In november 2021 werden Mathew Vola (Arup) en Joris Hesselink (BAM) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. Deze jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs. In een serie columns, die Cement in samenwerking met VNconstructeurs publiceert, geven beiden hun visie op een aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In deze vierde aflevering is het de beurt aan Joris Hesselink.
CEMENT 5 2022 ?15
Steeds vaker komt het bouwbedrijf al in een
vroeg stadium in het ontwerpproces aan tafel
om specialistische uitvoeringskennis in te
brengen.
Voor wat betreft de keuze voor de bouw-
methode van de ruwbouw geldt: zoveel bouwbedrij-
ven, zoveel wensen en methoden. Laat vijf verschil-
lende bouwbedrijven een plan maken en je krijgt vijf
verschillende plannen. Allemaal onder het motto van
de ideale uitvoerbaarheid van het project. Zelfs binnen
een bouwbedrijf verschilt de visie over het construc -
tieprincipe en de gewenste bouwmethodiek. Er is
dan ook niet eenduidig één 'beste' bouwmethodiek.
Die is namelijk sterk afhankelijk van onder andere de
beschikbaarheid van bouwplaatspersoneel, de voor-
Constructeur van het Jaar In november 2021 werden Mathew Vola (Arup) en Joris Hesselink
(BAM) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectie-
velijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. Deze
jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs.
In een serie columns, die Cement in samenwerking met
VNconstructeurs publiceert, geven beiden hun visie op een
aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In
deze vierde aflevering is het de beurt aan Joris Hesselink.
Duurzaam uitgevoerd?
keuren van het bouwbedrijf en het projectteam, de
aanwezige kennis en ervaring, de aanwezigheid van
het beschikbare materieel en uiteraard de marktom-
standigheden. Ook duurzaamheid hoort in dat rijtje
thuis, maar het is pijnlijk duidelijk dat dit nog geen
prominent criterium is.
Waar vóór de Tweede Wereldoorlog een in het werk
gestorte betonconstructie de standaard was, nam
prefab beton na deze periode een grote vlucht. Dit
is te verklaren door de enorme en dringende be-
hoefte aan goedkope woningen in het naoorlogse
Europa en het tekort aan bouwmaterialen en ge-
schoolde arbeidskrachten. We zijn nu opnieuw be-
land in een periode van woning-, personeels- en
materiaaltekort. Zal dit ook nu, in combinatie met
de huidige excessieve prijsstijgingen, voor een revo-
lutie kunnen zorgen in materiaaltoepassingen en
bouwmethodieken?
"Het is pijnlijk duidelijk dat
duurzaamheid nog geen prominent criterium is"
constructeur van het jaar (2)
Talent van het Jaar
Joris Hesselink
IR. JORIS
HESSELINK PMSE
36 jaar
WERK
2011 ? 2016
BAM Advies & Engineering ?
Constructeur / Projectleider2016 ? 2022
BAM Advies & Engineering ? Adviseur
bouwmethodieken en constructie
2022 ? heden
BAM Advies & Engineering ? Adviseur &
Vakgroepleider
bouwmethodieken
OPLEIDING2003 ? 2007
Bachelor HBO Bouwkunde,
Constructief Ontwerpen
2007 ? 2011
Master TU Eindhoven, Uitvoeringstechniek 2011 ? 2015
MSEng Beton- en staalconstructeur
16? CEMENT 5 20 22
Staal is het in Nederland nooit gelukt om beton van
de troon te stoten en we zien nu een sterke opkomst
van hout als bouwmateriaal. Het is echter nog maar
zeer de vraag of het hout lukt om een grote speler te
worden. De toekomst zal het uitwijzen.
Initiatieven om nieuwe bouwwerken zo duurzaam
mogelijk te maken zijn er veel. Bij de ruwbouw richten
deze zich vaak op toepassing van nieuwe materialen
of op een 'vergroening' van bestaande materialen. Bij
dit laatste kan gedacht worden aan CO?- of cement -
vrij beton of hergebruikt staal. Dit is niet zo gek als je
bedenkt dat de cementindustrie goed is voor 7% van
de wereldwijde broeikasgasuitstoot en de staalindus-
trie voor 7%, waar de burgerluchtvaart in vergelijking
'slechts' 2,5% voor zijn rekening neemt. Als we andere
cijfers erbij pakken zien we dat de bouwsector meer
dan 50% van alle grondstoffen in Nederland verbruikt
en het meeste afval produceert van alle sectoren
(34%).
?????Dit laatste wordt in mijn optiek grotendeels ver-
oorzaakt door de versnippering van het bouwproces:
er zijn steeds meer schakels nodig die allemaal hun
eigen input leveren. Bijna iedereen op de bouw-
plaats komt voor één specifieke taak en vaak weet
men niet van elkaar waar de ander mee bezig is.
Vergelijk bouwen met het maken van een gigantische
legpuzzel. Door de jaren heen is de grootte van de
puzzel gelijk gebleven, maar zijn het aantal puzzel-
stukjes vele malen groter geworden.
Modulair bouwen met een geïndustrialiseerde bouw-
methodiek draagt bij aan het oplossen van het afval-
probleem, omdat deelproducten op maat kunnen
worden geproduceerd waardoor we naar een 'zero-
waste' bouwproces kunnen transformeren. Naast
het beperken van de hoeveelheid afval kan het logis-
tieke proces eromheen eenvoudig worden aangepakt,
want circa 30% van al het verkeer in de Nederlandse
steden is bouwgerelateerd. Volle vrachtwagens met
halffabricaten rijden het centrum in en vertrekken
leeg vanaf de bouwplaats, waar dit bij de afvalstro-
men precies andersom is: hier rijden de vrachtauto's
leeg de stad in en vertrekken ze vol. Als we alleen al
die transporten zouden combineren, kunnen we een
groot tonnage CO?-uitstoot reduceren. Hoewel CO?-
uitstoot in de nabije toekomst waarschijnlijk niet meer
het grootste probleem is, want het is een kwestie van
tijd voordat een crisis rond fijnstof, afkomstig van
bandenslijtage, losbarst.
foto 1 Bouwkeet met zonnepanelen
CEMENT 5 2022 ?17
Het verduurzamen van de bouwplaats en de realisa-
tiefase blijft gevoelsmatig nog enigszins achter bij de
ontwikkeling van duurzame bouwmaterialen. Uiter-
aard zijn we op de goede weg, want de eerste emissie-
vrije bouwplaatsen met elektrische funderings- en
asfaltmachines, sondeerwagens en walsen zijn al een
feit. Maar alleen een omslag naar elektrisch aange-
dreven materieel is onvoldoende. Het duurzaam of
emissievrij opwekken van deze energie is een vereiste.
Een aantal bouwketen liggen inmiddels al vol met
zonnepanelen (foto 1), maar bijvoorbeeld energieop-
wekkende bouwhekken zijn vrijwel onbekend en wor-
den alleen nog in pilotprojecten toegepast. Het is
overigens de vraag of hiermee voldoende vermogen
kan worden opgewekt, maar oplossingen zoals aggre-
gaten met brandstofcellen van waterstof of mieren-
zuur dienen zich aan.
Terwijl ik dit schrijf lig ik op een heerlijke zomerse dag
aan het Nederlandse strand. Aan de horizon reiken
de windmolens ver boven de zee uit, terwijl achter me
een aantal bouwkranen boven de stad uit torenen. Dit
brengt me op een idee. Wat als we de torenkranen
boven de giek voorzien van een extra draaikrans, de
toren nog net even iets hoger maken en er een turbine
met rotorbladen op monteren? Een windmolen op een
torenkraan (fig. 2). Een torenkraanmolen? Ongeremd
door enige kennis van windmolens, vergunningen,
procedures of andere bezwaren lijkt me dit een top
idee. Het accupakket kan dienen als contraballast.
Hoeven we ook geen betonnen blokken meer te ma-
ken! Twee vliegen in één klap. De bouwkraan kan
draaien op de door hemzelf opgewekte energie. Wind
als hefboom om een last te transporteren. Klinkt als
muziek in mijn duurzame oren.
Het is een kwestie van tijd voordat alle Nederlandse
bouwplaatsen emissievrij zijn. Dit vereist wel innovatie.
Zo lang we de bal gehakt op vrijdagmiddag voorlopig
maar niet vervangen voor een veganistische variant,
krijgen we de meeste bouwplaatsmedewerkers wel met
ons mee.?
"Het is een kwestie van tijd voordat alle
Nederlandse bouwplaatsen emissievrij zijn"
figuur 2 Kraan met
geïntegreerde windmolen
Curriculum vitae
ir. Joris Hesselink PMSE
36 jaar
Werk
2011 – 2016 BAM Advies & Engineering – Constructeur / projectleider
2016 – 2022 BAM Advies & Engineering – Adviseur bouwmethodieken en constructie
2022 – heden BAM Advies & Engineering – Adviseur & Vakgroepleider Bouwmethodieken
Opleiding
2003 – 2007 Bachelor HBO Bouwkunde, Constructief Ontwerpen
2007 – 2011 Master TU Eindhoven, Uitvoeringstechniek
2011 – 2015 MSEng Beton- en staalconstructeur
Steeds vaker komt het bouwbedrijf al in een vroeg stadium in het ontwerpproces aan tafel om specialistische uitvoeringskennis in te brengen. Voor wat betreft de keuze voor de bouwmethode van de ruwbouw geldt: zoveel bouwbedrijven, zoveel wensen en methoden. Laat vijf verschillende bouwbedrijven een plan maken en je krijgt vijf verschillende plannen. Allemaal onder het motto van de ideale uitvoerbaarheid van het project. Zelfs binnen een bouwbedrijf verschilt de visie over het constructieprincipe en de gewenste bouwmethodiek. Er is dan ook niet eenduidig één ‘beste’ bouwmethodiek. Die is namelijk sterk afhankelijk van onder andere de beschikbaarheid van bouwplaatspersoneel, de voorkeuren van het bouwbedrijf en het projectteam, de aanwezige kennis en ervaring, de aanwezigheid van het beschikbare materieel en uiteraard de marktomstandigheden. Ook duurzaamheid hoort in dat rijtje thuis, maar het is pijnlijk duidelijk dat dit nog geen prominent criterium is.
Waar vóór de Tweede Wereldoorlog een in het werk gestorte betonconstructie de standaard was, nam prefab beton na deze periode een grote vlucht. Dit is te verklaren door de enorme en dringende behoefte aan goedkope woningen in het naoorlogse Europa en het tekort aan bouwmaterialen en geschoolde arbeidskrachten. We zijn nu opnieuw beland in een periode van woning-, personeels- en materiaaltekort. Zal dit ook nu, in combinatie met de huidige excessieve prijsstijgingen, voor een revolutie kunnen zorgen in materiaaltoepassingen en bouwmethodieken?
Staal is het in Nederland nooit gelukt om beton van de troon te stoten en we zien nu een sterke opkomst van hout als bouwmateriaal. Het is echter nog maar zeer de vraag of het hout lukt om een grote speler te worden. De toekomst zal het uitwijzen.
Reacties