zekere afstand zijn verschoven. Intotaal zijn twee verticale schachten voorzien waarin behalve de liften en trappen tevens de 'nattecellen' zijn opgenomen.Modulering, stramienvoeringIn het voorontwerpstadium bestond nog geen zekerheid omtrent zowel de locatie als de in-richting: de keuze tussen een 'kamertjes kantoor' respectievelijk een 'kantoortuin' moest nogworden gemaakt. In die fase is op grond van een bureau-afmeting, het scha'aleffekt in de gevelen de fabricagemogelijkheden van de gevelelementen gekozen voor een gevelelementbreedtevan 1,80 m. De gehele gevelomtrek is ingedeeld in veelvouden van dit basismoduul waarbij demaatvoering werd betrokken op de binnenzijde (fig. 2).Deze werkwijze geeft als belangrijkste consequenties:er ontstaat een goede regelmaat en systematiek in het normale gevelelement;er kan ??n systeemoplossing worden gekozen voor een uitwendige hoek;er kan ??n systeemoplossing worden gekozen voor een inwendige hoek;in de vloeren ontstaan maatverschuivingen ter grootte van de geveldikte, hetgeen nadelig isvoor de systematiek van de vloerplaten. Een dergelijke maatverschuiving in de vloer is echtereenvoudiger op te lossen en minder bepalend voor het eindresultaat dan een eventuele maat-verschuiving in de gevel.Stabiliteit, funderingIn het algemeen heeft men de keuze tussen:? Stabiliteit ontlenen aan de gevels.Deze mogelijkheid is elders in dit blad omschreven door ir.A.J.Hogeslag.? Stabiliteit ontlenen aan stabiel gefundeerde stabiliteitselementen in de vorm van wanden en/ofkernen.Een aanpak volgens de eerste genoemde mogelijkheid kan invloed hebben op de vormgevingrespectievelijk dimensionering van het gevelelement, hoofdzakelijk als gevolg van het ontstaanvan normaalkrachten uit de windbelasting in de gevelstijlen. Deze werkwijze stelt bovendienhoge eisen aan de stijfheid van de gevel en de fundering. Bij het onderhavige gebouw zijn terplaatse van de ingangspartijen gevelonderbrekingen over de totale gebouwhoogte voorzien,hetgeen nadelig is voor de stijfheid in het gevelvlak.Cement XXXI (1979) nr. 10 4243a-b-cOpleggen van vloeren: a. op gevel, b. opwand van stijvekern en oplegging opgevel ter plaatse van het dakEen belangrijk deel van het gebouw is als het ware geplaatst op een hoog gelegen funderingnamelijk daar waar de overdekte parkeerruimte is gesitueerd (zie blz. 420), terwille van de be-reikbaarheid van de parkeerruimte is een kolomplaatsing van ca. 6,5 m h.o.h. noodzakelijk.Binnen dit gegeven is het gecompliceerd om een voldoende gevelfundering te ontwerpen alsdeze zou moeten worden berekend op plaatselijk hoge normaalkrachten voortkomend uit dewindbelasting.In het gebouw zijn de voorzieningen voor het verticaal transport alsmede de sanitaire voor-zieningen in twee groepen geconcentreerd. Deze groepen zijn gunstig gesitueerd in de platte-grond waardoor het eenvoudig was de omsluitende wanden de stabiliserende funktie toe tekennen. Besloten is dan ook de schachtwanden uit te voeren in gewapend beton en dezewanden in samenwerking met de vloeren de totale horizontale belasting op het gebouw te latenopnemen en te laten afvoeren naar de fundering.De bodemgesteldheid is van dien aard, dat zowel de kernen als de keldervloer en de vrijstaandekolommen op staal konden worden gefundeerd.Bij deze conceptie is het noodzakelijk de vloeren uit te voeren als vormvaste horizontaleschijven. Hiertoe zijn de volgende maatregelen getroffen:? Ter plaatse van de oplegging van de vloeren op de gevels en de kernwanden is een ringbalkgeformeerd met afmetingen van ca. 300 150 mm {fig. 3) waarin uit het gevelelement en devloerplaat stekende wapening is opgenomen.? Ter plaatse van de oplegging van de vloeren op de balken is d.m.v. de aanstorting een hechteverbinding gerealiseerd.? De langsvoegen van de TT-platen zijn uitgevoerd als een kelkvoeg welke met een zandcement-specie zijn gevuld. De zijkanten' van de TT-vloeren zijn geprofileerd. Bovendien zijn in elkelangsvoeg drie gelaste stalen koppelingen aangebracht. Bij het op deze wijze onderling ver-binden van vloerelementen is het niet noodzakelijk een constructieve, in het werk gestortedruklaag toe te passen.? De gevels evenwijdig aan de vloerplaten zijn d.m.v. een stortstrook met de vloer verbonden. Uitde zijkant van de TT-platen steekt wapening welke in deze stortstrook is opgenomen.Beschrijving van de draagconstructieBij het invullen van de draagconstructie werd naast de hiervoor vermelde overwegingen, dewens tot het cre?ren van grote kolomvrije ruimten het belangrijkste ontwerpcriterium. Eeninrichting als kantoortuin vraagt een minimum aan obstakels in de vorm van vloeronder-steuningen zoals kolommen en wanden.Tegen deze achtergrond is in de kantoren gekozen voor een voorgespannen TT-plaat met eenoverspanning van 18,00 m. Deze prefab vloer draagt enerzijds rechtstreeks op de gevel enanderzijds op de gewapend-betonnen kernwanden respectievelijk op een kolommen-balkenportaal rondom de vide.Inde kelder geldt niet de eis tot het cre?ren van max. overspanningen. Terwille van de economieis het kelderdek gevormd uit voorgespannen vlakke kanaalplaten welke worden ondersteunddoor een balkrooster.De gehele draagconstructie kan als volgt worden samengevat:Ter plaatse gestorte kelder en twee verticale schachten, gefundeerd op staal.Geprefabriceerd kelderdek rustend op kolommen en balken.Vloerdragende gewapend betonnen gevelelementen rustend op de kelderwand resp. op een'hoog gelegen fundering'.Geprefabriceerde TT-vloer met een overspanning van 18,00 m, rustend op de gevels resp. opkolommen en balken rondom de vide.Een dakopbouw t.b.v. de technische ruimten bestaande uit een staalskelet bekleed metgewapend-betonnen gevelplaten, het geheel rustend op de dakvloer.Cement XXXI (1979) nr. 10 4254Montage vloerelement5Gevelsprong met complicaties:de opbuiging van de vloerelement 1,2en3GevelsDe gevelelementen zijn vervaardigd in wit portlandcement met toepassing van wit zand. Debuitenafwerking is wat men noemt, 'glad uit de kist'. Aan de binnenzijde is het oppervlak metwater uitgewassen. Voorde fabricage (CBR te Lier, Belgi?) zijn houten bekistingen toegepast,terwijl de verdichting plaatsvond op een schoktafel. De uitwendige afmeting van het normaleelement bedraag 3 700 1 800 mm, terwijl de raamopening 1 850 1 220 mm groot is waarmeehet glasoppervlak ca. 35% van het gevelvlak beslaat. Het glas is geplaatst op de bouwplaats enbevestigd met behulp van aluminium glaslatten.De diepte van het gevelelement bedraagt 900 mm; de afstand van voorkant gevel tot glasvlak is700 mm. Deze uitvoering waarborgt een sprekende dieptewerking en funktioneert bovendienenigszins als een zonwering door de natuurlijke schaduwvorming. Deze uitzonderlijke gevel-diepte stelt hoge eisen aan de maatvastheid en dus stijfheid van de bekistingen.Het uitwassen aan de binnenzijde, hetgeen enkele uren na het storten plaats vindt, maakt hettoepassen van afstandhouders aan de bovenzijde van de kist (binnenzijde van het element)bezwaarlijk. Dit brengt met zich mee, dat de gehele vormvastheid van de bekisting moet wordengevonden in de bekistingsranden. De maatvoering van de elementen is gebaseerd op eennominale voegbreedte van 12 mm horizontaal en verticaal. Deze voegen worden aan de buiten-zijde afgekit met een thiokol-kit en aan de binnenzijde afgevoegd met een voegspecie.Ten behoeve van de overdracht van verticale krachten worden ter plaatse van de stijlen dehorizontale voegen aangekauwd. De dikte van deze aangekauwde voeg bedraagt 50 mm.VloerenVoorgespannen elementen hebben een opbuiging als gevolg van de excentrische ligging van devoorspanning. Deze opbuiging kan gemiddeld worden gesteld op ca.1/500 ? overspanning. DeSpanbeton TTP-plaat is zodanig ontwikkeld dat dit verschijnsel reeds in de fabriek wordtgecompenseerd. De compensatie wordt gevonden in een verlopende dikte van de bovenflens,te weten van 80 mm in het midden tot 120 mm aan het uiteinde. In de regel kan dan ook met eenafwerklaag van gemiddeld 30 mm een volkomen vlakke vloer worden gerealiseerd.Een complicatie bij het onderhavige gebouw ontstond ter plaatse van de gevelsprongen, (fig. 5).Plaat nr. 2 is 6 m korter dan de platen 1 en 3 en heeft daarmee ca. 15 mm minder opbuiging.Bovendien ligt het punt met de maximale opbuiging in plaat 1 op grote afstand van het maximumpunt in plaat 3. Zonder bijkomende maatregelen zouden in zo'n geval forse onderlingeniveauverschillen op kunnen treden. Om dit te voorkomen zijn in hoofdzaak twee maatregelengenomen:door middel van uitvullingen wordt de opleghoogte van de platen 1,2 en 3 gevarieerd waardoorniveauverschillen gedeeltelijk worden gecorrigeerd.Plaat nr. 2 heeft een afwijkende voorspanning. De plaat is met voorgerekte strengenvoorgespannen, zodanig dat de belasting kan worden opgenomen. Daarenboven zijn een aantal'unbonded' kabels ingestort welke na montage van de plaat worden gespannen totdat degewenste opbuiging is verkregen.Cement XXXI (1979) nr. 10 4266Kantoorverdieping7TandopleggingTeneinde de totale constructiehoogte van vloerplaten en onderslagbalken tot een minimum iebeperken worden de TTP-vloeren in het Ergon systeem aan het uiteinde voorzien van een tand-oplegging {Hg. 7). De tandhoogte bedraagt 290 mm, terwijl de ribben onder 45? zijn afgeschuind.Door deze afschuining ontstaat een driehoekige ruimte van ca. 350 350 mm waarin leidingenkunnen worden geplaatst.Deze 'tandconstructie' is aan een uitgebreide serie belastingsproeven onderworpen waarbij netmaximale draagvermogen en de ontwikkeling van de scheurvorming werd bestudeerd. Op basisvan dit onderzoek is een berekeningsmethodiek ontwikkeld en een wapeningssysteemgekozen. Bij dit type is een gebruiksbelasting van 150 kN mogelijk waarbij de scheurvormingzeer gering is.De montageDe montage van het prefab skelet heeft in de zomermaanden van 1978 plaats gevonden en namnetto 12 werkweken in beslag. De vloeren en de dakopbouw werden gemonteerd met behulpvan een 150-tons rupskraan, terwijl de gevels werden geplaatst met een 50-tons rupskraan. Dekranen werden buiten het te bebouwen oppervlak opgesteld, terwijl het geheel laagsgewijs werdgerealiseerd. Per laag werd de vloer tot een schijf gevormd door het vullen van de voegen, hetaanbrengen van de laskoppelingen en het storten van de ringbalken vooraleer aan eenvolgende laag werd begonnen.SlotwoordHet gemeenschappelijk kantoor van de Nederlandse Cementindustrie is een gebouw met eengeprefabriceerd betonnen skelet met een karakteristieke gevel waarin de prefabgedachte goedis doorgevoerd. De complexiteit van de plattegrond heeft voor de vloeren weliswaar totbijkomende problemen geleid maar deze bleken op te lossen.Moge de inspanningen die alle betrokkenen zich hebben getroost worden beloond met eenmaximum aan woongenot voor de gebruikers.Cement XXXI (1979) nr. 10 427
Reacties