Bij het ontwerpen van een constructie is het net zo belangrijk rekening te houden met de bouwfase als met de eindsituatie. De keuze voor een bepaalde bouwmethode, fasering en positie van stortnaden heeft immers direct invloed op de krachtswerking in die constructie. Een vroegtijdige afstemming tussen de verschillende betrokken partijen en afdelingen binnen een project is daarom noodzakelijk. Zo ook bij het project CER, de Container Exchange Route op de Maasvlakte.
Integraal ontwerpen op de Maasvlakte
Invloed uitvoering op constructief ontwerp Container Exchange Route
1 Hijsen onderslagbalk vanaf SPMT's op kolommen
Bij het ontwerpen van een constructie is het net zo belangrijk rekening te houden
met de bouwfase als met de eindsituatie. De keuze voor een bepaalde bouwmethode,
fasering en positie van stortnaden heeft immers direct invloed op de krachtswerking
in die constructie. Een vroegtijdige afstemming tussen de verschillende
betrokken partijen en afdelingen binnen een project is daarom noodzakelijk.
Zo ook bij het project CER, de Container Exchange Route op de Maasvlakte.
1
20? CEMENT 2 2020
De Container Exchange Route
(CER) verbindt de container-
bedrijven op de Maasvlakte met
elkaar en maakt het mogelijk de
uitwisseling van containers effi-
ciënter te laten verlopen (foto 2).
In het project wordt circa 14 km CER-baan
aangelegd, waarin zich drie grote kunstwer-
ken bevinden: kunstwerk West (nabij
RWG-terminal), kunstwerk Noord (nabij de
APMT-terminal) en kunstwerk Zuid (ten
zuiden van de APMT-terminal). De kunstwerken bestaan grotendeels uit
prefab brugdekken, die op betonnen
hamerstukken en portaalconstructies zijn
opgelegd. De landhoofden bevinden zich op
gewapende grondconstructies en zijn op
palen of op staal gefundeerd.
Ontwerpfase
Het projectteam bestaat vanaf de VO-fase uit
ontwerpers, werkvoorbereiders en uitvoer-
ders. Ook de onderaannemers waren vanaf
dat moment nauw betrokken, voor een goede
integrale afstemming. Daardoor werden veel
raakvlakken al in een vroeg stadium op
elkaar afgestemd. De keuze voor bepaalde
bouwmethoden, de locatie van stortnaden
en faseringen kon zo worden gemaakt op
basis van zowel constructieve haalbaarheid
als uitvoerbaarheid. Door deze keuzen tijdig
in het ontwerpproces te maken, werden de
consequenties direct in het ontwerp meege-
nomen. Met name kunstwerk West en kunst-
werk Noord vergden vanwege de complexiteit
van de constructies extra aandacht. De gevol
-
gen die bepaalde uitvoeringsmethoden voor
het ontwerp hadden, worden in dit artikel
toegelicht aan de hand van een aantal voor-
beelden. Het betreft drie aandachtspunten:
verhinderde vervormingen door gefaseerd
storten;
extra voorzieningen voor hulpwerk;
wijzigende oplegposities t.g.v. transport en
hijswerkzaamheden.
Kunstwerk West
Kunstwerk West beslaat een gebied van
circa 700 x 300 m² en kruist meerdere
sporen en toegangswegen (fig. 3). Onderdeel
van dit kunstwerk zijn twee grote portaal -
constructies (t.p.v. as W13 + W14) en een
groot in twee richtingen uitkragend hamer-
stuk (t.p.v. as W15). Hierop rusten zowel de
CER-baan als de naastgelegen Service Road,
waardoor deze extra zwaar zijn belast.
Verhinderde vervormingen? Om de hoge
belastingen te kunnen dragen is besloten de
onderslagbalken van deze drie tussensteun -
punten als 4,2 m hoge hoedliggers uit te voe-
ren (fig. 4). De langste onderslagbalk (t.p.v.
as W13) is 36 m lang en weegt bijna 700 ton.
Alleen conventionele wapening bleek niet
PROJECTGEGEVENS
project
Container Exchange Route
opdrachtgever
Havenbedrijf Rotterdam opdrachtnemer
Combinatie CER, gevormd door Koninklijke
VolkerWessels,
ondernemingen KWS en Van Hattum en Blankevoortleverancier
prefab beton Spanbeton
leverancier gewapende grondconstructies Terre Armée
CEMENT 2 2020 ?21
voldoende om de belastingen te kunnen
dragen en daarom zijn in de balken ook 10
tot 12 voorspankabels 22Ø15.7 (FeP1860)
aangebracht. Vanuit constructief oogpunt is het
wenselijk om de hoedliggers in één fase te
storten. Op die manier zijn de verhinderde
vervormingen tijdens het verhardingsproces
immers kleiner. In eerste instantie was dit
dan ook het uitgangspunt. Door de grote
afmetingen van de balken en de wapenings-
dichtheid bleek dit echter niet goed uitvoer-
baar. Daarom is er in een vrij laat stadium
alsnog voor gekozen de hoedliggers in twee
fasen te storten (fig. 5). Een gevolg van deze keuze is dat door
verhinderde vervormingen ter hoogte van
het stortvlak extra spanningen in de door-
snede ontstaan. Enerzijds door tempera -
tuurverschillen tussen de twee delen die tijdens het verhardingsproces optreden en
anderzijds door verhinderde krimp- en
kruipvervormingen. Met behulp van het
eindige-elementenpakket DIANA is een
3D-model van de hoedliggers opgesteld. Met
behulp van dit model zijn de tijdens verhar-
ding optredende trekspanningen in de balk
bepaald (fig. 6).
Uit de eerste berekeningen bleek al
snel dat de trekspanningen in de balk door
toedoen van autogene krimp te groot zou -
den worden. Daarom is het betonmengsel
van de tweede fase stort aangepast naar een
mengsel met een klein percentage geëxpan -
deerde kleikorrels. De kleikorrels zijn verza -
digd met water dat tijdens het verhardings-
proces wordt afgegeven. Het ontstaan van
capillaire onderdruk in de ruimte tussen de
korrels wordt zodoende beperkt, waardoor
de autogene krimp van het betonmengsel
minimaal is. De uiteindelijk optredende
trekspanningen van gemiddeld circa 2,0 MPa
zijn dan ook voornamelijk het gevolg van
thermische uitzetting en krimp als gevolg
van hydratatie van het beton (uitdrogings-
krimp). Het voorspanprotocol is daarbij
dusdanig geoptimaliseerd dat gedurende de
verhardingsfase de optredende betontrek-
spanningen minimaal zijn en doorgaande
scheurvorming wordt voorkomen.
Ondersteuningsconstructie portaalcon-
structies ?
Niet alleen de definitieve con -
structie van deze steunpunten vormde een
uitdaging, ook de tijdelijke voorzieningen die
nodig waren om de onderslagbalken te ma -
ken. Om zware hijswerkzaamheden te voor-
komen was het wenselijk de onderslagbalken
van de portaalconstructies direct op de
kolommen te bouwen. Door het hoge stort-
gewicht en de eis dat het spoor beschikbaar
2 Container Exchange Route met drie kunstwerken en diverse container terminals 3 Impressie knooppunt West
IR. SANDER DEN HERTOG
Hoofdconstructeur
VolkerWessels Infra
Competence Centre auteur
3
2
portaalconstructie W14
hamerstuk W15 portaalconstructie W13
22? CEMENT 2 2020
moest blijven, werden de benodigde onder-
steuningsconstructies een project op zich. Om het spoorverkeer doorgang te laten
vinden is in de ondersteuningsconstructies
een doorrijpoort opgenomen (foto 7). Voor
het opvangen van de hierdoor toegenomen
stempelkrachten, zijn extra palen in de on -
dergrond aangebracht. Daarnaast zijn een
groot aantal tuien aangebracht om windbe-
lastingen op te kunnen vangen. De keuze om de onderslagbalk in twee
fasen te storten, had voor deze tijdelijke
constructie een bijkomend voordeel. Het eerste gestorte deel was hierdoor, na vol
-
doende te zijn verhard, in staat het gewicht
van de tweede stort af te dragen naar de
ondersteunende stempels. Als gevolg hier-
van kon de onderliggende bekisting lichter
worden uitgevoerd.
Damwanden? Naast de hulpwerken die
boven het maaiveld uitsteken, zijn naast het
spoor ook in de ondergrond diverse hulp-
constructies in de vorm van damwanden
aangebracht. De afstand tussen de damwan -
den en het spoor was echter beperkt.
De hoedliggers van
kunstwerk West
zijn in twee fasen
gestort, waarbij
door verhinderde
vervormingen
extra spanningen
in de doorsnede
ontstaan
4 Portaalconstructie as W13 5 Stortfasering hoedliggers
6 Trekspanningen t.g.v. verhinderde temperatuursvervormingen
4
CEMENT 2 2020 ?23
6
5
Daarom is ervoor gekozen om deze als ver-
loren bekistingsconstructie voor de poeren
onder de pijlers te gebruiken. Het aanbren-
gen van de ontgravingen die voor het bou -
wen van de op palen gefundeerde poeren
nodig waren, was hierdoor ook nog eens
eenvoudiger. Vanuit constructief oogpunt had dit
als voordeel dat de poeren iets breder kon -
den worden gemaakt. Hierdoor ontstonden
er meer mogelijke paalposities, waardoor de
draagcapaciteit van de palen uiteindelijk
efficiënter wordt benut.
Kunstwerk Noord
Kunstwerk Noord is een gebogen viaduct
dat de onderliggende infrastructuur groten -
deels schuin kruist (fig. 8). Voor dit kunst-
werk is een ontwerp gekozen waarbij sprake
is van zoveel mogelijke repetitie in zowel de
boven- als onderbouw. De dekken bestaan
uit zes aansluitende overspanningen van
elk 29 m lengte. Naast twee hoog gefundeer-
de landhoofden bestaat de onderbouw uit
vier hamerstukken en één portaalconstruc-
tie. Door de benodigde beschikbaarheid van
het bestaande spoor en de beperkte ruimte
was een goede voorbereiding belangrijk.
Transport en hijsen onderslagbalk N5? De
onderslagbalk van de portaalconstructie
in kunstwerk Noord is ter plaatse van de
kolommen op rubberen oplegblokken ge-
plaatst (fig. 9). De balk heeft een rechthoekige
doorsnede, weegt circa 420 ton en is 23,4 m
lang. Naast conventionele wapening is ook
deze balk voorzien van 12 voorspankabels
22Ø15.7 (FeP1860) (fig. 10). Het boven het spoor bouwen van de
onderslagbalk was in dit geval geen optie.
Doordat de onderslagbalk meerdere sporen
kruist, zou de overspanning van de tijdelijke
ondersteuningsconstructie te groot worden.
Vanwege de beperkte ruimte boven het PVR
van het spoor, was er onvoldoende hoogte
voor een dergelijk zware constructie beschik -
baar. Daarom is voor het prefabriceren van
de onderslagbalk op een voorbouwlocatie
gekozen. Door het grote eigen gewicht van de
balk en de beschikbare ruimte voor het
plaatsen van kranen, was het echter niet
mogelijk om de balk vanaf een naast het
spoor gelegen locatie op zijn plek te hijsen.
In dat geval zou de vlucht van de kranen te
groot worden. Daarom is besloten de balk
op een iets verder weggelegen locatie te
7 Tijdelijke ondersteuningsconstructie onderslagbalk W14, inclusief doorrijpoort
VIDEO
Op www.cerinfra.nl wordt het
project Container Exchange
Route (CER) in een video in
beeld gebracht.
7
24? CEMENT 2 2020
Om het spoorverkeer doorgang te
laten vinden is in de ondersteunings
constructies van kunstwerk
West een doorrijpoort opgenomen
bouwen en deze met behulp van SPMT's
(Self-Propelled Modulair Transporters) van -
af de voorbouwlocatie naar de definitieve
locatie te transporteren (foto 12). De SPMT's
zijn hierbij evenwijdig aan de definitieve as
van de onderslagbalk geplaatst. Vervolgens
zijn deze op een vooraf over het spoor aan -
gebrachte hulpbrug gereden. Hierdoor kon
de balk direct naast zijn uiteindelijke positie
worden gemanoeuvreerd. Vanaf die plek is
de balk praktisch alleen nog verticaal om -
hoog gehesen om op zijn definitieve steun -
punten te kunnen worden geplaatst (foto 1).
Dit alles binnen een relatief korte buiten -
dienststelling van de spoorweg. Als gevolg van deze bouwfasering
moesten er in het ontwerp een aantal extra
belastingsituaties worden beschouwd. Dit
vanwege het wijzigen van de positie van de
opleggingen tijdens de verschillende bouw -
fasen. Tijdens het transport en het hijsen
lag de balk op een stalen frame, waarbij in
tegenstelling tot de eindsituatie een over-
stek aanwezig was van ongeveer 1,5 m. De
trekspanningen aan de bovenzijde van de
balk namen hierdoor 1,5 MPa toe. Door in
de bouwfase alleen de bovenste zes kabels
voor te spannen kon de betondoorsnede
tijdens transport volledig onder druk wor-
den gehouden. Zodra de prefab liggers
8 Impressie knooppunt Noord 9 Aanzicht portaalconstructie N5 10 Voorspanverloop onderslagbalk N5
8
9
10
portaalconstructie N5
hamerstuk N6
CEMENT 2 2020 ?25
van de brugdekken op de balk waren ge-
plaatst, zijn ook de onderste zes voorspan-
kabels gespannen.
Inhijsen onderslagbalk N6? Het steunpunt
naast de portaalconstructie is een hamer-
stuk (N6) (fig. 11). De wand van dit hamer-
stuk bevindt zich vlak naast het spoor. De
onderslagbalk kraagt daarnaast uit boven
het bestaande spoor. Omdat de ruimte voor
het maken van een ondersteuningscon -
structie ook in dit geval te beperkt was, is
besloten om deze balk ook op een naast-
gelegen voorbouwlocatie te prefabriceren.
Vanaf deze locatie kon de balk in één keer
op de kolom worden gehesen (foto 13).
Voordeel ten aanzien van de veiligheid
was dat de werkzaamheden hierdoor niet
op hoogte en naast het spoor hoefden te
worden uitgevoerd. Voor het ontwerp van de balk had dit
met name gevolgen voor de dimensionering
van de stekwapening die tussen de onder-
slagbalk en de kolom moest worden aange-
bracht. Om de verbinding goed te kunnen
maken, was het noodzakelijk om deze op een grotere dekking en hart-op-hart-afstand
te plaatsen. Daarnaast zijn vier 42 tons
hijslussen toegevoegd om de balk te kunnen
hijsen. Voor een goede verankering van de
lussen is in de balk extra wapening rondom
de hijslussen aangebracht.
De verbinding tussen kolom en onder-
slagbalk is uiteindelijk tot stand gebracht
door in de voorgebouwde onderslagbalk
verticale gains op te nemen (foto 14). Daarbij
is zowel aan de ontwerpkant als de uitvoe-
ringskant veel aandacht besteed aan het goed
op elkaar aan laten sluiten van de 1400 mm
lange stekken Ø40-200 en de in de balk ge-
storte gains. Voorafgaand aan het hijsen van de
balk waren enkele kleine vezelcementplaten
op de kolom aangebracht. Hierdoor ont-
stond circa 50 mm ruimte tussen kolom en
onderslagbalk, die vervolgens tegelijkertijd
met de gains vol is geïnjecteerd. Deze voeg is
aan de buitenzijde dichtgezet met een bekis-
ting van plexiglas (foto 15). Hierdoor kon de
mate van vulling van de voeg en de gains
goed in de gaten worden gehouden met als
resultaat een perfecte verbinding tussen
kolom en onderslagbalk. Uiteindelijk kon de balk tijdens een
nachtelijke hijsoperatie probleemloos op de
kolom worden geplaatst.
Tot slot
Het project CER toont aan dat de invloed
van een uitvoeringsmethode op het ontwerp
van een constructie groter kan zijn dan je op
het eerste gezicht zou denken. Relatief kleine
aanpassingen in het ontwerp kunnen aan de
andere kant weer veel voordelen opleveren
bij de realisatie ervan. Bij CER zijn werk -
voorbereiders, uitvoerders en onderaanne-
mers bewust vanaf de voorontwerpfase bij
het ontwerpproces betrokken. Hierdoor zijn
veel raakvlakken al in een vroeg stadium op
elkaar afgestemd. Het resultaat is een inte-
graal en maakbaar ontwerp van de nieuwe
Container Exchange Route.
De onderslagbalk
N5 is op een
voorbouwlocatie
gemaakt en met
behulp van
SPMT's naar de
definitieve locatie
getransporteerd
11
11 Impressie steunpunt N6 26? CEMENT 2 2020
12
13 14
15
12 Transport onderslagbalk N5 13 Inhijsen van onderslagbalk N6
14 Stekwapening invoeren in gains N6 15 Bekisting van plexiglas t.b.v. voeg onderslagbalk/kolom N6 CEMENT 2 2020 ?27
Reacties
Ronald de Geus - VSF 30 april 2021 11:01
duidelijk artikel met prima visualisaties
Kersten Brian - KWS 29 april 2021 20:22
Topper