In de constructief gewapende tussenwanden in een spooronderdoorgang in Heiloo is geopolymeerbeton toegepast. Dat is uniek voor Nederland want tot nu toe is hier vooral ervaring mee opgedaan in ongewapende toepassingen. In het toegepaste geopolymeerbeton is het bindmiddelsysteem gebaseerd op hoogovenslak en vliegas, zonder portlandklinker. Op een toegevoegde activator na zijn de overige grondstoffen gelijk aan traditioneel beton. Zowel op mechanisch gebied als op de gestelde duurzaamheidseisen presteert het geopolymeerbeton op vergelijkbare wijze als traditioneel beton. En dat met een gevalideerde CO2-reductie van 50% ten opzichte van CEMIII/B beton.
Gewapend
geopolymeerbeton
in de infrasector
50% CO?-reductie conform Betonakkoord haalbaar
1 In de constructief gewapende tussenwanden in de spooronderdoorgang in Heiloo is geopolymeerbeton toegepast,
foto: Jane van Raaphorst
1
52? CEMENT 3 2021
In 2018 is door diverse partijen
het Betonakkoord opgesteld.
Dit
akkoord heeft als doel de broeikasgassen in
de betonsector met 49% terug te dringen in
2030. Daarbij wordt onder meer gekeken
naar de productie van cement (klinker), om -
dat cement de grootste CO?-bijdrage levert
in beton. Voor de productie van klinker
wordt kalksteen in ovens opgewarmd tot
ruim 1400 °C, wat al flink bijdraagt aan de
CO?-uitstoot. Bij deze hoge temperatuur
breekt de structuur van het calciumcarbo-
naat open waardoor er ook nog eens gebon -
den CO? vrij komt. Deze twee fenomenen
zorgen voor een hoge CO?-uitstoot.
Geopolymeerbeton
Geopolymeerbeton is een in West Europa
'vrijwel vergeten betonsoort' waarin géén
traditioneel cement als bindmiddel wordt
gebruikt. Vanaf de jaren 50 van de vorige
eeuw is geopolymeerbeton al op grotere
schaal toegepast in de voormalige Sovjet
Unie en de laatste decennia ook in Australië,
China, Zuid Afrika, Verenigd Koninkrijk, VS
en Canada. In Nederland wordt het al wel
toegepast in ongewapende betonproducten
waaraan geen beperkende eisen zijn gesteld aan de toe te passen grondstoffen, zoals
straatstenen, tegels en banden. In de basis bestaat geopolymeerbeton
uit dezelfde grondstoffen als traditioneel
beton, namelijk een cementeus materiaal,
toeslagmateriaal (zand en grind), water en
eventuele hulp- en vulstoffen. Het cemen -
teuze materiaal in geopolymeerbeton bestaat
uit alkalisch te activeren grondstoffen (de zo-
genoemde precursor). Denk hierbij naast de
bekende en vaak al in cement toegepaste
reststoffen als hoogovenslak en vliegas, maar
ook aan mogelijke toepassingen als bodem -
kleien, rivierslib en reststoffen uit afvalener-
giecentrales. Waar hoogovenslak en vliegas in
traditioneel cement wordt geactiveerd door
calciumhydroxide (reactieproduct van gehy -
drateerde portlandklinker), wordt in geopo-
lymeerbeton een activator toegevoegd die de
alkalische reactie activeert. Hierdoor is er
geen sprake van een scheikundige hydratatie
(reactie met water) maar een polymerisatie.
Normering
Door de andere scheikundige reactie
komen we bij het eerste en daarmee tot
dusver grootste struikelblok aan, namelijk
de Nederlandse normering. Volgens de
PROJECTGEGEVENS
project
Onderdoorgang Heiloo opdrachtgever ProRail
opdrachtnemer
Mobilis-Hegeman projectonderdeel Toepassen
geopolymeerbeton in tussenwanden project Heiloo
opdrachtgever
Rijkswaterstaat en ProRail
opdrachtnemer Mobilis
betontechnologisch advies
Delta Concrete Consult betonproducent
Kijlstra Betonmortel onderzoek
eigenschappen SKG-IKOB
risicoanalyse BouwQ
LCA-berekening SGS Intron
Monitoring SGS Intron
In de constructief gewapende tussenwanden in een
spooronderdoorgang in Heiloo is geopolymeerbeton toegepast. Dat is uniek voor Nederland want tot nu toe is hier vooral
ervaring mee opgedaan in ongewapende toepassingen. In het toegepaste geopolymeerbeton is het bindmiddelsysteem
gebaseerd op hoogovenslak en vliegas, zonder portlandklinker. Op een toegevoegde activator na zijn de overige grondstoffen gelijk aan traditioneel beton. Zowel op mechanisch gebied
als op de gestelde duurzaamheidseisen presteert het
geopolymeerbeton op vergelijkbare wijze als traditioneel
beton. En dat met een gevalideerde CO?-reductie van 50%
ten opzichte van CEMIII/B beton.
CEMENT 3 2021 ?53
2 Doorsnede open toerit
3 Gewapend geopolymeerbeton
4 Tussenwand onderdoorgang in geopolymeerbeton
JOS KRONEMEIJER BSC, MICT
Algemeen directeur / Senior
materiaaltechnoloog
SCS (voorheen Delta Concrete Consult)
KAMEL ARBI MSC PHD
Senior consultant
SCS (voorheen Delta Concrete Consult)
HERMAN VAN DEN NOORT BSC
Tendermanager Mobilis
FELIX LEENDERS MSC
Constructeur / Betonadviseur Mobilis
auteurs
2
3
4
54? CEMENT
3 2021
NEN-EN 206 bestaat beton uit onder andere
cement. En cement wordt omschreven als
een fijngemalen anorganische stof die ge-
mengd met water, een pasta vormt die bindt
en verhardt door een hydratatiereactie. De
verharde samenstelling van geopolymeren
mag formeel geen beton heten omdat het
zonder hydratatieproces verhardt. Mag je
het dan wel constructief toepassen? In de VS is de definitie van cement
overigens ruimer en is een geopolymeer ge-
woon een cementsoort: als het eruit ziet als
cement en het gedraagt zich als cement, dan
zal het wel cement zijn. In Groot-Brittannië is in 2016 een do-
cument opgesteld, PAS 8820, en uitgegeven
namens The British Standards Institution
(BSI) waarin is beschreven hoe geopoly -
meerbeton moet worden getest en hoe het
materiaal zich moet gedragen. Als het geo-
polymeer wordt getest met de juiste voorge-
schreven testen per eigenschap, mag veron -
dersteld worden dat het zich gedraagt zoals
traditioneel beton en mag de Eurocode wor-
den gebruikt voor de constructieve bereke-
ningen (equivalent performance). Hierdoor
hoefde het constructieve ontwerp van het
project, gebaseerd op de Eurocode, niet te
worden aangepast.
Ontwikkeling recept
Het ontwikkelen van een geopolymeer-
mengsel gebeurt op precies dezelfde manier
zoals dat ook bij een traditioneel beton ge-
beurt. De drie door te lopen fases zijn:
i?verwerkbaarheid en sterkteontwikkeling;
ii?duurzaamheid en milieuprestaties;
iii?opschaling naar grootschalige productie.
In de zomer van 2018 heeft Mobilis al een
praktijktest uitgevoerd in samenwerking
met betoncentrale A. Jansen BV. Doel van
deze test was om de productie en verwerk -
baarheid te onderzoeken op een bouw -
plaats. Deze test heeft succesvol uitgepakt
en hieruit bleek dat de wijze van verwerking
niet verschilt met die van traditioneel beton.
Van deze praktijktest is een filmpje gemaakt
en op Youtube gezet. Dit is te vinden onder
de naam 'Geopolymeer beton: praktijkde-
monstratie productie en verwerking'.
Onderdoorgang
Mobilis (TBI) heeft het Betonakkoord mede
ondertekend en in dat kader heeft het
bouwbedrijf samen met ProRail en Rijkswa -
terstaat een traject doorlopen van het uit-
spreken van een duurzaamheidswens, naar
het daadwerkelijk toepassen van een duur-
zaam betonmengsel in een gewapend con -
structief element. In eerste instantie is er bij de aan -
besteding van de N69 (gemeente Valkens-
waard) parallel ingeschreven met het ge-
bruik van geopolymeerbeton. Helaas werd
Mobilis dit project niet gegund. Vervolgens
is samen met Delta Concrete Consult (tegen -
woordig SCS, Sustainable Concrete Soluti -
ons) de onderdoorgang Heiloo (gerealiseerd
in 2019-2020) uitgekozen om geopolymeer-
beton voor het eerst op het
vaste land van
West-Europa toe te passen in een gewapend
constructief element. De onderdoorgang bestaat uit twee
rijstroken, een fietspad en een voetpad.
De tussenwanden tussen het snel- en lang -
zaamverkeer zijn uitgevoerd in gewapend
geopolymeerbeton (fig. 2, foto 3 en 4). Het
doel van dit pilotproject is stap iii, opscha -
ling naar grootschalige productie.
Eigenschappen mengsel
De eigenschappen van het geopolymeer-
beton zijn zo gekozen, dat het beton mini -
maal gelijkwaardig presteert als het anders
toegepaste traditionele mengsel. De beoogde
prestaties zijn: sterkteklasse C30/37, milieu -
klassen XC4 en XF1. SKG-IKOB heeft het hele
proces onderzocht, beoordeeld en gerappor-
teerd ten behoeve van een vast te stellen
validatie- en certificeringstraject van de
zogenoemde Heiloo-mix. In tabel 1 en 2 zijn
de samenstelling, 28-daagse kubusdruk -
sterkte en elasticiteitsmodulus weergege-
ven, die zich bewegen binnen de bandbreed -
tes die de Eurocode geeft voor sterkteklasse
C30/37 (equivalent performance). De trek -
sterkte is zelfs iets hoger. Bij geopolymeren
is het begrip waterbindmiddelfactor niet
relevant omdat dit niets zegt over de pres-
taties van het verharde mengsel. Naast
water heeft namelijk de activator ook een
bindende factor.
De verharde
samenstelling
van geopoly-
meren mag
conform Euro-
code formeel
geen beton
heten omdat
het zonder
hydratatieproces
verhardt
CEMENT 3 2021 ?55
De onderzochte duurzaamheidsprestaties
zijn wapeningscorrosie ingeleid door car-
bonatatie, corrosie ingeleid door chloride
anders dan zeewater, vorstbestandheid en
ASR-gevoeligheid. Op al deze aspecten vol -
doet het geopolymeerbeton aan de gestelde
eisen. Verder is het uitlooggedrag onder-
zocht, waaruit is geconcludeerd dat de Hei -
loo-mix voldoet aan de uitloging volgens Be-
sluit Bodemkwaliteit. Door BouwQ is een risicoanalyse uit-
gevoerd ten behoeve van de dekking van de
VGV-verzekering van het project. Geconclu -
deerd werd dat het toepassen van geopoly -
meerbeton niet leidt tot een verhoogd risico.
Hiermee is de toepassing van het geopoly -
meer verzekerd.
Testfase
Na het succesvol doorlopen van stap i en ii is
er voorafgaand aan het storten van de daad -
werkelijke tussenwanden eerst een mock-up
met gelijke dimensies gemaakt. Zodoende
hebben de betrokken opdrachtgevers en de
stortploeg het materiaal een keer gezien en
getest, waarna nog enkele verbeteringen zijn
gedaan. Hiermee werd ook het belang van
fatsoenlijke aandacht in de verhardingsfase
extra onderstreept. In de mock-uptestfase
werd na enkele dagen geconstateerd dat de
verharding ongewenst traag op gang kwam.
Dit kon achteraf worden verklaard door het
gevolg van twee gecombineerde onvoorziene
missers. De eerste misser was een stevige
overdosering van een vertragende super-
plastificeerder en de tweede betrof het on -bedoeld wegwaaien van de bovenop liggende
afdekfolie, gevolgd door een langdurige en
zware regenbui. Hierdoor trad zowel uit-
spoeling als uitdroging op in de toplaag van
de wand. Ten gevolge van de vertragende
werking van de overgedoseerde super-
plastificeerder, was na 4 weken de sterkte
ongeveer 25 MPa en groeide uiteindelijk
door naar 43 MPa na 217 dagen. De neven -
effecten op onder andere duurzaamheid
zijn niet onderzocht, het was immers een
proef.
Uitvoering
Nu het project en de bijbehorende onder-
zoeken zijn afgerond kunnen de resultaten
worden gedeeld. Het geopolymeermengsel
dat is toegepast (Heiloo-mix), bestaat uit de
grondstoffen genoemd in tabel 1. Het water
is niet nodig voor de reactie met het cemen -
teuze materiaal, maar enkel voor de consis-
tentie; beoogd een hoge S3 / lage F4. Voor
alle wandsecties lag de zetmaat in het bereik
van 150-200 mm en de schudmaat tussen de
420 ? 460 mm (fig. 5), gemeten op de bouw -
plaats. Hiermee is aangetoond dat productie
op grotere schaal mogelijk is (stap iii). Het
beton is zowel met kubel als met pomp ge-
stort (foto 6 en 7). Het verdere verdichten,
nabehandelen en afdekken is niet anders
dan bij traditioneel beton. Dit geldt ook voor
de PBM's. Net als anders moet men veilig -
heidsschoenen, handschoenen, veiligheids-
bril en een helm dragen. De uitvoering vond plaats in de winter
van 2019/2020 met gemiddelde etmaaltem -
peraturen tussen de 3 en 10 °C (fig. 8). De
Heiloo-mix heeft zonder aanvullende maat-
regelen, zoals actieve verwarming, zijn ont-
werpsterkte behaald na 28 dagen bij lage
omgevingstemperaturen. Wat opviel is dat
er tijdens het verharden geen stijging van de
temperatuur plaatsvond. Dit is een veelbelo-
vende eigenschap voor het verminderen van
scheurrisico's als gevolg van thermische
gradiënten in verhinderde constructie ele-
menten of in massabeton.
Milieuwinst
Door SGS Intron is een LCA-berekening uit-
gevoerd en vergeleken met die van een refe-
rentiebeton. Als referentie is een beton
BEWUSTWORDING:
BETONAKKOORD VRAAGT
OM INNOVATIES
In het Betonakkoord zijn verschil-
lende kerndoelen verwoord, waar-
onder de vraag naar de markt om
met innovaties te komen en het
streven om de transitie gezamen-
lijk te realiseren. Veel van de in
Nederland gehanteerde normen
zijn gebaseerd op gebundelde col-
lectieve ervaringen. Innovatieve
materialen zoals geopolymeren
missen nog nationale ervaringen.
Hierin zijn zorgvuldigheid en trans-
parantie de sleutelwoorden.
Behaalde resultaten moeten wor-
den vastgelegd, zodat daaraan
later logische conclusies kunnen
worden verbonden. Dit betekent
dat er soms tijdrovend en kostbaar
onderzoek moet worden gedaan
voor het aantonen van equivalent
performance en dat onzekerheden
moeten worden benoemd. Zo
wordt er vertrouwen en collectieve
ervaring gebouwd.
Door de zorgvuldigheid en trans-
parantie in dit pilotproject, is bij
alle betrokken partijen ook de
bewustwording ontstaan dat de
vele (en terechte) kritische vragen
over het geopolymeerbeton ook
van toepassing zijn op traditioneel
cementbeton. Gechargeerd
gezegd is door de bank genomen
veel basiskennis over traditioneel
cementbeton al vaker niet meer
standaard aanwezig. Dit besef
maakt dat ontwerpers zich tegen-
woordig vaker afvragen wat het
werkelijke materiaalgedrag en de
prestatieniveaus zijn. Een positief
punt hiervan is dat er kritischer
wordt gekeken naar gewoontekeu-
zes, wat kansen biedt voor innova-
ties die worden beoordeeld op
gelijkwaardige prestatie-eisen.
Tabel 1 Samenstelling Heiloo-mix
toeslagmateriaal rivierzand 0-4
graniet 2-16
precursors vliegas
gegranuleerde hoogovenslak
activator alkaliën
hulpsof superplastificeerder
water -
Tabel 2?Materiaaleigenschappen Heiloo-mix
eigenschap 28 d
kubusdruksterkte MPa46,2
splijttreksterkte MPa4,1
elasticiteitmodulus Gpa31,5
56? CEMENT 3 2021
5
6
7
Wat opviel is
dat er tijdens
het verharden
geen stijging
van de
temperatuur
plaatsvond
5 Variatie van zetmaat (rood) en schudmaat of 'flow' (blauw) over de tijd in een niet-geoptimaliseerde mix (onderbroken lijn)
en een geoptimaliseerde mix (niet-onderbroeken lijn)
6 Betonstort met kubel?7 Betonstort met betonpomp CEMENT 3 2021 ?57
C30/37 gehanteerd op basis van een bekende
CEM III/B (70-78% hoogovenslak) met een
wcf van 0,50. Uitgaande van fase A1, A2 en
A3 (grondstoffenwinning, transport naar
producent, productieprocessen) bedraagt de
CO?-reductie 50% en de MKI-reductie 22%.
Voor de overige fases is uitgegaan dat deze
gelijkwaardig zijn, waarbij het recyclen niet
nader is onderzocht. Belangrijk leerpunt van dit traject is
dat met de kennis van nu de keuze voor het
gehanteerde referentiemengsel onvoldoen -
de gespecificeerd is met betrekking tot de
eigenschappen van het beton. Zelfde vloeige-
drag, met-of-zonder hulpstoffen? Sterkte-
ontwikkeling gelijk? Zelfde duurzaamheid -
sprestaties? Etc. We durven wel te stellen
dat er een nog hogere potentiële CO?-emis-
siereductie van de Heiloo-mix mogelijk is:
Voor infrastructurele projecten is de toe-
gestane wcf (wbf ) veelal lager namelijk 0,45
(XD3 en XF4). Dat zou betekenen dat er aan
het referentiemengsel meer cement moet
worden toegevoegd.
Het geopolymeerbeton verhardt bij lage
temperaturen dus er is geen wintermengsel meer nodig. Bij een wintermengsel wordt er
extra portlandklinker aan de traditionele
specie toegevoegd.
Bij een mengselontwerp is er een zeer uit-
gebreid scala aan eigenschappen waarop
kan worden gestuurd. Bij de Heiloo-mix is
niet specifiek op alleen duurzaamheid ge-
stuurd. Hier valt nog wat in te optimalise-
ren, zeker voor de mengsels blootgesteld
aan mildere milieuklasses.
De te verwachte CO?-reductie kan dan wel
oplopen tot 65% t.o.v. een CEMIII; t.o.v. een
CEMI zelfs tot 90%.
Monitoring
Met het succesvol doorlopen van de stappen
i, ii en iii kan worden gezegd dat het toepas-
sen van de Heiloo-mix, vanwege de praktijk -
case, certificering en externe validatie, op
TRL level 8 zit (Technology Readiness Level). En nu verder. De mock-up en de tus-
senwanden worden de komende 10 jaar ge-
monitord door SGS-Intron (foto 10a t/m c).
De monitoring bestaat uit periodieke techni -
sche inspecties, periodieke monster name
en laboratoriumonderzoek, en monitoring
Het gebruik
van geopoly-
meerbeton ten
opzichte van
een traditioneel
CEM III/B-ce-
mentgebaseerd
beton leidde tot
een reductie
van 22% op de
MKI-score en
50% op de
CO?-uitstoot
8 Temperaturen tijdens stort wandsectie
9 Cilinder geopolymeerbeton (archief)
9
58? CEMENT 3 2021
van vervormingen en wapeningscorrosie
met behulp van ingestorte sensoren in twee
tussenwanden. De eerste resultaten worden
dit voorjaar verwacht.
Conclusie
Het pilotproject Heiloo heeft de volgende
tussenconclusies opgeleverd:
Geopolymeerbeton kan op sterk vergelijk -
bare manier worden geproduceerd en ver-
werkt als traditioneel beton.
Geopolymeerbeton kan op een technisch
gelijkwaardige manier presteren als traditi -
oneel beton.
Geopolymeerbeton kan sterkte ontwik -
kelen zonder extra warmtebehandeling.
Het kan zelfs de ontwerpsterkte eerder
POTENTIËLE TOEPASSINGSGEBIEDEN
Uit recent onderzoek is gebleken dat geopolymeren ook kunnen worden
gebruikt als adsorptiemiddelen om ammonium (NH4+) van afvalwater te
scheiden, metalen in residu van waterzuiveringsinstallaties te vangen of voor
immobilisatie van kernafval met lage of matige activiteit. Verder hebben geo-
polymeren, door minder vrij water en door een fundamenteel ander poriesys-
teem, minder kans op afspatten wanneer blootgesteld aan hoge temperatu-
ren en zijn daarom sneller geschikt als brandwerende bekleding.
Geopolymeren hebben ook een zeer hoge chemische bestendigheid en zijn
daarom ook bij uitstek geschikt voor de chemische industrie.
Voor al deze toepassingen geldt dat de exacte samenstelling een uiterst
bepalende factor heeft in de prestatie van het materiaal. Momenteel duidt de
term geopolymeer een verzameling van alkalisch te activeren bindmiddelen
aan. Wij pleiten er daarom ook voor dat er net als bij de traditionele cemen-
ten subtypen worden aangeduid. De ene geopolymeer is de andere niet.
10 Enkele ingestorte sensoren: (a) bepaling vochtprofiel, (b) meten staalpotentiaal, (c) meten pH
10b 10c
10a
CEMENT 3 2021 ?59
bereiken onder slechte weersomstandig-
heden (lage omgevingstemerperatuur) dan
traditioneel beton;
Geopolymeerbeton kan op gecontroleerde
en voorspelbare wijze behoud van verwerk -
baarheid realiseren, waarmee ook langere
transporttijden geen probleem vormen.
Het kiezen en handhaven van correcte
nabehandelingsmethoden en tijdsduur is,
evenals bij traditioneel beton, van groot be-
lang gebleken om een optimale prestatie op
korte en lange termijn te kunnen garande-
ren.
Het gebruik van een geopolymeerbeton
ten opzichte van een traditioneel CEM II -
I/B-cementgebaseerd beton, met enigszins
vergelijkbare prestatieniveau's, heeft in dit
project een reductie van 22% op de MKI-sco-
re en 50% op de CO?-uitstoot mogelijk ge-
maakt.
Met behulp van ingestorte thermokoppels
is de warmte-ontwikkeling in de wand ge-
monitord tijdens het verhardingsproces op
de bouwplaats. Hieruit is vastgesteld dat
het geopolymeerbeton in het geheel géén
warmteontwikkeling heeft laten zien, wat
de thermische scheurrisico's als gevolg van
thermische gradiënten verminderd en de
betonprestaties in zijn algemeenheid sterk
kan verbeteren.
Bij de verwerking van het geopolymeerbe-
ton zijn geen bijzondere veiligheidsmaatre-
gelen nodig in de vorm van bijvoorbeeld
extra PBM's. De enige aanbeveling aan alle
betrokkenen was het dragen van veiligheids-
schoenen, handschoenen en een veiligheids-
bril. Precies zoals ook bij elk ander type be-
ton reeds verplicht is.
De Heiloo-mix is nu al direct toe te passen
in bijvoorbeeld de woningbouw sector waar
mildere milieuklasses gelden.
Aanbevelingen en leerpunten
Het is van belang dat er voldoende aan -
dacht wordt besteed aan het gehele proces
van de samenstelling, storten en tijdsduur
nabehandelen, net als bij traditioneel beton,
om een optimale prestatie te kunnen garan -
deren.
Het toedienen van de activator/hulpstof-
combinatie kan zowel op de productieloca -
tie, als op de bouwplaats of zelfs op beide locaties plaatsvinden. Aangezien deze com
-
binatie de belangrijkste en meest kritische
parameter is voor de productie van het geo-
polymeerbeton, zou de dosering hiervan
verder kunnen worden geoptimaliseerd.
Voor een LCA-vergelijking is het van groot
belang een juist referentiekader te hante-
ren. Er zijn namelijk tal van eigenschappen
waarop kan worden gestuurd.
Toekomstvisie
De verduurzaming in de bouwsector leidt
ertoe dat er steeds meer 'smaken' beton
worden ontwikkeld. Er worden meer secun -
daire materialen toegevoegd (als toeslagma -
teriaal of als vulstof ) en ontwikkelingen met
alternatieve, niet conventionele bindmidde-
len. Geopolymeerbeton zal niet het enige
antwoord zijn, maar het is wel een mooi
alternatief met een hoog TRL-niveau (Tech -
nology Readiness Level), naast de huidige
betonsoorten. Het project zal ook de deur open zet-
ten naar alternatieve alkalisch te activeren
grondstoffen, naast het bekende hoogoven-
slak en vliegas. De nieuwe onderneming SCS
zal, als ontwikkelaar en aanbieder van geo-
polymeren, het toepassen voor iedereen
mogelijk willen maken in Nederland. Met
het oog op de duurzaamheidsdoelstellingen
van het klimaatakkoord, is een eerste zeer
succesvolle stap gezet naar een duurzamere
toekomst en aangetoond dat het nu al moge-
lijk is.
DANKWOORD
De auteurs willen graag dank betui-
gen aan de opdrachtgevers: Rijkswa-
terstaat, ProRail en de Gemeente
Heiloo. Het was een lang en soms
lastig traject, maar zonder hun ver-
trouwen en steun was het niet gelukt.
Verder gaat ook dank uit naar
betonproducent Kijlstra Betonmortel
Amsterdam BV en de controlerende
instanties SGS Intron, SKG-IKOB en
BouwQ.
60? CEMENT 3 2021
Projectgegevens
Project: Onderdoorgang Heiloo
Opdrachtgever: ProRail
Opdrachtnemer: Mobilis-Hegeman
Project onderdeel: Toepassen geopolymeerbeton in tussenwanden project Heiloo
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat en ProRail
Opdrachtnemer: Mobilis
Betontechnologisch advies: Delta Concrete Consult
Betonproducent: Kijlstra Betonmortel
Onderzoek eigenschappen: SKG-IKOB
Risicoanalyse: BouwQ
LCA-berekening: SGS Intron
Monitoring: SGS Intron
In 2018 is door diverse partijen het Betonakkoord opgesteld. Dit akkoord heeft als doel de broeikasgassen in de betonsector met 49% terug te dringen in 2030. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de productie van cement (klinker), omdat cement de grootste CO2-bijdrage levert in beton. Voor de productie van klinker wordt kalksteen in ovens opgewarmd tot ruim 1400 ºC, wat al flink bijdraagt aan de CO2-uitstoot. Bij deze hoge temperatuur breekt de structuur van het calciumcarbonaat open waardoor er ook nog eens gebonden CO2 vrij komt. Deze twee fenomenen zorgen voor een hoge CO2-uitstoot.
Geopolymeerbeton is een in West Europa ‘vrijwel vergeten betonsoort’ waarin géén traditioneel cement als bindmiddel wordt gebruikt. Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw is geopolymeerbeton al op grotere schaal toegepast in de voormalige Sovjet Unie en de laatste decennia ook in Australië, China, Zuid Afrika, Verenigd Koninkrijk, VS en Canada. In Nederland wordt het al wel toegepast in ongewapende betonproducten waaraan geen beperkende eisen zijn gesteld aan de toe te passen grondstoffen, zoals straatstenen, tegels en banden.
In de basis bestaat geopolymeerbeton uit dezelfde grondstoffen als traditioneel beton, namelijk een cementeus materiaal, toeslagmateriaal (zand en grind), water en eventuele hulp- en vulstoffen. Het cementeuze materiaal in geopolymeerbeton bestaat uit alkalisch te activeren grondstoffen (de zogenoemde precursor). Denk hierbij naast de bekende en vaak al in cement toegepaste reststoffen als hoogovenslak en vliegas, maar ook aan mogelijke toepassingen als bodemkleien, rivierslib en reststoffen uit afvalenergiecentrales. Waar hoogovenslak en vliegas in traditioneel cement wordt geactiveerd door calciumhydroxide (reactieproduct van gehydrateerde portlandklinker), wordt in geopolymeerbeton een activator toegevoegd die de alkalische reactie activeert. Hierdoor is er geen sprake van een scheikundige hydratatie (reactie met water) maar een polymerisatie.
Reacties
Jos Kronemeijer - KCC bv 08 februari 2024 22:07
@ w van Kasteren: Ja, geen enkel probleem. Je kunt indien gewenst zèlf een AAM-bindmiddelsysteem (gelijksoortig aan de ondergrond) mengen met een zandfractie 0/4mm tot een 'handtroffelmortel', maar ook al kant-en-klare AAM-reparatiemortel (kfm. EN 1504-3) kopen zoals de LRQA-gecertificeerde LoCem mortels die ook in NLD verkrijgbaar zijn via Convez bv uit Hengelo en daarmee naar behoefte een handtroffel-, giet- of verspuitbare variant toepassen.
w van kasteren 31 januari 2024 19:44
Is dit ook met de hand te verwerken bij kleine reparaties?
R.A.J. van de Graaff - Twinstart 03 mei 2022 13:59
Bedacht een basis bouwconcept dat gebruik maakt van 4 identieke in gewapend beton uitgevoerde elementen. Met deze aan- en tegen elkaar gekoppelde elementen is het mogelijk een complete woonlaag met boven liggende verdieping vloer van een woning te realiseren. Het idee is deze elementen uit te voeren in geopolymeerbeton met een vezel wapening.
J.deWit - Vulkan-Europe bv 30 april 2021 13:15
Ben zeer verheugd dat geopolymeer - na heel wat jaren - nu weer de aandacht krijgt. Geopolymeerbeton verdraagt zich uitstekend met een wapening van basaltvezels en basaltvezel-staven. Basaltsteen-vezel is een 100% natuurlijk product. De vezel is 2,5 x sterker dan staal en 4 x lichter dan staal. De CO2 footprint ligt 170% lager dan voor de productie van staal, er is geen stikstof uitstoot bij de productie. Dus milieutechnisch is een zeer interessante grondstof.