De invloed van 
normaalkracht op  
de dwarskracht
weerstand
Dwarskracht in de volgende generatie  
Eurocode betonconstructies (2)
1 Bij voorgespannen dekken, zoals hier getoond van het nieuwe knooppunt Rozenburg, is het van belang om de invloed van 
normaalkrachten op de dwarskrachtweerstand nauwkeurig te kunnen bepalen
1
Eurocode2 
30?CEMENT?8 2023
In de huidige Eurocode wordt 
voorspanning in een betonnen 
element beschouwd als externe 
belasting (evenwichtsbelasting-
methode).
 Bij het bepalen van de dwars-
krachtweerstand wordt rekening gehouden 
met het effect van de normaalkracht ten ge-
volge van voorspanning. Uit experimentele 
data blijkt dat de huidige Eurocode de in-
vloed van voorspanning op de dwarskracht-
weerstand kan overschatten. Een oorzaak is 
dat in de huidige Eurocode geen rekening 
wordt gehouden met het fenomeen dat het 
effect van voorspanning op de dwarskracht-
weerstand niet alleen afhankelijk is van de 
normaalkracht maar ook van het daaruit 
resulterende buigmoment. Bovendien blijkt 
de huidige formule te conservatief te zijn 
voor de elementen belast op een trekkracht. 
Het effect van voorspanning  
volgens de huidige Eurocode
In de huidige Eurocode wordt de verhoging 
van de dwarskrachtweerstand als gevolg 
van een externe belasting of van voorspan-
ning uitgedrukt door de term k
1 
?
cp
 in de  
formule 6.2a:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100
V Ck ?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
In de formule is k
1
 een constante die het  
effect van de normaalkracht op de dwars-
krachtweerstand beschrijft. De term k
1 
is 
een 'nationaal bepaalde parameter' en daar-
om kan de waarde ervan variëren tussen de 
verschillende Europese landen. Voor de toe-
lichting op de andere parameters in de for-
mule wordt verwezen naar het vorige artikel 
van deze reeks [1].
De term k
1 
?
cp
 is een voorstel geweest 
van Hedman en Losberg (1978) [2]. Deze  
onderzoekers stelden voor om het decom-
pressiemoment M? te gebruiken om het  
effect van de normaalkracht op de dwars-
krachtweerstand van een betonnen element 
te bepalen. Hierbij is het principe gehanteerd 
dat de dwarskrachtweerstand van een voor-
gespannen element gelijk is aan dat van een 
element van gewapend beton, verhoogd met 
de dwarskracht die nodig is om de druk- 
spanning als gevolg van de normaalkracht 
te compenseren (fig. 2). De benodigde dwars- 
kracht, nodig voor het bereiken van het de-
compressiemoment, is gedefinieerd als V
p
. 
De dwarskrachtweerstand van een voorge-
spannen ligger kan dan als volgt worden  
geformuleerd:
V
Rd,c
 = V
Rdc,0
 + V
p 
De aanwezigheid van een normaalkracht beïnvloedt de dwarskrachtweestand van betonnen 
constructies zonder dwarskrachtwapening. In de huidige Eurocode betonconstructies wordt 
het effect van een normaaldrukkracht in rekening gebracht door de dwarskrachtweerstand te 
verhogen met een extra term die is gebaseerd op het principe van decompressie. Vanuit dit 
principe kan de extra dwarskrachtcapaciteit echter niet fysisch worden verklaard. De 
volgende generatie Eurocode betonconstructies relateert de dwarskrachtweerstand aan de rek 
in de langswapening en dus impliciet aan de scheurwijdte. Op deze manier kan het effect van 
normaalkracht op de dwarskrachtweerstand op een eenduidige en fysisch logische manier in 
rekening worden gebracht. Uit een vergelijking met experimentele data blijkt dat met de 
nieuwe aanpak de dwarskrachtweerstand nauwkeuriger kan worden bepaald. 
Eurocode2 
CEMENT 8 2023 ?31
 
 
 
 
?
?
:
²?
?
In deze formule is V
Rdc,0
 de dwarskracht-
weerstand van het element zonder normaal-
kracht.
Voor een voorgespannen ligger op twee 
steunpunten belast door een geconcen-
treerde last, kan V
p
 worden gevonden uit de 
formule:
V
p
 = M? / a
cs
Hierin is a
cs
 de dwarskrachtoverspanning 
van de ligger bij een geconcentreerde last. 
Voor meer algemene of praktische belastin-
gen, zoals een gelijkmatig verdeelde belas-
ting, kan a
cs
 worden veralgemeniseerd met 
de term | M
E
 / V
E
 |. 
In de huidige Eurocode is deze uitdrukking 
verder vereenvoudigd door aan te nemen 
dat de doorsnede rechthoekig is. De dwars-
kracht benodigd voor decompressie, V
p
, is 
dan gelijk aan:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
Hierin is N
E
 de normaalkracht op de dwars-
doorsnede, e
p
 is de excentriciteit van de normaalkracht en h de hoogte van de door-
snede.
2 Normaalspanningen in een betonnen element wanneer het decompressiemoment wordt bereikt
ARTIKELENSERIE DWARSKRACHTWEERSTAND
In 2012 werd in Nederland de huidige Eurocode 
NEN-EN 1992-1-1 geïntroduceerd als de officiële 
norm voor het ontwerp en de berekening van 
betonconstructies. De opvolger hiervan zal naar 
verwachting begin 2026 beschikbaar komen. Hij is 
in het voorjaar van 2023 met een formele stem-
ming van de betrokken Europese landen goedge-
keurd en zal inhoudelijk niet meer wijzigen. 
Vooral de wijze waarop de dwarskrachtweerstand 
moet worden bepaald, is fundamenteel gewijzigd. 
Deze wijzigingen zullen aanzienlijke gevolgen heb-
ben voor de bouwpraktijk. Aan de dwarskracht- 
formules is sinds 2012 gewerkt door een taakgroep 
binnen CEN (CEN/TC250/SC2/WG1/TG4). In 
Nederland zijn onderzoekers van de TU Delft, TNO 
en Rijkswaterstaat hierbij betrokken geweest.
In een serie artikelen wordt de aangepaste metho-
diek voor het bepalen van de dwarskrachtweer-
stand beschreven en vergeleken met de huidige 
methodiek. Hierbij zal ook aandacht zijn voor de 
vraag of het wijzigen van de dwarskrachtregels 
wel nodig is. Met deze serie artikelen wordt 
getracht inzicht te geven in de achtergronden van 
de volgende generatie Eurocode betonconstructies, 
zodat op deze manier kan worden bijgedragen aan 
een soepelere invoering in Nederland.
Het huidige (tweede) artikel richt zich op de invloed 
van de normaalkrachten op de dwarskrachtweer-
stand van elementen zonder dwarskrachtwape-
ning. Dit is een vervolg op het eerste artikel waar-
bij de dwarskrachtweerstand is toegelicht wanneer 
geen normaalkracht aanwezig is. In een vervolg- 
artikel zal worden ingegaan op de minimale 
dwarskrachtweerstand van elementen zonder 
dwarskrachtwapening. Ook over de dwarskracht-
weerstand van elementen mét dwarskrachtwape-
ning zal een artikel volgen. Vervolgens zal een 
artikel worden gewijd aan het bepalen van de 
dwarskrachtweerstand bij de beoordeling van 
bestaande constructies. De serie artikelen zal  
worden afgesloten met twee artikelen over de 
impact van de wijzigingen voor de bouwpraktijk; 
één voor infrastructurele werken en één voor de 
utiliteitsbouw.
2
DR.IR. MARCO 
ROOSEN
Senior Specialist 
Betonnen Bruggen
Rijkswaterstaat
DR.IR. YUGUANG 
YANG
Universitair Hoofddocent
Technische Universiteit 
Delft
IR. GERRIE 
DIETEREN
Senior Adviseur 
Constructieve Veiligheid
TNO
auteurs 
Eurocode2 
32?CEMENT?8 2023
E
M
t
F
c
F
E
N
E
N
1
6
d
z
1
3
d
In dwarskrachtproeven werden verhoudin-
gen tussen a
cs
 en d gehanteerd tussen de 2,5 
en de 4,0. Door conservatief uit te gaan van  
a
cs
 / d = 4,0, een effectieve diepte van het ele-
ment d = 0
h en een verhouding e
p
 / h = 0,35, 
is de formule nog verder vereenvoudigd tot:
V
p
 = 0,15?
cp
 b d
De waarden van e
p
 / h = 0,35 en a
cs
 / d = 4,0 
waren gebaseerd op de data van de destijds 
beschikbare dwarskrachtproeven. Op basis 
van nieuwe inzichten, zowel gebaseerd op 
ontwikkelde theorieën als op van observa-
ties uit experimenten, blijken beide aanna-
mes niet altijd geschikt wanneer de formule 
wordt toegepast in de praktijk.
Voor het afleiden van een formule voor ele-
menten onder trek is dezelfde vereenvou-
digde aanpak gehanteerd, waarbij 
?
cp
 van  
teken verandert. Uit recente vergelijking 
met experimenten blijkt dat de formule de 
dwarskrachtcapaciteit voor elementen onder 
trek aanzienlijk kan onderschatten, zoals 
blijkt uit figuur C8.1 van het achtergrond-
rapport bij de nieuwe Eurocode [3].
Het effect van voorspanning  
volgens de nieuwe Eurocode
Zoals toegelicht in het eerste artikel [1], is de 
dwarskrachtweerstand in de nieuwe Euro-
code gebaseerd op de Critical Shear Crack 
Theory (CSCT). Deze theorie is gebaseerd op 
proefstukken zonder normaalkracht. De 
schuifspanningsweerstand van een element 
van gewapend beton wordt hierbij gerela-
teerd aan het zich openen van een kritische 
dwarskrachtscheur. Om de methode prak-
tisch toepasbaar te maken wordt de 
schuifspanningsweerstand gerelateerd aan 
de rek in de langswapening. 
Het effect van voorspanning kan worden  
beschouwd als een voorvervorming. Daar-
om kan de invloed van voorspanning direct 
worden geïntegreerd in de formule voor de 
schuifspanningsweerstand (formule 8.27). 
Dit is gedaan door het introduceren van een 
factor k
vp
 (formule 8.31):
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
Deze factor k
vp
 moet worden vermenigvuldigd 
met de effectieve hoogte d in de formule voor 
schuifspanningsweerstand (formule 8.27), 	zodat de volgende formule wordt gevonden:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
Voor elementen met een effectieve dwars-	krachtoverspanning a
cs
 korter dan 4d mag 
de effectieve hoogte d eveneens worden ver-	vangen door de mechanische dwarskracht- 	overspanning a
v
 (formule 8.29), zodat de  
formule in zijn volledige vorm kan worden 	weergegeven als: 
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
Hierin is a
v
 de mechanische dwarskracht- 
overspanning:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
	(formule 8.29)
En a
cs
 de effectieve dwarskrachtoverspan-
ning:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
	(formule 8.30)
Nu de formules zijn geïntroduceerd, zal de 	achtergrond van k
vp
 worden toegelicht. De 
rek van langswapening 
?
v
 als gevolg van de 
normaalkracht N
E
 en het buigende moment 
M
E
 wordt verkregen uit het krachtevenwicht 
op de dwarsdoorsnede (fig. 3). In deze figuur 	is z de interne hefboomsarm. Hier wordt 	aangenomen dat de equivalente drukkracht 	F
c
 aangrijpt op d/6 vanaf de bovenste vezel. 
Vervolgens kan de trekkracht van de langs-	wapening F
t
 worden bepaald met de formule:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
 
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
3 Evenwicht in een dwarsdoorsnede van een betonnen element belast door een normaalkracht en een buigend moment
Uit recente  
vergelijking met 
experimenten 
blijkt dat de  
formule de 
dwarskracht- 
capaciteit  
voor elementen  
onder trek  
aanzienlijk kan 
onderschatten
3
Eurocode2 
CEMENT 8 2023 ?33
Rdc,0
?
Rdc
?
Rdc,max
?
relatie belasting - scheuropening 
zonder normaalkrachten
relatie belasting - scheuropening rekening 
houdend met normaaldrukkrachten
relatie belasting - scheuropening rekening 
houdend met normaaltrekkrachten
bezwijkcriterium	curve
schuifspannings	weerstand
rek in  	langswapening
rek zonder 
normaalkracht
rek met 	normaalkracht 
schuifspanningsweerstand met minimale	toegestane k
vp
 (bovengrens)
?
v
 = ?
v0
(1+N
E 
d/3z)
spanningsefect 
door normaaldrukkrachten
?
v0
N
E 
A
s
E
s
d
3z
De rek van de langswapening ten gevolgde 
van de trekkracht kan vervolgens worden 
geformuleerd als 
?
v 
= k
vp
 ?
v0
, op basis van  
onderstaande afleiding:
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va??
=+??
??
?? 
Op een vergelijkbare manier wordt in de 	formule voor de schuifspanningsweerstand 	het gecombineerde rekeffect, veroorzaakt 	door zowel de rekenwaarde van het buigend 	moment M
Ed
 en de normaalkracht N
Ed
, 
weergegeven met de parameter k
vp
: 
()
1
3
Rd,c, Rd,c	l ck 1 cp w
100V Ck
?f k? b d
??
=+
??
??
 
 
p
cs
pE
1
6e
a
VN
hh
??
=+??
??
 
 
Ed
vp
Ed cs
1 0,1
3
Nd
k
Va
=+ ? 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp0, 66
100
v
d
? ?f
? kd
??
= ??
??
??
 
 
1
3
dg
Rd,c	l ck
vp v0, 66
100
v
d
? ?f
? ka
??
= ??
??
??
 
 
cs
v
4
a
ad= 
 
Ed
cs
Ed
M
ad
V
=? 
 
EE E E E E	E
t	vp
E	E cs
11
33 3
M Nd M Nd M N d M
F	k
z z z M z Va z
????
=+=+ =+ =	????
??
?? ??
 
 
t	Ed
v	vp	vp v0
ss ss
FM
? k k?
AE AEz
== = 
 
csEd
vp
Ed cs
1
34
adNd
kd
Va
??
=+??
??
?? 
Voor meer inzicht zal het effect van de nor-
maalkracht op de schuifspanningsweer-
stand ook grafisch worden toegelicht. De 
theoretische basis voor de dwarskrachtfor-
mule in de nieuwe Eurocode is een bezwijk-
criteriumcurve waarbij de schuifspannings-
weerstand wordt gerelateerd aan het zich 
openen van een kritische dwarskracht-
scheur. Voor een element van gewapend  
beton kan de schuifspanningsweerstand 
worden bepaald door uit te zoeken waar de 
groene lijn (fig. 4), die de relatie weergeeft 
tussen de belasting en de scheurwijdte, de 
grijze bezwijkcriteriumcurve snijdt (fig. 4). 
Het effect van voorspanning wordt beschouwd 
als een voorvervorming, die resulteert in 
een verschuiving van de relatie tussen de 
schuifspanningsweerstand en de scheur- 
opening van de groene lijn naar de blauwe 
lijn in figuur 4.
4
4 De bepaling van de schuifspanningsweerstand van een betonnen element met behulp van het bezwijkcriterium 
zoals gedefinieerd in de nieuwe Eurocode
Met de toelichting op de formule is het  
duidelijk dat de effectieve dwarskrachtover-	spanning a
cs
 geen onafhankelijke parameter 
meer is. Deze moet worden beschouwd in 	combinatie met het effect van de normaal-
kracht kracht N
E
. Ook het effect van excen-
triciteit van voorspanning e
p
 moet, in com-
binatie met M
Ed
, worden beschouwd in de 
uitdrukking van a
cs
.  Bij de afleiding van 
dwarskrachtweerstand in de huidige Euro-	code werd uitgegaan van e
p
 / h = 0,35 en  
a
cs
 / d = 4,0. Nu bovenstaande bekend is, 
mag duidelijk zijn dat de huidige Eurocode 	onder bepaalde omstandigheden de dwars-	krachtweerstand kan overschatten gezien 	de aangehouden vaste waarden voor e
p
 / h 
en a
cs
 / d. Dat zal in het vervolg van dit arti-
kel worden gedemonstreerd door de met de 	huidige Eurocode formule bepaalde dwars-	krachtweerstanden te vergelijken met expe-	rimenteel gevonden waarden. 
Een ander belangrijk aspect is het effect van 
een normaaltrekkracht. Wanneer gebruik 
wordt gemaakt van de formules in de huidige 
Eurocode, wordt een onrealistische lage 
dwarskrachtweerstand gevonden voor ele-
menten onder trek. Dit wordt voorkomen in 
de nieuwe Eurocode door de schuifspan-
ningsweerstand te bepalen met dezelfde 
curve voor het bezwijkcriterium (fig. 4). Dit 
resulteert in een verschuiving van de relatie 
tussen de schuifspanningsweerstand en de 
scheuropening van de groene lijn naar de 
rode lijn (fig. 4). 
Eurocode2 
34?CEMENT?8 2023
Hierbij is gebruikgemaakt van de experi-
menten met voorgespannen liggers uit de 
ACI DAfStb database [5]. Op basis van de 
hiervoor gegeven formules is voor deze ex-
perimenten de dwarskrachtweerstand vol-
gens de nieuwe Eurocode bepaald (V
EC2
). 
Hiertoe is in de formules uitgegaan van 
?
v
 =1 
en is f
ck
 vervangen door f
cm
. Op deze manier 
wordt een gemiddelde waarde van de 
dwarskrachtweerstand bepaald. Omdat vol-
gens de nieuwe Eurocode de op de construc-
tie werkende belasting van invloed is op de 
dwarskrachtweerstand (zo zijn voor het be-
palen van a
cs
 zowel M
E
 als V
E
 nodig), is door 
middel van een aantal iteraties hierbij ge-
zocht naar de situatie waarbij de berekende 
dwarskrachtweerstand V
EC2
 gelijk is aan de 
optredende dwarskracht V
E
. Opgemerkt 
wordt dat voor proefstukken met een punt-
last de kritische doorsnede op een afstand d 
vanuit de puntlast lag, omdat hier de waar-
den van M
E
 en a
cs
 maximaal zijn. De waarde 
V
EC2
 is vervolgens vergeleken met de in de 
proeven geregistreerde maximaal optreden-
de dwarskracht bij bezwijken V
exp
. Ook voor 
de huidige Eurocode is V
EC2
 bepaald, door de 
formule van de rekenwaarde aan te passen 
zodat de gemiddelde dwarskrachtweerstand 
wordt gevonden.
Voor de vergelijking is gebruikgemaakt van 
136 proeven op voorgespannen balken zon-
der beugels. In de ACI DAfStb database [5] 
zijn 176 proeven opgenomen, maar 40 proe-
ven zijn niet in beschouwing genomen, om-
dat de puntlast dichter dan drie maal de  
effectieve hoogte d vanuit de oplegging was 
aangebracht. Van de 136 proefstukken is de 
doorsnede van 67 proefstukken rechthoekig 
en van 69 I-vormig. De resultaten, weergege-
ven als de gemiddelde en variatiecoëfficiënt 
van V
exp
 / V
EC2
 zijn weergegeven in tabel 1.
Uit de afname van de variatiecoëfficiënt 
blijkt dat de nieuwe Eurocode de dwars-
krachtweerstand veel consistenter kan 
Het effect van 
voorspanning 
kan worden  
beschouwd  
als een  
voorvervorming
Opgemerkt wordt dat de nieuwe Eurocode 
(artikel 8.2.2 (5)) ook een alternatieve, ver-
eenvoudigde aanpak biedt met formule 8.27:
?
Rdc,min
 ? ?
Rd,c
 = ?
Rdc,0
 ? k
1
 · ?
cp
 ? ?
Rdc,max
 
De waarde k
1
 is gedefinieerd als een natio-
naal bepaalde parameter. Dit wil zeggen dat 	de waarde van k
1
 in Nederland kan afwijken 
van andere landen. Het vaststellen van deze 	waarde is onderwerp van lopend onderzoek 	aan de TU Delft in opdracht van Rijkswater-	staat. De resultaten zullen onder andere 	worden gebruikt bij het vaststellen van de te 	geven waarde in de Nederlandse nationale 	bijlage door TGB Betonconstructies. 
De formule voor schuifspanningsweerstand 
in de nieuwe Eurocode (Formule 8.27) is 
afgeleid door uit te gaan van de aanwezigheid 
van buigscheuren (afschuifbuigbreuk). Bij 	voorgespannen constructies zullen geen buig-
scheuren optreden in een gebied 
rondom de 
momentennulpunten. In deze gebieden is het 	ontstaan van afschuiftrekscheuren bepalend 	voor de dwarskrachtweerstand. Dit faalme-	chanisme is toegelicht in [4]. In de nieuwe  
Eurocode wordt dit 
bezwijkmechanisme ove-
rigens enkel nog genoemd bij het hoofdstuk 
voor prefab-betonelementen (hoofdstuk 13, 
artikel 13.5.5). Dit terwijl, in tegenstelling tot de 	huidige Eurocode 2, in de nieuwe Eurocode 	de formule voor afschuifbuigbreuk (formule 	8.27) niet altijd meer een veilige ondergrens 	blijkt te zijn voor de dwarskrachtweerstand 	in de gebieden zonder buigscheuren. Hierop 	zal worden ingegaan in een van de volgende 	artikelen in deze serie.
Verificatie van de nieuwe  
dwarskrachtformules met  
behulp van experimentele data
Om de nauwkeurigheid van de dwars-
krachtweerstand bepaald met de nieuwe 
Eurocode te onderzoeken, is deze door de 
auteurs vergeleken met proefresultaten. 
Tabel 1?Gemiddelde en variatiecoëfficiënt van V
exp
 / V
EC2 
voor huidige en nieuwe Eurocode
V
exp
 / V
EC2
 voor EC2 huidig	V
exp
 / V
EC2
 voor nieuwe EC2
gemiddeld variatiecoëfficiënt gemiddeld variatiecoëfficiënt
1,34	27%	1,41	18%
Eurocode2 
CEMENT 8 2023 ?35
bepalen. De bepaalde weerstand is gemid-
deld iets lager dan bij de huidige Eurocode. 
Opgemerkt wordt dat bij doorsneden met 
een over de hoogte verlopende breedte, de 
dwarskrachtweerstand conservatiever 
wordt ingeschat doordat wordt uitgegaan 
van een minimale breedte b
w
. Dit conserva-
tisme zal niet aanwezig zal zijn bij massieve 
betonnen platen of liggers. 
In figuur 5 is V
exp
 / V
EC2
 uitgezet tegen a
cs
 / d, 
zowel voor de huidige als de nieuwe Eurocode. 
Hoewel verschillende factoren de oorzaak 
kunnen zijn van de spreiding in de berekende 
V
exp
 / V
EC2
, is toch een trend waar te nemen. 
Voor lage waarden van a
cs
 / d zijn de met de 
huidige Eurocode voorspelde dwarskracht-
weerstanden conservatief (V
EC2
 < V
exp
). Voor 
hoge waarden van a
cs
 / d overschat de huidige 
Eurocode de dwarskrachtweerstand regel-
matig fors (V
EC2
 < V
exp
). De nieuwe Eurocode 
voorspelt de dwarskrachtweerstand veel 
consistenter over het beschouwde bereik 
van a
cs
 / d en onderschat de dwarskracht-
weertand slechts in enkele gevallen. 
 
In figuur 6 is V
exp
 / V
EC2
 uitgezet tegen e
p
 / h, 
zowel voor de huidige als de nieuwe Eurocode. 
Ook hier is een trend waar te nemen. Voor 
hoge waarden van e
p
 / h (voor waarden van  
e
p
 / h tot ca. 0,30) zijn de met de huidige  
Eurocode voorspelde waarden conservatief 
(
V
EC2
 < V
exp
). Voor lage waarden van e
p
 / h kan 
de huidige Eurocode de dwarskrachtweer-
stand fors overschatten (V
EC2
 > V
exp
). De nieu-
we Eurocode voorspelt de dwarskrachtweer-
stand veel consistenter over het beschouwde 
ber
eik van e
p
 / h en onderschat de dwars-
krachtweertand slechts in enkele gevallen.
De consistentere voorspelling komt onder 
andere doordat, zoals ook aangegeven bij de 
uitleg van de modellen, het effect van een 
excentrische normaalkracht beter wordt 
meegenomen. 
De nieuwe  
Eurocode  
biedt ook een  
alternatieve, 
vereenvoudigde 
aanpak
5  V
exp
 / V
EC2
 voor de huidige (a) en nieuwe (b) EC2, uitgezet tegen a
cs
 / d, voor experimenten uit de ACI-DAfStb-dwarskracht database
5a
5b
Eurocode2 
36?CEMENT?8 2023
Conclusies
 De formule voor dwarskrachtweerstand  
in de nieuwe Eurocode is gebaseerd op de 
CSCT. Ondanks dat de CSCT is gebaseerd op 
proefstukken zonder normaalkracht, kon de 
formule op een consistente manier worden 
uitgebreid naar elementen onderworpen 
aan een normaaldrukkracht of een normaal-
trekkracht. Dit was mogelijk omdat de CSCT 
een fysische basis heeft.
 In de nieuwe Eurocode wordt op een fy-
sisch logische manier rekening gehouden 	met het gecombineerde effect van de nor-	maalkracht en het buigend moment (waar-	onder het effect van de excentriciteit van de 	normaalkracht) en de aanwezigheid van 	normaaldruk- of normaaltrekkrachten, 	door het effect van de aanwezige normaal-	kracht te relateren aan de rek in de langs-	wapening (de scheurwijdte). 
 Uit een vergelijking door de auteurs van de 
dwarskrachtweerstand volgens de nieuwe 
Eurocode met experimentele resultaten, 	blijkt dat de nieuwe Eurocode de dwars-	krachtweerstand van voorgespannen ele-	menten zonder dwarskrachtwapening veel 	consistenter kan bepalen dan de huidige 
Eurocode. Zeker voor hoge waarden van  
a
cs
 / d en lage waarden van e
p
 / h en wanneer 
een normaaltrekkracht aanwezig is.
 Volgens de nieuwe Eurocode is, net als vol-
gens de huidige Eurocode, de dwarskracht-	weerstand hoger bij de aanwezigheid van een 	normaaldrukkracht. Bij doorsneden met een 	groot buigend moment kan de verhoging 	echter significant lager zijn dan volgens de 	huidige Eurocode. Ook bij doorsneden waar-	bij de excentriciteit van het voorspanstaal 	klein is kan deze bijdrage significant lager 	zijn dan volgens de huidige Eurocode. Wan-	neer voorspanstaal in de UGT-situatie aan 	de drukzijde van het element ligt, is de  	invloed op de dwarskrachtcapaciteit zelfs  	verwaarloosbaar.
? 
LITERATUUR
1?Yang, Y., Roosen, M., Dwarskracht-
weerstand gebaseerd op scheurwijdte (I). 
Cement 2023/1. 
2?Hedman, O., Losberg, A., Design of 
concrete structures with regard to 
shear forces, CEB Bulletin d'Information 
No. 126, pp. 184-209, 1978.
3?Muttoni, A., et al., Background 
document to subsections 8.2.1 and 
8.2.2: Shear in members without shear 
reinforcement. Document for FprEN 
1992?1?1, CEN/TC 250/SC 2 N2087, pp. 
298-310. 2021.
4?Roosen, M., Yang, Y., 
Dwarskrachtweerstand in gebieden 
zonder buigscheuren (I). Cement 2021/7. 
5?Reineck, K.-H., D.A. Kuchma, and B. 
Fitik, Erweiterte Datenbanken zur 
U?berpru?fung der Querkraftbemessung 
fu?r Konstruktionsbetonbauteile mit und 
ohne Bu?gel. Deutscher Ausschuss fu?r 
Stahlbeton 597, 2012.
6b
6a
6  V
exp
 / V
EC2
 voor de huidige (a) en nieuwe EC2 (b), uitgezet tegen voor e
p
 / h, voor experimenten uit  
de ACI-DAfStb-dwarskracht database
Eurocode2 
CEMENT 8 2023 ?37                  
                 
              
    
    
Reacties