Risicoanalyse vormt al jaren het belangrijkste aandachtsgebied van Ton Vrouwenvelder. Hoewel het onderwerp voor velen te abstract is, heeft het de laatste decennia behoorlijk aan belang gewonnen. "Voor complexe projecten kan risicoanalyse veel voordelen opleveren en een groot deel van de huidige normen is op probabilistiek gebaseerd." Bij de recente ontwikkeling van regelgeving voor bestaande bouw (NEN 8700) en aardbevingen (NPR 9998) heeft de filosofie dan ook een rol van betekenis gespeeld.
64
interview
Het gelijk van
probabilistiek
Ton Vrouwenvelder
Het gelijk van probabilistiek 2 2015
interview
65 2 2015
CV
1
Risicoanalyse vormt al jaren het belangrijkste
aandachtsgebied van Ton Vrouwenvelder. Hoewel
het onderwerp voor velen te abstract is, heeft het de
laatste decennia behoorlijk aan belang gewonnen.
"Voor complexe projecten kan risicoanalyse veel
voordelen opleveren en een groot deel van de huidige
normen is op probabilistiek gebaseerd." Bij de recente
ontwikkeling van regelgeving voor bestaande bouw
(NEN 8700) en aardbevingen (NPR 9998) heeft de
filosofie dan ook een rol van betekenis gespeeld.
Na zijn studie Weg- en waterbouwkunde aan de TU Delft
(toen nog TH) blijft Ton Vrouwenvelder "hangen op de univer -
siteit", zoals hij het zelf noemt. Hij besteedt zijn tijd vooral aan
het doen van onderzoek op gebied van toegepaste mechanica.
Promoveren is evenwel niet aan de orde. "Dat is in die tijd niet
echt in de mode". In de zeven jaar dat hij als onderzoeker actief
is op de universiteit, gaat hij zich steeds meer toeleggen op
risico- en betrouwbaarheidsanalyses. Een vakgebied dat, naast
toegepaste mechanica, als een rode draad door zijn carrière
loopt. In 1977 legt Vrouwenvelder zijn functie als onderzoeker
bij de TH neer en gaat hij aan de slag bij TNO. Het aandacht-
gebied van zijn werk verandert er niet wezenlijk mee en hij
gaat zich daarnaast toeleggen op dynamica. "In dat vakgebied
komen mechanica en risicoanalyse op een heel mooie manier
samen. Windbelasting is in feite alleen fatsoenlijk te beschrij-
ven in stochastische termen. Verder heb je natuurlijk mecha-
nica nodig om de invloed van die windbelasting op de
constructie te kunnen bepalen."
TU Delft
In 1987 krijgt Vrouwenvelder een aanstelling als deeltijdhoog-
leraar aan de TU Delft. Zo krijgt hij er naast zijn onderzoek-
staak ook een serieuze onderwijsfunctie bij. Hij geeft college
voor vier of vijf vakken. "Voor een parttime hoogleraar is dat
1 Ton Vrouwenvelderfoto: Hans Stakelbeek
naam prof.ir. Ton Vrouwenvelder
leeftijd 67
opleidingen TH Delft, Weg- en
waterbouwkunde
werkgevers TNO / TU Delft
nevenfuncties JCSS, TC 250-SC 1,
NEN, ENW, Tcbb
2 2015
Het gelijk van probabilistiek 2 2015 66
2
Risicoanalyse
Betrouwbaarheids- en risicoanalyses, ofwel probabilistiek,
hebben zoals gezegd altijd veel aandacht gehad van Vrouwen-
velder. "Ik heb de opkomst van het fenomeen grotendeels
meegemaakt. Toen ik afstudeerde, begon het net in de belang-
stelling te komen. En die is sinds die tijd alleen maar toegeno-
men. Niet in sneltreinvaart, maar wel gestaag."
De risicoanalytische benadering zal volgens hem in de dage-
lijkse praktijk nooit heel breed toepasbaar worden. Ze is
slechts voor een paar doeleinden geschikt. Er zijn globaal twee
toepassingsgebieden te onderscheiden. Het eerste is de echt
bijzondere constructies. "Bij heel complexe constructies kan
het lonend zijn gedetailleerd te kijken naar risicoanalyses. We
hebben in Nederland maar een paar projecten gehad waarbij
de techniek volledig is ingezet. Voorbeelden zijn de Ooster -
scheldekering en de Maeslantkering." Als tweede belangrijke
toepassingsgebied noemt Vrouwenvelder de ontwikkeling van
normen. Zo liggen risicoanalyses ten grondslag aan de belas-
tingfilosofie van de Eurocodes en de NEN 8700. "De techniek
is gebruikt als basis voor de semi-probabilistische methode, de
methode met veiligheidsfactoren zoals we die nu kennen. Maar
bedenk dat semi-probabilistiek niet zonder probabilistiek kan.
Ik hoor wel eens zeggen dat als een probabilistische benade-
ring niet lukt, het maar met een semi-probabilistische moet.
Dat is een onzinnige uitspaak. Want als het niet probabilistisch
kan dan kan het ook niet semi-probabilistisch, althans niet op
een verantwoorde manier. Dan krijg je veiligheidscoëfficiënten
die nergens op zijn gebaseerd. Je kunt, als je de onzekerheid
niet exact kent, niet zomaar een veiligheidscoëfficiënt van een
factor 2 of zo kiezen. Natuurlijk kun je de onzekerheden nooit
volledig in beeld krijgen, je zult in de praktijk ook echt wel
eens moeten bijstellen. Wat dat betreft zit er ontegenzeggelijk
een subjectief element in. Maar die moet je zo veel mogelijk
zien te beperken. En met probabilistiek kan dat. Het moet wel
aan een team van onafhankelijke deskundigen worden overge-
laten. Ze mogen geen voorkeur hebben voor de een of andere
uitkomst. Fabrikanten zelf kunnen nog wel eens te optimis-
tisch zijn, maar ook hen heb je nodig. De kennis die zij opdoen
bij kwaliteitscontrole is van grote waarde. Denk maar aan de
massa informatie die kubus- of cilinderproeven opleveren."
Experts
Probabilistiek is dus niet voor iedereen weggelegd. En dat
hoeft volgens Vrouwenvelder ook helemaal niet. "Het lijkt mij
zinloos als alle Nederlandse constructeurs zich die vaardigheid
eigen gaan maken, want dat kost gigantisch veel geld. En
sterker nog; als je het niet redelijk vaak toepast, verlies je op
den duur je vaardigheden. Wel moet iedereen ervan zijn door -
drongen welke mogelijkheden het biedt. Voor de daadwerke-
lijke invulling kun je experts raadplegen bij bijvoorbeeld TU
behoorlijk veel. Formeel was ik maar twee dagen in dienst bij
de TU. Maar een strikte scheiding tussen beide functies was
eigenlijk niet te maken. En juist de combinatie van de twee heb
ik altijd zeer waardevol gevonden. Mijn TU-taak kon ik
voeden met problemen uit de praktijk die ik bij TNO tegen-
kwam. Die gebruikte ik als inspiratie voor afstudeer- en
promotieonderwerpen en examenopgaven. En omgekeerd kon
ik zaken waarvoor bij TNO geen tijd was ze behoorlijk uit te
werken, een afstudeerder bij de TU vragen. Aan die kruisbe-
stuiving heb ik altijd veel plezier beleefd."
foto: Hans Stakelbeek
"Het lijkt mij zinloos als alle
constructeurs zich probabilisitiek
eigen gaan maken"
2
Verkeerbelastingen kunnen het best met een stochastische model
worden beschreven
foto: Beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Thea van den Heuvel
interview
Het gelijk van probabilistiek 2 2015 67
3
4
3, 4 Bij heel complexe constructies zoals de Oosterscheldekering en
de Maeslantkering kan het lonend zijn gedetailleerd te kijken naar
risicoanalyses
foto 3: Beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Harry van Reeken
foto 4: Beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt
oplegt. Ook als je van een bepaald product heel veel moet
maken, kan het lonen aandacht te besteden aan risicoanalyse.
Bovendien geldt dat normen grenzen hebben. Lang niet alle
belastingen staan goed omschreven. Als je de belasting in een
fabriek wilt bepalen, is het wel goed om de achtergronden van
de belastingen in de norm te kennen."
Buitenland
Voor de benadering van bestaande bouw heeft risicoanalyse
veel betekend. "Aanvankelijk werd gezegd dat je voor
bestaande bouw geen lager veiligheidsniveau mocht hanteren.
Door de risicoanalytische benadering hebben we dat uiteinde-
lijk wel voor elkaar gekregen. Althans in Nederland. Want niet
ieder land denkt hier hetzelfde over. Elke Europese lidstaat is
volledig verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheidsbeleid. Je
en TNO. Het is al langere tijd een wens van mij dat ook de
grotere ingenieursbureaus die expertise in huis hebben, al is
het bij een paar specialisten. Daarmee breng je de materie
vanuit de onderzoeksomgeving meer naar de praktijk. Op dit
moment is dat naar mijn idee nog te weinig het geval. Han
Vrijling (collega-hoogleraar met wie Vrouwenvelder samen het
vak probabilistisch ontwerpen doceerde, red.) en ik hoopten
dat door het vak te doceren aan de TU, de studenten het
uiteindelijk ook in de praktijk zouden brengen. Maar dat valt
helaas nogal tegen. Toch hebben we ten opzichte van zo'n 45
jaar geleden al ontzettend veel bereikt." Vrouwenvelder heeft in
die ontwikkeling een belangrijke bijdrage geleverd en is al
jaren het internationale boegbeeld vanuit Delft voor het
gebruik van betrouwbaarheidsanalyses op een zo breed moge-
lijk terrein. Niet voor niets won hij in 2010 de Oeuvre Award
Riskmanagement.
Sceptisch
Er bestaat echter nog altijd veel scepsis over het concept proba-
bilistiek, dat realiseert Vrouwenvelder zich als geen ander. Veel
mensen hebben bijvoorbeeld moeite met de beschrijving van
de kans op dodelijke ongevallen ? ook wel plaatsgebonden
risico genoemd ? van 10
-4 per jaar. De nauwkeurigheid en
geloofwaardigheid daarvan wordt ter discussie gesteld. "Mijn
reactie daarop is altijd: geloof je de veiligheidsfactor 1,5 wel?
Het gaat er ook niet om of je erin gelooft, het gaat erom wat de
beste benadering is. En een probabilistische benadering zit
gewoon heel consistent in elkaar. Statistische eigenschappen
zijn fysische grootheden waarmee je op een verantwoorde
manier kunt variëren. En je kunt ze meten. Toegegeven, een
kans van 10
-4 is niet zo eenvoudig te meten, maar in theorie
kan het wel. Spelen met een veiligheidsfactor van 1,5 is velen
malen onverantwoorder."
In de praktijk hoor je ook nog wel eens klachten over de ontoe-
gankelijkheid van de problematiek. Zo bestaat er een mogelijk-
heid om de eis van de tweede draagweg te omzeilen met een
risicoanalyse. Maar er is nauwelijks iemand die weet hoe dat
echt moet. Volgens Vrouwenvelder is probabilistiek echter
toegankelijker dan veel mensen denken. "Je kunt bijvoorbeeld
op basis van goede onderbouwing aantonen dat een gebouw in
plaats van in CC2 in CC1 valt, waardoor je met lagere veilig-
heidsfactoren kunt rekenen. Dit is in feite ook al een risicoana-
lytische benadering. Uiteraard leveren die zaken nog wel eens
discussies op, bijvoorbeeld met toetsende gemeenten. Zeker als
de man aan de andere kant van de toonbank het vermoeden
heeft dat er ergens naartoe wordt gerekend. Toch kan de
methode uitkomst bieden als het ontwerp sterke beperkingen
"Geloof je de factor 1,5 wel?"
2 2015 68 Het gelijk van probabilistiek
5
5
Elke Europese lidstaat is verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheids-
beleid; zo kennen dijken in Duitsland bijvoorbeeld een veel lager
veiligheidsniveau dan in Nederland
foto: Beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Henri Cormont
veiligheidsniveau niet door toedoen van een derde partij dras-
tisch worden ondermijnd. Maar er zijn best ook argumenten te
bedenken om uit te gaan van 10
-4. Op de systematiek heeft dat
geen invloed, wel op de uitkomsten natuurlijk. Het definitieve
uitgangspunt voor het veiligheidsniveau is uiteindelijk een poli-
tieke keuze, dat is niet aan de opstellers van de NPR. Om die
reden is een impact assessment uitgevoerd. Daaruit moet
blijken wat de gevolgen van de nieuwe regelgeving zijn."
De huidige regelgeving voor aardbevingen heeft een lange
geschiedenis die Vrouwenvelder maar al te goed kent. "De roep
om goede regelgeving voor aardbevingen is niet nieuw. Wij
sturen daar al jaren op aan, onder andere na de aardbeving in
Roermond in 1992. Ook de situatie in Groningen is al veel
langer aanleiding de problematiek eens goed aan te pakken.
Maar we hebben moeten wachten tot de beroemde beving in
Huizinge in 2012, die heeft het politieke klimaat veranderd.
Pas toen werd het ook bij andere partijen duidelijk dat er een
Nederlands voorschrift moest komen. Het grote economische
belang van gaswinning is dus heel bepalend geweest. Om die
reden is het EZ dat het mogelijk heeft gemaakt dat er nu een
NPR ligt en niet BZK, dat normaal verantwoordelijk is voor
bouwregelgeving."
Aanvankelijk werd redelijk eenvoudig gedacht over de Neder -
landse regelgeving, er was immers al een Eurocode voor aard-
bevingen. Bovendien lag er een hoop kennis vanuit Japan,
Verenigde Staten, Italië. Oorspronkelijk was er dan ook nauwe-
lijks geld beschikbaar om een Nederlandse norm te ontwikke-
len. Daar kwam het probleem bij dat normontwikkeling het in
veel gevallen vooral van vrijetijdswerk moet hebben. Niet echt
ingrediënten die bijdragen aan een spoedige totstandkoming
van regelgeving. "Wij hebben ons daarom sterk gemaakt dit
keer wel een fatsoenlijk budget vrij te maken. Desalniettemin
hebben we het met een relatief bescheiden budget moeten
doen, zeker in het licht van wat er allemaal moest gebeuren. De
problematiek is hier namelijk niet vergelijkbaar met de rest van
de wereld. Het gaat immers om geïnduceerde bevingen en niet
om tektonische, zoals elders. Dat vraagt om heel andere voor -
spelmethoden. We konden dus niet zomaar gebruikmaken van
de standaard statistiek en de standaard fysica. Toch hebben we,
gezien de politieke tijdsdruk, op een gegeven moment de
knoop doorgehakt en de huidige stand der techniek opgenomen
in de NPR. Dit betekent wel dat de modellen die we hanteren
voor verbetering vatbaar zijn. Ook de invloed van toekomstige
winningsplannen speelt een grote rol en er is nog altijd niet
goed bekend wat die invloed exact is. Door te besluiten om in
2014 de gaskraan op sommige plekken dicht te draaien en op
overige juist open, lijkt het erop dat er wel degelijk een verband
bestaat tussen het niveau van gaswinning en de kans op bevin-
gen. Maar nog altijd wordt gezegd dat de huidige informatie te
gering is om er al te grote conclusies aan te verbinden."
kunt dus niet in een Europese norm vastleggen dat bestaande
bouw een lagere veiligheid moet hebben dan nieuwbouw. Ook
staat er in de Eurocode dat je een semi-probabilistische bere-
kening alleen mag vervangen door een probabilistische indien
de nationale autoriteiten het goed vinden. In Nederland mag
dat, in de Scandinavische landen ook, maar in Duitsland niet.
Dit alles heeft deels te maken met historie en economie. Het
ene land is rijker en heeft meer geld over voor veiligheid. Maar
je komt vreemde dingen tegen. Dijken kennen in Duitsland
bijvoorbeeld een veel lager veiligheidsniveau en kassen juist
weer een hoger dan in Nederland."
Aardbevingen
Dezelfde discussie speelt bij de aardbevingsproblematiek. Het
eerder genoemde plaatsgebonden risico is in de ontwerpversie
van de NPR 9998 vastgesteld op maximaal 10
-5 per jaar. "Dat is
best streng, zeker in vergelijking met het buitenland. En volgens
ons, als commissie die de NPR heeft ontwikkeld, mag het
"Wij sturen al jaren aan op goede
regelgeving voor aardbevingen"
interview
2 2015 69
Het gelijk van probabilistiek
6
6
Bij bestaande bouw in Groningen gaat het vaak om metselwerkconstructies
Van welke belastingen exact moet worden uitgegaan, staat dus
nog lang niet vast. Ook het bepalen van de sterkte van gebou-
wen is niet eenvoudig. "Er ligt wereldwijd heel veel kennis over
aardbevingsbestendigheid van bouwwerken. Maar die kennis
sluit niet direct aan op de manier waarop wij in Nederland
bouwen. Of eigenlijk bouwden, want het grootste probleem zit
in de bestaande voorraad. Het gaat bijvoorbeeld om rijtjeshui-
zen uit de jaren zeventig die op een heel goedkope manier zijn
gebouwd. Het is maar de vraag of je die goed kunt beoordelen
op basis van buitenlandse richtlijnen. Gezien de weinig solide
manier van bouwen, moet je de meest geavanceerde rekenme-
thoden gebruiken om iets 'heel' te kunnen rekenen. De NPR
die er nu ligt, is een goede stap maar wel een eerste. De
komende tijd zullen tekortkomingen aan het licht komen en
zal duidelijk worden of zij te voorzichtig of misschien wel te
optimistisch is. Op basis van die bevindingen kunnen we
gericht onderzoek gaan doen en zal er nog een aantal nieuwe
versies uitkomen. Voor de korte termijn is het verstandig om
in de praktijk vooral de dingen te doen die sowieso moeten
gebeuren, ongeacht wat er uit vervolgonderzoek komt."
Met pensioen
Samen met onder meer Joost Walraven drukt Vrouwenvelder
een belangrijke stempel op de aardbevingsproblematiek. Dat
zij beiden aan het eind van hun loopbaan zitten, ziet Vrouwen-
velder niet als probleem. "Wij zijn ook niet de enigen hoor.
Mensen als Raphael Steenbergen (TNO, red.), Simon Wijte
(Adviesbureau Hageman, TU/e, red.), Mark Lurvink (NEN,
red) spelen ook een grote rol. En zij zijn nog wel een tijdje
actief. Dus voor aardbevingsproblematiek zie ik het wel goed-
komen. Maar in zijn algemeenheid is bezetting wel een
probleem. Dat heeft alles te maken met teruglopende budget-
ten. Je schrikt wel als je ziet wat er in 45 jaar tijd is overgeble- ven van het aantal mensen dat met beton- en staalconstructies
bezig is, of dat nu binnen TU, TNO of Rijkswaterstaat is."
Vrouwenvelder zelf is sinds 2012 als TU'er officieel gepensio-
neerd. Sindsdien is hij emeritus hoogleraar. "Als emeritus mag
je lopende afstudeerders en promovendi afronden. Afstudeerders
zijn inmiddels klaar, er lopen nog wel twee promotieonderzoe-
ken." Voor de opvolging van zijn leerstoel is vooralsnog geen
ruimte. De vakken over mechanica en probabilistisch ontwer
-
pen zijn overgenomen door anderen. Zelf geeft hij zo nu en
dan nog een college als gastdocent en voor anderhalve dag in
de week werkt hij voor TNO. Dat blijft hij nog wel een tijdje
doen. Als belangrijkste taak ziet hij kennisoverdracht naar
jongere generaties. "Het zou zonde zijn als kennis die ik heb
opgebouwd op de een of andere manier tussen wal en schip
zou vallen. Niet omdat die kennis technisch verouderd is. Nee,
gewoon om organisatorische redenen. Daar kan ik niet goed
tegen." Vrouwenvelder bekleedt ook nog een paar posities in
commissies die voor TNO van belang zijn. "Daar kan ik niet
zomaar mee ophouden, dat zou voor TNO niet goed zijn. Maar
nieuwe dingen binnen TNO neem ik niet meer aan. In ieder
geval niet in de rol van projectleider."
Er zijn in de tussentijd wat andere dingen op zijn pad
gekomen. Zo is hij sinds kort lid van Tcbb, de Technische
commissie bodembeweging, een onafhankelijke commissie die
adviseert over het verband tussen opsporing, winning van delf-
stoffen en bodembeweging. De commissie is in het leven
geroepen om particulieren te ondersteunen bij een eventuele
claim over schade aan hun woning bij mijnbouwactiviteiten,
niet alleen in Groningen.
Belasting
Naast 'zijn' probabilistiek zijn er nog genoeg andere onderwer -
pen waaraan we volgens Vrouwenvelder veel aandacht moeten
blijven besteden. Duurzaamheid en inspectie zijn goede voor -
beelden. Maar als hij één onderwerp moet noemen waarvan
hij hoopt dat het in de toekomst meer aandacht zal krijgen, is
het belasting. "In mijn intreerede zei ik al dat de civiel ingenieur
aan belastingontduiking doet. Eigenlijk geldt dat nog steeds.
Verreweg de meeste aandacht gaat uit naar sterkte. Dat is voor
een deel te wijten aan het feit dat er geen industriële drive
achter het fenomeen belasting zit. De beton- en de staalindus-
trie voelen zich verantwoordelijk voor kennis en regelgeving
op hun gebied. Maar belastingen zijn niemands domein. Probeer
maar eens een financier te krijgen voor goede regelgeving voor
windbelastingen. Ik geloof dat de laatste metingen voor vloer -
belastingen in kantoorgebouwen dateren van 1960!"
?
Jacques Linssen
Reacties