De in cementsteen optredende krimp heeft krimp van beton tot gevolg. De grootte van deze betonkrimp is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid en stijfheid van het toeslagmateriaal, maar ook van de mate waarin microscheurvorming in de cementsteen optreedt. In een promotieonderzoek [1] is het effect onderzocht van het ontstaan van microscheurvorming als gevolg van de krimp van beton.
CEMENT 5 2020 ?37
Onderzoek eigenspanningen en microscheurvorming (2)
In cementsteen treedt krimp op
onder andere als gevolg van de
voortgaande hydratatie van het
cement (autogene krimp).
Aan het
betonoppervlak, dat is blootgesteld aan de
buitenlucht, kan (chemisch, niet-gebonden)
water verdampen uit de cementsteen, wat
plaatselijk uitdrogingskrimp tot gevolg heeft.
In het promotieonderzoek [1] is uitgegaan
van een verondersteld verloop van de krimp
in de tijd in de cementsteen zoals aangegeven
in figuur 1. In beton wordt de krimp van de ce-
mentsteen, in meer of mindere mate, ver-
hinderd door het toeslagmateriaal en fijne
stoffen (grind, zand, vulstoffen en ongehy -
drateerd cement) en wapeningsstaal. Deze
inwendige verhindering veroorzaakt span -
ningen, die in het onderzoek zijn aangeduid
als 'materiaal eigenspanningen', met de randvoorwaarden zoals weergegeven in
figuur 3. Onderzoek
In het onderzoek is het beton geschemati
-
seerd als een driefasen materiaal met het
toeslagmateriaal in de vorm van cirkelvor-
mige elementen. Alle korrels zijn ingebed in
een cementsteenmatrix en zijn omgeven
door een dunne laag cementsteen (de Inter-
facial Transition Zone ? ITZ). Hierbij is ge-
bruikgemaakt van een staafwerkmodel be-
staande uit staafjes in een driehoekpatroon,
in de literatuur aangeduid als het Delft-Beam
Lattice Model (Delft-BLM) (fig. 2). Meer over
het model staat in het eerste artikel in dit
tweeluik 'Effect van relaxatie op grootte van
eigenspanningen'. Beschouwd is een betonnen element
met lengte L
y (fig. 4a). In het geval dat er
DR.IR. GUSTAAF BOUQUET
TU Delftauteur
Invloed
microscheurvorming op krimp van beton
De in cementsteen optredende krimp heeft krimp van beton tot gevolg. De grootte van
deze betonkrimp is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid en stijfheid van het
toeslagmateriaal, maar ook van de mate waarin microscheurvorming in de cementsteen optreedt. In een promotieonderzoek [1] is het effect onderzocht van het ontstaan van microscheurvorming als gevolg van de krimp van beton.
38? CEMENT 5 2020 1 Krimp van de cementsteen (? p,sh) zoals toegepast in het onderzoek: 0 ? ? p,sh ? ? 1,1 10 -3 m/m na 365 dagen (a) en de ontwikkeling van de
krimp gedurende de eerste 22,25 dagen (b) 2 Tweedimensionaal staafwerkmodel bestaande uit toeslagstaafjes, matrixstaafjes en
ITZ-staafjes (Delft?Beam Lattice Model) [2] 3 De randvoorwaarden opgelegd aan het virtuele proefstuk, hier gerepresenteerd met een staafwerkmodel (Delft-BLM) voor de berekening van 'materiaal eigenspanningen'
De inwendige
verhindering
van krimp
veroorzaakt
spanningen
TWEELUIK
Dit artikel is onderdeel van een
tweeluik. In dit tweede deel
wordt ingegaan op de invloed
van microscheurvorming op de
grootte van de krimp van beton.
In het eerste deel, 'Effect van
relaxatie op grootte van eigen-
spanningen' wordt de invloed
beschreven van relaxatie op de
grootte van door krimp veroor-
zaakte eigenspanningen.
3 2
1a
1b
CEMENT 5 2020 ?39
tijdens de krimp geen microscheurvorming
in de cementsteen ontstaat, is de vervorming
van het element zoals schematisch is aange-
geven in figuur 4b. In werkelijkheid ontstaat
er echter altijd microscheurvorming in de
cementsteen met als gevolg dat de grootte
van de krimp van het beton afneemt (fig. 4c).
De omvang van de microscheurvor-
ming is uitgedrukt in de zogenaamde micro-
crack damage ratio D
mc, die de verhouding
weergeeft tussen het aantal gebroken cement-
steenstaafjes en het totale aantal cement-
steenstaafjes in het BLM-staafwerkmodel. De optredende krimp in de beton (?
c,sh) is
berekend door de verticale verplaatsingen van
de knopen in de bovenrand (?
ytop) en onder-
rand (?
ybottom ) bottom van het staafwerkmodel
(met lengte L
y = 50,2 mm) van elkaar af te trek -
ken en te delen door de oorspronkelijke lengte:
In het onderzoek zijn simulaties gedaan met
drie soorten proefstukken met een continue
gradering van het toeslagmateriaal en een
variatie van het aandeel toeslagmateriaal
(tabel 1):
C075-CG met gehaltes van 0,75 m²/m²
C060-CG met gehaltes van 0,60 m²/m²
C045-CG met gehaltes van 0,45 m²/m².
Om het effect van de microscheurvorming
op de krimp van beton te onderzoeken, zijn
berekeningen gemaakt zónder scheurvor-
ming (met een fictieve hoge treksterkte van
de cementsteen f
m,fict = 50 MPa) en mét
scheurvorming, waarbij een treksterkte van
f
m = 5,0 MPa in rekening is gebracht.
Om het effect
van de
microscheur-
vorming op de
krimp van
beton te
onderzoeken,
zijn
berekeningen
gemaakt zónder
scheurvorming
en mét
scheurvorming
Onderzoek eigenspanningen en microscheurvorming (2)
Tabel 1?Materiaalparameters van proefstukken C075-CG, C060-CG en C045-CG
? f
b /fm = bond / matrix treksterkteratio
? Voor de gevallen zonder scheurvorming is een fictieve treksterkte toegepast van: f m,fict. = 50 Mpa
? C075-CG: D max = 14 mm; C060-CG: D max = 13 mm; C045-CG: D max = 12 mm
? Relaxatie met activeringsenergie U 0 = 12 kJ/mol
proefstukcode toeslaggehalte zonder scheurenmet scheurensterkteratiostijfheid cementsteen en toeslagmateriaal
V
a [m 2/m2] mix nr. f m,fict [MPa] f m [MPa] f b / f m [-]E m = E b [GPa] E a [GPa]
C075-CG 0,75150 50,757, 8 70
C075-CG 0,75250 50,7515,1 70
C075-CG 0,75350 50,7523,2 70
C045-CG 0,45450 50,7515,1 70
C045-CG 0,45550 50,7515,1 35
C060-CG 0,60650 50,7515,1 70
4 Schematische weergave van de krimp van beton; (b) in het geval zonder microscheurvorming
(D
mc = 0) en (c) met microscheurvorming (D mc > 0)
4a
Voor krimp
4b 4c
Na krimp zonder scheuren Na krimp met scheuren
40? CEMENT 5 2020
5
5 Krimp in de cementsteen en in de betonproefstukken C045-CG (mix 4) (0,45 m 2/m2) en C075-CG (mix 2) (0,75 m 2/m2),
waarbij microscheurvorming buiten beschouwing is gelaten 6 (a) Proefstuk C075-CG (mix nr. 2) en (b) proefstuk C045-CG (mix nr. 4):
krimp cementsteen (zwarte lijn) en krimp van beton proefstuk C075-CG (mix nr. 2) (a) en C045-CG (mix nr. 4) (b), zonder microscheuren
(rode lijn), krimp met microscheuren maar zonder relaxatie (groene lijn) en krimp als gevolg van microscheuren en relaxatie (blauwe lijn)
Uit de berekende resultaten
blijkt dat de stijfheid van
toeslag materiaal een geringe
invloed en microscheur vorming
in de cementsteen een
substantiële invloed heeft op de
reductie van de krimp
Krimp zonder microscheurvorming
Door de microscheurvorming buiten be-
schouwing te laten is de krimp in de beton -
proefstukken uitsluitend afhankelijk van de
verhindering door het toeslagmateriaal van
de cementsteenkrimp. In de analyse zijn
twee proefstukken in beschouwing geno-
men met gelijke sterkte en stijfheid (tabel 1,
mix 2 en 4), maar met een verschillend toe-
slaggehalte (0,45 m²/m² en 0,75 m²/m²). De
resultaten zijn weergegeven in figuur 5. In proefstuk C045-CG (mix 4) was de be-
rekende betonkrimp 57% van de krimp van de
cementsteen, terwijl in het proefstuk C075-CG
met 0,75 m²/m² (mix 2) de betonkrimp slechts
34% was van de krimp van de cementsteen.
Krimp met microscheurvorming
en relaxatie
Dezelfde betonproefstukken (tabel 1: mix nr. 2
en 4) zijn ook gebruikt om de invloed van zo-
wel microscheurvorming als relaxatie op de
grootte van de krimp van beton te onderzoe-
ken. Resultaten van de berekeningen zijn
weergegeven in figuur 6a voor C075-CG (mix
2), en in figuur 6b voor C045-CG (mix 4). De
rode lijnen geven de krimp weer in de proef -
stukken zonder microscheurvorming. De
groene lijnen geven de krimp weer als micro-
scheurvorming optreedt (met de cementsteen
treksterkte f
m = 5,0 MPa). De krimp neemt
dan aanzienlijk af. Als ook relaxatie van de
spanningen in de cementsteen optreedt,
wordt de mate van microscheurvorming ge-
ringer, met als gevolg dat de betonkrimp weer
iets groter is dan in de situatie zonder relaxa -
tie (weergegeven met de blauwe lijnen).
6a 6b
CEMENT 5 2020 ?41
Invloed van de stijfheid van
toeslagmateriaal op de krimp
van beton
Behalve het gehalte toeslagmateriaal heeft
ook de stijfheid van het toeslagmateriaal in -
vloed op de krimp van beton. Om dit te on -
derzoeken zijn berekeningen gemaakt met
betonproefstuk C045-CG met twee verschil -
lende stijfheden van het toeslagmateriaal:
E
a = 70 GPa (mix nr. 4) en 35 GPa (mix nr. 5).
Berekeningen zijn gemaakt zonder en met
microscheurvorming, waarbij geen relaxa -
tie is meegenomen. De invloed van het verschil in stijfheid
van het toeslagmateriaal, zonder micro-
scheuren (D
mc = 0), op de krimp in het be-
tonproefstuk is in figuur 7 weergegeven met
de groene lijn (E
a = 70 GPa) en de oranje lijn
(E
a = 35 MPa). Het verschil in de betonkrimp,
bij de eindwaarde van de opgelegde krimp
van de cementsteen, is 29 · 10
-6 m/m. Dit is
een toename van circa 5% ten opzichte van
de krimp bij E
a = 70GPa.
De afname van de betonkrimp, in
geval wel microscheuren optreden, is weer-
gegeven met de rode lijn (E
a = 70 MPa) en de
blauwe lijn (E
a = 35 GPa). In dit geval bedroeg
het maximale verschil in de krimp van het
betonproefstuk 36 · 10
-6 m/m. Dit is een toe-
name van circa 7% ten opzichte van de krimp
bij E
a = 70GPa.
Resultaten
De resultaten van de uitgevoerde analyses
tonen de invloed aan van het gehalte en
stijfheid van het toeslagmateriaal, de micro-
scheurvorming en relaxatie op de grootte
van de krimp van de betonproefstukken.
Uit de berekende resultaten blijkt dat de
stijfheid van toeslagmateriaal slechts een ge-
ringe invloed heeft op de krimp van beton.
Wel heeft de microscheurvorming in de
cementsteen een substantiële invloed op
de reductie van de krimp van beton. Onder
invloed van de relaxatie van de eigenspan -
ningen in de cementsteen wordt de omvang
van de microscheurvorming meer dan de
helft gereduceerd. In proefstuk C075-CG
neemt de scheurvorming af tot circa 45%
ten opzicht van de scheurvorming zonder
relaxatie (fig. 6a) en in proefstuk C045-CG
ontstaat een afname tot circa 38% ten
Onderzoek eigenspanningen en microscheurvorming (2)
7
8
9
7 Krimp van betonproefstuk C045-CG met toeslagmateriaal E a = 70 GPa en 35 GPa (tabel 1, mix nr. 4 en 5)
8 Krimp van beton (zie tabel 2) bij een toeslaggehalte van 0,45; 0,60 en 0,75 m 2/m2, verbonden door lijnen, als functie van het toeslaggehalte
9 Krimp van beton, uitgedrukt als het verhoudingsgetal betonkrimp en cementsteenkrimp (?
c,sh/?p,sh) , als functie van het toeslaggehalte
42? CEMENT 5 2020
opzicht van de scheurvorming zonder
relaxatie (fig. 6b). De in tabel 2 weergegeven krimp van
beton in de proefstukken met verschillende
toeslaggehaltes is in figuur 8 weergegeven.
De betonkrimp is daar weergegeven als
functie van het toeslaggehalte. Figuur 8 laat
duidelijk zien (met de groene ? en rode lijn
vrijwel evenwijdig) dat het effect van relaxa -
tie op de reductie van de krimp van beton
nauwelijks afhankelijk is van het gehalte
toeslagmateriaal. De krimpwaarden bij de
verschillende gehalten toeslagmateriaal,
zoals genoemd in tabel 2, zijn in figuur 8
uitgezet en door lijnen verbonden. Uit figuur 8 blijkt duidelijk dat, behalve
het toeslaggehalte, microscheurvorming een
prominente invloed heeft op de grootte van
de krimp van beton. Het gunstige effect van
de microscheurvorming op de betonkrimp
wordt wat gereduceerd door de relaxatie. In
figuur 9 is de verhouding tussen de beton -
krimp en de krimp in de cementsteen als
verhoudingsgetal uitgezet tegen het toeslag -
gehalte.
Conclusies en opmerkingen
Uit de analyse kan de conclusie worden ge-
trokken dat voor een beton, met een gang -
baar toeslaggehalte van 75%, de reductie van
de krimp van beton als gevolg van een com -
binatie van microscheuren en relaxatie in
de cementsteen circa 12% bedraagt (tabel 2).
Ook bleek dat het toeslaggehalte in het be-
tonmengsel een grote invloed heeft op de
grootte van de krimp van beton (fig. 5).
Daarentegen heeft de stijfheid van het toe-
slagmateriaal betrekkelijk weinig invloed op de grootte van de krimp van beton (fig. 7).
Het toeslaggehalte in het betonmengsel
heeft een grote invloed op de grootte van de
krimp van beton (fig. 5). In tegenstelling
hiermee heeft de stijfheid van het toeslag
-
materiaal betrekkelijk weinig invloed op de
grootte van de krimp van beton (fig. 7). Uit het bovenstaande blijkt dat de
krimp van beton een proces is waarbij de
treksterkte en de relaxatie van de cement-
steen uiteindelijk de grootte van de krimp
bepalen. In het onderzoek is van een arbi -
trair gekozen krimpverloop van de cement-
steen uitgegaan (fig. 1).
De focus bij het onderzoek lag op de bepalen
van de invloed van relaxatie op de grootte
van eigenspanningen en de daardoor ver-
oorzaakte microscheurvorming in beton.
Uit de resultaten bleek dat relaxatie een
belangrijke gunstige invloed heeft op het
beperken van de microscheurvorming. De door eigenspanningen veroorzaakte
microscheurvorming kan zich ontwikkelen
tot (macro)scheuren. Deze macroscheur-
vorming, veroorzaakt door opgelegde ver-
vormingen zoals o.a. krimp, wordt welis-
waar beperkt door relaxatie, maar kan bij
constructies in agressieve milieus toch een
nadelige invloed hebben op de duurzaam -
heid als hiermee bij de berekening en
detaillering niet expliciet rekening wordt
gehouden.
LITERATUUR
1?Bouquet, G.Chr., Effect of relaxation on
eigenstresses and microcracking in concrete
under imposed deformation. Proefschrift TU
Delft, 2019.
2?Schlangen, E., Experimental and numerical
analysis of fracture processes in concrete,
Proefschrift TU Delft, 1993.
toeslaggehalte berekende krimp van beton na 1 jaar (8760 uur)
proefstuk mixnr. V
a [m 2/m2]zonder
scheuren met scheuren
met scheuren en relaxatie
?
c,sh [m /m] ? c,sh [m /m]% ? c,sh [m /m]%
C045-CG 40,45 -630 · 10
-6 -485 · 10 -6 22,8-590 · 10 -6 6,2
C060-CG 60,60 -500 · 10
-6 -370 · 10 -6 26,2-470 · 10 -6 6,3
C075-CG 20,75 -370 · 10
-6 -255 · 10 -6 30,8-325 · 10 -6 11,5
Tabel 2?Vermindering van de betonkrimp als gevolg van microscheuren in de proefstukken C075-CG, C060-CG en C045-CG
met
E
m = 15,1 GPa en E a = 70 Gpa
Maximale krimp cementsteen ?
p,sh = -1.1 · 10 -3 m /m
Promotieonderzoek
Gustaaf Bouquet is gepromoveerd aan de TU Delft, fac. CiTG met het onderzoek ‘Effect of relaxation on eigenstresses and microcracking in concrete under imposed deformation’. Zijn promotoren waren prof.dr.ir. Klaas van Breugel en prof.dr.ir. Erik Schlangen. Co-promotor was dr.ir.drs. René Braam.
Het proefschrift is te downloaden op https://repository.tudelft.nl.
Dit artikel is tot stand gekomen dankzij aanwijzingen en advies van prof.dr.ir. Klaas van Breugel en dr.ir.drs. René Braam.
Reacties