51
Gevangen tussen
voorwaarden
1
Krachtsinleiding wanden in kolommen
Veelvuldig worden woonfuncties gecombineerd met commerciële
functies en parkeren. Vaak leidt dat tot een complexe krachtsafdracht,
omdat de draagstructuur vanuit de woonlagen niet kan worden door-
gezet in de onderliggende lagen. Voorwaarden vanuit bruikbaarheid
staan in die gevallen niet zelden op gespannen voet met constructieve
eisen uit de norm. Aan de constructeur de taak mee te denken over
een geïntegreerd gebouwontwerp. Appartementengebouw 'Toor' in
Alphen aan den Rijn is daarvan een treffend voorbeeld (foto 1). Langs het spoor in Alphen aan den Rijn lag vroeger het hotel
Toor. Op de locatie van dit inmiddels gesloopte hotel komt een
appartementengebouw met 145 sociale huurappartementen in
negen lagen, boven op een parkeerlaag en een laag winkels en
bergingen.
Aangezien het project in een moeilijke tijd is ontworpen, staat
het financieel behoorlijk onder druk. Door problemen in de
ondergrond, met name met kabels en leidingen, bleek de inves-
tering inclusief een parkeerkelder te groot. Daarom is een
ontwerpaanpassing gedaan. Hierbij is het parkeren niet meer in
de kelder voorzien, maar is verplaatst naar de eerste verdieping. ing. Bart van der Leij RC,
ing. Rolf Willemse PMSE RC
Geelhoed Engineering b.v.
1
Appartementengebouw ' Toor' in aanbouw
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
52
Dit plan bleek wel haalbaar en is verder uitgewerkt. In de
parkeergarage is een groot deel van de parkeerplaatsen onder
een niet-haakse hoek met de rijrichting ontworpen om een
maximaal aantal plaatsen binnen de regelgeving voor parkeer-
garages te kunnen realiseren (fig. 2).
Op de parkeergarage bevindt zich een daktuin. Boven deze
daktuin bevinden zich galerijen die de woningen ontsluiten.
Constructie
De constructie van de appartementen is vrij traditioneel (fig. 3).
De verdiepingsvloeren zijn opgebouwd uit breedplaten en
hebben een totale dikte van 280 mm. De woningscheidende
wanden zijn uitgevoerd in beton en zijn 250 mm dik. Onder de
tweede verdieping bevindt zich de parkeerlaag. Hier sluiten de wanden aan op in het werk gestorte, rechthoekige betonkolom-
men in de parkeerlaag. In de vloer van de daktuin zijn
verzwaarde stroken aangebracht. De parkeervloer is ook weer
een breedplaatvloer met een dikte van 280 mm op verzwaarde
stroken van 1200 × 500 mm
2. Deze dragen op de ronde beton-
kolommen van de commerciële laag.
In enkele geveldelen bevinden zich betonwanden met een dikte
van 200 mm voorzien van sparingen. De galerijen zijn uitge-
voerd in prefab beton.
Gezien de wandenstructuur van de appartementen lag het
toepassen van een betonconstructie voor de hand. Er is nog
overwogen de wanden uit te voeren in kalkzandsteen. Aange-
zien dit zou leiden tot dermate hoge liggers of stroken onder de
woonlagen, bleek dit geen haalbare optie te zijn. Een gebouw
volledig opgebouwd uit prefab beton werd door de aannemer
niet gewenst.
Problematiek
De constructieve problematiek ontstond met name na de opti-
malisatie waarbij het parkeren van de kelder werd overgeheveld
naar de eerste verdieping. Doordat onder de tweede verdieping
veel installatieleidingen moesten worden versleept, was er ?
behalve ter plaatse van de daktuin ? geen ruimte voor balken of
verzwaarde stroken. Het overbrengen van de krachten vanuit
de woningscheidende betonwanden (wandliggers) van de
bovenbouw naar kolommen in de onderbouw werd hiermee
bemoeilijkt.
Bovendien moesten vanuit de kleine beschikbare ruimte de
rechthoekige kolommen op de parkeerlaag worden geroteerd
om de parkeervakken te optimaliseren (fig. 5a). Dit bemoeilijkt
de krachtsinleiding vanuit de betonwanden in de kolommen.
Bovendien moesten de kolommen geometrisch worden gemi -
nimaliseerd, ook weer om een maximaal aantal parkeerplaatsen
te verkrijgen. Dit leidde tot hoge wapeningspercentages en dito
las- en verankeringslengten.
Krachtsafdracht vanuit wanden naar kolommen
In appartementengebouwen zoals deze, met commerciële
ruimten en in dit geval zelfs een parkeerlaag in de plint,
worden in de onderbouw grote kolomvrije ruimten gevraagd
en worden de mogelijke kolomposities bepaald door de inde-
ling van de parkeerplaatsen. Om deze reden is in de onderbouw
veelal sprake van hoge kolomlasten en dito in te leiden krachten.
Om toe te lichten hoe hieraan kan worden gerekend, wordt
voor één detail de inleiding van de belasting beschreven. Het
gaat hierbij om een betonnen wand haaks op een penant in de
gevel. Hierbij is de penant 90° gedraaid ten opzichte van de
langsas van de wand (fig. 5b).
2 Plattegrond parkeerlaag
3 Dwarsdoorsnede
3
2
detail figuur 5b detail figuur 5a
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
53
4 Betonconstructie in BIM-model
5 (a) Wanden op schuingeplaatste kolommen; (b) gevelkolom
In formulevorm geldt voor de beide genoemde weerstandsaan -
delen:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
(1)
Omdat de axiale vervorming van het staal en het beton gelijk
zijn, wordt de verdeling van het weerstandsaandeel van beide
bepaald door de verschillen in rekstijfheid.
Vergelijking (1) gaat dan over in:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1 NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
(2)
Hierin is ? de wapeningsverhouding en n de verhouding tussen
de E-moduli van het wapeningsstaal en het beton.
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
(3)
Vanwege de hoge krachten in de verticaal dragende elementen
wordt in dergelijke gevallen voor deze elementen doorgaans
een hogere betonsterkteklasse gekozen dan voor de horizontaal
dragende elementen. Daar waar horizontale en verticale
elementen elkaar kruisen, kan dit ? ten gevolge van het inlei-
den van verticale krachten uit de bovenbouw ? leiden tot het
plaatselijk toepassen van een hogere betonsterkteklasse voor
deze horizontale elementen.
Stel de verdikte vloerstrook (fig. 6) wordt uitgevoerd in C30/37.
De wijze van spreiden is weergegeven in figuur 7. Dan volgt
overeenkomstig NEN-EN 1992-1-1 artikel 6.7 voor bepaling
van de verhoogde betondrukspanning:
( ) 21 22
Ed
3 2 Ed
yd
s,min s,min
yd
c
475 250 725 mm 1000 mm
0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm 435
0, 002
hbb b b
N N
f
AA
f
A
= = <
= = = =
? dus voldoet.
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0 250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
? dus voldoet.
Dan volgt:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff
= = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
zodat:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
Het maximale betonaandeel in de weerstand N Rd bedraagt dan:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
De wapeningsverhouding volgt dan uit (2), zodat:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
? ? = 0,08022
In het genoemde detail fungeert de wand als wandligger. De
overgang tussen de wand en de penant wordt onderbroken
door een verdikte betonnen vloerstrook (fig. 6). De in te leiden
belasting bedraagt in dit punt N
Ed = 5053 kN. Door deze belas-
ting te volgen en per onderdeel na te gaan welk deel van de
belasting op het beton en welk deel op de verschillende wape-
ningsonderdelen wordt overgedragen, kunnen de las- en veran-
keringslengten worden bepaald.
Inleiding in vloerstrook
De weerstand die de vloerstrook kan leveren tegen het inleiden
van de belasting uit de prefab wand bestaat uit de weerstand
opgebracht door het beton en de weerstand opgebracht door de
wapening. Hierbij mag overeenkomstig NEN-EN 1992-1-1
artikel 6.7 een verhoogde betondrukspanning in rekening
worden gebracht vanwege de aanwezigheid van een meerassige
drukspanningstoestand. Deze verhoging wordt met het sprei-
dingsmodel (fig. 7) in rekening gebracht [1].
4
d = 250
5a
ø600 C45/55 (type 1a)
400 x 1000 C45/55 (type 1a)
5b
400 x 1000 C45/55 (type 2)
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
54
6 Detaillering bij aansluiting prefab wand op onderliggende kolom
7 Krachtsinleiding in de vloerstrook [1]
8 Schematisering krachtsinleiding wand in kolom
een breukrek van 3,5?. Hierbij werd een minimale excentrici-
teit geëist van 1/10 h, zodat aan hetzelfde voorgeschreven
veiligheidsniveau werd voldaan als onder de VB'74/84. Ook in
de huidige Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1) wordt in alle situa-
ties uitgegaan van 3,5?. Bedraagt de excentriciteit minder dan
1/10 h, mag volgens artikel 6.1(5) de gemiddelde rek in de
doorsnede niet meer bedragen dan 1,75?. Door nu minimaal
een excentriciteit van 1/10 h in rekening te brengen, hoeven
achteraf de optredende rekken niet te worden gecontroleerd.
Rekening houdend met lastspreiding en een minimale excen-
triciteit van 1/10 h bedraagt ? na het verhogen van de betons-
terkteklasse van de verdikte vloerstrook naar C35/45 ? het
benodigde wapeningsoppervlak 6292 mm
2 in plaats van het
eerder berekende wapeningsoppervlak van 8022 mm
2.
Deze wapeningsverhouding levert in de gemeenschappelijke
doorsnede van 250 × 400 mm
2 een omvangrijk benodigd wape-
ningsoppervlak op van 8022 mm
2.
Wijze van belasten
Bij het berekenen van het benodigd wapeningsoppervlak is nog
geen rekening gehouden met de wijze van belasten. Het opper -
vlak is blootgesteld aan een centrische belasting. In geval van
een centrische belasting of een axiale drukkracht met een
geringe excentriciteit leidt een breukrek van 3,5? tot een over -
schatting van het draagvermogen. Veelal wordt de breukstuik
als materiaalconstante gezien en is daarmee alleen afhankelijk
van de betonsterkteklasse. Aan de hand van onderzoeken
verricht door Chambaud [2], Hognestad c.s. [3 en 4] en Prentis
[5] wordt aangetoond dat de maximale breukrek in betoncon-
structies niet alleen afhankelijk is van de betonsterkteklasse,
maar ook van de wijze van belasten, de vorm van de doorsnede
en de hoeveelheid en kwaliteit van de toegepaste wapening.
Om deze reden werd reeds in de VB'74/84 onderscheid
gemaakt tussen doorsneden belast met een kleine axiale druk-
kracht en doorsneden belast met een grote axiale drukkracht.
In dit laatste geval werd de druksterkte van het beton met 25%
verlaagd. In de VBC'95 werd voor alle situaties uitgegaan van
spreidingsrichting ondergelegen penant
gemeenschappelijke
doorsnede wand
1000
wand
250
250
b2 dsn. 8?02
dsn. 8?03
400
755
475
werklijn van
de belasting
d
2 ? 3d1
b1
d1
Ac1
Ac0
b2 ? 3b1
h ? b 2 ? b1 en
h ? d
2 ? d1
7
8
6
stekken ø40 (bundelen) I g = 3,6 m
vloerzone over kolom-
oppervlak storten in C53/65
3 ø12 + 4 ø12 v
2 ø12
3 ø12 + 4 ø12 a
3 hrsp ø12
4 ø12 ? 100 I
g = 2,0 m 1000
1 hrsp ø10
1 hrsp ø10
1 hrsp ø10
8 ? 03
8 ? 02
+ 5775
bgls ø12 ? 125 4 bgls ø12 ? 1004 sn
kolom 400 x 1000 (C45/55)
h
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
55
vanuit het wapeningsstaal 2 × 3Ø40 op het beton van de onder-
gelegen penant. Het resterende deel van N
s,Rd = 98 kN wordt
middels een overlap van staal op staal overgedragen.
Er geldt ? geredeneerd vanuit de wapening ? uiteraard ook:
1946 ? 1848 = 98 kN.
De belasting van 1848 kN wordt geacht in dezelfde verhouding
tussen de beide wapeningsbundels te worden overgedragen op
het beton als de voorgaand aangegeven verhouding tussen de
drukkrachten aan de maximaal en minimaal gedrukte zijde.
Aan de maximaal gedrukte zijde geldt dan:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= = +
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Benodigde verankeringslengten
Voor de benodigde verankeringslengten is ? N s aan de maxi-
maal gedrukte zijde maatgevend. De bijbehorende over te
dragen staalspanning ??
s in de bundel 3Ø40 bedraagt dan:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10 344, 6 37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
De benodigde lengte om 1299 kN over te dragen bij een
betonsterkteklasse C35/45 blijkt na berekening groter te zijn
dan de beschikbare dikte van de vloerstrook. Ter verhoging van
de aanhechtspanning is de betonsterkteklasse plaatselijk
verhoogd naar C53/65.
Wederom rekening houdend met spreiding neemt het beton
van de bovengelegen gemeenschappelijke doorsnede van
250 × 400 mm
2 in dat geval 3963 kN op in plaats van de voor -
gaand berekende 3107 kN.
Na berekening blijkt dan de belasting in de wapening aan de
meest gedrukte zijde 829,4 kN te bedragen en aan de minst
gedrukte zijde 260,6 kN.
Dit betekent dat vanuit het wapeningsstaal 2 × 3Ø40 binnen
de beschikbare dikte van de vloerstrook een belasting
N
s = 4955 ? 3963 = 992 kN op het beton moet worden overge-
dragen in plaats van 1848 kN. Op analoge wijze als voorgaand
volgt dan:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= = +
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
zodat:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10 186,1 37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
voor de maatgevende wapeningsbundel 3Ø40.
In de gemeenschappelijke doorsnede van 250 × 400 mm
2 kan
dan worden volstaan met de toepassing van twee wapenings-
bundels, elk bestaande uit drie staven Ø40. Aan de zijde van
het gemeenschappelijke oppervlak van 250 × 400 mm
2 waar de
maximale druk optreedt ? dat wil zeggen de meest gedrukte
zijde ten gevolge van de axiale drukkracht in combinatie met
het buigend moment veroorzaakt door de excentriciteit van
1/10 h ? bedraagt de opgenomen belasting in de wapening
1368 kN. Aan de andere zijde van dit gemeenschappelijke
oppervlak ? dus waar de minimale druk optreedt ? bedraagt
deze belasting 578 kN. In totaal neemt het staal dus 1368 + 578
= 1946 kN op. Omdat de totale in te leiden belasting N
Ed 5053
kN bedraagt, neemt het beton het restant van 3107 kN op.
Ondergelegen penant
In de ondergelegen penant met een doorsnede van 400 ×
1000 mm
2 en uitgevoerd in een betonsterkteklasse C45/55 is
een wapeningsconfiguratie aanwezig van 6Ø12 per zijde, ofwel
1357 mm
2. Deze wapeningshoeveelheid is gebaseerd op het
benodigde minimum overeenkomstig NEN-EN 1992-1-1
artikel 9.5.2(2).
De wapeningsverhouding in de penant bedraagt dan:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
Dan volgt:
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
( ) 21 22
Ed
3 2 Ed
yd
s,min s,min
yd
c
475 250 725 mm 1000 mm
0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm 435
0, 002
hbb b b
N
N
f
AA f
A
= = <
= = = =
Formule 1
Rd c,Rd s,RdNN N =+
Formule 2
( ) Rd c,Rd 1
NN n =+
Formule 3
s
cm
E n E=
Formule 4
( ) 21 22 475 250 725 mm 1000 mm hbb b b = = <
Formule 5
2 11 725 2,9 3,0
250 b bb== <
Formule 6
c1
c0 2,9 1,7 A
A ==
Formule 7
2 u,cd cd 1, 7 1, 7 2 0 3 4 N/mm ff = = =
Formule 8
3
c,Rd u,cd c0 34 250 400 10 3400 kN N fA = = =
Formule 9
()
5
Rd Ed c,Rd 3 2, 0 10
1 5053 3400 1
33 10
0, 0\f022
NNN n
??
== + = + ???? ??
=
Formule 10
1357 0, 003393 400 1000
==
Formule 11
2
Ed ck
N cd
Ed
c 2
c 5053 12, 6 30 (
N/ 45 / 55) 40 m
N/
0 m
mm
Nf
fC
A
= = = < ==
Formule 12
Ed 3
2
Ed
\bd
s,min s,min
\bd
c 0,10 0,10 5053 10
0,10
max 1162 mm toepassen: 6 12 v/a 435
0, 002
N
N
f
AA
f
A
= = = =
Uit (2) volgt nu:Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rd
c,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000 N N N nNN
?? == += + =
??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Het betonaandeel van de penant in de opname van N Ed = 5053 kN
bedraagt bij de gegeven wapening van 6Ø12 v/a dus 4955 kN,
zodat voor de bijdrage van de wapening in de penant geldt:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Dit betekent dat over de dikte van de vloerstrook een belasting
van N
s = 4955 ? 3107 = 1848 kN moet worden overgedragen
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
56
9 Impressie volledig plan
Verschil met NEN 6720
Het verschil met de inmiddels vervallen NEN 6720 is wel
opvallend. Volgens NEN 6720 zou de verankeringslengte als
volgt zijn bepaald:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k
45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24 Bij een bundel van 3 staven Ø40 geldt:
v vo 1,6 1600 mm ll
==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll ==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
Dan volgt ten gevolge van de gereduceerde staalspanning:
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll
==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
En voor een drukstaaf:
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
Inleiding in penant
Vanuit de wapeningsbundels 2 × 3Ø40 moet nu nog een belas-
ting van 98 kN worden overgedragen op de wapening in de
penant, rekening houdend met de maximale afstand tussen het
hart van de wapeningsbundels en de meest aan de buitenzijde
gelegen wapeningsstaven in de penant. Deze afstand bedraagt
446 mm. De resterende belasting van 98 kN is dermate klein en
dus de staalspanning dermate laag, dat de minimumoverlap-
pingslengte maatgevend is.
De benodigde verankeringslengte wordt nu:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
waarin:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c 2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25
3, 4 N\fm 100 m 9
f
f f
f +
?? + ?? ?? == =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
waarin:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd 1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49
L
f
= = = <
Formule 23
B65 vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Zodat volgt:
Formule 13
()
5
Rd Ed c,Rd c,Rdc,Rd 2, 0 10 15053 1 0, 003393 4955 kN 36000
N N N n
NN
??
== += + = ??
??
Formule 14
s,Rd 5053 4955 98 kN N = =
Formule 15
s 1368 1848 1299 kN 1368 578 N= =
+
Formule 16
3 2 s 1299 10
344, 6
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 17
s 829, 4 922 701, 6 kN 829, 4 260, 6 N= =
+
Formule 18
3 2 s 701, 6 10
186,1
37 N\f 7 mm 0
==
Formule 19
s b,r\bd n bd
1
4
L f =
Formule 20
()
ck
n
bd 1 2 ctd
bd
c
2
8
0, 70 2,12 ln 1
132 10
2,25 2,25 3, 4 N\fm
100
m 9
f
f f f
+
??
+ ??
??
== =
Formule 21
nb 55 mm n =
Formule 22
s
n
b,r\bd
bd
1 1 186,1 55 733 mm 755 mm 4 4 3, 49 L f
= = = <
Formule 23
B65
vo k
k 45 1 25 1000 mm 40
c
l
= = =
Formule 24
Berekening uitgaande van beschikbare
verankeringslengte
De gegeven berekeningsprocedure kan ook in omgekeerde richting
worden gevolgd. De benodigde verankeringslengte in de vloer-
strook kan namelijk ook worden beïnvloed door wijziging van de
wapeningsverhouding in de onderliggende penant. Het eerder
bepaalde weerstandsaandeel van het beton van N
c,Rd = 4955 kN is
immers bepaald bij een aanwezige wapening van 6Ø12 v/a.
De wapeningsverhouding in de onderliggende penant kan dus
ook worden bepaald bij het gelijk houden van de betonsterkte-
klasse van de vloerstrook. De over te dragen staalspanning uit
de bundel 3Ø40 is dan lager en wordt bepaald door de maxi-
maal beschikbare verankeringslengte. In dit geval de dikte van
de vloerstrook van 755 mm. Omdat minder belasting vanuit de
wapeningsbundels 2 × 3Ø40 wordt overgedragen op het beton,
is het betonaandeel van de ondergelegen penant in de opname
van de totale axiale drukkracht kleiner en dus het wapenings-
aandeel groter. De consequentie hiervan is dat een groter
aandeel van de belasting in de wapeningsbundels direct door
middel van een overlap op de wapening in de penant moet
worden overgedragen. Omdat in de berekening van de overlap-
pingslengte volgens NEN-EN 1992-1-1 artikel 8.7.3 een factor
?
6 = 1,5 in rekening moet worden gebracht, levert dit uiteinde-
lijk geen maakbaar constructiedetail op.
Bij de overgang van een relatief geringe gemeenschappelijke
doorsnede naar een grotere doorsnede van bijvoorbeeld een
ondergelegen penant, onderbroken door een vloerstrook, loont
het dus de wapeningsverhouding in de penant zo laag mogelijk
te houden. Daarom is gekozen voor het plaatselijk verhogen
van de betonsterkteklasse van de vloerstrook.
9
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
57
Van de constructeur wordt bij het ontwerp dus de nodige
kennis en flexibiliteit geëist. Enerzijds door voorwaarden
vanuit financieel en commercieel perspectief, anderzijds door
normtechnische voorwaarden. Overgangen tussen de verschil-
lende bouwlagen vragen daarom tot op detailniveau al tijdens
het ontwerp veel aandacht. Een ontwerp gevangen tussen voor-
waarden.
?
Uitgaande van de meest aan de buitenzijde van de penant
gelegen wapeningsstaven geldt voor de maatgevende minimum-
overlappingslengte:
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll ==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
Hoewel de over te dragen belasting relatief laag is en niet voor
alle staven een afstand van 446 mm in rekening hoeft te
worden gebracht, is met name vanwege het hoogteverschil in
de vloerstrook ervoor gekozen de beide wapeningsbundels
3Ø40 tot in de penant door te zetten. Om uitvoeringstechni-
sche redenen moeten de wapeningsbundels dan tot op de
ondergelegen vloer worden geplaatst.
Volgens NEN 6720 zou de overlappingslengte identiek zijn aan
de verankeringslengte, dat wil zeggen 480 mm! Een nogal in
het oog springend verschil.
Inleiding in wapeningsbundels van
bovengelegen wand
De maximaal over te dragen belasting uit de bovengelegen
wand op de maximaal belaste wapeningsbundel bedraagt 829,4 kN.
Voor de staalspanning en bijbehorende verankeringslengte
volgt dan:
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll ==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll ==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
L
f
= = =
v vo 1,6 1600 mm ll ==
Formule 25
vr v 186,1 1600 685 mm 435
sd
s
ll
f
= = =
Formule 26
vr vr 0,7 480 mm ll ==
Formule 27
0 ,min n 15 446 1271 mm L = +=
Formule 28
3
s 2 829\f4 10 220
3 m 0 m 7 / 7 N
==
Formule 29
( ) ( ) n c\bk,0\f05
bd 2 c\bd
c 2 1 132132 55
2, 7
2\f25 2, 25 2, 253,12
100 100 1, 5 N/mm
f
f f
= = = =
Formule 30
s
b,rqd n
bd 1 1 220 55 970 mm 4 4 3,12
Lf
= = =
De totaal benodigde staaflengte van de wapeningsbundel 3Ø40
bedraagt hiermee 970 + 755 + 1271 = 2996 mm. Dit betreft de
minimaal benodigde lengte.
Een dergelijke wapeningsbundel weegt 88,7 kg en kan daarmee
niet als bundel handmatig worden aangebracht. Per staaf
bedraagt het gewicht 29,6 kg. De bundels zijn er dan ook met
een kraan ingehangen. De lengte van de bundels is zodanig
gekozen dat de onderzijde hiervan op de lager gelegen verdie
-
pingsvloer kon rusten.
Kennis en flexibiliteit
In appartementengebouwen als 'Toor' worden in de onderbouw
grote kolomvrije ruimten gevraagd en worden de mogelijke
kolomposities bepaald door de indeling van de parkeerplaatsen.
? PROJECTGEGEVENS
project Appartementengebouw Toor
opdrachtgever Argentum Vastgoed
architect INBO
hoofdconstructeur Geelhoed Engineering
aannemer Ballast Nedam / Heddes Bouw
ontwerp 2012 ? 2014
start bouw juli 2015
opleverdatum medio 2017
? LITERATUUR
1 Snijder, H.H., Steenbergen, H.M.G.M., Krachtswerking,
Grondslagen voor het berekenen en toetsen van staalcon-
structies voor gebouwen volgens Eurocode 0, 1 en 3.
Bouwen met Staal, 2012.
2 Chambaud, R., Théorie élasto-plastique de la flexion les
poutres en béton arm é Annales de l'Institut Technique du
Bâtiment t des Travaux Publics. Novembre 1949.
3 Hognestad, E., Hansen, N.W., McHenry, D., Concrete stress
distribution in ultimate strength design. Journal American
Concrete Institute, Dec. 1955, Proceedings, Vol. 52, pp. 455-479.
4 Janney, J.R., Hognestad, E., McHenry, D., Ultimate flexural
strength of prestressed and conventionally reinforced
beams. Journal American Concrete Institute, Vol. 28, No. 6,
Feb. 1945, pp. 601-620.
5 Prentis, J.M., Analysis of inelastic bending stress in concrete
beams. Journal American Concrete Institute, Sept. 1956,
Proceedings, Vol. 52, pp. 309-317.
Gevangen tussen voorwaarden 8 2016
Reacties