Er vindt op diverse terreinen, nationaal en internationaal, onderzoek plaats naar de mogelijkheden om bestaande betonnen elementen te hergebruiken en toepassing ervan op te schalen. Zo is er ReCreate, een vierjarige internationaal project waarin onderzoek wordt gedaan en kennis wordt uitgewisseld over het hergebruik van prefab-betonconstructies.
Onderzoek
hergebruik
prefab beton
In internationaal project ReCreate worden mogelijkheden
onderzocht van hergebruik van prefab-betonelementen
1 Kanaalplaten die uit het Prinsenhofgebouw zijn gehesen
1
14? CEMENT 7 20 23
Betonconstructies zijn vaak veel
langer in staat om de constructie-
ve veiligheid te borgen dan dat het
gebouw waarin ze zijn gebruikt,
in stand wordt gehouden [1].
Binnen
een gebouw zijn betonconstructies zeer
durable (zie kader). Gelet op een wenselijk
sus
tainable gebruik van grondstoffen, is het
noodzakelijk om bij nieuw te vervaardigen
gebouwen zo veel als mogelijk gebruik te
maken van reeds beschikbare constructies
en constructieve elementen. Activiteiten op
dit vlak vinden op veel fronten plaats, zie
bijvoorbeeld [2], CB'23 en de werkgroep
Hergebruik van constructieve elementen
van NEN.
Door een samenwerking van vier uni -
versiteiten, uit Finland, Zweden, Duitsland en
N
ederland, en daarbij aangesloten commer -
ciële partners, wordt in het door de EU ge -
subsidieerde Horizon 2020 project ReCreate,
onderzoek
uitgevoerd naar de mogelijkheden
van het hergebruiken van geprefabriceerde
betonelementen in nieuwe constructies (zie
https://recreate-project.eu/). De universitei -
ten zijn Tampere University uit Finland,
KTH uit Z
weden, Brandenburgische Tech -
nischhe Universität uit Duitsland en de
T
echnische Universiteit Eindhoven (TU/e).
Naast de TU/e zijn in Nederland ook TNO,
IMd Raadgevend Ingenieurs, VBI en demon-
tagebedrijf Lagemaat Circulair bij dit onder-
zoeksproject aangesloten. Doel van het project is om het herge-
bruik van prefab-betonelementen te promo- ten en hierbij over een breedspectrum,
zo
wel
technisch inhoudelijk als maatschappelijk,
te trachten nuttige kennis te vergaren en
beschikbaar te maken.
Structuur van het project
De activiteiten in het project zijn onderver-
deeld in verschillende werkpakketen (WP).
Deze werkpakketen richten zich op de tech-
nisch inhoudelijke achtergronden (WP1 t/m
WP5), maar ook op andere relevante zaken
zoals milieuaspecten (WP6), bedrijfsmatige
aspecten (WP7) en maatschappelijke vraag-
stukken (WP8). Tot slot wordt communicatie
rondom het project gecoördineerd in WP9
en wordt het projectmanagement gestuurd
vanuit WP10 (fig. 2). Naast het uit te voeren onderzoek
worden in de vier landen ook pilotprojecten
(modelprojecten) uitgevoerd. Hierbij worden
prefab-betonconstructies gedemonteerd en
(een deel van) de daarbij verkregen elemen-
ten vervolgens toegepast in een nieuw te
vervaardigen constructie. In Nederland
wordt het proefproject uitgevoerd door
Lagemaat Circulair. Zij hebben in het afgelo-
pen jaar het Prinsenhofkantoor van de pro-
vincie Gelderland in Arnhem gedemonteerd.
De daaruit gewonnen prefab-betonelemen-
ten zijn opgeslagen bij hun werf in Heerde.
Deze elementen zullen worden gebruikt
voor de nieuwbouw van hun eigen kennis-
centrum, dat op dit moment door cepezed
wordt ontworpen en waarvoor IMd het con-
structief ontwerp maakt. PROF.IR. SIMON WIJTE
TU/e en Adviesbureau Hageman
IR. MARCEL VULLINGS
TNO
IR. THIJS
LAMBRECHTS
T U /e
auteurs
Er vindt op diverse terreinen, nationaal en internationaal, onderzoek plaats naar de
mogelijkheden om bestaande betonnen elementen te hergebruiken en toepassing ervan op te schalen. Zo is er ReCreate, een vierjarige internationaal project waarin onderzoek wordt gedaan en kennis wordt uitgewisseld over het hergebruik van prefab-betonconstructies.
CEMENT 7 2023 ?15
WP10 Projectmanagement, technische en wetenschappelijke coördinatie en ethiek
WP1 Inventarisatie van prefab -betonnen bouwsystemen
WP6 Potentie van energiebesparing
en behalen van klimaatdoelstellingen
WP7 Exploratie, ontwikkeling van
businessmodellen en cases
WP8 Sociale acceptatie en
beleidsmatige randvoorwaarden
WP9 Kennisdeling en -verspreiding, training en communicatie
WP2 Deconstructie WP3 Screening, logistiek en verwerking WP4 Kwaliteitscontrole en bewaking WP5 Ontwerp en vervaardiging
ReCreate pilotprojecten in Finland,
Zweden, Duitsland en Nederland
Technisch inhoudelijke onderzoek
Werkpakket 1 richt zich op het beschrijven
van de prefab systemen die in de verschil-
lende landen worden gebruikt. In Nederland
is er slechts beperkt sprake van alles omvat-
tende prefab systemen die op een nagenoeg
identieke wijze in meerdere gebouwen zijn
toegepast. In andere landen, en vooral die in
het voormalige Oostblok, is dit wel het geval.
Daar zijn met name woongebouwen gebouwd
waarin identieke prefab-betonnen elementen
zijn toegepast. Het doel van werkpakket 1 is
om veel van deze systemen beschreven te
krijgen. Hierbij wordt ook gekeken buiten de
vier participerende landen.
De demontage van constructies opge-
bouwd uit prefab-betonelementen wordt
beschouwd in werkpakket 2. Hierbij wordt
gekeken naar methoden van demontage,
maar ook naar de voorbereiding van het
demontageproces.
BIM-model? Bij de voorbereiding van het
demontageproces is het van belang alle be-
schikbare informatie over de elementen te
verzamelen en te koppelen aan het betref-
fende element. Hiervoor moet een marke-
ring op het element worden aangebracht.
Op het moment dat het element is gedemon- teerd, is namelijk niet meer eenduidig vast
te stellen welke element het is. De voorberei-
ding van het demontageproces en het kop-
pelen van gegevens aan de elementen is
bijvoorbeeld goed mogelijk door van de con-
structie van het te demonteren gebouw een
BIM-model te maken [3]. In dit BIM-model
kan alle relevante data worden verzameld
en op een digitale wijze worden verbonden
met het fysieke element en zijn markering.
Het gecreëerde BIM-model kan bijvoorbeeld
worden geverifieerd door dit te vergelijken
met een puntenwolk (pointcloud) die via een
3D-imagescan is vervaardigd (fig. 3). Het
BIM-model kan vervolgens ook worden ge-
bruikt om het overleg over de wijze van de-
monteren en volgorde tussen constructeur
en demontagebedrijf te ondersteunen, en
voor de medewerkers van het demontage-
bedrijf inzichtelijk te maken.
Labelen? Zoals gesteld is de koppeling tus-
sen het fysieke element en de beschikbare
data essentieel om het element zijn con-
structieve en financiële waarde te laten be-
houden. Om deze koppeling te behouden
moeten de elementen worden gelabeld. Dit
kan op verschillende manieren. In werkpak-
ket 3 worden deze verschillende technieken
2 Opzet ReCreate-onderzoek
DUURZAAM / DURABLE /
SUSTAINABLE
In het Nederlands wordt het begrip duur-
zaam zowel gebruikt om aan te geven
dat iets voldoende lang in staat is om
zijn functie te vervullen (durable), als om
aan te geven dat om een verstandige
wijze met grondstoffen, vervuiling en CO?-
uitstoot wordt omgegaan (sustainable).
Om het onderscheid tussen beide bete-
kenissen duidelijk aan te geven, worden
in dit artikel de begrippen durable en
sustainable gebruikt in plaats van het
begrip duurzaam.
2
16? CEMENT 7 20 23
beschouwd. Dit varieert van een label met
een handgeschreven identificatie, vastge-
schoten aan het element, tot en met een
chip die in het element wordt aangebracht
en die met een device, zoals een scanner of
een smartphone die nabij het element wordt
gehouden, kan worden uitgelezen. Daarnaast
worden in werkpakket 3 zaken als logistiek,
beoordeling van gedemonteerde elementen
en herstel van beschadigingen beschouwd.
Eigenschappen? In werkpakket 4 wordt
nader gekeken naar de eigenschappen van
het element. Daarbij is met name de be-
trouwbaarheid van deze eigenschappen van
belang. In dat kader zal er een groot onder-
scheid zijn tussen elementen waarvan de
ontwerpgegevens, zoals wapeningstekenin -
gen en eventueel berekeningen, beschik -
baar zijn en elementen waarvan in het ge-
heel geen informatie bekend is. In het
eerste geval kan worden volstaan met een
beperkte verificatie van de beschikbare ge-
gevens, terwijl in het tweede geval veel on -
derzoek benodigd is. Daarbij is het ook van
belang in welke mate de bevindingen op
basis van een enkel element ook kunnen
worden toegeschreven aan een ander ele-
ment uit hetzelfde gebouw. Hierbij is het eenduidig en effectief labelen van de ele-
menten essentieel.
Ontwerp nieuwe constructie? Als al deze
gegevens bekend zijn, kan de focus worden
verlegd naar het ontwerpen van de nieuw te
vervaardigen constructie. In werkpakket 5
wordt vanuit verschillende disciplines naar
het ontwerp gekeken. Bijvoorbeeld door na
te gaan hoe zo effectief mogelijk gebruik kan
worden gemaakt van beschikbare prefab
elementen. Het architectonisch ontwerp
wordt in die zin, gelijk als bij het hergebruik
van een constructie als geheel, beïnvloed
door de afmetingen van de beschikbare ele-
menten. Binnen het ReCreate-project wordt
gewerkt aan een applicatie waarmee, op
basis van een database waarin beschikbare
elementen zijn beschreven, een architect en
constructeur kunnen worden geholpen om
te komen tot een ontwerp, waarin zo opti-
maal mogelijk gebruik wordt gemaakt van
beschikbare, bestaande prefab-betonele-
menten. Optimaal kan zijn op basis van kos-
ten, milieu-impact, constructieve veiligheid
of een combinatie van deze aspecten. Een tweede aspect waarnaar wordt
gekeken, is de wijze waarop bestaande ele-
menten met elkaar kunnen worden ver-
3 Pointcloud van het Prinsenhofgebouw
De onzekerheden
over de construc-
tieve weerstand
van de elementen
is anders dan in
een nieuwbouw-
situatie
3
CEMENT 7 2023 ?17
De partiële
factoren, waar-
mee de reken -
waarde van de
weerstand van
de elementen
moet worden
bepaald, zouden
moeten worden
aangepast
bonden, zodat voldoende constructieve sa-
menhang in de constructie wordt verkregen.
Het is hierbij haast evident dat wordt ge-
streefd deze verbindingen eenvoudig de-
monteerbaar te maken, zodat een volgend
hergebruik eenvoudiger wordt. Hoewel am-
bitieus, zou een soort van standaardisering
hier ideaal zijn.
Het beoordelen van de constructieve be-
trouwbaarheid van de nieuw constructie,
met (deels) bestaande elementen, is een vol-
gend aspect waarnaar moet worden geke-
ken. De onzekerheden over de constructieve
weerstand van de elementen is anders dan
in een nieuwbouwsituatie. De geometrische
afmetingen zijn met een grotere betrouw-
baarheid bekend. De betrouwbaarheid van
de toegekende materiaaleigenschappen kan
hoger of lager zijn dan het geval is bij een
nieuw ontwerp. De grote onbekende kan de
hoeveelheid wapening zijn. Als de oorspron-
kelijke ontwerptekeningen niet bekend zijn,
moet onderzoek naar de aanwezige wape-
ning worden uitgevoerd. Als dit wordt ge-
daan met niet-destructieve methoden, kan
de betrouwbaarheid van de verkregen gege-
vens beperkt zijn [5]. Dit alles maakt dat de
partiële factoren, waarmee de rekenwaarde
van de weerstand van de elementen moet
worden bepaald, zouden moeten worden
aangepast. In het kader van het project
wordt onderzoek uitgevoerd naar de mate
waarin de betrouwbaarheid van de diverse
variabelen afwijkt van de nieuwbouwsitua-
tie, en hoe dit in de partiële factoren zou
moeten worden verwerkt.
Onderzoek naar maatschappelijke
randvoorwaarden en consequen-
ties
Natuurlijk moet worden aangetoond dat het
hergebruik van elementen, ook als het gehele
proces van demontage, transport, eventuele
reparaties en tussenopslag wordt beschouwd,
voor het milieu een betere oplossing is dan
het vervaardigen van gehele
nieu
we beton-
constructies. Voor deze onderbouwing worden
in
WP6 levenscyclusanalyses (LCA) gemaakt,
waarin het gehele proces wordt beschouwd.
Op basis hiervan kan het nut van het herge -
bruik worden onderbouwd. Toekomstige optimalisaties van het hergebruikproces
k
unnen eveneens op basis van deze LCA-be -
schouwingen worden uitgewerkt.
Het ReCreate-project wil de ontwikke-
ling versnellen van een winstgevend bedrijfs-
model voor hergebruikte prefab-betonele-
menten. In WP7 wordt gewerkt aan het
verkrijgen van inzicht in de economische
levensvatbaarheid en het marktpotentieel
van secundaire betonnen elementen, door
de ontwikkeling van businessmodellen, han-
dels-, logistieke aspecten en innovatieve
nieuwe diensten en platforms. Om een winstgevend bedrijfsmodel
mogelijk te maken, moet er sprake zijn van
sociale acceptatie van hergebruik van pre-
fab-betonelementen en dienen wettelijke be-
lemmeringen te worden wegnomen. Om vol -
doende inzicht te krijgen in deze zaken,
wordt in WP8 onderzoek uitgevoerd naar de
manier waarop binnen de betrokken landen
wettelijke barrières kunnen worden vermin-
derd en het draagvlak voor toepassing kan
worden vergroot.
Pilotproject
In de vier landen wordt een pilotproject uit-
gevoerd om ervaring op te doen met het
hergebruik van prefab-betonelementen.
Beter is om te stellen dat in ieder land twee
projecten worden uitgevoerd, namelijk één
waar een bestaande constructie, die op de
nominatie stond om te worden gesloopt,
wordt gedemonteerd, en een tweede, waar
een nieuwe constructie wordt vervaardigd
met gebruik van uit het eerste project ver-
kregen elementen. De pilotprojecten worden
in het ReCreate-project gebruikt om data te
verkrijgen voor het uit te voeren onderzoek
en om meer ervaring op te doen met diverse
relevante processen bij het hergebruik. Daar
waar mogelijk worden nieuwe ontwikkelin-
gen toegepast zowel bij het demonteren, als
bij eventueel herstel en het monteren van de
nieuw te creëren constructie.
Demontage Prinsenhof? In Nederland is
Lagemaat Circulair een zogenaamde indus-
trial partner in het project. Het bedrijf is
betrokken bij de twee Nederlandse pilotpro-
jecten. Het heeft de demontage van het
Prinsenhofgebouw in Arnhem uitgevoerd
18? CEMENT 7 20 23
[4]. Hierbij zijn veel prefab elementen ge-
wonnen. Denk alleen al aan circa 6 km leng-
te aan kanaalplaten. De kanaalplaatvloeren
zijn in het project voorzien van een gewa-
pende druklaag. Tijdens de demontage is
vastgesteld dat in de uitvoering de langsvoe-
gen en de druklagen tegelijkertijd zijn gestort
met een relatief goed beton. Er is gekozen
de elementen ter plaatse van de langsvoegen
door te zagen. Omdat dit niet over de gehele
dikte van de vloer mogelijk was, is vervol-
gens het laatste deel van de verbinding los-
gemaakt door de op te hijsen kanaalplaat ter
plaatse van de vrije rand iets te liften met
twee vijzels. Daarbij breekt het onderste
deel van de gevulde langsvoeg en komt de
kanaalplaat vrij (foto 1). De kanaalplaat en
de daarin verbonden gewapende druklaag
kunnen dan worden afgevoerd. Omdat de langsvoegen gevuld zijn met een relatief goed
beton, is er geen sprake van onthechting van
het beton in de langsvoegen en hebben de
resterende kanaalplaten nu een enigszins
rechte zijkant.
De dragende gevelelementen zijn sand-
wichelementen met een betonnen buiten-
schil, een isolatielaag en het constructieve,
betonnen binnenblad. Aan de binnenzijde
van het binnenblad is een oplegnok aanwe-
zig voor de oplegging van de kanaalplaten.
Door Lagemaat is gekozen om ook de voegen
bij de dragende gevelelementen los te zagen.
Dit betreft zowel verticale voegen als de ho-
rizontale voegen (foto 4). Een deel van de kanaalplaten is herge-
bruikt bij de nieuwbouw van een sporthal
aan de Middachtensingel in Arnhem. De
resterende elementen zijn afgevoerd naar
4
4 Doorzagen van de horizontale voeg onder een wandelement
In Nederland
zijn de twee
pilotprojecten de
demontage van
het Prinsenhof -
gebouw in
Arnhem en de
bouw van een
multifunctioneel
gebouw in
Heerde
CEMENT 7 2023 ?19
Heerde (foto 5). In opdracht van Lagemaat
Circulair heeft cepezed een ontwerp ge-
maakt van een multifunctioneel gebouw,
waarin onder andere kantoren en een ken-
niscentrum worden gehuisvest. In het laag-
bouwdeel van dit gebouw zal veel gebruik
worden gemaakt van hergebruikte stalen
constructie-elementen. Het acht bouwlagen
hoge hoogbouwdeel wordt gemaakt met de
betonelementen die uit het Prinsenhofge-
bouw gekomen zijn. Hierbij worden zowel de
kanaalplaten als de dragende gevelelemen-
ten gebruikt. IMd Raadgevend Ingenieurs is
voor dit project de verantwoordelijk con-
structeur. Bij het constructief ontwerp van
het gebouw gelden een aantal specifieke as-
pecten voor het hergebruik van bestaande
prefab-betonelementen. Hierbij kan worden
gedacht aan de betrouwbaarheid van de ge-
ometrische en materiaaleigenschappen en
de wijze van verbinden van de verschillende
elementen. Dit bijvoorbeeld om de schijf-
werking van de vloeren te waarborgen.
Detailonderwerpen
In het kader van ReCreate worden binnen
de TU/e diverse onderzoeken uitgevoerd.
Hierbij wordt samengewerkt de Nederlandse en buitenlandse partners in het project. On-
derwerpen die aan de orde komen zijn: de
betrouwbaarheid van nieuw vervaardigde
constructies waarin gebruik wordt gemaakt
van hergebruikte prefab betonelementen,
de wijze waarop bestaande prefab-beton
-
constructies kunnen worden gedemonteerd
en hoe de elementen vervolgens weer con-
structief met elkaar kunnen worden ver-
bonden. Daarnaast wordt ook gezocht naar
een manier waarop het ontwerpen van een
gebouw, met gebruikmaking van beschikba-
re bestaande prefab-betonelementen, kan
worden ondersteund. De gedachte hierbij is
dat er een database komt, waarin beschik-
bare elementen zijn beschreven, en een
applicatie wordt gemaakt, die snel aangeeft
welke elementen beschikbaar zijn om vloe-
ren en wanden van bepaalde afmetingen te
vervaardigen.
Resultaten
Het onderzoek binnen het ReCreate-project
zal zeker tot in 2025 doorlopen. Tot die tijd
zullen regelmatig resultaten van deelonder-
zoeken beschikbaar komen. Getracht zal
worden deze resultaten met enige regelmaat
in Cement te publiceren.
LITERATUUR
1?Brand, S., How buildings learn, 1994.
2?Vergoossen, R, Eck, G. en Jilissen, D.,
Hergebruik prefab T-liggers (2) -
Demonteren en aanpassing liggers
voor toepassing in nieuw viaduct.
Cement 2022/8.
3?Vullings, M.W.F., Wijte, S.N.M.,
Huuhka, S.,Guidelines for a BIM-aided
pre-deconstruction audit. The ReCreate
project, 2022.
4?Knuiman, M., Snoek, R., Hergebruik
kanaalplaten: meer dan een technische
uitdaging - Hoogwaardig hergebruik
kanaalplaten belangrijk criterium bij
circulaire delven Prinsenhof A, april 2021.
5?Selek, I., Wijte, S., Swinkels, M.,
Reliability on non-destructive testing
methods by detecting the presence of
reinforcement in existing concrete
structures. Proceedings of the 2017 fib
Symposium Maastricht, 2017. 5 Tasveld met prefab-betonelementen uit het Prinsenhofgebouw
5
20? CEMENT 7 20 23
Betonconstructies zijn vaak veel langer in staat om de constructieve veiligheid te borgen dan dat het gebouw waarin ze zijn gebruikt, in stand wordt gehouden [1]. Binnen een gebouw zijn betonconstructies zeer durable (zie kader). Gelet op een wenselijk sustainable gebruik van grondstoffen, is het noodzakelijk om bij nieuw te vervaardigen gebouwen zo veel als mogelijk gebruik te maken van reeds beschikbare constructies en constructieve elementen. Activiteiten op dit vlak vinden op veel fronten plaats, zie bijvoorbeeld [2], CB’23 en de werkgroep Hergebruik van constructieve elementen van NEN.
Door een samenwerking van vier universiteiten, uit Finland, Zweden, Duitsland en Nederland, en daarbij aangesloten commerciële partners, wordt in het door de EU gesubsidieerde Horizon 2020 project ReCreate, onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van het hergebruiken van geprefabriceerde betonelementen in nieuwe constructies (zie https://recreate-project.eu/). De universiteiten zijn Tampere University uit Finland, KTH uit Zweden, Brandenburgische Technischhe Universität uit Duitsland en de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).
Naast de TU/e zijn in Nederland ook TNO, IMd Raadgevend Ingenieurs, VBI en demontagebedrijf Lagemaat Circulair bij dit onderzoeksproject aangesloten.
Doel van het project is om het hergebruik van prefab-betonelementen te promoten en hierbij over een breedspectrum, zowel technisch inhoudelijk als maatschappelijk, te trachten nuttige kennis te vergaren en beschikbaar te maken.
Reacties