Eén van de drie UHSB-casestudies van het Cement&BetonCentrum is gewijd aan de bouw van een parkbrug in het landgoed Voorstonden (gemeente Brummen, eigendom van de vereniging Natuurmonumenten). Voor deze realistische case is een ontwerpteam gevormd waarin architectuur, constructie, productie en uitvoering zijn samengebracht. Maximale slankheid en een organisch beeld zijn de leidende thema's in het ontwerp. Met als uitkomst het 'dunste (betonnen) brugdek ter wereld' en een filigraine leuning.
thema
Filigraine UHSB Parkbrug 6 2 012 34
thema
Filigraine UHSB
Parkbrug
Eén van de drie UHSB-casestudies van het Cement&Beton Centrum
is gewijd aan de bouw van een parkbrug in het landgoed Voor-
stonden (gemeente Brummen, eigendom van de vereniging
Natuurmonumenten). Voor deze realistische case is een ontwerp-
team gevormd waarin architectuur, constructie, productie en
uitvoering zijn samengebracht. Maximale slankheid en een
organisch beeld zijn de leidende thema's in het ontwerp. Met als
uitkomst het 'dunste (betonnen) brugdek ter wereld' en een
filigraine leuning.
Mogelijkheden UHSB uitgewerkt voor brugdek en balustrade
Toen de vereniging Natuurmonumenten eigenaar werd van het
landgoed Voorstonden werd een plan gemaakt om het sterk
verwaarloosde bos met waterlopen en vijvers weer in ere te
herstellen. Bij de reconstructie van het cultuurhistorisch waar-
devolle parkbos moest op de plaats van de originele 'takken-
brug' een nieuwe voetbrug komen. Op de locatie van de brug
was een overspanning van circa 18 m nodig om een onbelem-
merde waterstroming door de beek te verzekeren. De opgave
lag vooral in de inpassing van de constructie in de kwetsbare
natuurlijke omgeving, letterlijk en figuurlijk. Het eindbeeld
moest harmonieus zijn en de uitvoering moest respect tonen
voor de kleinschaligheid van het park.
34_38 6_Parkbrug.indd 34 13-09-2012 09:06:28
Filigraine UHSB Parkbrug 6 2 012 35
q
V V
l = 20 m
V
V
V
M N
V
H H
Mveld = ql21 8
Mstnpnt = ql2 M 18
Mstnpnt 136 Mveld ql2 ql2 1145
Mveld = 0
peil
peil = 2 m V
N
V
I
II
III
IV
Als casestudie was deze bouwopgave in bescheiden omvang
prima. Er was immers sprake van een realistisch project. Het
was niet alleen een theoretische oefening; er bestond wel
degelijk ook kans op uitvoering als de oplossing in ultra-
hogesterktebeton (UHSB) in bouwkosten concurrerend zou
zijn met alternatieve oplossingen. Daarnaast was opdracht -
gever Natuurmonumenten gemotiveerd om met beton iets
bijzonders te doen. De vereniging is niet alleen eigenaar van
natuur monumenten, maar ook 's lands grootste eigenaar van
gebouwde monumenten. Hun ambitie is als volgt verwoord:
"We bouwen liever niet. Maar als we bouwen, dan graag ook
meteen een monument." In die visie zijn duurzaamheid en
levensduur belangrijke voorwaarden. En in dat opzicht doet
UHSB een grote belofte.
De architect wilde de brug helemaal in beton maken (fig. 1).
Inspiratie voor het architectonische beeld is gevonden in de
bladnerfstructuur van het overvloedige bladertapijt ter plaatse.
Zo ontstond een constructieve scheiding tussen brugdek en
leuning. Constructief zou het logisch zijn geweest de leuning te
gebruiken als een ligger voor verstijving van een dun brugdek.
Echter, omdat de balustrade zo slank mogelijk werd gehouden,
kon hij niet meewerken aan de draagfunctie van het brugdek.
Het brugdek is gebruikt als opgave om de sterkte en slankheid
van UHSB te testen. De leuning is gebruikt om de beloofde
vormvrijheid van het materiaal te benutten.
1
Dr.-Ing Steffen Grünewald
TU Delft, fac. CiTG /
Hurks prefabbeton
ing. Hans Köhne
Cement&BetonCentrum
ir. Maurice Nio, ir. Matteo
Serafini, ir. Anja Verdonk
NIO architecten
ir. Rogier van Nalta
Pieters Bouwtechniek
ir. Rob Huijben
Hurks delphi engineering
Univ.-Prof.Dr.-Ing. Viktor
Mechtcherine
Technische Universität
Dresden
ing. Leo Gielbert
Strukton Civiel
1 Ontwerp van de Parkbrug
voor het landgoed
Voorstonden
2 Mogelijke draagsystemen
voor de Parkbrug: I) ligger,
II) boog, III) ingeklemde lig-
ger, IV ) ingeklemde boog
UHSB-casestudie
De Parkbrug is één van de resultaten van de UHSB-
casestudies, een initiatief van het Cement&Beton-Centrum
om kennisontwikkeling over en acceptatie van het materiaal
te stimuleren. Meer over de UHSB- casestudies staat in het
artikel 'Leren van en met elkaar', elders in dit nummer.
Het team voor de UHSB-casestudie 'Parkbrug Voor stonden'
bestond uit:
? Maurice Nio, NIO architecten
? Rogier van Nalta, Pieters Bouwtechniek
? Rob Huijben, Hurks delphi engineering
? Steffen Grünewald, Hurks prefabbeton
? Leo Gielbert, Strukton Civiel
2
standaard prefab C53/65
f'ck = 65 N/mm 2
fb = 0,6 x f'ck = 39 N/mm 2
E-modulus = 38 500 N/mm 2
? = 0,86 N/mm 2
toegepast UHSB
f'ck = 150 N/mm 2
fb = 0,6 x f'ck = 90 N/mm 2
E-modulus = 50 000 N/mm 2
? = 2,5 N/mm 2
Materiaaleigenschappen
34_38 6_Parkbrug.indd 35 13-09-2012 09:06:31
Filigraine UHSB Parkbrug 6 2 012 36
thema
maaiveld 0
fundering -1700
b.k. brugdek 1516
3600 19 100 36003150 20 000 3150
2800 700100 350350 2800 700100350350
1000
5001500
1516
200
1500
2000
bedding10 000 kN/m ¹ trekband bedding 10 000 kN/m ¹
maaiveld
18,74°
2500
400 1700 400
330/120
80
250/40 400 1700 400
2500
120/330 80
40/250
natte knoop
fig. 2), kon het brugdek een verlopende dikte krijgen van
330 mm bij de steunpunten naar 120 mm in het midden van de
overspanning. Om de brug een nog slanker aanzicht te geven,
is het dek naar de zijkanten toe nog eens verjongd tot 80 mm
(fig. 4). De belasting op de brug resulteert in een steunpunts-
moment van 410 kNm en een veldmoment van 98 kNm. Ter
vergelijking: als ligger op twee steunpunten zou het veld -
moment 2060 kNm zijn geweest. Een groot verschil dus met de
boogvorm. Qua vervorming bleek de brug zoals beoogd inder -
daad zeer stijf. De verticale vervorming bedroeg minder dan
40 mm en de opleggingen hadden een horizontale verplaatsing
van maximaal 13 mm.
Vanwege de malkosten en het transport wordt het brugdek in
twee identieke delen geprefabriceerd, met een voeg precies in
het midden van de overspanning. Op de bouwplaats worden de
twee helften neergelegd op stempels en op het landhoofd.
Vervolgens worden de twee helften gekoppeld met een natte
verbinding. Daarna wordt het brugdek momentvast aangestort
aan het landhoofd.
De balustrade
Het bladmotief van de leuning is onderwerp geweest van zeer
Het brugdek
Het brugdek is ontworpen op een belasting van 500 kg/m 2.
Doel was een zo dun mogelijk brugdek, met als randvoor -
waarde dat de leuning constructief niet mocht meewerken. De
optimale constructie voor een dun brugdek is de boogvorm
(fig. 2). Zeker voor UHSB is deze vorm zeer geschikt omdat het
brugdek hierbij voornamelijk op druk wordt belast en de druk-
sterkte van UHSB veel hoger is dan van normaal beton. Nadeel
van een boogbrug is echter dat de horizontale spatkracht moet
worden afgedragen. Dit is opgelost door de landhoofden onder
het water van de ondiepe beek te koppelen. De boogvorm van
het brugdek is hiervoor als het ware doorgetrokken in het land-
hoofd tot vlak onder de bodem van de beek (fig. 3). Aandachts-
punt bij boogbruggen is de gevoeligheid voor verplaatsing van
de opleggingen. Een kleine verplaatsing van het steunpunt
heeft grote gevolgen voor de krachtswerking in de boog. Door
het brugdek in te klemmen in de landhoofden is de invloed
hiervan verkleind. Dit zorgde er bovendien voor dat het
moment in het midden van de overspanning werd beperkt.
Uiteindelijk ontstond een optimale krachtswerking voor een
robuust en zeer dun brugdek.
Met het UHSB dat Hurks beschikbaar had (de aangenomen
rekenwaarden staan in het kader 'Materiaaleigenschappen' bij
3
4a
4b 4c
34_38 6_Parkbrug.indd 36 13-09-2012 09:06:36
Filigraine UHSB Parkbrug 6 2 012 37
3 3D-model van de draagconstructie
4 Detailtekeningen met a) het aanzicht en
b) en c) twee dwarsdoorsneden van het
brugdek
5 De rechte kant van het balu strade-element
wordt verbonden met het brugdek
6 Detail van de gefreesde kunststofmal voor
het balustrade-element
moest ongescheurd uit de mal komen en 2) in de uiterste
grenstoestand was een karakteristieke buigtreksterkte van
minimaal 27,8 N/mm 2 vereist, die afgeleid is van een haalbaar
geachte ontwerpwaarde. Bij het ontwerp van de nerven werd
rekening gehouden met het te verwachten trekgedrag van het
toegepaste mengsel. Veiligheidsfactoren zijn in de ontwerp-
waarde van de buigtreksterkte meegenomen.
De leuning heeft drie verschillende doorsneden. Te onder -
scheiden zijn de randbalk, de dragende nerven en de nerven
die de randbalk en dragende nerven verbinden. De dikte van
de nerven varieert tussen 12 en 24 mm. Bij het ontwerp van de
nerven werd ervan uitgegaan dat een voetganger op een nerf
zou mogen stappen zonder dat de nerf kapot gaat of een
grotere vervorming ontstaat. Foto 5 toont het gestorte
balustrade-element na het ontkisten. De balustradeleuning
wordt door zijstijlen met ankers gekoppeld met het brugdek.
Het ontkisten vraagt speciale aandacht omdat het betonopper -
vlak vrij groot is en hijsankers moeilijk zijn te plaatsen. Tijdens
uitvoerige discussies. Het esthetische beeld is verbluffend, maar
technisch razend ingewikkeld. Geheel in overeenstemming met
de casestudiegedachte zijn de technische grenzen opgezocht.
De balustrade bestaat uit verschillende elementen die in hori-
zontale richting niet zijn gekoppeld en daarom ook niet
constructief meewerken bij het brugdek. Toch zal hij moment-
vast moeten worden gekoppeld aan het brugdek. Terwijl de
architect uitgaat van een volledig betonnen oplossing van de
verbinding, is er bij de constructeur behoefte aan stalen veran-
keringen. Conform de veiligheidsvoorschriften moet worden
gerekend op een forse horizontale kracht van 1 kN/m op de
bovenrand van de leuning. Dat vergt een grote stijfheid van de
verbinding leuning-brugdek. Er waren ook veel vragen over de
fabricagemogelijkheden, zoals: 'Wat zijn in het productieproces
de kleinste maten voor de 'nerven'?'
Voor de balustrade is een speciaal mengsel ontworpen. De maxi -
male korreldiameter van dat mengsel was 1 mm en het vezel -
gehalte (mengsel van 12 en 20 mm staalvezels) was 300 kg/m 3.
Uitgaande van staalvezelbeton kan de traditionele betondekking
vervallen. Maar er is toch een praktische maat nodig om het
vezelbeton in te kunnen gieten, en ook een minimale maat om
voldoende robuustheid te hebben tegen stoten en slagen. Ook de
economische afwegingen spelen een rol. Welke repetitie is er
mogelijk? Vormvrijheid leidt al snel tot kostbare mallen. Een malig
gebruik maakt dat onbetaalbaar. Wat te denken van de productie -
techniek? De nervenstructuur wordt gekenmerkt door veel inge -
sloten 'sparingen'. Gezien het hoge cementgehalte van UHSB is de
krimp in de verhardingsfase veel hoger dan gebruikelijk. Daar -
door is het risico van scheurvorming tijdens de verharding ook
groot, vooral rondom de ingesloten sparingen.
Uiteindelijk is besloten de mogelijkheden van UHSB te onder -
zoeken door een proefelement te maken van het zeer ranke
ontwerp. De eisen aan het mengsel waren hoog: 1) het element
5
6
34_38 6_Parkbrug.indd 37 13-09-2012 09:06:38
Filigraine UHSB Parkbrug 38
thema
-1600
-1400
-1200
-1000
-800
-600
-400
-200
00 2 4 6 8 10 12 14
UHSB met polymeren (geen vezels, minder superplasticeerder, 0.22% SAP, extra water 0.06)UHSB referentie (geen vezels, minder superplasticeerder)UHSB referentie (geen vezels, 100% superplasticeerder)
autogene vervorming [µm/m]
autogene krimp na de zetting tijd [d]
7 Autogene krimp na de zetting van UHSB
met en zonder polymeren
8 Balustrade-element na het ontkisten
vooronderzoek werd de geschiktheid van een aantal maltypen
onderzocht en werd voor het storten UHSB met staal- en
kunststofvezels toegepast. Omdat maar één balustrade-element
zou worden geproduceerd, viel de keuze op een gelakte poly -
styreenmal die volgens de ontwerptekening uit aan elkaar
geplakte kunststofblokken gefreesd werd. Foto 6 toont de
gefreesde mal en een detail met een kruispunt van nerven.
Om de leuning te kunnen produceren en aan de hoge eis met
betrekking tot buigtreksterkte te kunnen voldoen, werd een
geoptimaliseerd UHSB-mengsel ontwikkeld. Korte en langere
staalvezels werden in een combinatie toegevoegd. Het
balustrade-element werd drie dagen na het storten ontkist.
Probleem daarbij was dat UHSB in de eerste dagen na het
storten meer kan krimpen dan conventioneel beton in weken.
Autogene krimp treedt op en spanningen ontstaan, vooral door
de zeer fijne poriën en een tekort aan water; de water-cement-
factor van UHSB is duidelijk lager dan voor een volledige
hydratatie noodzakelijk zou zijn. Autogene krimp vindt ook
plaats als beton tegen uitdroging is beschermd.
In samenwerking met de Technische Universität Dresden
werden proeven uitgevoerd naar de invloed van polymeren op
de autogene krimp van UHSB. Figuur 7 toont drie krimp -
metingen van mengsels zonder vezels. De polymeren (blauwe
curve) hebben een grote invloed op de vervorming van het
proefstuk (35% krimpreductie), die vooral in de eerste vier
dagen na het storten plaatsvindt.
De toegevoegde polymeren hadden ook een grote invloed op
de verwerkbaarheid. De vereiste aanpassing van de mengsel -
samenstelling met betrekking tot de waterbehoefte had
gevolgen voor de sterkteonwikkeling. In vergelijking met het
referentiemengsel zonder polymeren (druksterkte: 165 N/mm 2)
was de druksterkte slechts 122,5 N/mm 2 na 28 dagen (na zeven
dagen: 117,1 N/mm 2). De invloed op de buigtreksterkte was
kleiner (buigtreksterkte na zeven dagen: 35,3 N/mm 2, met een
standaardafwijking van 4,6 N/mm 2; en na 28 dagen:
36,5 N/mm 2, met een standaardafwijking van 2,5 N/mm 2). De
buigtreksterkte werd bepaald met prisma's van 40/40/160 mm.
De proeven werden krachtgestuurd uitgevoerd.
Bouwkosten en toekomstperspectief
Zoals aangegeven, zijn de grenzen van het materiaal, construc-
tie en productietechniek voor de Parkbrug opgezocht. Vanuit
de opdrachtgeverszijde was er geen taakstellend budget aange-
geven. Het zal dan ook geen verwondering wekken dat het
brugontwerp nogal duur is uitgevallen. Voor een eenmalige
uitvoering is dat dan ook niet haalbaar gebleken. Inmiddels
heeft Natuurmonumenten voor dit project gekozen voor een
traditionele houten brug, voor circa een kwart van de kosten
die voor de UHSB brug nodig zouden zijn geweest. Op het
gebied van duurzaamheid en onderhoud scoort deze houten
brug echter minder goed. De keuze is begrijpelijk, zeker ook
gezien de huidige context van economische crisis en drastische
beperking van bouwbudgetten.
Niettemin heeft de opdrachtgever zijn grote waar dering voor
het ontwerp uitgesproken en de wens om in de toekomst tot
realisatie te komen. Van belang blijft de vraag of de UHSB brug
bij uitvoering voor een serie bruggen wel concurrerend zal zijn
ten opzichte van alternatieven, die qua beeld en duurzaamheid
gelijkwaardig zijn. ?
8
7
34_38 6_Parkbrug.indd 38 13-09-2012 09:06:45
Reacties