De carrière van Theo Salet wordt gekenmerkt door een enorme drive. Die had hij al tijdens zijn studietijd, en is niet meer verdwenen. Niet tijdens zijn promotie en niet bij al die uitdagende projecten in binnen- en buitenland. Zijn tomeloze inzet heeft hem een hoop gebracht. Inmiddels is Salet senior partner en hoofd van de product-marktcombinatie Gebouwen bij Witteveen+Bos en daarnaast is hij hoogleraar aan de TU Eindhoven. Bij beide posities heeft hij één belangrijke drijfveer: de bouw daadwerkelijk vernieuwen.
De bouw vernieuwt6 201658interviewinterviewDe bouwvernieuwtTheo Salet6 2016 596 2016CVIn zijn examenjaar van het VWO staat Theo Salet voor dekeuze wat hij daarna zal gaan doen. Geen eenvoudige opgave.Dat het iets met `maken' moet zijn, staat vast. Maar hij komtuit een milieu waar studeren geen gemeengoed is. Eigenlijk ishij voorbestemd de meubelfabriek van zijn vader over tenemen. Toch gaat hij het liefst naar de universiteit om daar zijntalenten optimaal te ontwikkelen. Werken in het bedrijf vanzijn vader kan altijd nog.Salet kiest voor een studie Bouwkunde aan de TU Eindhoven.Hij volgt er twee richtingen: architectuur en constructiefontwerpen. Al snel wordt duidelijk dat zijn grootste talent bijdat laatste ligt. "Ik vond architectuur heel leuk, maar zag datanderen beter waren dan ik. Ik was er daarom van overtuigddat ik nooit een goede architect zou worden."PromotieSalet beleeft een leuke en leerzame tijd in Eindhoven, opdiverse fronten. Naast twee uiteenlopende studierichtingendoet hij ervaring op als student-lid van het faculteitsbestuur.In die functie komt hij min of meer toevallig terecht. Hij wordtnaar voren geschoven door het bestuur van studieverenigingKOers. Zelf heeft hij die ambitie helemaal niet. In het bestuurvan KOers zelf zit Salet overigens nooit, iets wat hem nog altijddwarszit.Tijdens zijn afstuderen hoort hij dat de regeling voor LTD, hetzogenoemde langdurig tijdelijk dienstverband voor promo-1 Theo Salet op de campusvan TU Eindhovenfoto: Peter de Koningnaam prof.dr.ir. Theo Saletleeftijd 54opleidingen TU Eindhoven (TU/e)werkgevers Intron, Witteveen+Bos,TU/enevenfuncties Voorzitter Stufib,bestuur BetonverenigingDe carri?re van Theo Salet wordt gekenmerkt door een enormedrive. Die had hij al tijdens zijn studietijd, en is niet meerverdwenen. Niet tijdens zijn promotie en niet bij al die uitda-gende projecten in binnen- en buitenland. Zijn tomeloze inzetheeft hem een hoop gebracht. Inmiddels is Salet senior partneren hoofd van de product-marktcombinatie Gebouwen bijWitteveen+Bos en daarnaast is hij hoogleraar aan de TU Eind-hoven. Bij beide posities heeft hij ??n belangrijke drijfveer: debouw daadwerkelijk vernieuwen.1De bouw vernieuwt6 201660interview3 Confederation Bridge verbindt het PrinsEdwardisland met het vaste land in Canada4 ?resundsbron tussen Zweden en Denemarkenprefab betonnen sandwichelementen met een schuimbetonvulling. De resultaten vallen tegen, wat vooral komt door deslechte hechting tussen het schuimbeton en het prefab beton.Maar leerzaam is het onderzoek zeker. "Ik heb me er echt invastgebeten. De combinatie van een numeriek model en expe-rimentele validatie was uniek. De ervaring die ik opdeed metprogrammeren blijkt waardevol voor het leven. Achterafgezien heb ik veel gehad aan de kennis omtrent fenomenen alskrimp, kruip en de scheurvorming als gevolg van verhinderdevervorming." Tijdens zijn promotieonderzoek leert hij DickHordijk kennen. Met hem deelt hij promotor Hans Reinhardt."Dat contact is ontzettend waardevol, tot op de dag vanvandaag." Salets hoofdpromotor is Gert Scherpbier, oud-vendi, op de schop gaat. Er zijn nog enkele plekken vrij enaarzelend informeert hij naar de mogelijkheden. Voordat hijhet in de gaten heeft, zit hij in een sollicitatieprocedure en nietveel later beschikt hij over een promotieplek. Ook dat wasvooraf niet gepland, maar het past op dat moment heel goed.Hij heeft namelijk nog lang niet het idee dat hij klaar is metleren. "Ik had het gevoel dat ik nog te weinig wist om de juisteantwoorden te kunnen geven, en daarmee meerwaarde tekunnen bieden in ontwerpprocessen. Ik zag de promotie danook vooral als een verlengde van mijn studie. Ik had niet deintentie een wetenschappelijke carri?re te starten."In zijn promotieonderzoek richt hij zich op constructiefgebruik van isolatiemateriaal. Uiteindelijk spitst dat zich toe opfotoPeterdeKoning"Het helpt niet door bij herhaling te wijzen ophet belang van een goede samenwerking"3De bouw vernieuwt 6 2016 61(Storeb?ltsbroen) in Denemarken. Bij dat project is tot die tijdvan alles misgegaan, vooral op het gebied van scheurvorming.Het lukte de universiteit niet om de vinger achter de proble-men te krijgen. De laatste hoop wordt gevestigd op Roelfstraen zijn programma Femmasse. Het is voor een aantal Deneneven slikken als niet Roelfstra, maar Salet, een broekie van noggeen 30, redding moet komen brengen. Maar Salet wint al snelvertrouwen. Hij maakt zich Femmasse eigen en gaat meeont-wikkelen aan het programma. Hij boekt er de nodige resulta-ten mee. Hij heeft veel aan de daadkracht en het doorzettings-vermogen die hij meekreeg uit zijn promotietijd. Het meesteheeft hij te danken aan Roelfstra. "Wat die man mij leerde, isniet te beschrijven. Hij is echt briljant, de slimste man in hetvakgebied. Ik sta echt in zijn schaduw. Het is een heel bijzon-der en fijn mens ook, wars van alle glitter of glans."Acht jaar werkt Salet bij Intron, maar hij is in die periodenauwelijks in Nederland. Hij zit continu op projecten. Na dehoofdredacteur van Cement en op dat moment partner bijWitteveen+Bos. "Scherpbier benaderde alles heel zakelijk. Zomoest en zou ik het onderzoek in vier jaar afronden. Hij vonddat ik zo snel mogelijk in de beroepspraktijk aan de slag moest.Een wetenschappelijke carri?re vond hij niets voor mij. Somsbest confronterend, maar zijn karakter paste heel goed bij mij.Van hem kreeg ik de drive mee een doel te stellen, heel hard tewerken en ?lles te doen om je doel te bereiken. Hij was eenbelangrijke leermeester voor me. Hij stuurde me ook naarbuiten en zette me op een podium. Zo moest ik regelmatiglezingen geven bij Stuvo."FemmasseSalet gaat zo op in zijn onderzoek dat hij zichzelf nauwelijkstijd gunt om na te denken over de tijd erna. Dat hoeft ook niet,zo blijkt. Dankzij zijn optredens buitenshuis krijgen mensenhem in het vizier. Zo wil TNO hem inlijven en vraagt Scherp-bier of hij bij Witteveen+Bos wil komen werken. Verrassendgenoeg gaat hij uiteindelijk in op een aanbieding van Intron."Ik had een gesprek met directeur Jan Bijen. Die liet mijFemmasse zien (een EEM-model dat rekening houdt met dewerkelijke toestand van het materiaal beton, zoals temperatuuren vocht - red.). Hij bood me een ticket aan naar Zwitserlandom daar Peter Roelfstra te ontmoeten, het brein achterFemmasse. Die eerste afspraak was heel bijzonder. Hij liet meZ?rich zien, we aten samen, maar over het vak spraken wenauwelijks. Toch wist ik vrij snel dat ik op het aanbod moestingaan. Er waren me twee andere topbanen aangeboden, maardie vond ik te voorspelbaar."Binnen twee weken gaat Salet aan de slag bij de Grote Beltbrug"De Noord/Zuidlijn is een uniek projectdat internationaal zijn gelijke niet kent.In Nederland staat het model voor alleswat er fout kan gaan"4De bouw vernieuwt6 201662interview5 Storeb?ltsbroen in Denemarken6 Station Ceintuurbaan van de Noord/Zuidlijn in Amsterdamfoto: G? Dubeldam/Hollandse HoogteWillem Zegwaard en Bianca Baetens. Wel gaat hij nog tweekeer in de week naar Denemarken om het project te begelei-den. Maar toen het proces was geoptimaliseerd, vond hij hetmooi geweest. Via contacten die hij had opgedaan bij TEC(bestaande uit DHV, Royal Haskoning en Witteveen+Bos)wordt hij benaderd door Wim Slijkhuis, toenmalig directeurvan Witteveen+Bos. "Hoewel ik echt een wereldbaan had bijIntron gebeurde hetzelfde als in het gesprek met Peter Roelf-stra. Na de eerste afspraak wist ik: dit ga ik doen. Vooral dekans om structureel deel uit te maken van een integraalontwerpteam sprak mij enorm aan, net als met het heleontwerp van projecten bezig te zijn, in plaats van alleen met deGrote Beltbrug gaat hij naar de Confederation Bridge inCanada. En vervolgens naar de Deens-Zweedse Sontbrug(?resundsbron). "Dat is misschien wel het meest bizarreproject dat ik heb gedaan. Alleen het begin al. In een tamelijkrommelig gesprek van zo'n anderhalf uur bedacht ik met eenEngelse consultant en een Franse aannemer een ge?ndustriali-seerd bouwsysteem. Een paar maanden later kreeg ik te horendat het op `onze' manier zou worden uitgevoerd. Met eentamelijk klein technisch facet wisten we op dit enorme projecthet verschil te maken. Dat gaf een enorme kick. Ik pleegdedaar overigens min of meer landverraad: we namen het optegen enkele Nederlandse aannemers."Vanuit Canada verhuist Salet naar Denemarken, waar hij zichals een vis in het water voelt. "Eens in de twee weken mocht iknaar huis, maar dat deed ik lang niet altijd. Ik kon de heleuitvoering van dichtbij meemaken. Daar wilde ik zo minmogelijk van missen. Datzelfde, mateloze gevoel uit mijnpromotietijd kwam helemaal terug."Witteveen+BosUiteindelijk keert Salet terug naar Nederland, waar hij binnenIntron een groep opzet met onder meer Erik Schlangen, Jan-"Als iedereen zijn informatie heefttoegevoegd, wordt bekeken waar declashes zitten. Dat is toch een idiotegedachte!"5De bouw vernieuwt 6 2016 63verharding. Wel nam ik nog een jaar de tijd om mijn werk af teronden bij Intron. Ik wilde alles netjes achterlaten en goeddocumenteren. Na alle mogelijkheden die zij mij haddengeboden, was dat wel het minste dat ik kon doen." BijWitteveen+Bos zou hij beginnen als hoofd van de product-marktcombinatie (PMC) Beheer en onderhoud. Maar daarvankwam weinig terecht. Er ontstond al snel een groot tekort aancapaciteit bij zowel de HSL als de Betuwelijn. Bij die projectendoet hij zo snel zo veel ervaring op dat hij binnen twee jaar deplek inneemt als tweede man, naast collega Henk Vlijm bij hetontwerpbureau van de Noord/Zuidlijn. Naast het managementhoudt hij zich vooral bezig met de dagelijkse leiding en direc-tievoering van de diepe stations.Dat project bezorgt hem nogal wat grijze haren. "Technischwas het heel bijzonder en uitdagend. Ik kon er echt mijn ei inkwijt. Maar ik leerde ook dat het project er door de ogen vanbewoners en het stadsbestuur heel anders uitzag. Dat leidt tothet bestaan van meerdere waarheden, en tot een wirwar aanrandvoorwaarden die het erg moeilijk maken om aan alleverwachtingen te voldoen. Een volgende keer zou ik daaranders mee omgaan. Waar ik erg trots op ben is dat er metinzet van velen uiteindelijk een metrolijn wordt gerealiseerdover een lengte van 10 km, dwars onder een historische stad,met slappe grond en een hoge grondwaterstand. Het is echteen echt uniek project dat internationaal zijn gelijke niet kent.Zo wordt het in het buitenland ook gezien. En in Nederlandstaat het model voor alles wat er fout kan gaan. Daarmee doenwe onszelf tekort. Ik ben ervan overtuigd dat we vroeg of laattoch trots worden op dit fantastische staaltje ingenieurskunst."In 2007 gaat Salet weg bij de Noord/Zuidlijn en wordt hoofdvan de PMC Gebouwen bij Witteveen+Bos. Helemaal loslatendoet hij het Amsterdamse project nog niet. Op de dag waaropde problemen met de verzakkende Wevershuisjes op de Vijzel-gracht worden geconstateerd, krijgt hij een telefoontje. Voordathij het goed en wel in de gaten heeft, maakt hij deel uit van hetcrisisteam. Zo blijft hij ook in de jaren die volgen betrokken bijhet project, weliswaar niet meer in een eindverantwoordelijkerol, maar ondersteunend aan het nieuwe management en deaannemer. Het grootste deel van zijn tijd besteedt hij aan dePMC Gebouwen. De keuze om de overstap te maken van deNoord/Zuidlijn naar die afdeling binnen Witteveen+Bosmaakt hij wederom voornamelijk op gevoel. "Ik kreeg eindelijkde kans om iets met gebouwen te doen, eigenlijk voor het eerstsinds mijn studie. Hoewel er nog genoeg boeiende civieleprojecten in de pijplijn zaten, voelde het goed om aan ietsnieuws te beginnen. De projecten van PMC Gebouwen zijnniet te vergelijken met een project in de omvang van eenNoord/Zuidlijn. De uitdaging zit hem wat mij betreft niet in degrootte van het project, maar in de complexe aard van eengebouw. Ik kreeg de kans mijn eigen idee?n in te brengen inzowel het ontwerp als de ontwerpaanpak. Bovendien kreeg ikin deze rol de ruimte om me te richten op innovaties binnenons bureau. Daar hecht ik veel waarde aan. Ik geloof dat dieinnovaties niet alleen hard nodig zijn, maar ze de branche ookecht vooruit gaan helpen."VernieuwingDigitalisering geldt voor Salet als het kernbegrip bij vernieu-wing. "De bouw levert regelmatig pareltjes op waarvan onzemaatschappij volop kan genieten en waar de branche terechttrots op kan zijn. Die bouwwerken zijn uitermate complex envergen de inzet van vele interne disciplines en externe stake-holders. Het proces loopt daarom niet altijd even soepel. Hethelpt niet door alleen en bij herhaling te wijzen op het belangvan een goede samenwerking. Het helpt w?l door nieuwestappen te maken en te investeren in een vergaande digitalise-ring van ontwerp, engineering en uitvoering. Juist de digitaleontwikkelingen bieden de mogelijkheid om een deel van decomplexiteit op te lossen en de communicatie onderling enmet derden te vereenvoudigen. Ook maken ze het mogelijk de6De bouw vernieuwt6 201664interviewhij op 1 januari 2012 aan de slag als deeltijdhoogleraar Structu-ral Design - Concrete Structures. De keuze om voor die functiete gaan is tweeledig. "In de eerste plaats wil ik zoveel mogelijkkennis delen met anderen. Dat voel ik als mijn plicht. In detweede plaats heb ik vanuit deze positie volop kansen de bouwdaadwerkelijk te vernieuwen, nog meer dan bijWitteveen+Bos. Ik heb de mogelijkheid een nieuwe generatieop te leiden. Ik kan de leerstoel inrichten zoals ik dat wil. Daarbij wil ik vooruitkijken, ook bij het opleiden van studenten. Ikwil hen tools geven om problemen van de generaties na ons opte lossen. Ik wil hen de durf bijbrengen om met idee?n tekomen en dingen te veranderen. Natuurlijk hebben ze eenbasis nodig. Die krijgen ze in voldoende mate tijdens hunbacheloropleiding. Verdere verdieping komt wel in de praktijk,bij een van de vele topbureaus of aannemers die Nederland rijkis. Ik wil de studietijd gebruiken om met hen de horizon teverkennen, zonder vooraf te weten wat daar achter ligt."Naast de eerdergenoemde parametrische modellen is daarinook plaats voor eindige-elementenmethodes. "Ik wil studen-ten daar op een juiste manier mee leren omgaan. Ook hierwil ik niet te veel van het negatieve uitgaan. Vaak hoor je datEEM-programma's te veel een black box zijn. Studenten gaandie programma's later toch gebruiken, en terecht. Laat ze dusliever zien wat voor goede mogelijkheden ze bieden en hoe zeer op een verantwoorde manier mee om kunnen gaan.Natuurlijk moet je studenten ook leren hoe ze inzicht kunnenfocus te houden op de echte opgave en niet op te gaan in allehygi?ne eromheen. Ik wil die mogelijkheden laten zien,gewoon door het te doen. Neem nou BIM. Een fantastischeontwikkeling, die echter nog veel te veel gezien wordt als eenefficiencyslag. Iedereen blijft werken vanuit zijn eigen disci-pline en stopt zijn informatie in een model. Als iedereen zijninformatie heeft toegevoegd, wordt gekeken waar de clasheszitten. Dat is toch een idiote gedachte! Je moet de informatiejuist vooraf openstellen voor alle deelnemers en het projectintegraal benaderen. Op die manier zal er helemaal geensprake zijn van clashes, maar van kennisuitwisseling."Waar Salet zich ook aan stoort is dat er elke keer opnieuwwordt begonnen met ontwerpen, haast zonder van eerdereprojecten te leren. "Zo veel verschillen al die viaducten ofscholen in Nederland toch niet van elkaar? Desondanks wordter telkens van nul af aan begonnen. De leercurve is zeerbeperkt. Je zou veel meer moeten uitgaan van standaardproducten, die je telkens verbetert en waarmee je steeds uniekebouwwerken kunt maken. Maak gebruik van parametrischemodellen en denk in termen van de eindgebruiker. `Masscustomization' noemen we dat."TU EindhovenDe onderwerpen digitalisering en integraal ontwerpen spelenook een rol bij Salets leerstoel aan de TU Eindhoven. Daar gaat7De bouw vernieuwt 6 2016 657 Sportcentrum de Scheg, Deventerfoto: Jan de Vries / Van Wijnen Deventer B.V.8 3D-printer bij TU Eindhovenkrijgen in de krachtwerking in een constructie. Maar doe datnou niet meer op de achterkant van een sigarendoosje. Datsluit echt niet aan bij een meer digitale benadering vanprojecten en ook niet bij de beleving van de hedendaagsestudent. Ontwikkel in plaats daarvan slimme parametrischetools rondom bekende ontwerptechnieken. Digitaliseer hetoude gedachtegoed en denk eerder in termen van seriousgaming dan sigarendoosjes."3D-betonprintenNa digitaal ontwerpen en engineering komt digitaal maken.Denk aan het geautomatiseerd buigen van wapening of hetaanbrengen van betonelementen door een robot. Een moge-lijkheid die Salet nadrukkelijk onderzoekt, is 3D-betonprinten."3D-betonprinten vormt een prachtige uiting van digitaal enintegraal denken. Ontwerpen, engineering en productiekomen hier op een heel mooie manier samen. Het conceptbiedt fantastische mogelijkheden. Zo kun je veel effici?nterbouwen. Je past materiaal toe op die plekken waar het hetmeest tot zijn recht komt. We begonnen zo'n twee jaar geledenmet het ontwerpen van een printer en hebben er inmiddels eenoperationeel. Ook het proces hebben we onder controle. Nuzetten we in op constructieve toepassingen. Tijdens de DutchDesign Week (22 ? 30 oktober in Eindhoven, red.) presenterenwe een paviljoen. Binnen een jaar wil ik dat hebben opge-schaald naar een volledige woning. De focus van het onder-zoek ligt nu op het ontwikkelen van numerieke modellen, omvanuit het ontwerp te komen tot een optimaal printpad. Daarspelen vele factoren een rol bij. Ook is het zaak om materiaal-eigenschappen te beproeven en nieuwe beproevingsmethodente ontwikkelen. Die ontwikkeling is ook van belang in relatietot de acceptatie van geprinte constructies in het kader vanvergunningsverlening. Ondertussen denken we na over staal-vezels in het geprinte beton of zelfs wapeningsstaven. Daarhebben we al concrete idee?n over."Het project 3D-betonprinten tekent de enorme drijfveer vanSalet. Hij weet dat er ook wat scepsis en vragen bestaan overdeze ontwikkeling. Daar praat hij vaak genoeg over. "Ik snapheus wel wat er wordt gezegd. Maar als we in de bouw nooitiets hadden geprobeerd, hadden we nog steeds in een plaggen-hut gewoond. Ik besef best dat er een risico bestaat dat het nietalles brengt waar ik op hoop. Dan n?g is het een heel zinvoltraject. Alleen al voor al die studenten die zich ermee bezig-houden, hebben leren vernieuwen en een andere kijk hebbengekregen op het oplossen van problemen. Dat is zo veel waard."Om zijn ambities om de bouw te vernieuwen te kunnen verwe-zenlijken, zoekt Salet contact met universiteiten in Singapore enDubai. Het grote voordeel van deze samenwerkingen zit in hetfeit dat er in die landen een grote drive bestaat tot het ontwik-kelen van een nieuwe en hoogwaardige maakindustrie. "Dielanden hebben een enorme wil om te vernieuwen. Op ditmoment veel meer dan bij ons. Dat komt deels vanwege bitterenoodzaak: de bouwopgave is enorm. Zo moeten de komendejaren miljoenen mensen worden gehuisvest. Een prettigebijkomstigheid is dat de middelen voor de kennisontwikkelingook beschikbaar zijn. Dat maakt samenwerking voor ons alsuniversiteit ontzettend interessant. Zaken die we in Nederlandhebben onderzocht, kunnen we daar toepassen." Vooralsnogkomt de kennis dus uit Nederland. Wij hebben hier een duide-lijke kennisvoorsprong. Nog wel. Maar we moeten volgens Saletniet raar staan te kijken als wij over een tijdje flinke concurren-tie krijgen bij de werving van grote internationale projecten."Daarom vind ik het zo belangrijk om in Nederland te blijveninvesteren in inhoudelijke kennisontwikkeling. We moetenmensen prikkelen om iets met hun talent te doen. Dat doen weop de TU en dat doen we bij Witteveen+Bos. Dat is ookkenmerkend voor ons bureau. Het ondernemerschap wordtheel laag in de organisatie gelegd. Je krijgt bij ons veel vrijheid,maar het bedrijf rekent wel op eigen initiatief. Je moet eropuit,eigen idee?n inbrengen. Als je na drie maanden denkt `watgebeurt er weinig' dan is dit niet het geschikte bedrijf voor je."Niet kiezenSalet geniet dagelijks van zijn vak, hoewel de druk van tweefuncties soms wel erg hoog is. En bij die twee functies blijft hetniet. Er komt nog van alles bij: Stufib, Betonvereniging,SBRCURnet. "Ik zie het als een voorrecht om al deze zaken tekunnen combineren. De ene dag ervaar ik de hectiek van hetbedrijf, de volgende dag ben ik bezig met studenten op deuniversiteit. Hoe verschillend beide werelden ook zijn, ik zouniet kunnen en ook niet willen kiezen." Jacques Linssen8
Reacties