Een constructie is robuust als de gevolgen van een schade aan een constructie in verhouding staan tot de oorzaak van die schade. De eisen aan de robuustheid van een constructie zijn echter niet eenduidig. Dat levert de nodige discussie bij het ontwerpen en beoordelen op robuustheid. Er zijn enkele initiatieven om hier verandering in te brengen.
16
thema
Eisen aan
robuustheid
Regelgeving ten aanzien van robuustheid niet eenduidig; verandering op komst
thema
Eisen aan robuustheid 4 2015
17
1 Het kantoorgebouw TransPort op Schiphol heeft
een constructie met kolommen
Huidige eisen
Al langere tijd worden er eisen aan de robuustheid van bouw-
constructies gesteld. In het navolgende worden de eisen in de
TGB 1990, de huidige Eurocodes en het Bouwbesluit samengevat.
TGB 1990
In NEN 6700 [1] was gesteld dat bouwconstructies zo moeten
zijn ontworpen dat het bezwijken van een onderdeel van een
constructie niet tot onevenredig grote schade leidt. In de
ontwerppraktijk leidde dit ertoe dat constructies werden
getoetst op de effecten van de in NEN 6702 [2] beschreven
bijzondere belastingen zoals aanrijd- en explosiebelastingen.
Het gedrag van de constructie moest hierbij zo zijn dat de
schade beperkt bleef tot het primair belaste constructiedeel zelf
en die delen die daar direct op aansluiten.
Discussie o.a. in Stufib
Over deze benaderingswijze is aan het begin van het vorige
decennium, onder andere binnen Stufib studiecel 2, uitgebreid
gediscussieerd tussen ontwerpende en toetsende constructeurs.
De centrale vraag hierbij was of de schade aan een constructie
ook beperkt moest blijven indien aangenomen werd dat een
constructieonderdeel dat niet direct werd belast door een voor -
geschreven bijzondere belasting, toch zou bezwijken. In deze
discussie werd een gemeenschappelijk standpunt gevonden na het
beschikbaar komen van een ontwerpversie van EN 1991-1-7 [3],
een deel van de Eurocode 1-serie. In die norm wordt voor het
beschouwen van het gedrag van de constructie in een bijzon-
dere ofwel buitengewone situatie onderscheid gemaakt tussen
constructies waarbij de gevolgen van het bezwijken van een
element groot zijn en die waarbij deze gevolgen minder groot
zijn. De bevindingen van de Stufib-studiecel zijn beschreven in
Stufib rapport 8 [4].
Huidige Eurocodes
Sinds 2012 worden de Eurocodes voorgeschreven in het Bouwbe-
sluit [5]. In NEN-EN 1990 [6], ook wel aangeduid als Eurocode 0,
is gesteld dat een constructie zodanig moet zijn ontworpen en
uitgevoerd, dat in een buitengewone situatie zoals bij een explosie,
1
prof.ir. Simon Wijte
Adviesbureau Hageman / TU Eindhoven
Inventarisatie
Adviesbureau Hageman heeft in opdracht van NEN een inven-
tarisatie uitgevoerd van de huidige eisen aan robuustheid in
binnen- en buitenland. Deze inventarisatie wordt gebruikt bij
verdere initiatieven om robuustheid beter verankerd te krijgen
in de Nederlandse regelgeving.
Een constructie is robuust als de gevolgen van een
schade aan een constructie in verhouding staan tot de
oorzaak van die schade. De eisen aan de robuustheid
van een constructie zijn echter niet eenduidig. Dat levert
de nodige discussie bij het ontwerpen en beoordelen op
robuustheid. Er zijn enkele initiatieven om hier verande -
ring in te brengen.
Eisen aan robuustheid 4 2015
18
2 Bijzondere ontwerpsituaties volgens NEN-EN 1991-1-7 (afgeleid
van figuur 3.1 uit [3])
3 Schematisch overzicht van de instorting van Ronan Point [7]
4 Plattegronden van constructies met, van boven naar onder gezien,
een toename van de robuustheid
ontwerp en/of detailleringsregels. Bij gevolgklasse CC3 moet
een onderzoek naar de specifieke situatie worden uitgevoerd
om het vereiste betrouwbaarheidsniveau en de benodigde diep-
gang van het constructief ontwerp te bepalen. Hiervoor kan het
noodzakelijk zijn dat een risicoanalyse wordt uitgevoerd.
Een beperking van de schade bij constructies in CC2 kan
worden bereikt door één of een combinatie van de volgende
methoden toe te passen:
? het toepassen van detailleringsregels door het aanbrengen
van trekbanden in vloeren en eventueel in wanden en/of
kolommen;
? de constructie zo te ontwerpen dat in het geval van lokaal
bezwijken ? bijvoorbeeld het bezwijken van een enkel
element ? de stabiliteit van de gehele constructie of van een
significant deel van de constructie niet in gevaar komt door
het mogelijk maken van een alternatieve belastingsafdracht;
? het beschouwen van elementen die van wezenlijk belang zijn
voor de stabiliteit van de gehele constructie als een zoge-
noemd 'key-element'.
In de informatieve bijlage A van NEN-EN 1991-1-7 zijn de
detailleringsregels, het beschouwen van een alternatieve belas-
tingsafdracht en de beoordeling van key-elementen verder
uitgewerkt. Een overzicht van de benadering van de verschil-
lende buitengewone belastingssituaties is gegeven in figuur 2.
Bouwbesluit
Tot zover de huidige Eurocodes. Het Bouwbesluit 2012 heeft
voor het beoordelen van de buitengewone situatie echter een
andere keuze gemaakt. Volgens het Bouwbesluit 2012 artikel 2.3
een aanrijding of een situatie die ontstaat als gevolg van een
menselijke fout, de constructie niet zal worden beschadigd in een
mate die niet in verhouding staat tot de aanvankelijke oorzaak.
Met de komst van de Eurocodes wordt het beschouwen van de
gevolgen van een menselijke fout dus als een oorzaak van
schade aan een constructie geïntroduceerd. Tot dan toe is dit
aspect niet direct beschouwd geweest in de Nederlandse
normen. Anderzijds wordt de beperking van de omvang van de
schade in de Eurocodes minder strikt omschreven dan dat in
de TGB 1990-serie het geval was. Immers, de omvang van de
toelaatbare schade moet volgens de Eurocode in verhouding
staan tot de aanvankelijke oorzaak en hoeft niet per definitie
beperkt te blijven tot de directe aansluitende delen van de het
onderdeel dat is bezweken.
In NEN-EN 1991-1-7 zijn de buitengewone belastingen nader
beschouwd. Het beoordelen van de gevolgen van een mense-
lijke fout heeft hierbij, naast de bekende belastingen zoals
explosies en aanrijdingen, een plaats gekregen door de eis dat
de gevolgen van het bezwijken van een enkel constructie-
onderdeel ten gevolge van een niet nader gedefinieerde
oorzaak, voldoende moeten zijn beperkt. Naast de bekende
oorzaken van buitengewone belastingen, wordt deze eis ook
wel aangeduid als 'het beschouwen van de onbekende oorzaak'.
Gevolgklasse
De toegestane schade aan de constructie bij het optreden van
een buitengewone situatie, ofwel de prestatie die de constructie
moet kunnen leveren, is volgens NEN-EN 1991-1-7 afhankelijk
van de gevolgklasse waarbij de constructie wordt beschouwd.
Bij constructies in CC1 hoeven de effecten van de buitenge-
wone belastingssituatie niet te zijn beschouwd. Bij gevolgklasse
CC2 mag zijn volstaan met het toepassen van voorgeschreven
buitengewone ontwerpsituatie
volgens bouwbesluit 2012
ontwerpstrategieën
? het ontwerpen van kritische elementen op denkbeeldige bijzondere belasting
?
het ontwerpen van een constructie waarbij lokaal bezwijken niet tot onevenredig
grote schade leidt
? toepassen van detailleringsregels ten behoeve een betere robuustheid
onbekende oorzaken bekende oorzaken
beperken van gevolgen van lokaal bezwijken beschouw buitengewone belastingen:
? explosies
? aanrijdingen
ontwerpstrategieën:
? voorkomen of reduceren van het
belastingeffect
? ontwerp van constructie op het
belastingeffect
buitengewone ontwerpsituatie
(om onevenredig grote schade ten gevolge van een buitengewone belasting te voorkomen)
2
thema
Eisen aan robuustheid 4 2015
19
op de 17e verdieping blootgesteld aan een gasexplosie. Door
deze ontploffing werd een van de dragende buitengevels wegge-
drukt. De bovenliggende wanden en vloeren konden hierdoor
hun belasting niet meer afdragen en vielen als gevolg op de
vloer van de 17e verdieping. Wat volgde was een kettingreactie
van bezwijken van de hieronder gelegen wanden en vloeren,
waarbij uiteindelijk de constructie van een gehele hoek van het
gebouw bezweek (fig. 3) [7].
Diverse Britse onderzoeken hebben onder andere geresulteerd in
het verschijnen van vermeldingen in de British Standard 8110 [8].
In deze norm zijn regels opgenomen voor de detaillering van
trekbanden die in grote mate overeenkomen met de regels in
bijlage A van NEN-EN 1991-1-7. In part 2 van de norm wordt
in paragraaf 2.6 ingegaan op de robuustheid van een construc-
tie. Daarbij wordt ook de beoordeling van key-elementen
besproken, waarbij de belasting van 34 kN/m² wordt vermeld
die ook in bijlage A van NEN-EN 1991-1-7 is beschreven. De
grootte van deze belasting is volgens [9] ontleend aan het
onderzoek naar de oorzaak van de instorting bij Ronan Point.
mag een onderdeel van een gebouw gedurende de ontwerp-
levensduur bij de effecten van de buitengewone belastingscom-
binatie niet bezwijken, als dit bezwijken leidt tot het bezwijken
van andere onderdelen van het gebouw die niet in de directe
nabijheid liggen van het bezweken onderdeel. Bij het beschrij-
ven van de te beschouwen buitengewone belastingscombinatie
moet daarbij worden uitgegaan van de bekende buitengewone
belastingen.
Geconcludeerd moet worden dat op het gebied van de buiten-
gewone belastingssituatie het Bouwbesluit en de Eurocodes in
het geheel niet op elkaar aansluiten:
?
het Bouwbesluit grijpt terug naar de beschrijving van de
toelaatbare schade die in de TGB 1990-serie werd gebruikt;
? het Bouwbesluit maakt bij het bepalen van de eisen aan het
gedrag van de constructie geen onderscheid tussen de
verschillende gevolgklassen;
? het Bouwbesluit stelt, door te stellen dat moet worden uitge-
gaan van de bekende buitengewone belastingen, het beoorde-
len van de effecten van de onbekende oorzaken zoals de
menselijke fout, buiten de geldende regels (fig. 2).
Achtergronden regels Eurocode
Naast de discrepantie tussen de Eurocodes en het Bouwbesluit
bestaat er enige twijfel over de effectiviteit van de regels in de
Eurocodes. Omdat de regels in de Eurocodes voor een deel zijn
gebaseerd op al bestaande Britse regels, wordt eerst een toelich-
ting gegeven op de situatie in Groot-Brittannië. Daar is na het
instorten van een deel van het Ronan Point flatgebouw in 1968
een onderzoek gestart naar de noodzaak van robuuste
constructies. Dit flatgebouw van 23 verdiepingen bestaande uit
geprefabriceerde betonnen elementen werd in een appartement
toenemende robuustheid
3
4
Eisen aan robuustheid 4 2015
20
Geconcludeerd moet worden dat de constructieve plattegron-
den van constructies van bijvoorbeeld woongebouwen, in
Nederland significant anders zijn. De plattegrond van de
constructies met de minste robuustheid, de bovenste platte-
gronden in figuur 4, wordt in Nederland gebruikt voor woon-
gebouwen met meerdere bouwlagen. Een voorbeeld van een
dergelijke constructie is getoond in figuur 5.
Deze wijze van opbouw van constructies is wezenlijk anders
dan bijvoorbeeld in Groot-Brittannië tegenwoordig het geval is,
zie hiervoor bijvoorbeeld de opbouw in figuur 4. Dit heeft een
significante invloed op de effectiviteit van de trekbanden die is
beschreven in bijlage A, als een voorbeeld van een toe te passen
detailleringsregel. De trekbanden in vloeren kunnen effectief
worden indien er door het wegvallen van een dragend onder -
deel grote verplaatsingen optreden en de trekbanden op span-
ning komen. Als de vloerconstructie voldoende vervormings -
capaciteit heeft zodat de trekbanden hun sterkte bij de optre-
dende vervormingen kunnen behouden, kan zich een nieuwe
evenwichtstoestand instellen (fig. 6).
Bij de in Nederland gebruikelijke raamwerken ontbreekt echter
vaak ? vanwege het beperkt aantal dwarswanden ? de capaciteit
om de horizontale kracht nodig voor een effectieve trekband
op te kunnen nemen en af te voeren naar andere vloeren. Het
kan dus worden betwijfeld of het aanbrengen van trekbanden
de robuustheid wel altijd verbetert.
Een tweede regel waarvan de effectiviteit om de robuustheid
van de constructie te verbeteren niet altijd even duidelijk is, is
de wijze waarop volgens NEN-EN 1991-1-7 key-elementen
moeten worden beschouwd. Gesteld is dat een key-element de
effecten van een ? op het element en de daarop aansluitende
delen ? in één richting werkende druk van 34 kN/m² moeten
kunnen weerstaan. De achtergrond van de grootte van deze
druk is gebaseerd op een gasexplosie. Een explosie wordt
echter, als hiervan sprake kan zijn, reeds beschouwd als
bekende oorzaak. Het verbeteren van de robuustheid door het
creëren van een capaciteit in het key-element tegen deze druk
is dus een oneigenlijke methode. Daarnaast zullen vooral
kolommen vaak zonder verdere aanpassingen al tegen de effec-
ten van deze druk bestand zijn. Ofwel de beschouwing van een
kolom als key-element voegt dan niets toe aan de robuustheid.
In fib bulletin 63 [13] wordt vanwege het beperkte effect van de
in NEN-EN 1991-1-7 beschreven beschouwing van key-
elementen gesteld, dat het beter is het aantal kritische elemen-
ten zo beperkt mogelijk te houden.
Geconcludeerd moet worden dat de verschillende methoden,
die vooral bij constructies in CC2 volgens NEN-EN 1991-1-7
zijn toegelaten, leiden tot een verschillende prestatie van de
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de explosiedruk
circa 5 psi (pounds per square inch) bedroeg [10]. Dit komt
overeen met 34 kN/m².
In 2004 is in Engeland Approved Document A [11] uitgebracht.
In hoofdstuk 5 van dit document zijn eisen verwoord om de
mate van schade bij lokaal bezwijken te beperken. Het uitgangs-
punt voor de eis die wordt gesteld, is gelijk aan dat van andere
normen, namelijk: 'The building shall be constructed so that in
the event of an accident the building will not suffer collapse to
an extent disproportionate to the cause'. In hoofdstuk 5 van dit
document worden de 4 klassen, 1, 2a, 2b en 3 geïntroduceerd
die in bijlage A van NEN-EN 1991-1-7 zijn beschreven als CC1,
CC2a, CC2b en CC3. Deze indeling is gemaakt omdat de
economische en maatschappelijke gevolgen van het bezwijken
van bouwconstructies sterk kunnen verschillen.
Effectiviteit regels Eurocode
Om de effectiviteit van de regels uit bijlage A van NEN-EN
1991-1-7 te kunnen beoordelen, moeten eerst de Nederlandse
en Britse bouwmethoden met elkaar worden vergeleken. De
Britse gewoonten voor het ontwerpen van constructies met
robuustheidseigenschappen zijn bijvoorbeeld beschreven in
[12]. Hierin wordt onder andere gesteld dat een constructie
voldoende robuust moet zijn. Uit [12] zijn plattegronden met
een constructie waarvan de robuustheid toeneemt in figuur 4
overgenomen.
Aanzicht constructie woongebouw
Plattegrond constructie woongebouw
5
thema
Eisen aan robuustheid 4 2015
21
5
Karakteristieke constructie voor een meerlaags woongebouw in Nederland
6 Alternatieve belastingafdracht na wegvallen ondersteuning met behulp van
trekbanden in de vloer
robuuste constructies kunnen worden ontworpen; dit zijn
zowel prestatie-eisen als detailleringseisen;
? Prestatie-eisen voor constructies moeten onafhankelijk zijn
van het materiaal waarvan de constructie is vervaardigd.
Voorstel nieuwe regels
Geconcludeerd moet worden dat zowel de huidige eisen in de
Eurocode als de eisen in het Bouwbesluit niet volledig geschikt
zijn om een voldoende robuuste constructie te ontwerpen
binnen de Nederlandse bouwwijze. In de Eurocode ontbreekt
een duidelijke prestatie-eis en is het niet mogelijk de effecten
van de maatregelen te toetsen die in het ontwerp worden voor -
gesteld. Daarvoor moeten prestatie-eisen worden opgesteld. Dit
kan bijvoorbeeld worden gedaan door een beschrijving te
geven van de omvang van de schade die mag ontstaan ten
gevolge van het bezwijken van een element door een onbe-
kende oorzaak. Deze is afhankelijk van de gevolgklasse waar -
voor de constructie wordt beschouwd. In het geval van een
CC1-constructie zou bijvoorbeeld kunnen worden gesteld
dat de gehele constructie mag bezwijken, terwijl bij een
CC3-constructie het bezwijken bijvoorbeeld beperkt zou
moeten blijven tot het betreffende element en de direct
aangrenzende constructieve elementen. Evident ligt de toege -
stane omvang van de schade bij constructies in CC2 dan tussen
deze twee uitersten in.
Als de prestatie-eisen bekend zijn, zouden vervolgens detail-
leringseisen kunnen worden uitgewerkt, die indien zij worden
toegepast in een constructie tot de gewenste prestatie van de
constructie leiden. Deze detailleringseisen kunnen verschillend
zijn voor verschillende typen constructies en constructiemate -
rialen.
Tot slot moet worden bedacht dat het risico op een dispropor-
tionele schade ook kan worden beïnvloed door de kans op een
gebeurtenis, zoals een menselijke fout, te verkleinen. Dit kan
bijvoorbeeld door key-elementen op een andere wijze te
beschouwen, namelijk door het toepassen van een aanvullende
partiële factor en/of door op basis van het toepassen van een
risicobeoordeling het ontwerp en de uitvoering zo te organise-
ren dat de kans op fouten significant wordt verkleind. Dit
laatste kan bijvoorbeeld door het toevoegen van een controle
op ontwerp en uitvoering met een daaraan gekoppelde
gedeelde verantwoordelijkheid.
Het is evident dat dergelijke nieuwe eisen vanuit een herzien
Bouwbesluit moeten gaan worden aangewezen. De komende
jaren wordt gewerkt aan een revisie van de huidige generatie
van Eurocode-normen. Dit zou rond 2020 onder andere
moeten leiden tot een gereviseerde versie van NEN-EN 1991-1-7.
Om in deze gereviseerde norm iets van het voorgaande geeffec-
constructie. Ofwel de omvang van de schade die ontstaat bij het
bezwijken van een constructieonderdeel door een niet nader
gedefinieerde oorzaak, zal bij de verschillende methoden fors
verschillend kunnen zijn. Dit maakt het zeer lastig de manier
waarop een constructie robuust is gemaakt, te toetsen. Er is
daarvoor eerst een duidelijke prestatie-eis noodzakelijk.
Gevolgen huidige regels en hoe verder
Bouwtoezicht dient nieuwbouwplannen te toetsen aan het
Bouwbesluit. Het bouwtoezicht kan echter het beschouwen van
de effecten van het bezwijken van een constructieonderdeel
door een niet nader gedefinieerde oorzaak niet eisen. Dit wordt
veroorzaakt door het ontbreken van consistentie tussen de
Eurocodes en het Bouwbesluit en het feit dat de onbekende
oorzaak volgens het Bouwbesluit niet hoeft te worden
beschouwd. Anderzijds dient bouwtoezicht te eisen dat
constructies die mogen worden getoetst voor CC1 in staat zijn
de effecten van buitengewone belastingen te weerstaan. Dit
leidt tot verwarring.
Om na te gaan in welke richting een oplossing voor dit
probleem moet worden gezocht, zijn door VNconstructeurs,
tezamen met het COBc en NEN vier rondetafelgesprekken
georganiseerd. Hierbij is door ontwerpende en toetsende
constructeurs van gedachten gewisseld over het onderwerp
robuustheid. Uit deze gesprekken zijn de volgende conclusies
getrokken:
?
Constructies moeten voldoende robuust zijn;
? De mate waarin een constructie robuust moet zijn, moet
afhankelijk zijn van de gevolgklasse waarvoor de constructie
wordt beschouwd;
? Er is behoefte aan regels op basis waarvan voldoende
F
T
T
F/2
F /2 H
H
6
Eisen aan robuustheid 4 2015
22
7 Politietoren in Charleroi
tueerd te krijgen, is het nodig dat in Nederland de komende
jaren deze voorstellen worden verwerkt in conceptvoorstellen.
Vervolgens dienen deze bij de relevante CEN-commissie te
worden aangeleverd. Hieraan moet op korte termijn binnen de
betreffende TGB-commissies gaan worden gewerkt.
?
?
LITERATUUR
1 NEN 6700:2005 Technische grondslagen voor bouwconstructies
? TGB 1990 ? Algemene basiseisen, NEN, 2005.
2 NEN 6702:2001 Technische grondslagen voor bouwconstructies
? TGB 1990 ? Belastingen en vervormingen, NEN, 2001.
3 NEN-EN 1991-1-7:2006 Eurocode 1: Belastingen op constructies ?
Deel 1-7: Algemene belastingen ? Buitengewone belastingen:
Stootbelastingen en ontploffingen, NEN, 2006.
4 Sagel, R., Boer, S. de, Bruin, G., Huyben, R., Roo, A. de, Vollebregt, V.,
Vrouwenvelder, A., Wijte, S., Windt, J. van der, Vambersky, J.,
Constructieve samenhang van bouwconstructies. Stufib-rapport 8,
2006.
5 Bouwbesluit 2012, Nederlandse Overheid.
6 NEN-EN 1990:2002 Eurocode ? Grondslagen van het constructief
ontwerp, NEN, 2002.
7 Leyendecker, E.V., Ellingwood, B.R., Design Methods for Reducing
the Risk of Progressive Collapse in Buildings. National Bureau of
Standards (NBS), april 1977.
8 BS 8110-1:1985 Structural use of concrete. Code of practice for
design and construction, BSI, 1985.
9 Dijk, M. van., Voortschrijdende instorting bij Prefab Betonconstruc-
ties. Afstudeerverslag TU Eindhoven, maart 2011.
10 Burnet, E.F.P., The avoidance of progressive collapse: Regulatory
approaches to the problem. Center for building technology institute
for applied technology National Bureau of Standards Washington,
1975.
11 The Building Regulations 2000: Structure, Approved Document A,
2004 Edition. Office of the Deputy Prime Minister, 2004.
12 The Institution of Structural Engineers, Manual for the design of
plain masonry in building structures to Eurocode 6, February 2008.
13 Design of precast concrete structures against accidental actions. fib
bulletin 63, 2012.
7
thema
Eisen aan robuustheid 4 2015
Reacties