Aan de hand van het kokerbalkviaduct bij Heteren is een nieuwe aanpak ontwikkeld voor het bepalen van de benodigde hoeveelheid wapening en de optredende scheurwijdten. Een aanpak voor zowel nieuwe als bestaande constructies. In plaats van de gebruikelijke controles op enkele doorsneden worden met deze aanpak alle doorsneden gecontroleerd en visueel inzichtelijk gepresenteerd. Van het kokerbalkviaduct is een gevalideerd driedimensionaal eindige-elementenmodel gemaakt met behulp van DIANA. Ontwerpcontroles worden uitgevoerd en schade wordt berekend met hetzelfde eindige-elementenmodel.
48
thema
Controle
kokerbalkviaduct
Aan de hand van het kokerbalkviaduct bij
Heteren [2] is een nieuwe aanpak ontwikkeld
voor het bepalen van de benodigde hoeveelheid
wapening en de optredende scheurwijdten. Het
is een BIM-gerelateerde aanpak voor zowel
nieuwe als bestaande constructies. In plaats van
de gebruikelijke controles op enkele doorsneden worden hierbij alle doorsneden gecontroleerd en
visueel inzichtelijk gepresenteerd. Van het koker
-
balkviaduct is een gevalideerd driedimensionaal
eindige-elementenmodel gemaakt met behulp
van DIANA [1]. Ontwerpcontroles worden uitge -
voerd en schade wordt berekend met hetzelfde
model.
1
Nieuwe aanpak bepaling wapening en scheurwijdten met brug bij Heteren
IABSE-congres 2013
Dit artikel is gebaseerd op de paper 'Design checks
and nonlinear response of a full 3D model of a box
girder bridge' van het IABSE-congres 2013 dat in
mei in Rotterdam plaatsvond.
thema
Controle kokerbalkviaduct 4 2013
49
deuvelpijler 10
geanalyseerd 5 x 60 m
Het merendeel van de bruggen in Nederland is gebouwd rond
1970. Veel van deze bruggen zijn niet ontworpen op de huidige
verkeersbelasting. Voor Rijkswaterstaat is het van belang de
restcapaciteit van deze bruggen te kunnen bepalen. Er zijn
meerdere benaderingen mogelijk om deze capaciteit te kwanti-
ficeren. Voor een kritische situatie biedt een niet-lineaire
analyse op een volledig 3D-eindige-elementenmodel uitkomst,
die nu ook getoetst kan worden met Eurocode 2. Dergelijke
analyses, uitgevoerd op 3D-modellen, worden echter als
complex en tijdrovend ervaren. Daarom is een nieuwe aanpak
ontwikkeld die uit de volgende twee stappen bestaat:
1 Uitvoeren van ontwerpberekeningen en -controles met
behulp van de nieuwe applicatie DESIGN in DIANA. Hierin
wordt onder andere berekend hoeveel wapening nodig is
volgens de huidige voorschriften. De resultaten worden
vergeleken met de aanwezige hoeveelheid wapening in de
constructie.
2 Het berekenen van scheurwijdten en het bepalen van het
vloeien van de wapening met behulp van de nieuwe applica-
tie STADAP in DIANA. In deze analyse wordt het scheuren
van beton gemodelleerd door de stijfheid in het model ter
plaatse van de scheur te verlagen.
In dit artikel wordt deze nieuwe aanpak uitgelegd en toegepast
op het gevalideerde 3D-volumemodel van het kokerbalkvia-
duct bij Heteren.
Kokerbalkviaduct Heteren
Geometrie
De brug bij Heteren is een dubbelcellige kokerbalkviaduct en
bestaat uit zeventien overspanningen met een totale lengte van
986 m. De brug is 2750 mm hoog en 16 850 mm breed. In de
brug zitten twee dwarskrachtdeuvels die als rode stippen in
figuur 2 zijn weergegeven.
Tijdens inspectie zijn diagonaal lopende scheuren geconsta-
teerd in de lijven ter plaatse van pijler 10, de pijler rechts na de
meest rechtse deuvel. Het onderzoek heeft zich dan ook gefo-
cust op deze locatie. Daarom zijn slechts vijf overspanningen
rondom pijler 10 gemodelleerd en geanalyseerd.
Het model is gebaseerd op de meest realistische beschrijving
van de geometrie van de brug. De verlopende dikten van zowel
de boven- als onderflens en de lijven zijn meegenomen, evenals
de mangaten ter plaatse van de pijlers.
Eindige-elementenmodel vijf overspanningen
De lijven zijn in overspanningsrichting voorgespannen met
216 gekromde voorspankabels. Het dek is in dwarsrichting
voorgespannen door kabels met een h.o.h.-afstand van 0,5 m,
de monoliete brugsectie boven elke pijler in dwarsrichting door 72 kabels. Deze voorspanning is ook in het eindige-
elementenmodel gemodelleerd. Ook de wapening is bijna
volledig en gedetailleerd meegemodelleerd. Het 3D-eindige-
elementenmodel is opgebouwd uit ongeveer 240 000 lineaire,
voornamelijk blokvormige volume-elementen. In figuur 3 is
een deel van het model gevisualiseerd. Ter plaatse van elke
pijler zijn twee oplegblokken gemodelleerd met behulp van
interface-elementen.
Materiaalgedrag
In 2010 is de brug beboord om de huidige materiaaleigen-
schappen te bepalen. De resultaten van deze materiaaltesten
zijn in tabel 1, 2 en 3 samengevat.
Tabel 1
Materiaaleigenschappen beton (B55)
parameter symboolwaarde
E-modulus E33 077 N/mm 2
dwarscontractiecoëfficiënt n0,15
treksterkte f
t 3,18 N/mm 2
druksterktef c 43,75 N/mm 2
Tabel 2 Materiaaleigenschappen wapening (FeB500)
parameter symboolwaarde
E-modulus E200 000 N/mm 2
dwarscontractiecoëfficiënt n0,3
vloeispanning f
y 333 N/mm 2
Tabel 3 Materiaaleigenschappen voorspankabels (FeP1860)
parameter symboolwaarde
E-modulus E200 000 N/mm 2
dwarscontractiecoëfficiënt n0,3
vloeispanning f
pu 1367 N/mm 2
ir. Chantal Frissen,
dr.ir. Gerd-Jan Schreppers
TNO DIANA BV
dr.ir. Ane de Boer
Rijkswaterstaat GPO 1 Brug bij Heterenfoto: Jan Visser2 Kokerbalkviaduct Brug Heteren:
(a) langsaanzicht totale brug en
(b) deuvelconstructie
3 Deel van eindige-elementenmodel
brug Heteren
fc
ft
?
?
fpu
?
?
fy
?
?
2b
3
2a
Controle kokerbalkviaduct 4 2013
50
composed-vlak elementenvoor referentievlak ontwerp wapeningsnetten.
Ø16Ø25
Ø16 Ø16
Ø16 Ø16
Ø16 Ø16
Ø16
Ø16
Ø25
2 Ø16
3 Ø16 Ø16 + Ø25
2 Ø16 + Ø25 4
Dwarsdoorsnede kokerbalkviaduct met referen-
tievlak en ontwerp wapeningsnetten
5 Wapening in verticale richting: (a) toegepaste
wapening in linkerlijf en (b) toegepaste wape -
ning in DESIGN-analyse
Achtergrond
De berekening van de benodigde hoeveelheid wapening is
gebaseerd op de bepaling van de wapeningskrachten en
-momenten. Deze lineaire analyse veronderstelt dat alleen de
wapening trekkrachten kan opnemen en het beton alleen druk-
krachten. Tevens is de analyse gebaseerd op het feit dat er maar
één wapeningsnet aan de bovenzijde en één wapeningsnet aan
de onderzijde aanwezig is. De locaties van deze wapeningsnet-
ten worden door de gebruiker gedefinieerd.
De wapeningskrachten en -momenten worden bepaald uit een
combinatie van membraankrachten en buigende momenten.
Omdat het 3D-model is opgebouwd uit volume-elementen, zijn
alleen de gebruikelijke rekken en spanningen als primaire
resultaten beschikbaar. Met behulp van zogenaamde
'composed' elementen in DIANA worden de spanningen
geïntegreerd over de dikte. Hiermee worden gedistribueerde
krachten en momenten verkregen. Deze elementen worden
als referentievlak van de constructie (of deel daarvan)
gegenereerd. Hierin kunnen de gedistribueerde krachten en
momenten visueel worden gepresenteerd, gelijk aan plaat- of
schaalelementen. De elementen worden onafhankelijk van de
volume-elementen gemodelleerd.
Toepassing op brug Heteren
De benodigde hoeveelheid wapening wordt in dit artikel alleen
bepaald in de lijven waarin de scheuren zijn geconstateerd,
tussen de deuvel en pijler 10. Voor de ontwerpanalyse worden
allereerst composed elementen als referentievlak gemodelleerd
in het midden van de lijven, zodat de spanningen over de dikte
van de lijven kunnen worden geïntegreerd tot gedistribueerde
krachten en momenten. Vervolgens wordt in elk lijf een verti-
caal gelegen boven- en onderwapeningsnet gemodelleerd. Deze
aanpak is in figuur 4 weergegeven.
De benodigde wapening wordt berekend en vergeleken met de
toegepaste, aanwezige wapening. De toegepaste wapening moet
worden vertaald naar een wapeningsnet aan weerszijden van
het lijf. Deze toegepaste wapening in het linkerlijf is in figuur 5
weergegeven samen met de vertaling naar de twee wapenings-
netten in de ontwerpanalyse. Alleen de 'rode' wapeningsstaven
in verticale richting worden meegenomen in deze analyse
vanwege de richting van de scheuren in de lijven. De wapening
in het middelste lijf is gelijk aan de wapening aan de buiten-
zijde van het linkerlijf. De h.o.h.-afstand van de aanwezige
staven bedraagt 200 mm.
Resultaten
Met de ontwerpanalyse wordt de benodigde hoeveelheid wape-
ning berekend. Deze is afgebeeld in de zes wapeningsnetten in
figuur 6a. De maximale hoeveelheid bedraagt 5,6 mm
2/mm.
Deze is groter dan de maximaal toegepaste hoeveelheid
Belastingen
De brug is oorspronkelijk ontworpen op twee rijstroken en een
extra, aparte rijstrook. Inmiddels telt de brug vijf rijstroken. In
de ontwerp- en niet-lineaire berekeningen zijn de volgende
belastingen meegenomen:
- eigengewicht;
- voorspanning;
- rustende belasting inclusief vangrail;
- asfaltbelasting;
- vijf rijstroken verdeelde verkeersbelasting (Q-mobiel) volgens
Eurocode 1 [3, 4];
- vrachtwagenbelasting (P-mobiel) volgens Eurocode 1; deze
vrachtwagen is geplaatst in de zwaarst bereden rijstrook op
de meest ongunstige locatie in lengterichting tussen de
deuvel en pijler 10.
Ontwerpanalyse
Een ontwerpanalyse wordt uitgevoerd op het 3D-model om de
benodigde hoeveelheid wapening in uiterste grenstoestand te
bepalen en te controleren conform Eurocode 2 [5]. Deze wape-
ning wordt vergeleken met de bestaande (toegepaste) hoeveel-
heid wapening.
4
5a 5b
thema
Controle kokerbalkviaduct 4 2013
51
5
4
3
2
1,5
1
0,5
0
5
4
3
2
1
05
4
3
2
1
0
4,45
3,45
2,45
1,01
?1, E1
?
?
0, E0
?
Resultaten
Met de STADAP-analyse wordt de scheurwijdte in de bruik-
baarheidsgrenstoestand berekend. Dit resultaat is weergegeven
in figuur 8. Uit deze figuur blijkt dat scheuren ontstaan in alle
drie de lijven. De maximale scheurwijdte is gelijk aan 2,68 mm
en treedt op in het rechterlijf, daar waar de zwaarste rijstrook is
gesitueerd. Deze maximale scheurwijdte is groter dan de
scheurwijdte toegestaan in Eurocode 2.
In STADAP is tevens de stijfheidsreductiefactor voor zowel trek
als druk als resultaat beschikbaar. Deze stijfheidsreductiefactor
onder trek is in figuur 9 weergegeven. Wanneer deze factor
gelijk is aan 1,0 is de oorspronkelijke E-modulus nog aanwezig.
De minimale stijfheidsreductiefactor is vastgesteld op 0,001 en
deze treedt op in de lijven. Bij vergelijking van figuur 8 en
figuur 9 is te zien dat de locatie waar scheuren optreden, over
-
eenkomt met de gebieden met de laagste stijfheidsreductiefac -
toren. De stijfheidsreductie in de wapening was overal gelijk
aan 1,0. De wapening is dus niet aan het vloeien in de bruik-
baarheidsgrenstoestand.
wapening van 4,47 mm
2/mm (2Ø16 + Ø25), weergegeven in
figuur 6c. Zoals uit figuur 6d blijkt, wordt dus niet overal aan
de eis voldaan dat de verhouding tussen de benodigde en
toegepaste hoeveelheid wapening kleiner of gelijk moet zijn
aan 1,0 om te voldoen aan Eurocode 2 [5]. Hoewel de wape-
ning niet volledig is meegenomen ten opzichte van de werke-
lijkheid, is wel aangetoond dat met deze ontwerpanalyse
probleemgebieden kunnen worden gelokaliseerd. Deze
probleemgebieden komen overeen met de inspectiewaar-
nemingen.
Analyse stijfheidsreductie
Naast de benodigde hoeveelheid wapening moet ook de
scheurwijdte in bruikbaarheidsgrenstoestand worden gecon-
troleerd. De scheurwijdte kan efficiënt worden bepaald met de
nieuwe applicatie voor stijfheidsreductieanalyse STADAP.
Achtergrond
Met STADAP kunnen scheurpatronen en scheurwijdten worden
voorspeld zonder een volledig niet-lineaire analyse uit te voeren.
Deze aanpak maakt gebruik van een iteratief proces waarbij een
reeks lineaire analyses automatisch achter elkaar wordt uitge-
voerd. In een volgende iteratie wordt de elastische stijfheid gere-
duceerd in de integratiepunten waar de spanningen in de vorige
iteratie hoger zijn dan door de gebruiker opgegeven uni-axiale
spanning-rekcurve. De stijfheid wordt gereduceerd in de richting
van de maximale spanning zodanig dat, bij gelijkblijvende rek, de
spanning weer samenvalt met de spanning-rekcurve. Deze
aanpak is weergegeven met een schema in figuur 7.
Toepassing op brug Heteren
De STADAP-analyse wordt uitgevoerd op het eerder beschre-
ven 3D-model. Hiervoor wordt aan het beton, daar waar de
scheuren zijn geconstateerd tussen deuvel en pijler 10, de niet-
lineaire spanning-rekrelatie uit tabel 1 toegekend. De rest van
het beton wordt lineair-elastisch gehouden. Voor de wapening
in de lijven wordt het ideaal plastische materiaalgedrag aange-
nomen met parameters zoals weergegeven in tabel 2. De
aanwezige wapening wordt bijna volledig meegenomen.
6 Resultaten ontwerpanalyse: hoeveelheid wapening:
(a) Benodigde hoeveelheid wapening [mm 2/mm]
(b) Binnenzijde linkerlijf, benodigde hoeveelheid wapening [mm 2/mm]
(c) Binnenzijde linkerlijf, toegepaste hoeveelheid wapening [-]
(d) Binnenzijde linkerlijf, benodigd/toegepast [-]
7 Uni-axiale spanning-rekcurve met spannings- en stijfheidsreductie
6a
7
6d
6c
6b
Controle kokerbalkviaduct 4 2013
52
1
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1 0,99
0,8
0,6
0,4
0,2
0,10
-2
8 Scheurwijdte in de drie lijven in bruikbaarheidsgrenstoestand [mm]
9 Stijfheidsreductiefactor onder trek in de drie lijven [-]
Controles worden uitgevoerd op het hele model, in tegenstel-
ling tot alleen de gebruikelijk vooraf gekozen dwarsdoorsne-
den. Bovendien worden deze controles gedaan op realistische,
geometrische doorsneden zonder de aanname dat doorsneden
vlak moeten blijven. Deze aanname wordt impliciet gedaan bij
elementen als balken en platen, die vaak worden gebruikt bij
ontwerpanalyses in speciale ontwerpprogramma's. Balk- en
plaatelementen zijn hierdoor minder geschikt voor een goede
voorspelling van scheurwijdten of het vloeien van wapening
dan volume-elementen. Verder heeft een volumemodel het
voordeel dat de geometrie, belastingen en opleggingen zonder
aanpassingen kunnen worden gemodelleerd en dat de resulta -
ten visueel inzichtelijker op het model kunnen worden
gepresenteerd. Dit artikel beschrijft hoe 3D-volume-elementen
in ontwerpchecks kunnen worden toegepast en hetzelfde
elementenmodel kan worden gebruikt om de niet-lineaire
respons van een constructie te voorspellen.
?
Versterking brug
Verschillende numerieke analyses resulteerden in de resterende
sterktecapaciteit van de brug. Naar aanleiding van onder
andere deze analyses gaf Rijkswaterstaat opdracht de brug te
versterken. De definitieve versterkingsberekeningen zijn door
Heijmans zijn uitgevoerd en gerealiseerd in 2006 [6]. Dit is
gedaan door ter plaatste van diverse pijlers extra gebogen
voorspankabels aan te brengen. Na de versterking van de
brug is deze opnieuw gecontroleerd aan de hand van nume-
rieke analyses.
Conclusies
Dit artikel beschrijft een aanpak voor het ontwerpen van
nieuwe constructies en het herbeoordelen van de (rest)sterkte
van bestaande (al dan niet gescheurde) constructies. Deze
aanpak maakt het mogelijk om de volgende controles en bere-
keningen relatief eenvoudig en snel uit te voeren:
- berekening en controle benodigde hoeveelheid wapening
conform de huidige ontwerpcodes voor ongescheurde
constructies;
- voorspelling en kwantificering ontwikkeling scheurpatronen
en scheurwijdten waarbij rekening wordt gehouden met de
belastingsgeschiedenis;
- voor gescheurde constructies controle of de aanwezige wape-
ning gaat vloeien en in welke mate het beton scheurt;
- eenvoudig beoordeling effect versterkingsprocedures.
De combinatie van deze DESIGN- en STADAP-analyse is een
alternatief voor een incrementeel iteratieve, niet-lineaire bere-
kening. De STADAP-analyse is stabieler en veel sneller dan een
volledig niet-lineaire analyse. De berekening kwantificeert de
benodigde hoeveelheid wapening, scheurpatronen, scheurwijd-
ten en de belastingsniveaus waarbij de verschillende wape-
ningssets gaan vloeien.
8 9
? Liter Atuur
1 Manie, J., DIANA User's Manual, Release 9.4.4, 2011,
www.tnodiana.com.
2 Kostense, N.W., Feasibility of a full concrete viaduct modeled with
volume elements, Part I & II, Msc Thesis, Delft University of Techno -
logy, Delft, August 2010.
3 CEN2002, EN 1991-1-1 Eurocode 1: Actions on structures ? Part 1-1:
General actions ? Densities, self-weight, imposed loads for buildings.
4 CEN2003, EN 1991-2 Eurocode 1: Actions on structures ? Part 2: Traffic
loads on bridges, Paris, 2003.
5 NEN 1992-1-1 Eurocode 2, Ontwerp en berekeningen van betoncon-
structies, Deel 1-1 Algemene regels voor gebouwen, 2007.
6 Lier, J., van, Pronk, M., Reinforcing concrete box girder bridge with
external post-tensioning and steel, International IABSE Conference,
Rotterdam, 2013.
thema
Controle kokerbalkviaduct 4 2013
Reacties