Onder het motto van constructieve veiligheid wordt bij veel nieuwbouw gekozen voor het toepassen van heel veel beton. De relatief lage kosten van het materiaal staan dat niet in de weg. Vanuit het principe duurzaam construeren is dat echter niet wenselijk. Daarom is voor de nieuwbouw van de 100 m hoge Bunkertoren (foto 1) gezocht naar een minimale betonconstructie, zowel voor de vloeren als de betonwanden.
1 De 100 m hoge Bunkertoren in aanbouw
1
6? CEMENT 1 20 22
Onder het motto van constructieve veiligheid wordt bij veel
nieuwbouw gekozen voor het toepassen van heel veel beton. De relatief lage kosten van het materiaal staan dat niet in de weg. Vanuit het principe duurzaam construeren is dat echter niet
wenselijk. Daarom is voor de nieuwbouw van de 100 m hoge Bunkertoren (foto 1) gezocht naar een minimale
betonconstructie, zowel voor de vloeren als de betonwanden.
Nieuw icoon voor de
skyline van Eindhoven
Slanke constructie voor monumentale Bunkertoren
CEMENT 1 2022 ?7
auteurs
De Bunker is een begrip bij
iedereen die in Eindhoven heeft
gestudeerd.
Van de vroegere mensa tot
de studentenverenigingen die er tot 2016
gehuisvest waren: veel (oud-)studenten heb-
ben herinneringen aan deze markante plek
(foto 2). In 2015 is gestart met de ontwikke-
ling om de Bunker een nieuw leven te geven.
Het gebouw was niet meer van deze tijd en
bouwkundig in slechte staat. Maar het was
ook een pand met monumentale waarde op
een interessante locatie in de stad. Daarom
is de bestaande Bunker in de nieuwbouw-
plannen gedeeltelijk gehandhaafd (fig. 3).
Door het toevoegen van een toren en par-
keerkelder, die opbrengsten genereren, is
dit ambitieuze plan haalbaar gemaakt. Door de Bunker niet geheel te slopen
maar te gebruiken als podium voor de nieu-
we woontoren, ontstaat er een unieke plint
die de eenheid tussen het monument en
nieuwbouw creëert. De nieuwe toren, met variërende plat-
tegronden, telt 127 huurappartementen en
85 koopappartementen. In de plint zijn kan-
toren en horeca gesitueerd. Onder het voor-
malige parkeerterrein is een parkeerkelder
ontworpen, met op maaiveldniveau een
stadspark. De draagconstructie is opge-
bouwd uit dragende wanden, een betonnen
kern en penanten in de gevel. De constructie
is grotendeels in het werk gestort.
Waardering voor bestaande
Bunker
De vorm en materialisering van de nieuwe
toren zijn direct afgeleid van de karakteris- tieke elementen van de bestaande Bunker
(foto 4). Hierbij valt te denken aan rauwe
materialen en gevels met een hoekverdraai-
ing. Het effect van de samensmelting wordt
versterkt ter plaatse van de entree; hier zijn
bestaande gevelelementen doorgezet in de
nieuwbouw (foto 5).
In het ontwerp van de bestaande
Bunker van de beroemde architect Huig
Maaskant is bij de bouw in 1969 een zeer
uitgekiende constructie toegepast met wei -
nig reserve in de draagcapaciteit. Hoewel
de naam anders doet vermoeden, bezit het
bestaande gebouw een slanke constructie
opgebouwd uit dunne betonnen gevels,
balkenstructuur en zelfs een staalskelet.
De kenmerkende elementen van het gebouw
blijven behouden. Zo blijven de buitengevels
zo veel mogelijk (architectonisch) ongewij-
zigd. Door de jaren heen hebben er behoor-
lijk veel interne verbouwingen plaatsgevon -
den aan het gebouw, waardoor de logica van
de constructie soms niet te achterhalen is.
Het ontbreken van constructieve archiefge-
gevens was hierbij een groot gemis. Iedere
aanpassing aan de bestaande constructie
moest dus in het werk worden onderzocht.
Het uitgangspunt hierbij was dat er geen
extra belastingen worden toegevoegd aan de
constructie en dat bij alle nieuwe construc-
tieve ingrepen de krachten direct worden
afgedragen naar de bestaande draaglijnen. De funderingswijze was in eerste in-
stantie ook onbekend. Veldonderzoek heeft
uitgewezen dat er een paalfundering was
toegepast.
2 De bestaande Bunker
IR. PATRICK VAN DODEWAARD
Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. ROB TREELS RC Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. PIM PETERS RO
Directeur / Raadgevend Ingenieur
IMd Raadgevende Ingenieurs
2
8? CEMENT 1 20 22
Dankzij de relatief
dunne vloeren
van 280 mm was
het mogelijk
binnen het
gestelde kader van
100 m hoogte een
extra verdieping
te realiseren
3 Render van de Bunkertoren; grijs = nieuw, blauw = bestaand. De lange donkere zijde waar je tegenaan kijkt is de westzijde
4 De bestaande bunker bestaat uit bruut beton en schuine vlaken
PROJECTGEGEVENS
project
Bunkertoren
opdrachtgever
Real Estate Development Company en Being Developmentarchitect
Powerhouse Company constructeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
aannemer
Van Wijnen Zuid
leverancier prefab balkons
Geelen beton leverancier
bevestigingssysteem (I-dock) Schöck
3
4
CEMENT 1 2022 ?9
6
5
5 De Bunkertoren in aanbouw met op de voorgrond de bestaande Bunker
6 Stalen kolommen waar de uitgezaagde gevelelementen tegenaan zijn bevestigd 10? CEMENT 1 20 22
Terugplaatsen bestaande
gevelelementen
Vanuit de gemeente is de eis gesteld de ka-
rakteristieke schuine betonnen gevelwan-
den van het oorspronkelijke gebouw zoveel
mogelijk intact te laten. Een aantal van deze
betonwanden zijn eruit gezaagd en tijdelijk
ergens anders opgeslagen. Hierdoor ont-
stond er werkruimte om het nieuwe beton-
skelet uit te voeren. Nadat deze nieuwbouw
gereed was zijn de uitgezaagde gevelwanden
op de oorspronkelijke positie teruggeplaatst.
Deze betonnen gevelwanden zijn met achter-
liggende stalen kolommen aan de nieuwe
betonconstructie bevestigd (foto 6). Om be-
vestiging mogelijk te maken zijn speciale
stalen hijsjukken ontworpen.
Bouwput binnen bestaand gebouw
Onder de nieuwe Bunkertoren en het naast-
gelegen voormalige parkeerterrein is een
eenlaagse kelderbak voor de benodigde par-
keerplaatsen en bergingen voorzien. Door
het toepassen van een automatisch parkeer-
systeem bleek een eenlaagse kelder voldoen-
de. Om dit systeem te kunnen plaatsen, is er
gedeeltelijk een extra verdiepte kelder ont-
worpen. De positie van deze extra diepe bak
is zo gekozen dat er geen afsluitende bouw-
putbodem benodigd was. Het ontgravingsniveau van het diepste deel
van de kelderbak is circa 6 m, wat vergelijk-
baar is met het ontgravingsniveau van de
fundering onder de toren. Om deze diepere
betonconstructie te kunnen storten is een
bouwput met zogenoemde soilmixwanden
tegen de bestaande kelders van de Bunker
gerealiseerd. Een soilmixwand is een grond-
en waterremmende beschoeiingswand die
bestaat uit een aaneengesloten reeks soil-
mixpanelen (foto 7). Deze panelen zijn een
mix van grond en water/cement en zijn na
menging over de nodige lengte voorzien van
een staalprofiel. De soilmixwanden zijn
gesteund met behulp van groutankers.
Gezien de afwisselende veen- en zand-
lagen op de locatie en de aanwezigheid van
de kelder onder de bestaande bunker, is er
gekozen voor een soilmixwand als minst
risicovolle en economische oplossing.
De kelder onder de toren en de parkeerkel-
der naast de toren zijn tijdens de ruwbouw
van elkaar losgekoppeld. Dit was nodig om-
dat de twee delen een verschillend zettings-
gedrag zullen vertonen; de kelder onder de
toren zakt meer door de geconcentreerde
bovenbelasting. Een tijdelijke stortstrook
werd opgelaten tijdens de ruwbouwfase
(fig. 8). Nadat de toren nagenoeg op het
7
7 Bouwput binnen het bestaande gebouw. Soilmixwanden zichtbaar onder meer onder de bestaande wand van de Bunker
Doordat de
balkons zijn
bevestigd met
een I-docksys-
teem en enkele
weken later
werden geplaatst
dan de penanten,
was tijdelijk
sprake van
'zwevende
penanten'
ENGINEERINGS
COÖRDINATOR
IMd Raadgevede Ingenieurs
heeft als hoofdconstructeur ook
een aanvullende opdracht voor
de rol als engineerings-
coördinator van de aannemer
gekregen. Bij een dergelijk
complex project waar veel
onderaannemers en leveran-
ciers bij betrokken zijn, is daar-
door voorkomen dat er ondui-
delijkheden zijn ontstaan over
de uitgangspunten en de
onderlinge samenhang van de
diverse onderdelen. Daarmee
werd een soepel uitvoerings-
proces mogelijk.
CEMENT 1 2022 ?11
noordwest
hoogste punt was, is deze strook aangevuld
en is er één afgesloten kelder ontstaan.
Vanwege de hoge paalbelastingen
(ca. 4500 kN) en de wisselende grondopbouw
in Eindhoven zijn voor de nieuwbouw Fun-
dexpalen met groutinjectie aangebracht.
Hierdoor is het aantal palen geminimaliseerd
en zijn lokaal lijnvorminge funderingspoeren
toegepast in plaats van een plaatfundering.
Slanke vloeren met grote
beukmaten
De toren heeft grote beukmaten van respec-
tievelijk 7,5 en 9 m (fig. 9). Door deze grote
beuken is er een vrije indeelbaarheid moge-
lijk van de ruime woningen. De vloeren zijn
ontworpen in een dikte van slechts 280 mm.
Dankzij deze relatief dunne vloeren was het
mogelijk om binnen het gestelde kader van 100 m hoogte een extra verdieping te reali-
seren.
Het toepassen van de dunne vloeren
gaf technisch een aantal interessante uitda-
gingen. Zo is er na het storten van de vloe-
ren acht weken doorgestempeld om een
deel van de kruipvorming te beperken
(foto 10). Om de vervorming door de perma-
nente belastingen en het eigen gewicht te
compenseren is een toog aangebracht. Door de slanke vloeren en dunne pe-
nanten lag er in het ontwerp en tijdens de
collegiale toetsing veel nadruk op het pons-
gedrag van de vloeren. Hierbij waren de in-
klemmingsmomenten van de vloerranden
onderwerp van discussie. Door in een SCIA
3D-model van de kolom-vloeraansluitingen
de spanningen op de periferie te berekenen,
was het mogelijk de ponswapening beperkt
Met de
Bunkertoren is
aangetoond dat
constructeurs
meer kunnen
doen in de
ontwerpen om
de milieulast
van het bouwen
te reduceren
8
9
8 Voor de tijdelijke loskoppeling van de kelder onder de toren en de parkeerkelder naast de toren
zijn tijdens de ruwbouw stortstroken toegepast
9 Plattegrond een van de verdiepingen met H-vormig stabiliteitsconstructie 12? CEMENT 1 20 22
te houden (fig. 11). Dit neemt niet weg dat
ponswapening onvermijdelijk was, maar dit
woog ruimschoots op tegen de opbrengsten
van een extra verdieping.
Winst in GO door slanke
stabiliteitsconstructie
De nieuwe betonconstructie is volledig los
gehouden van de bestaande constructie. De
stabiliteit van de bestaande Bunker wordt
vanwege de diverse ingrepen ontleend aan
de nieuwbouw. Daarom is een verticale
dilatatie toegepast, waarbij wel horizontale
krachten kunnen worden doorgegeven. In de nieuwe toren verzorgen de wo-
ningscheidende betonwanden de stabiliteit
in oost-westrichting. De wanden zijn met
lateien in de centrale gangzone gekoppeld
zodat er een doorgaande stabiliteitswand
ontstaat (fig. 12). Door de gevelpenanten niet
mee te nemen in de stabiliteit, konden deze
worden uitgevoerd zonder lateien en kleiner
zijn dan 0,5 m². Hierdoor mogen ze als ge-
bruiksoppervlak (GO) worden meegerekend.
Boven de 25e verdieping verzorgt de centrale
kern alleen de stabiliteit en konden overal
penanten worden toegepast zonder lateien.
Hierdoor is extra flexibiliteit ontstaan in de
woningtypen. De analyses zijn uitgevoerd met behulp
van 2D SCIA-modellen waarmee de verdeling van de windbelasting tussen de verschillende
wanden zijn geanalyseerd (fig. 13). Door de
vorm van het gebouw reageert as D bijvoor-
beeld een stuk stijver dan as B, waardoor
krachten worden herverdeeld. Om de her-
verdeling van stabiliteitskrachten tussen de
wanden onderling mogelijk te maken, zijn er
op een aantal verdiepingen in de rekenmo-
dellen koppelingen aangebracht tussen de
wanden. Op deze verdiepingen is de schijf
-
werking in de vloeren afgewapend met extra
trekbanden. Om een diversiteit aan woningen mo-
gelijk te maken, is voor de stabiliteit in
noord-zuidrichting gekozen voor slechts
twee relatief korte dwarswanden die op de
onderste twee commerciële lagen met een
stramien zijn verlengd. Samen met de wan-
den op de assen C en D vormen ze een stijf
dubbel H-profiel (fig. 9). De slankheid boven
de 2e verdieping is hiermee 1:11,5, waarmee
de Bunkertoren zeer slank is.
De hoge slankheid van de toren resul-
teert in een relatief grote vervorming met
een aanzienlijk
tweede-orde-effect tot gevolg.
Om de vervormingen en het tweede-orde-
effect te beperken (en daarmee de kritische
lateikr
achten), is er extra stijfheid toege -
voegd aan de H-kern. De stijfheid is gevon-
den in het toevoegen van verticale wapening
in de
wanden van de H-kern (fig. 14). Met
10
10 Door de grote beukmaat en relatief dunne vloeren zijn deze vloeren acht weken doorgestempeld CEMENT 1 2022 ?13
11
13
12
11 Ponswapening bij kolom-vloeraansluitingen
12 Doorsnede ter plaatse van een van de wanden (as C) 13 Vervorming in een van de wanden 14? CEMENT 1 20 22
Rood = lat eiwapening
Blauw
= hoo
fdwapening vloeren
Groen
= bijlegw
apening
M-N-kappaberekeningen is de daadwerkelijke
stijfheid bepaald en daarmee de optredende
vervormingen en krachtswerking nauwkeu -
riger bepaald. De kosten van deze extra wa -
pening wogen op tegen de winst in GO doordat
de
wanden hierdoor over de gehele hoogte
dunner konden worden uitgevoerd.
Tunnelsysteem voor een snelle
ruwbouw en flexibele woningen
De bovenbouw is vanaf de 4e verdieping
getunneld uitgevoerd om een snelle ruw-
bouwtijd te halen en steigerloos te kunnen
bouwen (foto 15). De vorm van de vloerplat-
tegronden is iedere verdieping afwijkend
doordat de toren steeds een stukje slanker
wordt over de hoogte van het gebouw. De
schuine lijn aan de westzijde is meegeno-
men in het tunnelproces, terwijl de uitdijen-
de vorm aan de zuidzijde met prefab kolom-
men en breedplaten later volgde in een losse
bouwstroom. Hiermee werd het mogelijk
om een tunnelcyclus te halen van zes dagen
per verdieping. In het constructief ontwerp
is aangestuurd op een grote mate van repe-
titie in de dragende wanden en vloerover-
spanningen. Vanaf de 25e verdieping zijn de
dichte wanden vervangen door penanten die
in het tunnelproces zijn meegenomen. Ook
met een tunnelsysteem zijn daardoor ver-
schillende woningtypen mogelijk.
14 Zwaar gewapende latei in de H-kern
15 De bovenbouw is vanaf de 4e verdieping uitgevoerd met een tunnelbekisting
14
15
CEMENT 1 2022 ?15
.E.
Voor vorm en afmetingen prefab balkon zie bouwkundig detail
wandwap. ø12-150
wandwap. ø12-150
2ø25-125
onderzijde 900 mm vanaf o.k. vloer verankeren
bovenzijde 1350 mm +kim vanaf b.k. vloer verankeren
isokorf
gain 30 mm instorten en na
bevestiging balkon aangieten
wandwap. ø12-150
wandwap. ø12-150
hrspø16-125 (l boven=3000, l onder = 1000)
lassen aan stekken ø25 -.11b
50
70
250
280 Schöck Idock
20mm verdiept aanbrengen
8ø8
50251002550
ø10-150 ø8-150
ø8-150
werkvolgorde:- onderwap + hrsp vloer aanbrengen- stekken ø25 + aangelaste hrsp aanbrengen- Idocks op de hrsp vloer en tussen hrsp stekken leggen
hrspø10-150 tbv
afwapenen vloernet
l onder=1000
l boven = 3000
.E.
-.11a
2ø25-125
Schöck Idock isokorf
hrspø16-125 (l boven=3000, l onder = 1000)
lassen aan stekken ø25
125 125
50251002550
project:opdrachtgever:architect:
projectnummer:projectleider:projecttekenaar:
omschrijving wijziging:datum wijziging:
onderdeel:schaal:papierformaat:datum:
fase-tekeningnaam-versie:
www. i m db v .n limd@imdbv.nlE010 201 23 60T3071 EL Rotterdam Piekstraat 77 3007 JA Rotterdam Postbus 50521
De Bunker te Eindhoven Bunkertoren B.V. PowerHouse Company
4449R. TreelsM. Stuij
1:10 A3 [420x 297]24-07-2020
Principe detail Idock
UO DET1V
Detail 11a
Detail 11E
Beeldbepalende balkons met
achterafmontage
Een andere grote technische uitdaging waren
de balkons aan de zuidzijde van de toren. Op
de 10e t/m 19e verdieping zijn over de hele
breedte van de toren balkons aanwezig met
een verlopende diepte (foto 16). Het grootste
balkon kent een uitkraging van 3 m, inclu-
sief plantenbakken. Om deze balkons moge-
lijk te maken, is er vroegtijdig een integraal
ontwerpdetail gemaakt ? samen met de
aannemer, leverancier van de prefab bal-
kons en de leverancier van het bevestigings-
systeem ? om dit zowel rekenkundig als uit-
voeringstechnisch onder controle te krijgen.
Om hiervoor de benodigde aandacht te krij-
gen, is het detail door als een kritisch detail
bestempeld in de robuustheidsanalyse die
nodig is in gevolgklasse CC3 (zie ook onder
'CC3 en kritische elementen'). Dit is een vrij
ongebruikelijke stap omdat een balkon in
principe niet eens tot de hoofddraagcon-
structie behoort.
Door het tunnelproces en de keuze
voor steigerloos bouwen, viel de keuze op
achterafmontage van de balkons. Hiervoor
is het zogenoemde I-docksysteem toegepast
(fig. 17). Hierbij worden plastic bakken inge-
stort in de betonvloer. Hierin worden de
wapeningsstaven van de isokorven gelegd,
waarna ze worden volgegoten. Bij de grote
uitkragingen was een koppeling over de
gehele breedte noodzakelijk, waardoor de
I-docks ook ter plaatse van de penanten
moesten worden geplaatst. Ten tijde van de uitvoering van de
penanten is het I-docksysteem in feite een
plastic bakje met lucht waarop geen beton-
nen penant kan worden gestort. Doordat de
balkons enkele weken later werden geplaatst
dan de penanten, was tijdelijk sprake van
'zwevende penanten' tijdens de uitvoering.
Dit is opgelost door de penantwapening te
verzwaren naar staven Ø25 (fig. 17). Deze
vormden ten tijde van de uitvoering druk-
staven waarop maximaal vijf verdieping
mochten worden doorgebouwd, voordat de
I-dock en het onderste deel van het penant
kon worden afgestort. Om zeker te zijn van
een goede vulling zijn er gains opgenomen
in de penanten.
16
17
16 Op de 10e t/m 19e verdieping zijn over de hele breedte van de toren balkons aanwezig met een verlopende diepte 17 Detail achteraf bevestiging balkons met I-docksysteem 16? CEMENT 1 20 22
Dit ongebruikelijke detail is op initiatief van
IMd Raadgevende Ingenieurs eerst getest
met een proefopstelling op de begane grond-
vloer (foto 18). Alle partijen zijn zo in staat
gesteld om input te leveren aan het detail en
het te verbeteren. Dit alles met als doel om
het detail onder de tijdsdruk van het tunnel-
proces ook goed te kunnen maken. Door
deze uitvoerige voorbereiding is het gelukt
om tot een voorspoedige en foutloze monta-
ge te komen. Een mooi voorbeeld hoe een
samenwerking tussen de ontwerpende en
uitvoerende partijen kan leiden tot een
maakbaar eindresultaat.
CC3 en kritische elementen
Vanwege de hoogte van het gebouw valt de
constructie in gevolgklasse CC3. In overleg
met de opdrachtgever is een collegiale toets
uitgevoerd door een externe partij. Tevens
heeft er intern gedurende alle ontwerpfases
een schaduwteam meegewerkt. Doordat de toren nagenoeg volledig in
het werk is gestort, is er sprake van een
hoge mate van robuustheid. De verdiepings-
vloeren zijn berekend op het wegvallen van
een penant of kolom. In de SCIA-modellen
van de vloeren zijn diverse scenario's onder-
zocht, waarbij er steeds een steunpunt is
verwijderd. Een resultaat hiervan zijn diver-
se trekbanden in de vloeren, met name
langs de gevels. De wanden zijn getoetst met
staafwerkmodellen in het geval er een latei,
wandligger of een penant bezwijkt. Ook dit
resulteerde in een beperkt aantal trekbanden. Op as E, ter plaatse van de entree, zijn
twee schuine kolommen ontworpen. Deze
kolommen maken niet alleen een architect-
onisch statement in de entree, maar lossen
ook heel praktisch de overgang tussen toren,
entreehal en onderliggende gedraaide rij-
baan in de parkeergarage op. Omdat deze
kolommen geen rekenkundig aantoonbare
tweede draagweg hebben, zijn ze als kritisch
element beschouwd. De kolommen zijn ro-
buust gewapend, berekend als kritisch ele-
ment en in de uitvoering extra gecontroleerd.
De Bunkertoren
De uitgekiende constructie van de bestaande
Bunker heeft geleid tot inspiratie om even -
eens een slanke woontoren met minimale betonhoeveelheden te ontwerpen. Dit heeft
een positief effect op de milieulast. Met de
Bunkertoren is aangetoond dat construc-
teurs meer kunnen doen in de ontwerpen
om de milieulast van het bouwen te reduce-
ren. De slanke constructie is mogelijk ge-
maakt door uitgebreide analyses, maar verei
-
sen wel een goede samenwerking tussen
constructeur en aannemer. Dit is een aspect
waar constructeurs in de huidige bouwwereld
vaak aan voorbij gaan. Grote slagen kunnen
nog steeds worden gemaakt op dat gebied. Het brutalistische icoon de Bunker,
dat al ruim 50 jaar dienst doet, krijgt door
toevoeging van de Bunkertoren een nieuwe
verwachte levensduur van 125 jaar of meer.
18
18 Proefopstelling bevestiging balkons CEMENT 1 2022 ?17
Projectgegevens
Project: Bunkertoren
Opdrachtgever: RED Company en Being Development
Architect: Powerhouse Company
Constructeur: IMd Raadgevende Ingenieurs
Aannemer: Van Wijnen Zuid
Leverancier prefab balkons: Geelen beton
Leverancier bevestigingssysteem (I-dock): Schöck
De Bunker is een begrip bij iedereen die in Eindhoven heeft gestudeerd. Van de vroegere mensa tot de studentenverenigingen die er tot 2016 gehuisvest waren: veel (oud-)studenten hebben herinneringen aan deze markante plek (foto 2). In 2015 is gestart met de ontwikkeling om de Bunker een nieuw leven te geven. Het gebouw was niet meer van deze tijd en bouwkundig in slechte staat. Maar het was ook een pand met monumentale waarde op een interessante locatie in de stad. Daarom is de bestaande Bunker in de nieuwbouwplannen gedeeltelijk gehandhaafd (fig. 3). Door het toevoegen van een toren en parkeerkelder, die opbrengsten genereren, is dit ambitieuze plan haalbaar gemaakt.
Door de Bunker niet geheel te slopen maar te gebruiken als podium voor de nieuwe woontoren, ontstaat er een unieke plint die de eenheid tussen het monument en nieuwbouw creëert.
De nieuwe toren, met variërende plattegronden, telt 127 huurappartementen en 85 koopappartementen. In de plint zijn kantoren en horeca gesitueerd. Onder het voormalige parkeerterrein is een parkeerkelder ontworpen, met op maaiveldniveau een stadspark. De draagconstructie is opgebouwd uit dragende wanden, een betonnen kern en penanten in de gevel. De constructie is grotendeels in het werk gestort.
De vorm en materialisering van de nieuwe toren zijn direct afgeleid van de karakteristieke elementen van de bestaande Bunker (foto 4). Hierbij valt te denken aan rauwe materialen en gevels met een hoekverdraaiing. Het effect van de samensmelting wordt versterkt ter plaatse van de entree; hier zijn bestaande gevelelementen doorgezet in de nieuwbouw (foto 5).
In het ontwerp van de bestaande Bunker van de beroemde architect Huig Maaskant is bij de bouw in 1969 een zeer uitgekiende constructie toegepast met weinig reserve in de draagcapaciteit. Hoewel de naam anders doet vermoeden, bezit het bestaande gebouw een slanke constructie opgebouwd uit dunne betonnen gevels, balkenstructuur en zelfs een staalskelet. De kenmerkende elementen van het gebouw blijven behouden. Zo blijven de buitengevels zo veel mogelijk (architectonisch) ongewijzigd.
Door de jaren heen hebben er behoorlijk veel interne verbouwingen plaatsgevonden aan het gebouw, waardoor de logica van de constructie soms niet te achterhalen is. Het ontbreken van constructieve archiefgegevens was hierbij een groot gemis. Iedere aanpassing aan de bestaande constructie moest dus in het werk worden onderzocht. Het uitgangspunt hierbij was dat er geen extra belastingen worden toegevoegd aan de constructie en dat bij alle nieuwe constructieve ingrepen de krachten direct worden afgedragen naar de bestaande draaglijnen.
De funderingswijze was in eerste instantie ook onbekend. Veldonderzoek heeft uitgewezen dat er een paalfundering was toegepast.
Vanuit de gemeente is de eis gesteld de karakteristieke schuine betonnen gevelwanden van het oorspronkelijke gebouw zoveel mogelijk intact te laten. Een aantal van deze betonwanden zijn eruit gezaagd en tijdelijk ergens anders opgeslagen. Hierdoor ontstond er werkruimte om het nieuwe betonskelet uit te voeren. Nadat deze nieuwbouw gereed was zijn de uitgezaagde gevelwanden op de oorspronkelijke positie teruggeplaatst. Deze betonnen gevelwanden zijn met achterliggende stalen kolommen aan de nieuwe betonconstructie bevestigd (foto 6). Om bevestiging mogelijk te maken zijn speciale stalen hijsjukken ontworpen.
Reacties
Patrick van Dodewaard - IMd Raadgevende Ingenieurs 20 juni 2022 14:49
Uiteraard dient er zorgvuldig afgewogen te worden of een dunnere constructie met als een gevolg een hogere betonkwaliteit en meer wapening opwegen tegen de milieulasten van meer m3 beton. In dit specifieke geval heeft de slanke vloer constructie niet geleid tot een hogere betonkwaliteit en slechts in beperkte mate tot extra wapening. De kracht zit hem hier in het toepassen van kruipstempels en toegepaste toog. Voor de wanden geldt dat er op de onderste lagen een hogere kwaliteit met veel wapening is gekozen, maar al snel blijkt de bouwmethodiek met de ontkistingstijd maatgevend voor het betonmengsel.
De Meester - Betontechnoloog 17 februari 2022 17:01
Is de regel in dit stuk "Met de Bunkertoren is aangetoond dat constructeurs meer kunnen doen in de ontwerpen om de milieulast van het bouwen te reduceren." wel de hele waarheid. Natuurlijk zal het volume Beton mortel zijn afgenomen door slank te construeren, echter waarschijnlijk veel meer staal, dus veel meer CO2 en veel hogere betonsterkte eisen en dus hier ook een vaak verdubbeling of meer van de CO 2 uitstoot. Ik twijfel sterk of in dit stuk de waarheid vwb milieubelasting eerlijk wordt verteld. Wordt het geen tijd bij het onderwerp milieubelasting eerlijk te zijn en de gehele milieubelasting mee te nemen.