Ontwerpen op basis van bestaande constructies vraagt een compleet andere ontwerpfilosofie dan we gewend zijn. Een filosofie waarbij je uit moet gaan van de potentie van de bestaande materialen. Form follows material is het credo. De redactie van Cement ging in gesprek met architect Gert-Jan de Jong, die dankzij zijn ervaring met tweede-levenbouwwerken een duidelijk visie heeft op circulair ontwerpen.
Form follows material
Ontwerpen met tweede-levenmaterialen vraagt andere
benadering
1 Tweede-levenbrug op de Floriade in Almere, foto: Arc2 architecten
1
18? CEMENT 8 20 22
Om te ontwerpen met bestaande
materialen moet je anders naar
een ontwerpopgave kijken.
Daarbij
is een andere ontwerpfilosofie nodig, waar-
bij je vanuit een veel beperkter kader moet
opereren. De Jong: "Met nieuwe materialen
kun je alles specificeren, tot aan de exacte
kleur aan toe. Daar zijn we heel erg aan ge-
wend geraakt. Je gaat uit van eisen, daar rolt
een vorm uit en vervolgens een omschrij-
ving voor het materiaal. Daarmee gaat de
aannemer aan de slag. Bij hergebruik gaat
dat proces achterstevoren. Iemand noemde
het eens treffend 'Chinees ontwerpen', ver-
wijzend naar het schrift: je begint met de
materialen, kijkt dan naar de mogelijkheden
en gebruikt dat als uitgangspunt voor het
ontwerp." Dat vraagt volgens De Jong een soort
bescheidenheid en acceptatie. Als voorbeeld
noemt hij de leuningen van de tweede-leven-
brug die hij met Arc2 ontwierp voor het
Floriadeterrein (foto 1). Die zijn gemaakt van
oude houten bielzen. Aan één zijde waren
die behoorlijk verweerd en in plaats van die
kant eraf te halen, hebben ze die juist laten
zitten. Net als de gaten waar bouten hebben
gezeten. In die acceptatie is De Jong tijdens
het project verder gegroeid. Aanvankelijk
wilde hij die leuning bij de beëindiging nog
mooi afronden. Maar Winny Maas van
MVRDV, die zitting had in het Q-team in
Almere (het kwaliteitsteam dat adviseert
over welstand), overtuigde hem dat juist niet
te doen. "'Je leidt aan een ontwerpneurose'
zei Winny Maas me. 'Het is juist hartstikke gaaf, die brute en stoere uitstraling'. Die visie
past heel goed bij hoe je circulair kunt ont-
werpen. Je moet niet streven naar esthetisch
perfectionisme."
Robuustheid
Het kan volgens de Jong heel waardevol zijn
om de geschiedenis van een materiaal te
laten zien. Imperfectie als onderdeel van de
esthetische kwaliteit. Soms kan vanwege die
imperfectie iets meer overmaat in een ont-
werp nodig zijn. Dat staat bijna haaks op de
trend alles steeds meer lean en mean te ont-
werpen. "Nu merken we dat liggers die in
het verleden met enige overmaat zijn ont-
worpen beter herbruikbaar zijn. Hetzelfde
geldt voor oude grachtenpanden met een
plafondhoogte van 3,20 m. Vergelijk dat met
woningen uit de jaren 90 met een verdie-
pingshoogte van 2,40 m. Of neem stalen be-
drijfsgebouwen. Die zijn vaak helemaal 'uit-
genast', met een minimum aan kilo's staal.
Daar kun je nauwelijks nog wat mee; een
zonnepaneel op het dak is soms al te veel.
Het is overigens de vraag of het wel nodig is
dat soort gebouwen te herbestemmen. Tege-
lijkertijd is er een minimum aan materiaal
toegepast, wat weer gunstig is vanuit milieu-
oogpunt. Extra robuustheid lijkt dus vaak
verstandig, maar je weet nooit of je die ro-
buustheid op de juiste plekken aanbrengt en
of je het geld aan de juiste dingen besteedt.
Zo zie je in infra dat de functionele levens-
duur bijna altijd korter is dan de technische.
Het maakt keuzes op dit gebied erg complex,
het is immers lastig in de toekomst te IR. GERT-JAN DE JONG
Architect / Eigenaar
Arc2 architecten bv bna
Ontwerpen op basis van bestaande constructies vraagt een compleet andere
ontwerpfilosofie dan we gewend zijn. Een filosofie waarbij je uit moet gaan van de
potentie van de bestaande materialen. Form follows material is het credo. De redactie van Cement ging in gesprek met architect Gert-Jan de Jong, die dankzij zijn ervaring met tweede-levenbouwwerken een duidelijk visie heeft op circulair ontwerpen.
door?ir. Jacques Linssen, Redactie Cement / Aeneas Media CEMENT 8 2022 ?19
kijken. Wat in ieder geval een goed idee is, is
demontabel bouwen. Een natte knoop in
een brug mag constructief dan heel lekker
zijn, maar vanuit het oogpunt van demonta-
bel bouwen is dat het absoluut niet. Lomp
stapelen is in die optiek beter."
Nek uitsteken
Om tweede-levenbruggen te realiseren is het
nodig dat mensen hun nek uitsteken. Dat
gold ook voor de brug op het Floriadeterrein.
Het was aanvankelijk helemaal niet de be-
doeling die met tweede-levenmaterialen te
bouwen. "Dura Vermeer was betrokken bij
de sloop van een brug in de A27. Erik van
Doorn heeft ervoor gezorgd dat die liggers
bewaard zijn gebleven en is ermee de boer
op gegaan bij potentiële opdrachtgevers. Zo
kwamen ze bij de Floriade terecht. Hij heeft
gemeente Almere enthousiast weten te ma-
ken voor deze circulaire aanpak. De tweede-
levenbrug is dus een eigen initiatief van
Dura Vermeer." Hergebruikte materialen op zo'n grote
schaal toepassen ? bij de Floriadebrug is
95% van het materiaal hergebruikt ? komt
nog niet veel voor. Om dat een stap verder te
krijgen zal er in de uitvraag wat moeten ver-
anderen. Nu is het nog vaak zo dat je met
circulaire oplossing weliswaar extra punten
kunt scoren in een tender, maar is het nog
geen vereiste en hoeft dus niet de doorslag
te geven. Daar komt verandering in. Recent
schreef gemeente Amsterdam een tender uit met hergebruik als uitgangspunt. "Een
grote triomf voor circulaire bouw."
Invloed op proces
Idealiter moet je het idee om een tweede-
levenbrug te realiseren vanaf het begin van
het proces meenemen. Het begint dus bij de
opdrachtgever. De criteria waarop hij een
project gunt zijn anders. Ervaring en plan
van aanpak zijn belangrijker dan estheti-
sche visie, want die is vaak nog helemaal
niet mogelijk. Ook vraagt het wat van de ma-
nier waarop de opdrachtgever de beeldkwa-
liteit vaststelt bij de uitvraag. "De gewenste
beeldkwaliteit moet heel abstract worden
omschreven. Je weet op voorhand namelijk
niet welke materialen beschikbaar zijn. Wel
kun je aangeven dat circulariteit en duur-
zaamheid zichtbaar moeten zijn. Hetzelfde
geldt voor bijvoorbeeld de stramienen van
de overspanning, die zou je op voorhand
niet exact willen vastleggen. Als het mogelijk
is moet er ruimte zijn die aan te passen aan
de lengte van de liggers."
Vervolgens gaat het om de beschik-
baarheid van de materialen. "Dura Vermeer
is bezig met een circulaire bruggenconcept.
Daarbij moet een catalogus of bibliotheek
van geoogste materialen een rol spelen. Voor
damwandplanken of bielzen is dat redelijk
eenvoudig. Die komen zo vaak beschikbaar
en kun je prima tijdelijk opslaan, zonder dat
je een bestemming hebt. ProRail heeft een
opslagterrein beschikbaar in Hilversum, dat
2 Fiets- en voetgangersbrug over de A27 waarvan liggers zijn hergebruikt
RAAKVLAK CONSTRUCTIEF EN
RUIMTELIJK ONTWERP
Gert-Jan de Jong (1965) is opgeleid aan
de Technische Universiteit van Eindhoven
als architect en constructief ontwerper.
Na zijn studie heeft hij voor diverse
grote architectenbureaus gewerkt in
Parijs en Amsterdam. In 1999 is hij zijn
eigen bureau Arc2 architecten gestart
(spreek uit Arc-kwadraat).
De Jongs passie is bezig te zijn op het
raakvlak constructie en architectuur. "Ik
vind het belangrijk dat de constructie
een rol krijgt in de ruimtelijke beleving.
Het is interessant als je in de constructie
het krachtenspel kunt aflezen."
De Jong heeft als senior-architect
gewerkt aan grote en kleine projecten
met een grote diversiteit. Daarbij ligt
een steeds grotere focus op hergebruik.
Hij heeft onder meer gewerkt aan de
herbestemming van een aantal forten
van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Met Meerdink Bruggen is hij een strate-
gische samenwerking aangegaan op
het gebied van hergebruik van hardhou-
ten bruggen. Bekend is verder zijn ont-
werp van een tweede-levenbrug op het
Floriadeterrein, die voor circa 95%
bestaat uit gebruikte materialen.
2
20? CEMENT 8 20 22
daarvoor al wordt ingezet. Voor prefab-be-
tonnen elementen is dit uiteraard lastiger.
Toch zijn ook die goed herbruikbaar, te
meer omdat ze al zijn ontworpen om op de
bouwplaats te worden geassembleerd."Het is belangrijk dat opdrachtgevers
hun areaal kennen en dat ze weten welke
bouwdelen beschikbaar komen. Als het
meezit zijn de berekeningen en tekeningen
beschikbaar. "Het archief van Haitsma of
Spanbeton bijvoorbeeld is heel waardevol.
En ook goed zijn de initiatieven als het Ma-
daster en de Bruggenbank." Als je eenmaal weet welke materialen
je kunt toepassen en je het eerste ontwerp
daarop hebt gebaseerd, moet je vervolgens
onderzoeken of die materialen daadwekelijk
voldoen. Zo moet je voor beton nagaan hoe
het met chloride-indringing zit en of de wa-
pening niet is aangetast. Is dat niet in orde,
dan kan het nodig zijn dat je weer terug
naar de tekentafel moet. Of een opdrachtge-
ver moet voor lief nemen dat een ligger nog
maar 50 jaar meegaat in plaats van 80. Het ontwerpproces kent dus meer iteraties dan
gebruikelijk.
Kenmerkend is dat je in de uitvoering
te maken hebt met twee projecten; naast het
nieuwe project, ook het project waaruit
wordt geoogst. "Zo zijn er twee opdrachtge-
vers, twee planningen, twee dynamieken.
Dat krijg je bijna niet exact op elkaar afge-
stemd. Je zult dus altijd tijdelijke opslag
moeten regelen. En je moet je realiseren dat
nu een aannemer vaak zelf verantwoordelijk
is voor de sloop en afvoer van een bestaande
brug en helemaal geen baat heeft bij herge-
bruik. Zo zijn er tal van hobbels te bedenken.
Het is allemaal een kwestie van wennen. Het
vraagt een andere opstelling van alle betrok-
ken partijen, met een intensievere samen-
werking en een open dialoog."
Milieukosten
Het heeft allemaal consequenties voor de fi-
nanciën. Testen kost geld, opslaan kost geld,
transport kost geld. "Een tweede-levenbrug
is niet per se goedkoper dan een nieuwe,"
3 Tweede-levenbrug op het Floriadeterrein, foto: Arc2 architecten
"Je moet niet
streven naar
esthetisch
perfectionisme"
3
CEMENT 8 2022 ?21
5
6
4
4 Bij de tweede-levenbrug is 95% van het materiaal hergebruikt
5 De kwaliteit van houten damwanden is vaak nog goed onder de waterlijn 6 Het ontwerpproces van een circulaire brug is niet lineair
FORM FOLLOWS MATERIAL
'Form follows function' luidt de bekende zegswijze die architect Louis Sullivan in de 19e
eeuw muntte. Het is een belangrijk ontwerpprincipe waarbij functie geldt als belangrijkste
kernwaarde. Voor het grootste deel van het huidige bouwvolume geldt dit adagium nog
steeds. De Jong vertaalt dit principe naar form follows krachtenspel, verwijzend naar zijn
overtuiging dat het krachtenspel zichtbaar moet zijn in de ruimtelijke vorm. Tegenwoordig
moet het gaan om form follows sustainability, zo bepleitte huidig Constructeur van het Jaar
Mathew Vola al meerdere malen. Waar circulariteit de boventoon voert, luidt het volgens
De Jong specifieker: form follows material.
22? CEMENT 8 20 22
aldus De Jong. "Ik pleit ervoor vooral naar
milieukosten te kijken. De tweede-levenbrug
van de Floriade zou bij nieuwbouw zo'n 50
ton CO? uitstoten. Dat is nu aanzienlijk min-
der. Maar het financiële plaatje kan snel
anders worden als producten schaarser
worden. Kijk naar zonnepanelen. Een tijd
terug was dat voor veel mensen niet aan-
trekkelijk, de terugverdientijd was veel te
lang. Maar nu zijn ze bijna niet meer aan te
slepen."
Grenzen bereikt
Theoretisch kan er veel, het is vooral een
kwestie van doen. Gelukkig gebeurt er al
veel in de bouw. Dat Rijkswaterstaat circula-
riteit nu als prioriteit ziet is volgens De Jong
cruciaal. "Onder druk blijkt er veel mogelijk,
de laatste tijd zie je daar meerdere voorbeel-
den van. Toen de gaskraan in Groningen
dichtging, is in het Bouwbesluit de verplich-
ting opgenomen om nieuwbouwwoningen
zonder gasaansluiting aan te leggen. En door de oorlog in Oekraïne zet iedereen de ver-
warming een paar graden lager. Dingen ko-
men in een stroomversnelling. Ik probeer
wel eens de situatie voor te stellen waarin
we helemaal geen nieuwe bouwmaterialen
meer hebben. Dan ga je anders naar bepaal-
de zaken kijken.
Je ziet nog wel dat grote partijen vast-
houden aan het bestaande. Ze hebben er be-
lang bij de levenscycli zo lang mogelijk te
rekken. Een bekend voorbeeld is natuurlijke
de fossiele industrie. Maar ook de cementin-
dustrie moet zich gaan afvragen of ze op het
conservatieve spoor blijft of dat ze het over
een ander boeg gaat gooien." Het is voor De Jong duidelijk dat we
tegen grenzen aanlopen en de aarde niet
verder moeten uitputten. Hij is dan ook in-
trinsiek gemotiveerd om met tweede-leven-
bruggen bezig te zijn. "We gaan echt toe
naar een 100% circulaire bouw, waarbij we
de bestaande voorraad niet als last zien
maar als bron."
7
"Stalen bedrijfs -
gebouwen zijn
vaak helemaal
'uitgenast'. Een
zonnepaneel op
het dak is soms
al te veel"
7 Aviduct Nauerna S150 met gebruikt bestratingsmateriaal, foto: Mark Broekman CEMENT 8 2022 ?23
Raakvlak constructief en ruimtelijk ontwerp
Gert-Jan de Jong (1965) is opgeleid aan de Technische Universiteit van Eindhoven als architect en constructief ontwerper. Na zijn studie heeft hij voor diverse grote architectenbureaus gewerkt in Parijs en Amsterdam. In 1999 is hij zijn eigen bureau Arc2 architecten gestart (spreek uit Arc-kwadraat).
De Jongs passie is bezig te zijn op het raakvlak constructie en architectuur. “Ik vind het belangrijk dat de constructie een rol krijgt in de ruimtelijke beleving. Het is interessant als je in de constructie het krachtenspel kunt aflezen.”
De Jong heeft als senior-architect gewerkt aan grote en kleine projecten met een grote diversiteit. Daarbij ligt een steeds grotere focus op hergebruik. Hij heeft onder meer gewerkt aan de herbestemming van een aantal forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Met Meerdink Bruggen is hij een strategische samenwerking aangegaan op het gebied van hergebruik van hardhouten bruggen. Bekend is verder zijn ontwerp van een tweede-levenbrug op het Floriadeterrein, die voor circa 95% bestaat uit gebruikte materialen.
Form follows material
'Form follows function' luidt de bekende zegswijze die architect Louis Sullivan in de 19e eeuw muntte. Het is een belangrijk ontwerpprincipe waarbij functie geldt als belangrijkste kernwaarde. Voor het grootste deel van het huidige bouwvolume geldt dit adagium nog steeds. De Jong vertaalt dit principe naar form follows krachtenspel, verwijzend naar zijn overtuiging dat het krachtenspel zichtbaar moet zijn in de ruimtelijke vorm. Tegenwoordig moet het gaan om form follows sustainability, zo bepleitte huidig Constructeur van het Jaar Mathew Vola al meerdere malen. Waar circulariteit de boventoon voert, luidt het volgens De Jong specifieker: form follows material.
Om te ontwerpen met bestaande materialen moet je anders naar een ontwerpopgave kijken. Daarbij is een andere ontwerpfilosofie nodig, waarbij je vanuit een veel beperkter kader moet opereren. De Jong: “Met nieuwe materialen kun je alles specificeren, tot aan de exacte kleur aan toe. Daar zijn we heel erg aan gewend geraakt. Je gaat uit van eisen, daar rolt een vorm uit en vervolgens een omschrijving voor het materiaal. Daarmee gaat de aannemer aan de slag. Bij hergebruik gaat dat proces achterstevoren. Iemand noemde het eens treffend ‘Chinees ontwerpen’, verwijzend naar het schrift: je begint met de materialen, kijkt dan naar de mogelijkheden en gebruikt dat als uitgangspunt voor het ontwerp.”
Dat vraagt volgens De Jong een soort bescheidenheid en acceptatie. Als voorbeeld noemt hij de leuningen van de tweede-levenbrug die hij met Arc2 ontwierp voor het Floriadeterrein. Die zijn gemaakt van oude houten bielzen. Aan één zijde waren die behoorlijk verweerd en in plaats van die kant eraf te halen, hebben ze die juist laten zitten. Net als de gaten waar bouten hebben gezeten. In die acceptatie is De Jong tijdens het project verder gegroeid. Aanvankelijk wilde hij die leuning bij de beëindiging nog mooi afronden. Maar Winny Maas van MVRDV, die zitting had in het Q-team in Almere (het kwaliteitsteam dat adviseert over welstand), overtuigde hem dat juist niet te doen. “’Je leidt aan een ontwerpneurose’ zei Winny Maas me. ‘Het is juist hartstikke gaaf, die brute en stoere uitstraling’. Die visie past heel goed bij hoe je circulair kunt ontwerpen. Je moet niet streven naar esthetisch perfectionisme.”
Reacties