Deconstructievanstalenbruggenmet een deklaag van asfalt wordtlokaal onderworpen aan relatiefhoge spanningen. Hierdoor kanvermoeiingsschade ontstaan aanbijvoorbeelddelassendietroggenverbinden met de dekplaat. Doorde asfaltdeklaag te vervangendoor een gewapend betonnendeklaag die volledig meewerktmet de staalconstructie, wordende spanningen hierin zodanigverlaagd, dat het optreden van deschade wordt gereduceerd of zelfsvoorkomen. Hogesterktebeton ismogelijk geschikt als betonnendeklaag [1, 2, 3]. Een belangrijkonderdeel is de verbinding vanhet hogesterktebeton met destalendekplaat.Devereistehecht-sterkte wordt bereikt door op destaalplaat een epoxyhechtlaag aante brengen met instrooimateriaal.Alvorens het constructief ontwer-pen van een stalen brugdek metbetonnen overlaging mogelijk is,moeten de materiaaleigenschap-pen bekend zijn en worden opge-nomen in rekenmethoden. Ookmoet worden beoordeeld of hetmateriaal voldoet aan duurzaam-heidseisen. Omdat het betonrechtstreeks wordt bereden (dooi-zouten!) en aan weer en windwordt blootgesteld, is de dicht-heid belangrijk, zeker gezien degeringe dekking van 18 mm.In een aantal deelprojecten zijndeze aspecten in het Stevinlabo-ratorium van de TU Delft onder-zocht.In het onderzoek is onderscheidgemaakt tussen technologischeen constructieve aspecten ener-zijds en duurzaamheidsaspectenanderzijds.Technologische en constructieveaspecten:? druksterkte? buigtreksterkte? tijdsafhankelijk gedrag vanverhardend beton? langeduurkrimp van verhardbeton? hechtlaag beton-staalDuurzaamheidsaspecten:? vorst-dooizoutbestandheid? chloride-indringingIn dit artikel wordt een gedeeltevan de resultaten uit de deelon-derzoeken in het kort beschreven.Het is niet mogelijk hier alle on-derzoeksresultaten weer te geven.B e t o n n e n o v e r l a g i n gOnderzoek is uitgevoerd op hetmateriaal Ferroplan, een productvan Contec ApS. Het is een hoge-sterktebeton (circa B 110) metstaalvezels en zwaar gewapendmet betonstaal. Het productie-proces is als volgt:Het stalen brugdek wordt ge-zandstraaldenontvet,waarnaeentwee-componenten epoxyhecht-laag met vulstof op het staal wordtaangebracht. De vloeistof wordtzodanig op het staal gegoten datO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2003 186Hogesterktebetonals brugdekoverlagingdr.ir.drs. C.R. Braam, TU Delft, Stevinlaboratoriuming. N. Kaptijn, Bouwdienst Rijkswaterstaat, TilburgP. Buitelaar, Contec ApS, H?jbjerg, DenemarkenNaar aanleiding van de vermoeiingsscheuren in de rijvloer van het val van detweede Van Brienenoordbrug, is Rijkswaterstaat in 1998 het project`Problematiek Stalen Rijvloeren' gestart om de oorzaak van en oplossingenvoor deze vermoeiingsscheuren te vinden. Het idee om hogesterktebeton alsslijtlaag voor een stalen rijvloer toe te passen was al eerder in Canada toe-gepast. Nieuw was het idee van de werkgroep `Levensduurverlengende oplos-singen' om de levensduur van rijvloeren te verlengen door een laag hoge-sterktebeton met de stalen dekplaat van de rijvloer te verbinden door eeningestrooide epoxylaag.In opdracht van de Bouwdienst Rijkswaterstaat is bij de TU Delft experimen-teel onderzoek uitgevoerd naar de eigenschappen en prestaties van het betonom de benodigde informatie te verkrijgen voor het constructief ontwerp.1 | Storten van deFerroplanspecieeen laag met een dikte van onge-veer 3 mm ontstaat, waarna dezewordt afgerold en tegelijk ont-lucht. Daarna wordt de hechtlaagingestrooidmetbauxiet(3-6mm).Bij het instrooien wordt een over-maat aan materiaal gebruikt; nahet uitharden wordt losliggendmateriaal met een borstel verwij-derd. Vervolgens worden drielagen betonstaal ?8-50 mm aan-gebracht, loodrecht op elkaar,waarbij de wapening in de boven-ste laag 25 mm is verschoven tenopzichte van de wapening in deonderste laag. De onderste laagrust op afstandshouders ?8 mm,direct op het ingestrooide bauxiet.Daarna wordt de specie gestort(foto 1) en met behulp van eendubbele trilbalk vlak afgereid enverdicht. Door middel van ski'swordt een gedeelte van de ver-dichtingsenergie afgevoerd naarde wapening om ervoor te zorgendat de betonspecie goed onder hetbetonstaal doorvloeit en goed incontact kan komen met het toe-slagmateriaal in het hechtvlak. Naafloop wordt gevlinderd (foto 2).De totale laagdikte is 50 mm, ge-rekend vanaf de bovenkant van destaalplaat.M e n g s e l o n d e r z o e kHet mengsel bevat een binder(CEM I 52,5, microsilica, polypro-pyleenvezels, superplastificeer-der, luchtbel-uitdrijvende hulp-stof en een hulpstof voor hetreduceren van de oppervlakte-spanning), zand (0,1-1,5 mm),graniet (max. 4 mm) en staalve-zels (? 0,4 mm, lengte 12,5 mm,karakteristieke treksterkte 1200N/mm2; circa 70 kg/m3). Dewater-bindmiddelfactor is 0,32 ?0,35.D r u k s t e r k t eDe druksterkte is bepaald op ku-bussen 100 x 100 x 100 mm3enprisma's 100 x 100 x 400 mm3na1, 2, 3, 7 en 28 dagen. De gemid-delde 28-daagse druksterktenbedroegen 117 N/mm2en 84N/mm2voor respectievelijk ku-bussen en prisma's. De 28-daagseelasticiteitsmodulus,ontleendaande prismadrukproef, was 47 200N/mm2.De ontwikkeling in de tijd van derelatieve gemiddelde kubusdruk-sterkte (de kubusdruksterkte naeen bepaald aantal dagen gedeelddoor de kubusdruksterkte na 28dagen) was: 0,44 (1 dag), 0,59(2 dagen), 0,68 (3 dagen) en 0,79(7 dagen). De prismadruksterktewasvooralleleeftijdengemiddeld0,68 maal de kubusdruksterkte.Een snelle sterkteontwikkeling isvan belang om een onder behan-deling zijnd rijdek zo kort moge-lijk buiten gebruik te hoevenstellen.B u i g t r e k s t e r k t eDe buigtreksterkte van ongewa-pend beton zonder staalvezelshangt onder meer af van de ele-menthoogte. Daartoe zijn drie-puntsbuigproeven (overspanning500 mm) uitgevoerd op ongewa-pende, van staalvezels voorzienebetonbalkjes met een hoogte van50, 100 en 150 mm en op 150 mmhoge balkjes die aan de onderzij-de waren voorzien van een zaag-snede om het nascheurgedragvan staalvezelbeton vast te leggen[4].Debalkjeswaren600mmlangen 150 mm breed.Tijdens het beproeven was hetafwerkvlaknaarbovengericht,be-halve voor de balkjes met zaag-snede. Beproeven had vervor-mingsgestuurd plaats.Invloed proefstukhoogteDe gemiddelde buigtreksterktevan de 50 mm hoge balkjesbedroeg 9,8 N/mm2. Deze was11,9 N/mm2voor h = 100 mm en9,6 N/mm2voor h = 150 mm(zonder zaagsnede). De bijbeho-rende zakking in het midden vande overspanning (d) was respec-tievelijk circa 0,20 mm, 0,11 mmen 0,07 mm. Op grond van dit re-sultaat kan niet worden gestelddat de buigtreksterkte toeneemtals de balkhoogte afneemt.Invloed zaagsnedeDoor het aanbrengen van eenzaagsnede in de 150 mm hogebalkjes wordt de balkhoogte in dedoorsnede waar scheurvormingoptreedt,gereduceerdtot125mm[4]. De gemiddelde buigtreksterk-te is 8,7 N/mm2(d = 0,055 ? 0,070mm). Deze waarde is lager danverwacht zou worden op basis vande resultaten gepresenteerd voorde 50, 100 en 150 mm hogebalkjes zonder zaagsnede.Het nascheurgedrag van staal-vezelbeton wordt gekarakteri-seerd door de kracht die in de ge-scheurde fase nog kan wordenopgenomen bij diverse verticaleverplaatsingen of scheurtip-ope-ningen [4]. Deze zijn uitgedruktals percentage van de krachtwaarbij wordt verondersteld datnog juist sprake is van lineair ma-O n d e r z o e k & t e c h n o ; o g i eMater ialencement 2003 1 872 | Mechanisch afwerkenvan het oppervlaktijdens een proefprojectop een verwijderdbrugdeelteriaalgedrag in de zone boven dezaagsnede: 49% als d = 0,47 mm.Bij toenemende verplaatsingloopt het percentage terug: 37%bij d = 1,32 mm; 29% bij d = 2,17mm;23%bijd=3,02mm(fig.3a).Opgemerkt wordt dat de grens-waarde voor lineair gedrag wordtverondersteld gelijk te zijn aan degrootste kracht die in het intervald = 0 ? 0,08 mm kan worden op-genomen. In de experimentenwas in dat interval al een zekeremate van scheurvorming opge-treden. Dit is te zien in figuur 3b,waar de kracht-verplaatsingsrela-tie dan reeds niet-lineair gedragvertoont. Ook de buigtreksterktewerd bereikt binnen het genoem-de verplaatsingsinterval. De span-ning die hoort bij de grenswaardevoor lineair gedrag is dus gelijkaan de buigtreksterkte.Invloed van de staalvezels op het be-zwijkmomentDoor de relatief grote hoeveelheidbetonstaal leveren de staalvezelseen geringe bijdrage aan het be-zwijkmoment van de doorsnede.Het bleek goed mogelijk op basisvan de sommatie van betonstaal-krachten, gecombineerd met eenstaalvezelaandeel, het draagver-mogen te voorspellen. Er wordtwel op gewezen dat door descheurverdelende werking vanhet betonstaal, het betonstaal ende staalvezels in het algemeenniet op hetzelfde moment demaximale draagkracht ontwikke-len. De staalvezels ontwikkelenhunmaximaledraagvermogenbijkleinere scheurwijdten dan dewijdten die optraden juist voordathet betonstaal vloeide. Het maxi-maal opneembare moment is dusgeensommatievantweemaxima.De sterkte van de betonlaag alleenis aanzienlijker groter dan die vande rijdekplaat van 12 mm dikte.De uit de proeven afgeleide span-ning-rekrelaties worden gebruiktindeberekeningen.Danblijktdatde vermoeiingsspanningen diena versterking in de stalen rijdek-plaat optreden, niet meer dan 0,1maal de waarde zonder verster-king worden. Ook worden derelaties gebruikt om te bepalenof waargenomen vermoeiings-scheuren moeten worden gerepa-reerd. Dit kan een forse kosten-besparing opleveren.T i j d s a f h a n k e l i j k g e d r a gv a n v e r h a r d e n d b e t o nAan het krimpgedrag is veel aan-dacht besteed. Omdat het betondirect op het stalen rijdek wordtgestort, zou zich een grote druk-spanning ontwikkelen als hetkrimpgedrag overeenkomstig deverhardings- en uitdrogings-krimpvanbijvoorbeeldeen`gang-bare' B 85 zou zijn. Door het be-tonstaalkandekrimpforswordenbeperkt. Ook het grote aandeelgrof toeslagmateriaal reduceertde krimp. Dit effect kan nogworden versterkt door het verbe-teren van de korrelpakking doorhet vlinderen.Voor het bepalen van het vervor-mingsgedrag van verhardendbeton is gemeten aan prismati-sche proefstukken in de zoge-naamde Autogenous Deforma-tion Testing Machine (ADTM).De proefstukken zijn gestort ineen temperatuurgestuurde mal.Het is mogelijk een proefstuk telaten verharden bij een willekeu-rig temperatuurregime, bijvoor-beeld isotherm of semi-adiaba-tisch. In de hier beschrevenexperimenten is ervoor gekozende temperatuur constant tehouden op 20 ?C. Het beton in demal staat niet in verbinding metde omgeving, waardoor geenvochtuitwisseling met de omge-ving kan optreden.Bij mengsels met lage water-cement- of water-bindmiddelfac-tor kan tijdens het verhardings-proces onvoldoende water in hetbetonmengsel zelf beschikbaarzijn voor volledige reactie van alhet cement. Dit kan leiden tot eenforse krimp, de zogenaamde au-togene krimp. Daarom is ervoorgekozen de proeven zowel met alsO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2003 1880510152025300,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25gem. verticale verplaatsing [mm]kracht[kN]ongewapend - met zaagsnede - 150 mm0510152025300 1 2 3 4 5gem. verticale verplaatsing [mm]kracht[kN]63 | Relatie tussen de verti-cale kracht en het gemid-delde van de twee gere-gistreerde verplaat-singen (a) voor de 150mm hoge balkjes metzaagsnede en zonderbetonstaal; detail-weergave (b) tot eengemiddelde verticaleverplaatsing van circa0,20 mmzonder afdekking door een laagnatte jute uit te voeren. Het waterin de jute kan tijdens het verhar-dingsproces in het beton dringen,waardoor de autogene krimpwordt gereduceerd.Figuur 4 toont de resultaten voordrie varianten. Weergegeven iswelke rekken zijn opgetredenvanaf circa 16 uur na het storten.Uit de figuur kan worden afgeleiddat het aanbrengen van natte jutede krimp reduceert met circa10%. De invloed van de wapeningis aanzienlijk groter: het gewa-pende proefstuk vertoont maarongeveer de helft van de krimpvan het ongewapende proefstuk(beide zonder jute). Gezien het re-latief hoge percentage langswape-ning (twee lagen ?8-50 mm ineen 50 mm hoge doorsnede:4,0%) is dat conform hetgeen ver-wacht mag worden: door aan-hechting tussen de wapening enhet beton wordt de krimpverkor-ting van het beton gedeeltelijk be-lemmerd.T i j d s a f h a n k e l i j k g e d r a gv a n v e r h a r d b e t o nHet tijdsafhankelijk gedrag in on-belaste toestand, de krimp, is on-derzocht op twee verschillendewijzen en onder verschillendecondities:? verhardings- en uitdrogings-krimp van prisma's;? krimp van gewapende platen,al dan niet gevlinderd.Zes prisma's 100 x 100 x 400 mm3werden een dag na het stortenontkist en alzijdig ingepakt in alu-minium folie. Vochtuitwisselingmet de omgeving was hierdoorniet mogelijk. De proefstukkenwerden vervolgens opgeslagen ineen geconditioneerde ruimte(20 ?C en 50% RV). Op een ou-derdom van 28 dagen werd vandrie van de zes prisma's de folieverwijderd. De metingen werdenvervolgens nog voortgezet tot eenouderdom van ten minste 90dagen was bereikt.De meetresultaten zijn voor dedrie prisma's per variant gemid-deld en weergegeven in figuur 5.Hierin is duidelijk zichtbaar datna 27 dagen, dus als de ouderdomvan 28 dagen is bereikt, van eenstel proefstukken de folie is ver-wijderd: de gemiddelde verplaat-sing neemt sterk toe en daar waardeze voor de betreffende proef-stukken eerst onder het resultaatvan het andere stel proefstukkenlag, stijgt die er al snel bovenuit.De uitdrogingskrimp manifes-teert zich hier.Vanaf de registraties op t = 61dagen lijken de proefstukken metfolie nauwelijks meer een veran-dering van de rek te ondergaan.De proefstukken die na t = 27dagen ook aan uitdrogingskrimpworden onderworpen, tonen ookop t = 97 dagen nog een duidelij-ke toename van de rek.Tevens werden twee gewapendeplaten A en B met afmetingen1500 x 1500 x 50 mm3gestort.Deze proeven hadden plaats omeen indruk te krijgen van de lan-geduurkrimp die mag wordenverwacht als het betonstaal aan-wezig is. Om de wrijving tussenhet beton en de onderplaat te re-duceren,wasdeonderplaatvandebekisting afgedekt met vilt metdaarbovenop folie. Het beton vanplaat A werd gevlinderd; plaat Bwerd alleen handmatig met eenstalen spaan afgewerkt. Nadat hetbeton voldoende was opgestijfd,werden de platen afgedekt metfolie. Een dag na het stortenwerden verplaatsingsopnemersaangebracht. Bij het bereiken vanzeven dagen ouderdom werd defolie verwijderd.In figuur 6 zijn de resultaten vande krimpmetingen weergegevenvoor zowel de gevlinderde (A) alsde niet-gevlinderde plaat (B):`langs' is de meetrichting even-wijdig aan de hoofdrichting vanO n d e r z o e k & t e c h n o ; o g i eMater ialencement 2003 1 89-0,200-0,175-0,150-0,125-0,100-0,075-0,050-0,0250,0000 48 96 144 192 240 288 336 384 432ongewapend - geen juteongewapend - met jutegewapend - geen jutetijd [h]gemiddelderek[]-0,40-0,35-0,30-0,25-0,20-0,15-0,10-0,050,000 20 40 60 80 100 120tijd [dagen]krimp[10.3]ab4 | Gemiddelde rekken vandrie proefstukken, bere-kend met als `nulwaarde'de rek bij het bereikenvan een ouderdom vancirca 16 uur na storten5 | Gemiddelde rek van dedrie prisma's gedurendede gehele meetperiodevoorzien van een folie (a)en van de drie prisma'swaarvan de folie opt = 27 dagen werd ver-wijderd (b)de wapening (de richting van 2 ?8 ? 50 mm) en `dwars' is de rich-ting loodrecht daarop (de richtingvan 1 ? 8 ? 50 mm).Het vlinderen van een gewapen-de plaat, glijdend op een onder-grond, leidt er gedurende de zesdagen dat deze met folie wordt af-gedekt toe, dat de krimp ongeveer73% is van die van een overeen-komstige niet-gevlinderde plaat.Gedurende die periode is het ver-schil tussen de krimp in hoofd- endwarsrichting van de wapeningzeer gering.Nadatdefolieisverwijderd,neemthet relatieve verschil tussen de ge-middelde krimp van beide platenaf. Als een ouderdom van circa 28dagen is bereikt, is de genoemde73% toegenomen tot 88%. Tevensblijkt het verschil tussen krimp inhoofd- en dwarsrichting zich nuwel te manifesteren: de gemiddel-de krimp in hoofdrichting is80-90% van de gemiddelde krimpin dwarsrichting.De gemeten krimp blijkt inder-daadkleinerdangebruikelijkvoorhogesterktebeton. Ook zal in depraktijkdeuitdrogingskrimpklei-ner zijn, omdat de relatieve voch-tigheid tijdens uitvoering hogerzal zijn dan in het laboratorium.Ook zal regelmatig beregeningplaatshebben.Naar verwachting ontstaat in hetstalen rijdek een drukspanningvan 25 N/mm2; een aanvaardbarewaarde.H e c h t l a a g b e t o n - s t a a lEen goede hechting tussen de be-tonlaag en de staalplaat is essen-tieel voor het goed functioneren(samenwerken) van de staal-be-tonconstructie. De hechtsterkte isexperimenteel bepaald met trek-proefstukken ? 77 mm. De tweevarianten voor het instrooimate-riaal van de expoxylaag waren:? bauxiet 3-6 mm;? gebroken Noors graniet(max. 4 mm).Vier opnemers, gelijkmatig ver-deeld over de omtrek, registreer-den de verplaatsing over de grens-laag expoxy-beton (fig. 7 voorbauxiet). Bij alle experimententrad bezwijken op door scheur-vorming op de grenslaag in-strooimateriaal ? beton. Reeds bijzeer kleine verplaatsingen (< 0,01mm) werd de maximale trek-kracht bereikt.Bijdeproefstukkenmetgranietinde hechtlaag is de gemiddeldeaanhechtspanning 2,48 ? 3,23N/mm2(gemiddeld 2,96 N/mm2voor vijf proefstukken; standaard-afwijking 0,29 N/mm2). Bij deproefstukken met bauxiet in dehechtlaag was dit 4,15 ? 5,12N/mm2(gemiddeld 4,81 N/mm2voor vier proefstukken; stan-daardafwijking 0,45 N/mm2).De resultaten bleken sterk afhan-kelijk van het al dan niet aanwe-zig zijn van luchtinsluitingen.Het goed doordringen van hetbeton tot in de holle ruimtestussen het instrooimateriaal is es-sentieel.Om de opneembare schuifspan-ning in het hechtvlak te bepalenzijn ook buigproeven uitgevoerdop stalen strippen, voorzien vaneen druklaag. Deze was 12,5N/mm2bijbauxietindehechtlaagen 11,2 N/mm2bij graniet.De hechtlaag is bij het Hech-tingsinstituut en bij TNO Bouwop vermoeiing beproefd. Staal-be-tonstrips en secties van oudebrugdekken (2 x 2 m2, inclusieftroggen en een dwarsdrager) zijnonderzocht. De secties werdenonderworpen aan gesimuleerdewiellasten met bijbehorendewielprint: 4,2 miljoen maal 105kN en 1,4 miljoen maal zowel136,5 kN als 168 kN en 210 kN.Ook werd nog statisch belast tot400 kN. Er zijn geen vermoeiings-ofonthechtingsverschijnselenge-constateerd.V o r s t - d o o i z o u tb e s t a n d h e i dKubussen (riblengte 150 mm)zijn op een leeftijd van 28 dagenmet een zijvlak blootgesteld aaneen 3% (m/m) NaCl-oplossing enonderworpen aan 12 uurs cycliwaarin de temperatuur van de op-lossingvarieerdetussen?20?Cen+20 ?C [5]. Na 28 cycli werd eenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2003 190-0,60-0,50-0,40-0,30-0,20-0,100,000 100 200 300 400 500 600 700A - langsA - dwarsB - langsB - dwarstijd [h]gem.krimp[10-3]krimp00,511,522,533,544,555,560,00 0,01 0,02 0,03 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,10gem. verplaatsing [mm]spanning[N/mm2]g p6 | Gemiddelde verplaatsingover een meetlengte van750 mm in zowel langs-als dwarsrichting van dehoofdwapening voorplaten A (gevlinderd) enB (niet gevlinderd)7 | Relatie tussen de trek-kracht en het gemiddel-de van de vier geregis-treerde verplaatsingenvoor de trekproefstuk-ken met bauxiet tot eengemiddelde verplaatsingvan 0,10 mmmassaverlies van 0,9 ? 8,4 g/m2waargenomen (gem. 3,6 g/m2).Voor gangbare mengsels is hetverlies aanzienlijk groter; eenverlies van enkele kilogrammenper m2is bij de CDF-test geen uit-zondering [6].C h l o r i d e - i n d r i n g i n gKubussen zijn in een NaCl-oplos-sing (165 g/l) geplaatst. Het be-proeven heeft plaatsgehad vol-gens een gestandaardiseerdemethode [7]. Na 1 en 6 maandenzijn kernen geboord. Van dekernen zijn plakjes gezaagd,waarna een chemische analyse isuitgevoerd om vast te stellen ofchloride-indringing had plaatsge-had. Na beide expositieduren kongeen indringing worden vastge-steld, behalve in de cementhuid(de buitenste paar millimeter; hetgedeelte dat normaal gesprokenniet wordt geanalyseerd omdathet niet representatief is voor hetgehele proefstuk).C o n c r e t e t o e p a s s i n g e nHet onderzoek heeft de benodig-de informatie opgeleverd dievereist is voor het constructiefontwerp. Gangbare rekenmetho-den voor het gedrag van een ge-wapend-betondoorsnede kunnenworden gehanteerd, aangevuldmet specifieke informatie voor debijdrage van de staalvezels. Dehechtsterkte aan het staal werdbij toepassing van bauxiet inde strooilaag voldoende geacht.Tevens gaven de resultaten vande, voor een wegdek zeer relevan-te, vries-dooi- en chloride-indrin-gingsproeven het vertrouwen dattoepassing in de praktijk verant-woord is. Rijkswaterstaat is voor-nemens in 2003 met dit levens-duurverlengende concept eenpraktijkproef uit te voeren. Datbiedt de gelegenheid de logistiekbij een grootschalige toepassingte testen. L i t e r a t u u r1. Buitelaar, P., Ultra thin heavyreinforced high performanceconcrete overlays. 6th Inter-national symposium on utili-zation of high strength / highperformance concrete,Leipzig, juni 2002.2. Kaptijn, N., Toekomstige ont-wikkelingen in zeer hogesterk-tebeton. Cement 2002, nr. 2.3. Buitelaar, P., Zeer dunneoverlaging met hogesterkte-mortels. Cement 1999, nr. 7.4. Vandewalle, L. en D. Dupont,Staalvezelbeton (1): Buigproef.Cement 2002, nr. 6.5. CDF Test ? Test method forthe freeze-thaw resistance ofconcrete ? test with sodiumchloride solution. RILEM,Materials and structures, vol.29, nov. 1996.6. Visser, J.H.M., Vorstdooizout-bestandheid van beton: schadein het laboratorium versusschade in de praktijk. Cement2002, nr. 2.7. NT Build 443, Concrete harde-ned: accelerated chloride pene-tration. Nordtest-method,Nordtest, Espoo, Finland, 1995.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eMater ialencement 2003 1 91De stichting PAO, Postacademisch Onder-wijs in de Civiele techniek en BouwtechniekorganiseertinsamenwerkingmetdeCU&Rde volgende cursussen: Paalfunderingen (3dagen in maart); Damwandconstructies enBouwputten (4 dagen in april).Daarnaast organiseert de stichting PAO op20 maart 2003 de studiedag Ontwerpen vanbouwconstructies op leversduur. In het kortenkele gegevens over de cusussen/studiedag.Paalfunderingen (13, 14 en 21 maart 2003)Ontwikkelingen hebben zich voorgedaanop het gerbied van regelgeving, ontwerp,constructie en toepassing van verschillendepaalfunderingen. Nieuwe kunstwerken vra-gen om slimme funderingen. Door meerinzicht in de modellering ontstaan nieuwemogelijkheden.Indecursuskomtditaspectaan de orde. Behandeld worden drukpalen,trekpalen,open stalen buispalen en hori-zontaal beplaste palen.Doelgroep: constructeurs, ontwerpers, geo-technicienmedewerkersvanadviesbureausen -diensten.Cursusleider: prof.ir. A.F. van Tol.Damwandconstructies en Bouwputten(3, 4, 10 en 11 april 2003)Het ontwerpen van grote, diepe bouwput-ten in een omgeving waar zich al een grootaantal bouwputten bevindt, is vaak eenmoeilijke opgave. Stadscentra zijn in ditverband bekende probleemgebieden, maardat geldt ook voor het uitbreiden van be-staande constructies, denk aan het vergro-ten van spuisluizen die gedurende het werkin gebruik moeten blijven.De nauwe werkruimten en de restrictiesmet betrekking tot grondwaterstandverla-gingen, trillingen en geluidshinder, beperkthet aantal vrijheidsgraden voor ontwerperen bouwer. Het vereist een goede analysevan het bouwprocesen en inzicht in deinvloed die dat op de omgeving kan hebben.Doelgroep: constructeurs werkzaam bij in-genieursbureaus, aannemerij en overheid(zoalsRijkswaterstaat),Bouw-enwoningtoe-zicht enz. Cursusleiders: dr.ir. K.J. Bakkeren ing. H.J. Everts.Ontwerpen van bouwconstructies oplevensduur (20 maart 2003)Gebouwen en constructies zijn in het alge-meen bedoeld voor een bepaalde gebruiks-duur. Het Bouwbesluit geeft daarovernadere richtlijnen. Voor woongebouwenbijvoorbeeld geldt een periode van 50 jaar.Om aan zo'n prestatie-eis te voldoen, wordtop materiaalniveau gewekt met beschrij-vende eisen (prestatie-eisen). In de beton-normen is een en ander nader uitgewerktmet regels voor samenstelling, nabehande-ling, grootte van de dekking en toelaatbarescheurwijdte. Impliciet wordt aangenomendat het beton voldoende duurzaam is. Maarde behoefte om expliciet op levensduur teontwerpen neemt toe.De nieuwe ontwikkelingen op dit gebiedworden in de studiedag behandeld.Doelgroep: medewerkers van ingenieurs/adviesbiureaus, aannemers en Bouw- enWoningtoezicht.Cursusleider: prof.dr. J.M.J.M. Bijen.Nedere inlichtingen:secretariaat PAO, tel 015 278 46 18, fax015 278 46 19. e-mail: info@pao.tudelft.nlNieuwe PAO cursussen
Reacties