In 2009 verscheen in Cement het artikel Duurzaam Construeren [1], met daarin de vijf principes van Duurzaam Construeren. De afgelopen tien jaar is er op dit vlak veel kennis opgedaan. We kunnen Duurzaam Construeren nu rekenkundig onderbouwen met behulp van bijvoorbeeld een MPG-berekening. Door meer gebruik te maken van deze rekenmethodieken ontstaat er bij constructeurs het 'Fingerspitzengefühl' voor Duurzaam Construeren. Neemt niet weg dat je als constructeur nog steeds met slimmere, soms onorthodoxe, oplossingen moet komen voor echt duurzame gebouwen.
Duurzaam
Construeren,
10 jaar later
Terugblik en geleerde lessen voor de toekomst
1 Bij het ontwerp van het appartementencomplex aan het Rachmaninoffplantsoen in Utrecht
vormde het oude casco van het stadskantoor het uitgangspunt
IR. PIM PETERS RO
directeur/raadgevend ingenieur
IR. REMKO
WILTJER RO
directeur/raadgevend ingenieur
IR. MARIJN LANDMAN
constructeur
ING. BART SILVIUS BIM Modelleur
IMd Raadgevende Ingenieursauteurs
1
42? CEMENT
1 2020
De constructeur speelt een be-
langrijke rol bij het verminderen
van primaire grondstoffen voor
de gebouwde omgeving.
Circa 60%
van het gebouwgewicht bestaat uit de hoofd -
draagconstructie. Daardoor moet de con -
structeur niet alleen afwegingen maken op
het gebied van zwaartekracht, vormgeving
en kosten, maar ook over de milieulast. Sinds het Bouwbesluit 2012 vormt de
MPG-berekening (Milieuprestatie Gebouwen
en GWW-werken) een vast onderdeel van de
bouwvergunning voor nieuwbouw van kan -
toor- en woongebouwen met een bruto
vloeroppervlak groter dan 100 m². De
MPG-berekening is momenteel in beheer
van Stichting Bouwkwaliteit. Deze stichting
beheert tevens de geharmoniseerde natio-
nale rekenregels en de Nationale Milieu
Database van de MPG-berekening (zie kader
'Systematiek'). Sinds 1 januari 2018 geldt
volgens het Bouwbesluit een maximum
grenswaarde voor de MPG van 1,0, ofwel: de
schaduwkosten volgens de MPG-berekening
mogen maximaal ? 1 per m² per jaar bedra -
gen. Deze eis is nu nog makkelijk te halen
voor nieuwbouw, maar het aanscherpen van de eis wordt al onderzocht door een klank
-
bordgroep onder leiding van Stichting
Bouwkwaliteit. Het bouwbesluit gaat in de
toekomst zeker helpen bij het maken van
afwegingen op basis van de milieulast van
het gebouw en daarmee ook de hoofddraag -
constructie. De constructeur kan met de MPG-
berekening de vijf principes van Duurzaam
Construeren rekenkundig onderbouwen.
Door de komst van de MPG zijn de vijf prin -
cipes opnieuw tegen het licht gehouden en
op basis van de geleerde lessen zijn ze enigs-
zins aangepast. Deze lessen vormen inmid -
dels lesstof in de cursus 'Duurzame beton -
constructies' van de Betonvereniging.
De huidige visie op de vijf principes worden
hieronder achtereenvolgens beschreven.
1. Verleng de levensduur van
gebouwen/draagconstructies
Het hergebruiken van een gebouw/draag -
constructie is, na het weigeren nieuwe ma -
terialen toe te passen, de hoogste stap op de
ladder van circulair bouwen. Uit ervaring en
diverse afstudeeronderzoeken blijkt dat
In 2009 verscheen in Cement het artikel Duurzaam
Construeren [1], met daarin de vijf principes van Duurzaam Construeren. De afgelopen tien jaar is er op dit vlak veel
kennis opgedaan. We kunnen Duurzaam Construeren nu rekenkundig onderbouwen met behulp van bijvoorbeeld
een MPGberekening. Door meer gebruik te maken van
deze rekenmethodieken ontstaat er bij constructeurs
het 'Fingerspitzengefühl' voor Duurzaam Construeren.
Neemt niet weg dat je als constructeur nog steeds met
slimmere, soms onorthodoxe, oplossingen moet komen
voor echt duurzame gebouwen.
PRINCIPES DUURZAAM
CONSTRUEREN 2009 VERSUS 2019
2009
1 Verleng de levensduur van gebouwen.
2 Beperk het materiaalgebruik.
3 Gebruik duurzame materialen.
4 Houd rekening met de milieu-impact
van (bouw)logistiek en transport.
5 Gebruik de constructie voor meer dan
alleen 'dragen'.
2019
1 Verleng de levensduur van gebouwen/
draagconstructies.
2 Beperk het materiaalgebruik.
3 Gebruik duurzame materialen.
4 Houd rekening met de milieu-impact
van (bouw)logistiek en transport.
5 Ontwerp de constructie voor
circulaire inzet in de toekomst.
CEMENT 1 2020 ?43
een gebouwcasco dat gedurende de gebruiks-
fase verschillende functies kan faciliteren
hiervoor het meest geschikt is.Met het Landman Model [2] (zie kader
volgende pagina) en de Bepaling ESL-factor
van Frank Tool [3] kan worden nagegaan in
hoeverre de constructieve randvoorwaar-
den van een gebouw bijdragen aan de kans
tot hergebruik. Wanneer men deze kans
omzet naar een verwachte levensduur is het
mogelijk dat deze hoger uitkomt dan de
default levensduur waar in de MPG-bereke-
ning mee gerekend wordt. Door in het ont-
werp van een gebouw de juiste constructieve
randvoorwaarden op te nemen kunnen we
de levensduur verlengen. De milieulast
wordt direct verkleind doordat deze over
meerdere jaren uitgespreid wordt. Dat hergebruik mogelijk is, hebben de
betonnen casco's van de jaren 60 ruim -
schoots bewezen. Veel leegstaande binnen -
stedelijke kantoren zijn grotendeels getrans-
formeerd naar hippe lofts of appartementen
(foto 1 en 4). De vraag is echter hoe we bij nieuwbouw de kans op hergebruik kunnen
vergroten. Een aanpasbare draagconstruc-
tie is afhankelijk van de investering die de
opdrachtgever wil doen. De constructeur
kan hier een grote rol in spelen. Door ge-
bruik te maken van een MPG-berekening in
combinatie met een levensduurverwachting
voor de variantenstudies zorgt hij ervoor dat
de opdrachtgever een weloverwogen keuze
kan maken.
2. Beperk het materiaalgebruik en
3. Gebruik duurzame materialen
Het zit in de natuurlijke aard van de con
-
structeur om materiaalgebruik voor de
hoofddraagconstructie te beperken. Im -
mers, je wilt als constructeur niet bekend
staan om het overdimensioneren van het
ontwerp, wanneer een constructie kan wor-
den gerealiseerd met kleinere dimensies
(lees minder materiaal). Bij de keuze van het
constructiemateriaal wordt echter vaak niet
lang stil gestaan. Veelal gaat men uit van er-
varingen uit het verleden, terwijl de invloed
2 Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken
3 De 11 milieucategorieën van emissies en grondstoffen waar in Europa een milieuweging aan wordt gegeven
SYSTEMATIEK
De geharmoniseerde rekenregels van
de MPG zijn ondergebracht in de
Bepalingsmethode 'Milieuprestatie
Gebouwen en GWW-werken' (fig. 2).
In de MPG-berekening wordt voor elk
product in het object de toegepaste
hoeveelheid materiaal in kilo's inge-
voerd. De uitkomst van de bereke-
ning is een prijs per vierkante meter
bruto vloeroppervlak die per jaar
moet worden betaald om de milieu-
schade van het object ongedaan te
maken.
Ten grondslag aan de berekening
liggen elf milieueffectcategorieën die
een verschillende prijs per kilo waard
zijn (fig. 3). Deze waardes worden
meegenomen in de LCA-berekening
van de producten waaruit het object
bestaat. Deze data is opgenomen in
de Nationale Milieu Database. Hierin
zijn de producten ingedeeld in drie
categorieën: getoetste merkgebonden
data, getoetste merkongebonden
data en niet-getoetste merkon-
gebonden data.
De constructeur
moet niet alleen
afwegingen
maken op het
gebied van
zwaartekracht,
vormgeving
en kosten,
maar ook over
de milieulast
2
3
44? CEMENT 1 2020
op de milieulast van deze keuze juist erg
groot kan zijn. Tegenwoordig kan deze in-
vloed met behulp van de MPG-berekening
worden bepaald en moet van de construc-
teur worden verwacht dat deze in de materi -
aalkeuze wordt meegenomen. Variantenstudies worden gemaakt op
basis van ontwerpberekeningen waarmee
de dimensies van het constructieve ontwerp
worden vastgelegd. Deze dimensies vormen
de input voor de diverse software program -
ma's van een MPG-berekening (GPR Gebouw,
MPGCalc, MRPI MPG-software, One Click
LCA en DuboCalc). Bij het vergelijken van de
milieulast van de varianten is het van belang
om rekening te houden met de Functionele
Eenheid en deze eenduidig te definiëren.
Een betonnen casco bestaande uit wanden
heeft naast een dragende ook een woning -
scheidende functie. Er ontstaat een scheve
vergelijking als deze bijvoorbeeld tegenover
een constructie van betonnen kolommen en
balken gezet wordt zonder de niet-dragende
woningscheidende wanden hierin mee te
nemen. Hoewel we in de ontwerpfase bij voor-
keur nog niet productgebonden materialen
toe willen passen vanwege een ongunstige
'marktwerking', is dit wel interessant voor
het reduceren van de milieulast. De duur-
zaam bewuste leveranciers worden ermee beloond en het kan een vliegwiel zijn voor de
gehele branche om milieubewuster om te
gaan met hun productie en hierin eventueel
secundaire grondstoffen toe te passen (foto 5).
4. Houd rekening met de milieu-
impact van (bouw)logistiek en
transport
De huidige stikstofproblematiek benadrukt
nog eens de milieu-impact van (bouw)logis-
tiek en transport. Bij het bepalen van de
stikstofdepositie in de bouw, wordt er inge-
zoomd op activiteiten en transport op een
specifieke bouwlocatie. In de MPG-bereke-
ning wordt dit nog generiek beoordeeld door
middel van standaardwaarden en -trans-
portafstanden. Het is daarom lastig de
milieu-impact inzichtelijk te maken.
De keuze van de materialisatie van
de hoofddraagconstructie heeft een directe
invloed op de bouwmethodiek. Ook de
massa en grootte van de constructieve
elementen zijn maatgevend voor de (bouw)
logistiek en het transport. Daarom is de
invloed van de constructeur op dit aspect
belangrijk en zeker in het beginstadium van
een ontwerpproces kan hier al rekening
mee worden gehouden. Een logisch alternatief is het beperken
van de milieu-impact door te onderzoeken
wat de mogelijkheden zijn in de omge-
LANDMAN MODEL
In het afstudeeronderzoek van
Landman zijn twee groepen met ieder
10 gesloopte en 20 getransformeerde
gebouwen geanalyseerd op 62 para-
meters/vragen. Hieruit kwam naar voren
dat 14 parameters een significante
invloed hebben op het verlengen van
de levensduur. Deze zijn gebundeld in
een quick scan waarmee de kans
op een succesvolle transformatie van
een gebouw inzichtelijk wordt [2].
Deze parameters kunnen als volgt
worden omschreven:
? horizontale en verticale stramien-
maten;
? draagcapaciteit van de constructieve
vloeren;
? stabiliteitsprincipe;
? indeelbaarheid van de verdiepings-
vloeren;
? ontkoppelbaarheid van de niet-
dragende wanden;
? positie en aanpasbaarheid van de
ontsluiting per vloer;
? aanpasbaarheid van de gevel;
? ontkoppelbaarheid van de installaties;
? horizontale uitbreidingsmogelijkheden
van de installaties.
4 Bij de bouw van de nieuwe appartementen aan het Rachmaninoffplantsoen is zoveel mogelijk van het voormalig
stadskantoor hergebruikt 5 Proefstuk van geopolymeerbeton uit het afstudeeronderzoek van Silke Prinsse [5] CEMENT 1 2020 ?45
4 5
ving van de bouwlocatie, bijvoorbeeld het
gebruik van lokale (product)leveranciers,
grondstoffen en materialen. Het hergebrui -
ken van constructieve elementen op de
bouwlocatie of een te slopen gebouw in de
omgeving gaat hierin nog een stap verder.
Wanneer deze mogelijkheden vroeg in het
ontwerpstadium worden onderzocht, kun -
nen deze nog volledig worden geïntegreerd
in het ontwerp (foto 6 en fig. 7). In de toekomst wordt het hergebrui -
ken van constructieve elementen steeds
belangrijker met remontabel bouwen. Hier-
bij worden gedurende de levensduur hoofd -
draagconstructies meerdere malen in en uit
elkaar gehaald en moeten de constructieve
elementen worden vervoerd. Het is dan ook
de vraag welke consequenties dit met zich
meebrengt voor de milieulast van de hoofd -draagconstructie, zowel nu als in de
toekomst.
5. Ontwerp de constructie voor
circulaire inzet in de toekomst
Het bouwen en slopen van een gebouw ver-
oorzaakt een net zo grote milieulast als de
gebruiksfase. Voor circulair bouwen is het
daarom van belang om op alle fronten actie
te ondernemen. Aan de ene kant moet er
worden ingespeeld op het recyclen van de
elementen en materialen op een hoogwaar-
dig niveau. Aan de andere kant moet men
rekening houden met de technische levens-
duur van de verschillende lagen.
Het principe 'Gebruik de constructie
voor meer dan alleen dragen' kan in sommi -
ge gevallen lijnrecht tegenover de circulaire
gedachte staan waarmee we in deze tijd te Dat hergebruik
mogelijk is,
hebben de
betonnen
casco's van
de jaren 60
ruimschoots
bewezen
6 & 7 De Bunker Toren; een ontwerp van Powerhouse Company in opdracht van RED Company
waarin De Bunker de fundering vormt voor de 100 m hoge toren met betonnen draagstructuur
6 7
46? CEMENT 1 2020
maken hebben. De integratie van de hoofd-
draagconstructie met installaties en bouw -
kundige elementen moet bijvoorbeeld
demontabel zijn vanwege het verschil in
technische levensduur van de verschillende
lagen (fig. 8). Dit is tevens een vereiste wan -
neer het gebouw als materialendepot wordt
gezien waaruit men later kan oogsten voor
een nieuw te bouwen project. De ontwikke-
ling van het materialenpaspoort (Madaster)
gaat dit in de toekomst technisch mogelijk
maken.
Vooruitblikken op 2050
Terugkijkend naar het afgelopen decennium
heeft er een enorme ontwikkeling voor
Duurzaam Construeren plaatsgevonden,
mede dankzij de MPG-berekening. Om aan
te sluiten op het Rijksbrede programma
Nederland Circulair in 2050 zullen de eisen
van de MPG-berekening verder worden aan -
gescherpt, zodat deze volledig inzichtelijk
zijn en marktbreed worden gedragen in
2030. Het bewustzijn van de invloed van de
constructeur hierin moet nog verder worden
vergroot door deze te gebruiken als reken -
kundige onderbouwing van Duurzaam
Construeren. De afstudeerder Stephan Backx is
aan de TU Delft bezig met de volgende stap
door een ontwerptool te ontwikkelen waarin
verschillende varianten vergeleken kunnen
worden op basis van onder andere de
milieulast, de levensduur van de hoofddraag -
constructie en de impact van remontabel
bouwen. Het materialenpaspoort is inmiddels
een breed gedragen concept dat ervoor gaat
LITERATUUR
1?Peters, P., Wiltjer, R. (2009). Duurzaam construeren.
Cement 2009/3.
2?Landman, M. (2016). Technical Building Properties
with the Probability of Elongating the Functional
Service Life (masterscriptie). Eindhoven: Technische
Universiteit Eindhoven.
3?Tool, F.T. (2010). Ontwerptool voor de beoordeling
van constructieve alternatieven op duurzaamheid
(masterscriptie). Delft: Technische Universiteit Delft.
4?Brand, S. (1994). How buildings learn: what happens
afther they're built. New York: Penguin Books.
5?Prinsse, S. (2017). Alkali-activated concrete:
development of material properties (strength and
stiffness) and flexural behaviour of reinforced beams
over time (masterscriptie). Delft: Technische
Universiteit Delft.
zorgen dat er geen afval meer bestaat. In
diezelfde lijn ligt de ontwikkeling van het
constructiepaspoort van IMd in samenwer-
king met Madaster. Het doel van dit pas-
poort is het vastleggen van de constructieve
gegevens van de hoofddraagconstructie van
objecten. Het rekenkundig onderbouwen
van het hergebruiken van (delen van) deze
objecten wordt met dit paspoort in de hand
gemakkelijker voor de constructeur. Beide
ontwikkelingen zijn mooie voornemens voor
een milieubewuster 2020!
8
8 De verschillende lagen van een gebouw en het onderlinge verschil in technische levensduur uit
het boek How Buildings Learn Steward Brand [4] CEMENT 1 2020 ?47
Reacties