Een bijzonder onderdeel van de nieuwbouw voor Naturalis vormt de 'Kroongevel'. De vorm van deze gevel vroeg een inventieve oplossing, waarmee tegemoet werd gekomen aan architectonische, constructieve en uitvoeringstechnische wensen. Om de juiste vorm van de gevelelementen te kunnen bepalen, is gebruikgemaakt van een reeks programma's en een parametrische benadering.
54
thema
Complexe gevel
vraagt bijzondere
modellering
1
Ontwerp en productie prefab-betonnen gevel Naturalis in Leiden
thema
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
55
Een bijzonder onderdeel van de nieuwbouw voor
Naturalis vormt de 'Kroongevel' (foto 1). De vorm
van deze gevel vroeg een inventieve oplossing,
waarmee tegemoet werd gekomen aan architecto -
nische, constructieve en uitvoeringstechnische
wensen. Om de juiste vorm van de gevelelementen
te kunnen bepalen, is gebruikgemaakt van een reeks
programma's en een parametrische benadering.
Naturalis Biodiversity Center is een van de topvijfinstituten in
de wereld op het gebied van biodiversiteit. Door de groei van
de collectie, de toename van het aantal onderzoekers en sterk
stijgende bezoekersaantallen van het museum, besloot Natura -
lis tot uitbreiding van het instituut. De door Neutelings Riedijk
Architecten ontworpen uitbreiding heeft een zeer onderschei -
dend en expressief uiterlijk. Een bijzonder onderdeel in het
ontwerp vormt de 'Kroongevel' (fig. 2 en 3). De 40 m hoge
gevel vormt de afscheiding van een bijzondere binnenruimte.
Eerste ontwerp: monoliete constructie
Er is veel aandacht besteed aan de vormgeving van de gevel.
Om met de architect tot een goed ontwerp te komen, heeft de
afdeling Computational Design Solutions van ABT de vormge -
ving in een parametrisch 3D-model gevat. Door een directe
koppeling van het parametrische model met een 'virtual reali -
ty'-omgeving (Enscape) kon de invloed van diverse parameters
op het uiterlijk eenvoudig worden beleefd en een definitieve
keuze snel worden gemaakt.
Op basis van het oorspronkelijke ontwerp is Lievense een
traject gestart om tot een meer gedetailleerd uitvoeringsmodel
te komen. Het ging daarbij vooral om de maakbaarheid, waarin
alle detailrandvoorwaarden zijn opgenomen.
Oorspronkelijk was het plan de gevel uit te voeren als een
monoliete betonconstructie. Bij de uitwerking bleek dit
uitgangspunt tot enkele problemen te leiden. Door de bijzon -
dere geometrie zouden bij een monoliete constructie de verti -
cale zwaartekrachten worden ontbonden in horizontale
componenten. Daardoor zouden deze samenvallen met optre -
dende horizontale thermische krachten als gevolg van opwar -
ming en afkoeling van het geveloppervlak. Wanneer alles aan
elkaar vast zou zitten, zou dit leiden tot behoorlijk forse vervor -
mingen. Voor een gevel met een hoogte van 41,5 m en een
breedte van 48 m waren er in deze ontwerpvorm geen moge -
lijkheden deze vervormingen vrij te laten plaatsvinden. Dit zou
leiden tot onacceptabele spanningen en problemen met uitvoe -
ring, waterdichting en detaillering. Daarom was een alternatief
? binnen het gestelde budget ? noodzakelijk.
Alternatief ontwerp: hybride constructie
Lievense (destijds Bartels Ingenieursbureau) is door de aanne -
mer gevraagd mee te denken over alternatieven voor het
constructieve ontwerp van de gevel. Op basis van de probleem -
analyse bij de monoliete constructie is een oplossing gezocht
om de zwaartekrachten onafhankelijk van de horizontale ther -
mische krachten af te voeren. De oplossing is ? met behoud
van vormgeving ? gevonden in een staalconstructie voor
opname van de horizontale windbelastingen (werkend lood -
recht op de gevel), afdracht van de dakconstructie (fig. 4) en
stapeling in prefab elementen via oplegnokken voor de verti -
cale belastingsafdracht.
Opdeling in elementen
Vanwege de detaillering en de fabricage van de prefab elemen -
ten bestond er een wens de gevelopeningen met één betonnen
element te omsluiten. Zo ontstaan 'kaderelementen', waarin een
volledig stelkozijn kan worden opgenomen. Deze stelkozijnen
bestaan uit speciaal voor dit project gevormde kunststofprofie -
len. De profielen zijn zorgvuldig samengesteld en in de hoeken
'gelast'. Uitvoeringstoleranties in het prefab beton hebben op
deze manier geen invloed op de kozijnen en de waterdichtheid
kan eerder worden gegarandeerd.
Oplegnokken
Met schuine raakvlakken kun je door de aanwezige zwaarte -
kracht onmogelijk krachtsspreiding in horizontale richting
voorkomen. Maar omdat het gevelontwerp geen horizontale
lijnen bevat, enkel schuine zichtbare raakvlakken tussen de
prefab elementen, leek opdelen van de elementen met een hori -
zontaal raakvlak onmogelijk.
De ruitvormige elementen hebben niet-prismatische doorsneden;
zowel de breedte als de dikte varieert. In de knooppunten waar
horizontale gestapelde opleggingen gewenst zijn, bleek na studie
voldoende dikte aanwezig om een verborgen oplegvlak te ontwer -
pen (fig. 5). Het eigen gewicht van de elementen wordt met deze
verborgen stapelnokken en inkassingen volledig doorgestapeld
tot aan de kolommen op beganegrondniveau. De onderste
elementen zorgen ervoor dat de krachtslijnen worden verzameld
in de hart-op-hart 6,0 m uit elkaar staande kolommen.
Doordat de opleggingen zijn uitgevoerd als glijoplegging zijn
horizontale vervormingen mogelijk.
ing. Robin van Gerwen PMSE,
ir. Frank Luyben
Lievense adviseurs en ingenieurs
1 De Kroongevel van het nieuwe gebouw voor het Naturalis Biodiversity Center in aanbouwbron: Lievense
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
56
thema
Van 'virtual reality' naar realiteit
Voordat met de uitwerking op elementniveau kon worden
begonnen, moesten eerst de definitieve vorm en maatvoering
worden vastgelegd. Voor optimalisatie van het aantal transport -
bewegingen is er gekozen om de in het initiële ontwerp aange -
houden maximale elementdiktes van 1 m te reduceren. Hierbij
moest uiteraard wel de constructief minimaal benodigde dikte in
acht worden gehouden. De grenzen werden gelegd op een mini -
mumdikte van 200 mm en een maximum van 600 mm. Deze
beperking zou de dieptewerking van de gevel wel flink beïnvloe -
den. De aanpassingen moesten uiteraard de goedkeuring van de
architect kunnen wegdragen. De invloed op de beleving is met
behulp van parametrische VR-modellen door ABT onderzocht.
Op basis van dit principe zijn de gevelelementen tot op detail -
niveau uitgewerkt door Lievense. De opzet van het ontwerp
heeft geleid tot in hoofdlijnen drie elementen, genaamd A, B en
C. De elementen A en B (gespiegeld) zijn de staande ruitvor -
men en C is de liggende vorm (fig. 8). Het gevelpatroon wordt
Bevestiging staalconstructie
De elementen zijn met ingestorte boutankers aan de staalcon -
structie bevestigd voor de winddruk en met name -zuiging
(foto 6). Daarbij is er altijd voor gezorgd dat er kleine horizon -
tale verplaatsingen, evenwijdig aan de gevel, kunnen plaatsvin -
den zonder dat er spanningen worden opgebouwd. De
thermische krachten bouwen zo niet op over de gevel en blijven
beperkt binnen één enkel element.
Betonoppervlak
Besteksmatig was prefab beton voorgeschreven. In het alterna -
tieve ontwerp veranderde weliswaar het materiaal van de
draagconstructie (staal i.p.v. beton), maar het aanzicht is in
prefab beton gebleven. Het toegepaste prefab beton heeft als
toeslagmateriaal Noors hardsteen. Door de nabehandeling
(stralen) komen de fijne natuurstenen delen aan het oppervlak
(foto 7). Een eigenschap van Noors hardsteen is dat deze door
lichtinval een prachtige schittering geeft, passend bij deze
eyecatcher van de uitbreiding.
horizontaaloplegvlak
2
3
5
4
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
57
In het oorspronkelijke ontwerp van de architect waren regels
opgenomen op basis waarvan alleen developable surfaces
(uitvouwbare oppervlakken) werden gegenereerd. Deze
vlakken waren slechts enkel gekromd en daarmee makkelij -
ker te produceren. Met complexe vorm van het paneel resul -
teerde dit echter in een extra kniklijn, zoals te zien in figuur
11. De verwachting was dat deze lijnen zouden wegvallen na
het aanbrengen van schijnvoegen in deze gebieden. Echter
het bleek dat deze niet in dezelfde lijn zouden komen te
liggen.
Dit is opgelost door de voorwaarden voor het bepalen van
de vorm, namelijk de voorgeschreven hellingshoeken van de
rechte randen en het uitgangspunt van uitvouwbare opper -
vlakken, los te laten. Daardoor kon wel een consistent
dubbel gekromd vlak worden gecreëerd zonder kniklijnen.
Om goedkeuring te verkrijgen op deze modificatie, is de
vorm in figuur 12 weergegeven voor presentatie aan de
architect.
samengesteld door een combinatie van deze vormen. Naast
deze elementen zijn er bijzonder hoek- rand- en dak elementen
gemodelleerd. Het vervaardigen van het model en de element -
tekeningen was niet eenvoudig.
Dynamo
Om de consequenties van de diktereductie te kunnen visualise -
ren met de mogelijkheid snel verschillende varianten te kunnen
presenteren, is de basisvorm van het type A-, B- en C-element
met behulp van Dynamo gegenereerd (fig. 9). De gekromde
vlakken bleken te complex om met de in Revit aanwezige tools
goed gemodelleerd te krijgen. Daarom is de standalone versie
van Dynamo gebruikt (Dynamo Sandbox).
Door middel van het aanpassen van enkele, voor de gevelele -
menten specifieke parameters in het Dynamo-script, konden
de drie basiselementen met verschillende combinaties van
dikten binnen de gestelde randvoorwaarden worden gegene -
reerd en vervolgens geëxporteerd naar Revit om een totaal -
beeld te schetsen.
Rhinoceros3D
Na het vaststellen van de gewenste afmetingen, is de overstap
naar Rhinoceros3D (Rhino) gemaakt om de vormen verder te
verfijnen (fig. 10). Hoewel Rhino vaak niet tot de standaardge -
reedschappen van de constructeur behoort, is het programma
in de wereld van onder andere de architectuur alom bekend om
zijn mogelijkheden er de meest complexe vormen mee te
kunnen modelleren. Het is dus ook uitermate geschikt om de
dubbelgebogen vlakken van deze elementen mee vorm te
geven, daar waar Revit op dit vlak afhaakt. Omdat aanvankelijk
niet voldoende kennis van Rhino/Grasshopper beschikbaar
was, is niet al vanaf het begin in Rhino gewerkt.
2 Maquette van de nieuw - bouw voor Naturalisbron: Neutelings Riedijk3 Impressie van het nieuwe museumbron: Neutelings Riedijk4 Rendering gevel met achterliggende staal-constructie5 Doorstapeling gevel-elementen op nokken6 Bevestiging gevelelemen - ten aan staalconstructie7 Het toegepaste prefab beton heeft als toeslag-materiaal Noors hardsteen dat door de nabehande - ling (stralen) aan het oppervlak komt8 Het gevelontwerp bestaat in hoofdlijnen uit drie elementen, A, B en C
A
B
C
6 7
8
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
58
9 Screenshot Dynamo-script met resulterend basiselementtype A 10 Verfijning elementen in Rhinoceros 11 Uitwerking vorm met door architect gewenste afmetingen. Het uitgangspunt van developable surfaces (uitvouwbare oppervlakken) resulteert in een extra kniklijnbron: ABT
3D-prints
Van deze modellering zijn op schaal (1 op 50) 3D-prints
gemaakt. Deze prints gaven de juiste indruk voor alle betrok -
kenen, inclusief van alle aanpassingen. Ook de functie van de
nokken kon zo in het echt worden ervaren. Voor veel mensen
gaven deze fysieke vormen de doorslag, en konden zij hierdoor
de variant van de gevel omarmen.
Revit
Bij de volgende stap in het modelleerproces zijn de in Rhinoce -
ros gegenereerde vormen geëxporteerd en opgenomen in twee
Revit-families, één voor de elementen van type A en B, en één
voor de elementen van type C. Binnen deze families zijn de
laatste aanpassingen aan de vorm gedaan. Daarna konden hieruit
alle varianten van deze elementtypen (= merken) gemaakt
worden (fig. 13a en b). Wat betreft de aanpassingen aan de vorm
gaat het hierbij onder andere om het toevoegen van extra volume
of juist het verwijderen van een deel van de basisvorm, sponnin -
gen, waterholen of onderdorpels. Tevens worden in de familie
alle instortvoorzieningen toegevoegd, zoals de verankering voor
de achterliggende staalconstructie, stelkozijnen, voorzieningen
ten behoeve van de waterdichting en uiteraard alle benodigde
hijsvoorzieningen voor de ontkistings-, transport- en montage -
fase. De volledige gevel omvat 40 verschillende merken en telt in
totaliteit 341 individuele elementen.
Aanvullend op de hoofdvormen zijn bij de modellering in
Rhinoceros tevens de oplegnokken en bijbehorende inkassin -
gen meegenomen alsmede de benodigde ontkistingsschuinte
voor de ovale raamsparingen. Naast basiselementtype A en C
zijn ook de hoofdvormen van enkele speciale elementen in
Rhino gegenereerd indien deze te veel afweken van de drie
basiselementen. Dit betrof bepaalde hoek- en randelementen,
zogenoemde ¼-, ½- en ¾C-elementen en een deurelement.
Type B is, in de basis althans, het spiegelbeeld van A en is
derhalve niet expliciet gemodelleerd in Rhino. Het verschil
tussen beide typen is pas gemaakt bij de overstap naar Revit.
12 Voorstel definitieve elementvorm 13 Elementtype ¾C in Rhinoceros (a) en het eindresultaat in Revit (b) 14 Elementtekening betonvorm elementtype A
9
10 11
12
thema
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
59
13a 13b
14
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
60
thema
een belangrijke taak. Dankzij de goede voorbereiding en het
overleg is het gelukt de modelleerwerkzaamheden op een juiste,
effectieve manier over te dragen naar de mallenbouwer.
Waarbij opgemerkt wordt dat er op zeer vakkundige wijze is
gewerkt om het schitterende resultaat te realiseren (foto 15). De
elementen zijn zeer maatvast en hebben een kwalitatief hoge
mate van afwerking.
Montage van de Kroongevel
Bij de uitvoering op de bouw is meegedacht over de mogelijk -
heden om de elementen te monteren. Omwille van voortgang is
gekozen de staalconstructie op te delen. Na de bouw van het
eerste deel van de staalconstructie is een gedeelte van de gevel -
elementen geplaatst (foto 16). Na voltooiing van het dak zijn
pas de resterende elementen geplaatst. In totaal zijn er 341
elementen geplaatst, daarmee wordt het een van de bijzonder -
ste gevels van Nederland. ?
? PROJECTGEGEVENS
project Naturalis Biodiversity Center
opdrachtgever Museum Naturalis
architect Neutelings Riedijk Architecten, Michiel Riedijk
bouwkundige uitwerking ABT
aannemer TBI-onderneming J.P. van Eesteren
betonfabriek Hibex
constructeur uitbreiding Aronsohn
staalconstructie Buiting Machinebouw &
Staalconstructie
constructeur gevel Lievense Bouw B.V. Eindhoven
(voorheen Bartels Ingenieursbureau)
bouwtijd 2017-2019
Ook de 2D-elementtekeningen (fig. 14) werden in Revit
gemaakt, drie per element, één voor de globale maatvoering en
alle instortvoorzieningen, één voor een meer gedetailleerde
maatvoering van de betonvorm en één voor de wapening. Deze
tekeningen werden gebruikt voor bijvoorbeeld malaanpassingen,
het positioneren van instortvoorzieningen en maatcontroles.
AutoCAD
Naast de 'platte' 2D-elementtekeningen zijn de betonvormen van
alle verschillende elementen ten slotte in 3D-CAD-formaat
aangeleverd aan de mallenmaker, zodat hij hiermee machinaal de
gebogen vormen nauwkeurig kon overbrengen naar de mallen.
Fabricage van mallen en elementen
Het uitwerken van het tekenwerk is steeds in overleg gebeurd
met de mensen van de betonfabriek. Zij hadden immers ook
15 Mal van een gevel-element 16 Na de bouw van het eerste deel van de staalconstructie is een gedeelte van de gevel - elementen geplaatst
15
16
Complexe gevel vraagt bijzondere modellering 7 2018
Reacties