foto f. een Howard-Vein op Rijksweg Nr 4A foto: Ned. Heide Mij.Machines voor grondstabiiisatie met cementNa de eerste Nederlandse grondstabiiisatie met cement in 1956heeft de toepassing van grond-cement, d.i. met cement gestabili-seerde grond, in ons land een zeer hoge vlucht genomen, zodat detotale oppervlakte van met cement gestabiliseerde grond thans2?-3 miljoen m2bedraagt.Met deze vrij grote hoeveelheid grond-cement is Nederland inrelatieve zin Europees 'recordhouder'; in absolute zin neemt onsland -na Engeland, Duitsland en misschien Frankrijk- de derde ofvierde plaats in, ofschoon de onderlinge verschillen betrekkelijkgering zijn.Het grootste gedeelte van de genoemde oppervlakte is gestabili-seerd door de Nederlandsche Heide Maatschappij, die in 1956 meteen grote Engelse stabilisatie-machine, de zgn. Howord-trein(foto 1), de uitvoering van grond-cementfunderingen in ons landintroduceerde, hetgeen mogelijk was omdat de wegenbouwkun-digen van de Cultuurtechnische Dienst tot de overtuiging ge-komen waren, dat in de hedendaagse (landbouw)wegenbouw bijvoorkeur moderne wegconstructies, materialen en uitvoerings-technieken toegepast moeten worden en dat grond-cement bij deverwezenlijking van dit idee een belangrijke rol kan spelen.Als gevolg van deze 'start' is grond-cement vooral toegepast alsfundering van landbouwwegen, waarvan de fundering als regelvan een slijt- of dunne deklaag wordt voorzien.Daarnaast heeft dit vrij nieuwe wegenbouwmateriaal ook al eenbelangrijke toepassing gevonden in Rijkswegen (o.m. Nrs. 4A, 16,12 en 17); onder de stijve of flexibele wegdekken van deze hoofd-wegen fungeert de grond-cementlaag eerder als een ondergrond-verbetering of als onderste laag van een zgn. samengestelde fun-dering ('sub-base') dan als een zelfstandige fundering ('base').Vermeldenswaard zijn voorts de talrijke toepassingen in parkeer-bermen en -plaatsen, rijwiel- en voetpaden, e.d.Ofschoon de in een bestaande weg of in een nieuw wegtracee aan-wezige grond als regel minder geschikt is voor stabilisatie metcement, zodat in de meeste gevallen van elders aangevoerde grondverwerkt moet worden en dus ook andere uitvoeringsmethodenin aanmerking komen (bijv. 'vooraf gemengd'), is het merendeelvan het Nederlandse grond-cement volgens de methode 'gemengdin de weg' ('mix-in-place') tot stand gekomen.Enkele jaren geleden heeft de Ned. Heide Mij. een tweede Howord-trein aangeschaft, terwijl vorig jaar het 'stabilisatiemachinepark'van deze maatschappij is uitgebreid met een kleinere Howard-machine, de zgn. 'tram' (werkbreedte max. 120 cm).In het voorjaar van 1957 heeft de aannemingsmaatschappij v/hJanssen & De Jong in de ruilverkaveling Haerst-Genne (Prov.Overijssel) enkele landbouwwegen met cement gestabiliseerdmet behulp van een zogenaamde rijdende menger ('travellingplant') (foto 2), fabrikaat Barber-Greene (imp. Wijnmalen & Haus-mann, Bunnik).Deze machine bevat een continu werkende menger, waarin de testabiliseren grond opgevoerd wordt door middel van een zelf-rijdende jakobsladder (die tevens de menginstallatie voorttrekt)en een korte transportband.De menginstallatie is voorzien van een watertank, een cementsrloen apparaten voor het doseren van water en cement.Voordat de machine ging werken diende de te stabiliseren grondeerst in een zogenaamde 'ril' gelegd te worden, waarvoor dejakobsladder gebruikt werd.Het achter de menginstallatie vallende mengsel werd met dehand gespreid en met behulp van trilwalsen verdicht.De gemiddelde werksnelheid bedroeg circa 3 m/min.Na de genoemde toepassing schijnt deze machine niet veel meergebruikt te zijn voor grondstabiiisatie met cement.foto 2. een Barber-Greene 'Travelplant' in de ruilverkavelingHaerst-GenneCement 14 (1962) Nr. 5 317foto 2. twee Howard-machines op het wegvak. Hasselt-Zwartsluis foto: Van GemertDaar de grote trein (werkbreedte max. 180 cm), waarmee dus ?n??n gang alle bewerkingen (los maken, watersproeien, cementspreiden, mengen, profileren en verdichten) worden uitgevoerd('single-pass'), thans niet meer gefabriceerd wordt, vermeldt hetleveringsprogramma van de Howard-fabrieken (imp. Van Gemert,Wanroy, N.-B.) thans twee afzonderlijke machines, waarmee deverschillende bewerkingen worden uitgevoerd (foto 3).De eerste machine bestaat uit een 52 pk Fordson Major trekker(met luchtbanden), die aan de onderzijde voorzien is van eencementspreider met zgn. wormas, terwijl aan de achterzijde eenzgn. mengtrog met mengas en watersproeier is bevestigd, diedoor de trekker wordt voortbewogen en middels een aftakasaangedreven; bovendien bevindt zich hier een afrijbalk met ver-stelbare steunwielen.De tweede machine is eveneens een 52 pk Fordson Major trekker(met luchtbanden); deze is aan de achterzijde voorzien van eenmengas (waarvan de draairichting tegengesteld is aan die van dereeds genoemde mengas), een verstelbare afrijbalk, vier stampers(voor de verdichting) en ten slotte een steunrol, die tevens voorde afwerking van het oppervlak zorgt.De werkbreedte van beide machines is 120 cm, de werkdieptemax. 25 cm. De werksnelheid is max. 8,60 m/min.; de rijsnelheidop de weg is max. 21 km/uur.Met deze twee machines, die op het wegvlak Hasselt-Zwartsluiszijn toegepast voor het maken van een 'werkvloer', kan men perwerkdag een grondoppervlakte van 2000-3000 m2met cementstabiliseren.Ongeveer een jaar geleden heeft de Koninklijke MaatschappijWegenbouw een stabilisatiemachine aangekocht van het Duitsefabrikaat V?gele (imp. Orenstein & Koppel, Amsterdam).Deze machine wordt sinds vorig jaar op Schiphol toegepast (foto 4)voor het maken van grote oppervlakten grond-cement ('zand-cement'), die in de meerlagige constructies van de nieuwe start-banen en zgn. shoulders voorkomen.De V?ge/e-machine, die aanvankelijk alleen voor het toevoegenvan water en voor het mengen geschikt was, bestaat uit een speci-ale 120 pk Daimler-Benz trekker, die van rupsbanden voorzien is,en een soort 'oplegger', waarin een mengkast met watersproeieren twee, tegengesteld draaiende mengassen, alsmede een afrij-balk met een van korte rupsbanden voorziene steuninrichtingzijn ondergebracht; de beide mengassen worden aangedrevenfoto 4. de V?gele-machine op Schiphol foto: Dienst Publ. Werken A'dam318 Cement 14 (1962) Nr. 5 "foto 5. een met de V?gele-machine gestabiliseerde zandlaag (15 cm) op Schiphol foto: Dienst Publ. Werken A'damdoor zgn. hydraulische motoren, terwijl ook de hefbewegingene.d. hydraulisch geschieden.Sinds enige tijd is de machine aan de voorzijde voorzien van eencementverdeler, waarmee het cement mechanisch gespreidwordt; voordien geschiedde het cement spreiden op Schipholmet'de hand.Reeds vorig jaar is in nauwe samenwerking tussen aannemer enfabriek in het achterste gedeelte van de machine een trilbalk aan-gebracht; deze balk, die door zgn. hydraulische motoren in tril-ling gebracht wordt, heeft een verdichtingseffect van 6-7 ton.Voordat deze trilbalk werd aangebracht vond het verdichten opSchiphol plaats met behulp van een Bomag-tandem-trilwals (imp.Geveke, Amsterdam).De werkbreedte van deze machine is max. 200 cm, de werkdieptemax. 22 cm. De werksnelheid is max. 12 m/min.; de rijsnelheidop de weg is max. 7 km/uur.Zoals onder meer bij de stabilisatie op Schiphol is gebleken, ver-dient het alleszins aanbeveling om bij het maken van grond-cement de toe te voegen hoeveelheid cement mechanisch tespreiden. De in het voorgaande genoemde Howard- en V?gele-machines zijn dan ook om deze reden van een cementverdelervoorzien.Wanneer men een van de belangrijkste onderdelen van het stabi-liseren, t.w. het mengen, niet met een van de genoemde of soort-gelijke machines verricht, maar bij voorbeeld met een specialelandbouwfrees (N.B. niet alle landbouwfrezen zijn voor dit doeleven geschikt!), zal men bij voorkeur een of andere cement-spreider toepassen.Ten behoeve van de grondstabilisatie op Rijksweg Nr. 12 heeft deNederlandse Basalt Maatschappij in de voorgaande maanden eencementspreider van het Duitse fabrikaat Ringhoffer (imp. DeCharro, Tilburg) toegepast (foto 4). Na enig experimenteren zijnmet deze machine redelijk goede resultaten behaald, maar allebetrokkenen zijn desondanks van mening, dat ten aanzien vanhet onderdeel 'cement spreiden' bij de stabilisatiemethode 'ge-mengd in de weg, in meerdere gangen' ('mix-in-place, multi-pass')het laatste woord nog niet gesproken is.Op het genoemde project, Rijksweg Nr. 12, geschiedde de men-ging met een speciale landbouwfrees, de verdichting met tweeDuitse Bomag tandemtrilwalsen (imp. Geveke, Amsterdam) eneen 12-tons wals van het Deense fabrikaat Ringsted (imp. Wijn-malen & Hausmann, Bunnik).De reeds genoemde Duitse machinefabriek Ringhoffer vervaardigtook een stabilisatiemachine (imp. Geveke, Amsterdam), die, be-halve op een zeer kort proefvak, in ons land nog niet toegepast is.Deze machine, die door de een of andere trekker voortbewogenmoet worden, bezit een mengas, die door een 100 pk Deutz-dieselmotor wordt aangedreven.De werkbreedte van deze machine is 190 cm, de werkdiepte max.27 cm.Uit dit korte overzicht van de in ons land toegepaste en/of ver-krijgbare machines voor het stabiliseren van grond met cement,mag geconcludeerd worden, dat er verschillende typen machineszijn, die reeds door enkele wegenbouwmaatschappijen toegepastworden, zodat ook op grond daarvan de verdere ontwikkelingvan de toepassing van grond-cement in ons land met vertrouwentegemoet gezien kan worden. v.d.V.foto 6. de Ringhoffer-cementspreider op Rijksweg Nr. 12; de lucht-banden zijn inmiddels door rupsbanden vervangenfoto 7. een Ringhoffer-machine op de St. Gotthard-spoorbaan; op deachtergrond een Ringhoffer-cementspreider foto: GevekeCement 14 (1962) Nr. 5 319
Reacties