De grote fly-over (KW520) van de Westrandweg kruist onder meer het spoortracé tussen Amsterdam en Zaandam. Een aantal steunpunten lag zo dicht bij of zelfs over het spoor, dat er voor de uitvoering bijzondere oplossingen moesten worden bedacht.
thema
KW520: Steunpunten bij het spoor
6 2 0 11
30
thema
KW520:
Steunpunten
bij het spoor
De grote fly-over (KW520) van
de Westrandweg kruist onder
meer het spoortracé tussen
Amsterdam en Zaandam. Een
aantal steunpunten lag zo
dicht bij of zelfs over het
spoor, dat er voor de uitvoe -
ring bijzondere oplossingen
moesten worden bedacht.
1
Speciale maatregelen nodig
KW520: Steunpunten bij het spoor6 2 0 11
31
4 4
zijaanzicht - Stellen schuifbanen, strip t=30 mm vv rvs 3 mm, 3 stuks à 2000 mm
4
bovenaanzicht
11800
7300
Ø7200Ø6000
- Monteren schuif- en vijzeléquipment
120°
120°
120°
4 4
zijaanzicht - Stellen schuifbanen, strip t=30 mm vv rvs 3 mm, 3 stuks à 2000 mm
4
bovenaanzicht 11800
7300
Ø7200Ø6000
- Monteren schuif- en vijzeléquipment
120°
120°
120°
4 4
zijaanzicht - Stellen schuifbanen, strip t=30 mm vv rvs 3 mm, 3 stuks à 2000 mm
4
bovenaanzicht 11800
7300
Ø7200Ø6000
- Monteren schuif- en vijzeléquipment
120°
120°
120°
Steunpunten 12, 14
De steunpunten 12 en 14 liggen niet alleen zeer dicht naast het
spoor, maar ook nog eens bij het hoogste punt van KW520. Het
dek moest dus zo laag mogelijk over dit spoor worden geleid,
met de onderkant van het steunpunt zo laag mogelijk boven het
profiel van vrije ruimte (PVR). Om zoveel mogelijk uniformi-
teit in type en vorm van de steunpunten te behouden, werd er
ook naar gestreefd deze als pijlerbalk uit te voeren. Toepassing
van de 'standaard' bekisting voor het ondersteunen van de
pijlerbalk zou echter een conflict met het PVR geven (fig. 3).
Creatieve oplossingen werden dus gevraagd.
De meest interessante oplossingen waren er twee waarbij het
steunpunt als pijlerbalk kon worden uitgevoerd én dezelfde
ondersteuningsconstructie als voor de overige pijlerbalken kon
worden ingezet. Daartoe moest wel de bouwmethode enigszins
worden aangepast:
a
pijlerbalk hoog bouwen en afvijzelen;
b pijlerbalk evenwijdig aan spoor bouwen en vervolgens
indraaien.
Optie a had als nadeel dat, om boven PVR te blijven, de pijler -
balk circa 3 m hoger moest worden gebouwd, met alle gevolgen
voor de stabiliteit. Bovendien moest er dan tóch nog boven het
spoor worden gewerkt. Gekozen is dus voor optie b.
Werkvolgorde
De funderingspoer is opgesplitst in twee 'lagen' (fig. 2):
? onderste laag ? het 'onderblok' ? op de voorziene funderings-
palen;
? tweede laag ? de 'draaipoer' ? los op de onderste laag.
Op deze draaipoer kon de kolom worden gemaakt met daar
bovenop de pijlerbalk. De draaipoer was voorzien van drie
vijzelkassen voor evenzovele vijzelpunten. Op het onderblok
waren rvs schuifbanen voorzien waarop schuifstoelen met
vijzels werden gemonteerd (foto 6).
Ter plaatse van de drie hefpunten werd de bovenpoer opgevij-
zeld en vervolgens aangedreven. De richting van de aandrijving
vormde een raaklijn aan de draaicirkel. zodat het geheel theore-
tisch een zuiver draaiende beweging maakte. Om oneffenheden
en toleranties op te vangen was er in het midden wel een
centrale dook voorzien waar het geheel omheen draaide.
Na het draaien en positioneren is de ruimte tussen onderblok
en draaipoer aangegrout en is de vijzelinstallatie afgelaten en
gedemonteerd. Vervolgens is van de twee deelpoeren weer één
geheel gemaakt door het geheel af te vlechten en af te storten.
ing. Jurgen Clephas
Combinatie Westpoort
1)
1
Kruising Westrandweg met spoor
met de speciale steunpunten
2 Ontwerpschets funderingspoer
3 Dwarsdoorsnede steunpunt 12 met
standaard bekistingsoplossing
1) Jurgen Clephas is in dienst bij Volker Infra Design
2
3
6 2 0 11
32
thema
4 Schuifoperatie steunpunt 13 in volle gang
5 Dwarsdoorsnede over vijzelopstelling
6 Vijzels gesteld voor draaien funderingspoer
7 Steunpunt 13 na het verschuiven
8 Dwarsdoorsnede portaal steunpunt 13
Aan de hulpconstructie voor het inschuiven van deze portaal-
ligger waren de volgende eisen gesteld:
1 de portaalligger mocht maximaal 10 mm vervormen;
2 er was geen (hulp) steunpunt in het spoor voorzien;
3 de bovenleiding kon niet (tijdelijk) worden verwijderd.
Als gevolg van de tweede eis moest het spoor dus in één keer
worden overspannen, een afstand van circa 30 m. Als de beton-
nen portaalligger dan ter plaatse van zijn opleggingen zou
worden opgepakt, zou dat betekenen dat er een puntlast van
5000 kN in één overspanning naar de overkant zou moeten
worden geschoven. Om te voorkomen dat hiervoor al te exoti-
sche profielen nodig zouden zijn, is ervoor gekozen die
portaalligger als 'q-last' op te pakken. Dit had echter weer tot
Steunpunten 64 en 66, die ook zeer dicht bij het spoor liggen,
zullen op dezelfde wijze worden uitgevoerd.
Steunpunt 13
Steunpunt 13 is midden in het spoor gelegen. Een pijlerbalk
was hier dus geen optie. Daarom is gekozen voor een portaal
(fig. 8). Omdat deze ook zo laag mogelijk boven het PVR moest
worden ontworpen, was er geen ruimte beschikbaar voor een
ondersteuningsconstructie.
Door het gewicht (1000 ton) en de afmetingen was het niet
mogelijk het portaal te hijsen. Er is voor gekozen dit portaal in
zijn verlengde naast het spoor te maken en tijdens een trein-
vrije periode (TVP) in te schuiven.
4
6
5
KW520: Steunpunten bij het spoor6 2 0 11
33
Systeemgrens SysteemgrensAs dek
As MHA5
NAP
Polderpeil -0.400
PVR GC-25kV PVR GC-25kV PVR GC-25kV PVR GC-25kV
+8.120 +8.237 +8.220 +8.108 +8.071 +8.184 +8.240 +8.131
As balk
Noord
Zuid
min 0.5 m gronddekking
Bestaand maaiveld
+6.000 +6.000
1422.5%
Min. 100+42mm uitvulling
2.47%
Bovenkant pijlerbalk+17.161
3000 1616
1054 10541616
1615 1615
149
TB-grens TB-grens
3008
500
Inspectiepad Inspectiepad
Spoor TB
Spoor TCSpoor TD Spoor TE
64 80 118 62 +14.161+13.861
+17.139
+13.861
+17.169 +17.233 +17.233 +17.015 +17.280 +17.280 +17.018 2.5% 2.5%
PVR maat-
gevende
doorsnede
min 0.5 m gronddekking
4000
29374
44° 191 183
1.97%
? installeren hefequipement;
? installeren hulpkolommen ter plaatse van de steunpunten;
? installeren definitieve opleggingen op de betonkolommen;
? voorbereiden liggers hoofdoverspanning (steigervoorzienin-
gen, verstijvingen enz.).
Tijdens de TVP zijn vervolgens de liggers van de hoofdover -
spanning en daarna de schuifbanen geplaatst (foto 4). Vervol-
gens is de portaalligger in enkele uren boven zijn opleggingen
geschoven en aansluitend afgelaten (foto 7).
?
gevolg dat er zonder aanvullende maatregelen niet aan de
eerste eis zou kunnen worden voldaan.
Door als aanvullende maatregel vijzels onder de hefpunten te
voorzien (fig. 5) én deze hydraulisch te koppelen, kon ook aan
de tweede eis worden voldaan.
De portaalligger is uiteindelijk voorzien van 2 x 12 hefpunten.
Ter voorbereiding van de TVP zijn de volgende maatregelen
getroffen:
? realisatie portaalligger;
? installeren schuifequipement;
7
8
Reacties