Bij verbouwingen of renovaties moet een constructieadviseur aantonen dat een constructie die al jarenlang naar behoren heeft gefunctioneerd, dat ook in de toekomst zal blijven doen. Daarbij moet rekening worden gehouden met het feit dat (delen van) constructies vaak net iets zwaarder of anders worden belast dan in het oorspronkelijke ontwerp was voorzien. Het kan ook zijn dat er op basis van andere regels moet worden getoetst. Iets minder strenge toetsingsregels kunnen helpen om verbouw economisch haalbaar te maken. Als hulpmiddel daarbij is sinds december 2011 NEN 8700 beschikbaar. Alles is nu dus eenduidig geregeld. Toch? Auteur: ir. Paul Lagendijk (Aronsohn raadgevende ingenieurs / TU Delft, fac. CiTG)
6
thema
Hoe eenduidig
is NEN 8700?
Bij verbouwingen of renovaties moet een
constructieadviseur aantonen dat een constructie
die al jarenlang naar behoren heeft gefunctio -
neerd, dat ook in de toekomst zal blijven doen.
Daarbij moet rekening worden gehouden met het
feit dat (delen van) constructies vaak net iets
zwaarder of anders worden belast dan in het
1
Toepassing van NEN 8700 leidt tot diverse discussiepunten
oorspronkelijke ontwerp was voorzien. Het kan
ook zijn dat er op basis van andere regels moet
worden getoetst. Iets minder strenge toetsings-
regels kunnen helpen om verbouw economisch
haalbaar te maken. Als hulpmiddel daarbij is sinds
december 2011 NEN 8700 beschikbaar. Alles is nu
dus eenduidig geregeld. Toch?
thema
Hoe eenduidig is NEN 8700? 5 2014
7
Voor het constructief uitwerken van verbouwingen op basis van
het Bouwbesluit 2012, wordt gebruikgemaakt van de combinatie
van twee gekoppelde vernieuwingen: de Eurocode en NEN 8700.
De Eurocode, bedoeld voor nieuw te bouwen constructies,
hanteert een andere indeling in gevolgklassen en andere toet-
singsregels dan de voorloper, de NEN 6700-serie (en diens opvol-
gers). Op een aantal punten is een discrepantie in rekenresultaten
voor dezelfde ontwerpopgaven geïntroduceerd. Dit doordat de
toetsingsregels zijn veranderd.
Bij verbouw kan NEN 8700 'Beoordeling van de constructieve
veiligheid van een bestaand bouwwerk bij verbouw en afkeuren
? Grondslagen' worden toegepast. Bij toepassing van NEN 8700
bestaan nog diverse discussiepunten in de dagelijkse ontwerp-
praktijk. Het voortijdig onderkennen daarvan is belangrijk. Een
aantal van de verschillen en discussiepunten wordt in dit artikel
benoemd.
Wanneer toetsen als verbouw
Bij het uitvoeren van verbouwingen kunnen feitelijk twee veilig-
heidsniveaus gelden. Ten eerste moet voor de fysiek veranderde
onderdelen de nieuwbouweis worden gehanteerd. Ten tweede
mogen, voor de onderdelen die gehandhaafd blijven, minder
strenge eisen worden gehanteerd die leiden tot andere belastings-
factoren.
Ook bij verbouw zal in principe iedereen primair proberen te
streven naar het veiligheidsniveau dat hoort bij nieuwbouw. Als
een partij hiervan wil afwijken en de regels voor verbouw wil
hanteren, eist NEN 8700 een goede motivering waarmee het
bevoegd gezag instemt. Disproportionele kosten die nodig zijn
om een constructie bij een verbouwing toch aan nieuwbouweisen
te laten voldoen, zouden zo'n argument kunnen zijn [2]. Deze
omschrijving bezorgt iedere ontwerper en toetser grijze haren:
hij is niet concreet en uitermate subjectief, waardoor een grote
onzekerheidsfactor boven een project kan hangen.
De interessante vraag die bij verbouw altijd zal spelen, is: waar te
stoppen met controleberekeningen? In de ideale wereld wordt de
volledige constructie herberekend en getoetst aan de nieuwe
regelgeving. De praktische noodzaak hiervan zal wel iedere keer
weer moeten worden beschouwd. Er is geen reden meer om nog
verdere controleberekeningen uit te voeren, indien de invloed van
de verbouwing niet meer tot significante wijzigingen leidt in de
krachtsverdeling in de te handhaven constructie ten opzichte van
de oorspronkelijke situatie. De enige reden die er zou kunnen zijn
om dit wel te doen, is als er sterk wordt getwijfeld aan het draag-
vermogen vóór het doen van de ingreep (afkeurniveau). Die
controle heeft echter geen feitelijke relatie met de verbouw.
Ontwerpers en toetsers zijn allebei constructieve bloedgroepen.
Een oplossing voor de benoemde discussiepunten zal er dus,
misschien na enig overleg, altijd wel komen. Hierdoor wordt duidelijk welke uitgangspunten kunnen worden gehanteerd. Het
resultaat van dit overleg kan grote invloed hebben op het totale
ontwerpproces. Het is dus heel belangrijk om dit overleg al in een
heel vroeg stadium van de planontwikkeling af te ronden, terwijl
dan nog niet alle consequenties van verbouw exact in beeld zijn te
brengen. Dat vraagt bij alle betrokkenen inzicht en wederzijds
vertrouwen.
Belastingsfactoren
Bouwbesluit 2012, de Eurocodes en NEN 8700 zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden. In Eurocode 0 (NEN-EN 1990) zijn de
eisen geformuleerd waaraan nieuw te bouwen constructies mini-
maal moeten voldoen. Afhankelijk van de functie en de afmeting
van gebouwen worden constructies in gevolgklasse ingedeeld.
Aan iedere klasse zijn te hanteren belastingsfactoren (zie tabel 1)
gekoppeld. Op basis daarvan kunnen de belastingscombinaties
worden bepaald waarop een constructie moet worden ontwor
-
pen.
NEN 8700 legt met aangepaste belastingsfactoren de ondergrens-
waarden vast waar een constructie bij verbouw ten minste aan
moet voldoen (zie tabel 2). In grote lijnen kan worden gesteld dat
de belastingsfactoren bij verbouw circa 10% lager liggen dan bij
nieuwbouw.
ir. Paul Lagendijk
Aronsohn raadgevende ingenieurs /
TU Delft, fac. CiTG
1
Bij de renovatie van het Rijksmuseum is de Passage tijdelijk van haar antieke
fundering getild om de kelderconstructie te vervangen
foto: Jane van Raaphorst / BAM Civiel
Tabel 1 Belastingsfactoren voor gebouwen bij nieuwbouw op basis van NEN-EN1990
(volgens twee verschillende belastingscombinaties)
blijvende
belastingen overheersende veranderlijke
belasting anders dan wind veranderlijke wind maat
-
gevende belasting
Vgl. 6.10a
CC1 1,2 1,35 1,35
CC2 1,35 1,50 1,50
CC3 1,5 1,65 1,65
Vgl. 6.10b
CC1 1,10 1,35 1,35
CC2 1,20 1,50 1,50
CC3 1,30 1,65 1,65
Tabel 2 Belastingsfactoren voor gebouwen bij verbouw op basis van NEN 8700; waarden tussen
haakjes gelden alleen voor gebouwen waarvoor een omgevingsvergunning voor bouw is verleend
onder Bouwbesluit 2003 of daarvoor
blijvende
belastingen overheersende veranderlijke
belasting anders dan wind veranderlijke wind maat
-
gevende belasting
Vgl. 6.10.a
CC1 1,15 1,10 1,20
CC2 1,30 (1,20) 1,30 1,40
CC3 1,40 (1,30) 1,50 1,60 (1,50)
Vgl. 6.10.b
CC1 1,05 1,10 1,20
CC2 1,15 1,30 1,40
CC3 1,25 (1,20) 1,50 1,60 (1,50)
Hoe eenduidig is NEN 8700? 5 2014
8
Voor constructies die vóór de invoering van de Eurocode zijn
ontworpen, is het nog lastiger om inzicht te krijgen in het feit of
toetsing op basis van verbouw daadwerkelijk die kleine extra
rekenmarge biedt. Bij gebouwconstructies die in het verleden zijn
ontworpen op basis van de NEN 6700-serie, is immers ook sprake
van een indeling in drie klassen. Deze wegen het risico van een
eventueel bezwijken: de veiligheidsklassen 1, 2 en 3. Op het oog
lijkt daarmee eenzelfde niveau van veiligheidstoetsing aanwezig.
De belastingsfactoren die aan deze drie klassen zijn gekoppeld,
liggen 10% lager dan de gevolgklassen die in de Eurocode zijn
gedefinieerd. Toetsing op basis van verbouw conform NEN 8700
leidt dus in diverse gevallen per saldo tot dezelfde belastingsfacto-
ren, als die zijn gehanteerd bij de oorspronkelijke nieuwbouw. Dit
zal dus weinig extra marge bieden.
Belastingen
Bij het uitvoeren van controleberekeningen speelt ook de
hoogte van de aan te houden belastingen een rol. Het verander-
lijke deel van de belasting is daarbij afhankelijk van de te hante-
ren referentieperiode. Voor nieuwbouw zijn deze gedefinieerd
in de Eurocode 1 (NEN-EN 1991-1 t.m. -7) en geldt een refe-
rentieperiode van vijftig jaar. Voor verbouw geldt dat de refe-
rentieperiode minimaal gelijk is aan de restlevensduur. Daar -
voor moet volgens NEN 8700 de grootste van onderstaande twee waarden worden aangehouden:
- de oorspronkelijke ontwerplevensduur minus de periode waar
-
over de constructie al in gebruik is;
- 15 jaar.
In een opmerking (bij artikel 2.3.1 van NEN 8700) wordt gesteld
dat in veel gevallen beter dertig jaar als ondergrens kan worden
aangehouden. Als de gebruiker van de norm probeert het maxi-
male uit de constructie te halen, zal deze snel geneigd zijn te
kiezen voor de kortere restlevensduur. Dit omdat daarbij lagere
veranderlijke belastingen zullen gelden.
Bij de kortere referentieperiode die geldt bij verbouw, zal een
lagere karakteristieke belasting het resultaat zijn. Afhankelijk van
de specifieke situatie kan de reductie oplopen tot circa 10% op
vloerbelastingen, tot 15% voor windbelasting en tot circa 25%
voor sneeuwbelasting. Voor betonconstructies met een relatief
groot eigen gewicht is het effect van deze reductie relatief beperkt.
2
3
thema
Hoe eenduidig is NEN 8700? 5 2014
9
Conclusies
Ontwerpers en toetsers hebben er bij verbouwingen een extra
uitdaging bij: het in onderling overleg invullen van een aantal
(goed bedoelde) criteria die in NEN 8700 subjectief zijn geformu-
leerd. Na het maken van die afspraken aan het begin van het
ontwerptraject, zal het inzetten van de mogelijkheden van NEN
8700 ten opzichte van nieuwbouweisen bij veel verbouwingen
moeten helpen om ingrijpende (en dure) voorzieningen aan de
bestaande constructie te voorkomen, en het verbouwplan haal-
baar te maken. De marge die wordt gecreëerd is echter vaak
kleiner dan zou blijken uit de directe vergelijking van de belas-
tingsfactoren voor nieuwbouw en verbouw. De constructieve
uitdaging voor verbouw blijft daarmee misschien wel groter dan
voor nieuwbouw.
?
?
LITER ATUUR
1 NEN 8700, Beoordeling van de constructieve veiligheid van een
bestaand bouwwerk bij verbouw en afkeuren - Grondslagen.
2 Steenbergen, R., Vrouwenvelder, T., Scholten, N., Veiligheidsfilosofie
bestaande bouw. Cement 2012/4.
3 Vergoossen, R.P.H., Het afschuifdraagvermogen volgens de Nederlandse
ontwerpnormen (1). Cement 2008/4.
4 Vergoossen, R.P.H., Het afschuifdraagvermogen volgens de Nederlandse
ontwerpnormen (2). Cement 2008/5.
5 Vergoossen, R.P.H., Hoving, R., Het afschuifdraagvermogen met
dwarskrachtwapening (3). Cement 2008/7.
Overgang naar Eurocode 2
De eerste praktijkervaringen met de Eurocode Beton leren dat er
constructieonderdelen zijn, waarvan het draagvermogen bij toet-
sing aanzienlijk lager ligt dan bij de vervangen NEN 6700-serie. Te
denken valt aan het gedrag bij dwarskracht en pons. Als in het
ontwerp op basis van de VBC dwarskracht of pons al kritisch was,
is de kans groot dat bij verbouw toetsing op basis van de Eurocode
(zelfs in combinatie met NEN 8700) leidt tot overschrijding van de
toegestane grenswaarden. Het gevolg is dat versterkende voorzie-
ningen noodzakelijk worden of dat andere aanpassingen in het
ontwerp moeten worden gedaan. In sommige gevallen zal een
negatief resultaat, ondanks veel inspanning, moeilijk zijn te verkla-
ren aan mensen die minder goed zijn ingevoerd in de construc-
tieve regelgeving.
Een mogelijke uitweg om toch tot een positief resultaat te komen,
is onderzoek naar de werkelijke kwaliteit van de betonconstructie.
De betonsterkte in de praktijk blijkt in veel gevallen aanzienlijk
hoger dan de theoretische waarde die op de werktekeningen is
vastgelegd.
2 Het door architect Van Ravensteyn ontworpen Seinhuis van Post T in Maastricht
dat tot 1985 nog dienst deed, is in 2003 geheel gerestaureerd
foto: Maurits van den Toorn3 Het voormalige gebouw van het Gemeentelijk Energiebedrijf in Dordrecht is in 2012
getransformeerd tot het Energiehuis, 'Huis voor de Podiumkunsten'
foto: IMd Raadgevende Ingenieurs / Stieber Fotografie4 De Philips Lichttoren in Eindhoven; dit voormalige fabrieksgebouw is in 2009
getransformeerd tot woon-, werk- en ontspanningscomplex
4
Hoe eenduidig is NEN 8700? 5 2014
Reacties