De windbelasting op gevelsystemen wordt mede bepaald door de detaillering van het gevelsysteem. Wanneer de gevel bestaat uit een meerlaagse constructie met een luchtdicht binnenblad, een spouw en open voegen in de buitenste laag, kan drukvereffening optreden. De mate van drukvereffening heeft consequenties voor de belasting op het buitenblad. In een vier jaar durend onderzoek, onder meer uitgevoerd bij de woontoren New Orleans in Rotterdam, wordt nieuwe kennis opgedaan op dit gebied. De onderzoeksopzet is belicht in het eerste artikel in deze reeks. In dit tweede artikel wordt ingegaan op de resultaten van een volleschaalmeting. Auteurs:ir. Carine Van Bentum, dr. Ivo Kalkman (TNO)prof.dr.ir. Chris Geurts (TNO / TU Eindhoven, fac. Bouwkunde)              
                
             
                              
                                          
                         
                       
                                      
                      56
Drukvereffening 
beter begrepen (2)	
1	
Resultaten volleschaalmeting woontoren New Orleans in Rotterdam
drukvereening beter begrepen (2)	8 2013
57	
spouw
extern
meetkastje
anemometer
HaskoningDHV, Blitta, Centrum Natuursteen, Kenniscentrum 
Gevelbouw en Vesteda. Het onderzoek kent een aantal stappen. 
Als eerste is op basis van windtunnelmetingen aan een simpele 
geometrie (een kubus) en numerieke berekeningen een (semi-
empirisch) model afgeleid waarmee de drukken in een 
luchtspouw kunnen worden bepaald. De metingen zijn 
gebruikt om dit model te valideren, en de gevoeligheid voor 
ontwerpparameters te bepalen als spouwdiepte en grootte van 
de openingen. Daarnaast zijn metingen uitgevoerd op volle 
schaal aan een gevelsysteem, waarmee de resultaten van het 
rekenmodel zullen worden vergeleken. Dit artikel gaat in op de 
resultaten van de volleschaalmeting.
Volleschaalmeting
Het gebouw New Orleans is vanwege de toegepaste gevelbekle-
ding, de vorm, hoogte en ligging zeer geschikt om drukmetin-
gen op volle schaal uit te voeren (foto 1). Het 158 m hoge 
gebouw is gelegen op de landtong van de Kop van Zuid in 
Rotterdam. De gevel is uitgevoerd met natuurstenen platen met 
een voegopening van 8 mm en een spouwdiepte van 20 mm. 
Op de 35e verdieping, op ongeveer 120 m hoogte, zijn druksen-
soren aangebracht, verspreid over de omtrek van het gebouw, 	
De mate van drukvereffening hangt af van vele parameters, 
onder andere diepte van de spouw, grootte van de voegen en 
compartimentering van de spouw. De huidige norm voor 
windbelastingen NEN-EN 1991-1-4 geeft geen precieze 
ontwerpgetallen, en houdt geen rekening met deze parameters 
[1]. Er zijn uitsluitend vuistregels opgenomen, zonder norma-
tief karakter. In de Nederlandse Nationale Bijlage is de drukver-
effeningscoëfficiënt gedefinieerd, waarmee het drukverschil 
over een permeabele gevelbekleding of dakbedekking kan 
worden bepaald. Toepassing van deze factor kan leiden tot 
lagere belastingen waarmee minder materiaal nodig is voor 
verankeringen. Voor dakbedekkingen zijn waarden gegeven, 
maar voor gevelsystemen ontbreken deze vooralsnog. Binnen 
de gevelsector is er behoefte aan praktische rekenmodellen om 
de nettowindbelasting op het buitenblad te kunnen voorspel-
len. Om dergelijke modellen te kunnen opstellen, is een beter 
begrip van drukvereffening noodzakelijk.
Onderzoek
TNO is een onderzoek gestart om deze rekenmodellen voor de 
windbelasting op drukvereffenende gevels op te stellen. Dit 
onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Royal 
De windbelasting op gevelsystemen wordt mede 
bepaald door de detaillering van het gevelsysteem. 
Wanneer de gevel bestaat uit een meerlaagse 
constructie met een luchtdicht binnenblad, een 
spouw en open voegen in de buitenste laag, kan 
drukvereffening optreden. De mate van drukveref-
fening heeft consequenties voor de belasting op het 
buitenblad. In een vier jaar durend onderzoek, onder 
meer uitgevoerd bij de woontoren New Orleans in 
Rotterdam, wordt nieuwe kennis opgedaan op dit 
gebied. De onderzoeksopzet is belicht in het eerste 
artikel in deze reeks. In dit tweede artikel wordt inge -
gaan op de resultaten van een volleschaalmeting.
ir. c arine  van Bentum,  
dr. i vo k alkman
TNO
prof.dr.ir. chris g eurts
TNO / TU Eindhoven,  
fac. Bouwkunde	1  New Orleans op de Kop van Zuidfoto 1 en 6: Tom Kroeze2 Plattegrond van de 35e verdieping met meetpunten
Artikel over onderzoeksopzet
In het artikel 'Drukvereffening beter begrepen (1)' 
uit Cement 2013/5 is ingegaan op het doel en 
opzet van de volleschaalmeting aan de New Orleans-toren in 
Rotterdam. Dit artikel is te raadplegen op www.cementonline.nl.	
2
drukvereening beter begrepen (2)	8 2013
58	
 	
noordwest
windrichting 240°
zuidoost extern
spouw
extern-spouw
tijd [s]
positie
0
AB CD
10
2030 40 506070 80
200
100
0
-100
-200
-300
-400
1
0.9
0.8
0.7
0.6
0.5
0.4
0.3
0.2
0.1 0	
zuidwest
noordoost
B
A C
D	
druk [Pa]	
Ceq	
3  Definitie van geveldelen, meetpunten en geanalyseerde windrichting
4  Tijdseries van de gemeten drukken voor zijde B-C
5  Meetresultaten voor drukvereffeningscoëfficiënten
6  Top van de 158 m hoge New Orleans toren
Drukvereffeningscoëfficiënten
Het is van belang te weten wat de maximale drukverschillen 
zijn die optreden tijdens de levensduur van de gevel, omdat die 
uiteindelijk bepalend zijn voor het constructieve ontwerp. Dit 
maximale drukverschil zal niet voorkomen tijdens een wille-
keurige meting. Deze wordt bepaald door de extreme stuw-
druk, gegeven in de norm, en drukcoëfficiënten. In het alge-
meen kan worden aangenomen dat deze drukcoëfficiënten niet 
afhankelijk zijn van de windsnelheid, en dat de coëfficiënten 
die bij minder extreme wind worden bepaald ook zijn toe te 
passen bij de ontwerpwindsnelheden. Het voordeel van deze 
aanpak is ook dat voor één windrichting de metingen van 
verschillende snelheden kunnen worden samengevoegd. Dit 
levert per windrichting meer data op. Aan de hand van een 
extremewaardenanalyse kunnen dan de maximale en minimale 
drukcoëfficiënt worden bepaald die tijdens de levensduur van 
de gevel kunnen optreden, de zogenaamde piekwaarden. Door 
deze piekwaarden van de drukcoëfficiënten te combineren met 
de stuwdruk, worden de in rekening te brengen belastingen 
gevonden.
Form ules  1 , 2  en  3: 
Fomul e 4: 
 
Cp,e(x, t) = 
p	wind	 (x, t)
v2	1
2	
Ceq = C	p	
Cp,e	
Cp,s(x, t) =  p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Cp(x, t) = C	p,e(x, t) - C	p,s(x, t)
	
F orm ules  1 , 2  en  3: 
Fomul e 4: 
 
Cp,e(x, t) = 
p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Ceq =  C	p	
Cp,e	
Cp,s(x, t) =  p	wind	 (x, t)
v2	1
2	
Cp(x, t) = C	p,e(x, t) - C	p,s(x, t)
	
F orm ules  1 , 2  en  3: 
Fomul e 4: 
 
Cp,e(x, t) = 
p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Ceq =  C	p	
Cp,e	
Cp,s(x, t) =  p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Cp(x, t) = C	p,e(x, t) - C	p,s(x, t	)
	
Waarin:
C
p,e(x,t)     is de gemeten externe drukcoëfficiënt als functie  
                    van de plaats x en de tijd t
C
p,s(x,t)     is de gemeten drukcoëfficiënt in de spouw als  
                    functie van de plaats x en de tijd t
?C
p(x,t)    is de gemeten verschildrukcoëfficiënt van het buiten 
    blad als functie van de plaats x en de tijd t
zowel in de spouw als aan de buitenzijde van de gevelbeplating 
(fig. 2). Een windmeter op het dak van het gebouw registreert 
de referentiewindsnelheid en -windrichting.	
Winddrukken
De volleschaalmeting heeft als doel inzicht te verkrijgen in de 
drukverschillen die in de praktijk optreden over het buitenblad. 
Om te illustreren wat er gebeurt, wordt een gemeten tijdserie 
van de drukken getoond. Deze tijdserie is gemeten tijdens de 
recente storm op 28 oktober 2013 en deze reeks is gemeten bij 
een windrichting van 240° (zuidwestenwind). Dit is een 
aanstroming net niet loodrecht op een van de gevels (15° 
gedraaid). Bij deze aanstroomrichting wordt de hoogste zuiging 
op de zijgevel gevonden. In figuur 3 zijn de hier beschouwde 
geveldelen en windrichting weergegeven. In figuur 4 staan de 
winddrukken voor zijde B-C. Zijde B-C ligt aan de zijkant van 
het gebouw. Doordat de stroming loslaat op hoek B, ontstaan 
hoge onderdrukken op zijde B-C. De spouwstroming volgt de 
externe stroming in grote lijnen goed, waardoor het drukver
-
schil over de gevel rondom de waarde nul fluctueert.
3
4	
5
drukvereening beter begrepen (2)	8 2013
59	
andere op onderdruk wordt belast (zijden A en B). Aangezien 
alle coëfficiënten kleiner zijn dan 1 betekent dit dat bij deze 
windrichting de belasting op het buitenblad kleiner is dan de 
externe druk.
Conclusies
De volleschaalmetingen geven inzicht in het effect van drukveref-
fening dat optreedt bij deze gevel. Voor de beschouwde windrich-
ting worden drukvereffeningscoëfficiënten gevonden die variëren 
tussen 0,1 en 0,7. Op basis van deze ene windrichting kunnen 
geen generieke uitspraken worden gedaan. Om tot ontwerpregels 
te komen, zullen meerdere windrichtingen moeten worden 
beschouwd. Bovendien betreft het een specifieke vorm in een 
specifieke situatie, waardoor deze meting vooral geschikt is om te 
vergelijken met modelonderzoek. De volleschaalmeting zal 
worden gebruikt om dit model verder te ontwikkelen.
Met het model voor drukvereffening dat nu in ontwikkeling is, 
zal de drukvereffening bij andere gebouwvormen en andere 
gevelsystemen worden onderzocht [3]. In een volgend artikel 
wordt nader ingegaan op dit model.  	
?
?	
 literatuur
1  Europese Commissie voor Normalisatie, Eurocode 1: Actions on struc-
tures ? Part 1-4: General actions ? Wind actions. EN 1991-1-4. NEN, 
2005.
2  Graaf, S., de, Geurts, C., Kalkman, I., Bentum, C., van, Drukvereffening 
beter begrepen (1). Cement 5/2013.
3  Geurts, C., Kalkman, I., Bentum, C., van, Towards a better understan-
ding of pressure equalization, Proceedings of the Seventh Internatio -
nal Colloquium on Bluff Body Aerodynamics and Applications 
(BBAA7). Shanghai, China, 2-6 September 2012.	
pwind	(x,t) is de door wind veroorzaakte druk. Deze is gelijk aan    
                een totale druk p	
tot(x,t) minus een referentiedruk    
                p	
ref(t).   
                De drukmetingen worden uitgevoerd met verschil  
                drukopnemers die direct dit verschil meten
?    is de soortelijke massa van lucht
v    is een referentiewindsnelheid gemeten op de wind  
                mast
De drukvereffeningscoëfficiënt is gedefinieerd als de verhou -
ding tussen de piek-verschildruk en de piek-externe druk:	
F orm ules  1 , 2  en  3: 
Fomul e 4: 
 
Cp,e(x, t) = 
p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Ceq =  C	p	
Cp,e	
Cp,s(x, t) =  p	wind	 (x, t)
v
2
1
2	
Cp(x, t) = C	p,e(x, t) - C	p,s(x, t)	
	
Waarin:
C
eq    is de drukvereffeningscoëfficiënt
??
p    is de piekwaarde van de verschildrukcoëfficiënt over   
                het buitenblad
?
p,e    is de piekwaarde van de externe drukcoëfficiënt
In figuur 5 zijn de drukvereffeningscoëfficiënten te zien voor 
drie van de vier gevels (windzijde, zijkant, lijzijde) voor de 
windrichting van 240°. Naast zijde B-C zijn nu ook zijden A-B 
en C-D te zien. Zijde A-B van het gebouw ligt aan de windzijde 
van het gebouw en daar zijn dus overdrukken te vinden. Zijde 
C-D bevindt zich in het zog van de stroming en heeft dus 
onderdruk.
Uit figuur 5 valt op te maken dat de drukvereffeningscoëffici-
e nt aan de windzijde (overdrukzijde) wat lager is dan die aan 
de zijkant en aan de lijzijde (beide onderdrukzijden) van het 
gebouw. Dit betekent dat de vereffening aan de zijde waar over -
druk heerst effectiever is dan aan de zijden met onderdruk. 
Verder valt op dat minder drukvereffening plaatsvindt in de 
buurt van gebouwhoeken waar een zijde op overdruk en de 	
6
drukvereening beter begrepen (2)	8 2013                  
                 
                              
Reacties