Met de mogelijkheid constructies te printen liggen optimale vormen vanuit het oogpunt van materiaalbeperking, constructief gedrag en bouwfysica binnen handbereik. Met parametrische modellen en de juiste ontwerpmethodieken kan handen en voeten worden gegeven aan deze optimalisaties. Aan de Universiteit Gent is op basis van een casestudie onderzocht wat de mogelijkheden zijn op dit gebied.
Optimalisatie
constructieve en
thermische prestaties
Onderzoek naar een parametrische ontwerpmethodiek waarbij
constructieve en thermische prestaties van een 3D-geprinte constructie worden geoptimaliseerd
1 Printrobot in het Laboratorium Magnel-Vandepitte van de Universiteit Gent
1
22? CEMENT 6 2020
Het doel van het onderzoek was
om bruikbare elementen te prin-
ten die aan alle eisen voldoen,
zonder dat er nabewerkingen no-
dig zijn, zoals het toevoegen van
externe wapening of thermische
isolatie.
Om dit doel te bereiken zijn si
mulaties gebruikt waarmee het gedrag van
elementen kan worden voorspeld. Optimali
satietechnieken met een parametrisch model
kunnen helpen bij het maken van de beste
ontwerpkeuzes. Om de mogelijkheden te onderbouwen
is een casestudie gedaan, gebaseerd op het
onderzoek uit [1]. Het betreft het eerste ge
printe kantoor in Dubai. Het project bestaat
uit vier rechthoekige volumes, samengesteld
uit verschillende segmenten die aan elkaar
zijn gekoppeld (fig. 2). Deze segmenten heb
ben een U vorm en hebben maximale afme
tingen van 8,1 x 2,1 x 2,1 m³ (l x h x b). De
reden waarom voor het betreffende kantoor,
voor exact deze vorm en het betreffende
printpad is gekozen, is verder niet omschre
ven in [1]. In de in dit artikel beschreven
studie is onderzocht of de vorm verder kon
worden geoptimaliseerd.
Casestudie
Voor deze studie is een vergelijkbaar maar
vereenvoudigd volume beschouwd als in [1] (fig. 3). Dit volume bestond uit vier gekoppel
de segmenten met gemiddelde afmetingen
van 4,8 x 1,5 x 1,9 m³ (l x h x b). Deze afme
tingen liggen binnen het maximale bereik
van de robot in het Laboratorium Mag
nel Vandepitte. Daardoor konden optimali
saties van het ontwerp altijd worden geprint.
In deze studie zijn alleen de bovenste seg
menten onderzocht (groen en rood in fig. 3). Voor de ontwerpoptimalisatie is geko
zen voor een heuristische optimalisatie
methode (wetenschappelijke strategie om
problemen systematisch op te lossen), in
tegenstelling tot eerdere studies [2, 3] waarin
gradiëntgebaseerde optimalisatietechnieken
zijn toegepast (bijvoorbeeld topologische
optimalisatie). De reden hiervoor is dat er met
de huidige stateof theart printtechnieken
grenzen zijn aan de complexiteit van een
ontwerp. Hoewel er flinke vorderingen zijn
geboekt, onder meer om de overhang (het
overstek) van vers geprint beton te vergroten,
blijven de resultaten van topologische opti
malisatie erg lastig te printen. Een tweede
reden om voor een heuristische optimalisatie
te kiezen, is dat die ideaal is voor optimalisa
tie van vooraf gedefinieerde vormen. En in
deze studie is de opbouw van de constructie
al grotendeels bepaald, namelijk bestaande
uit drie printpaden: een buitenschil, een
binnenschil en daartussen een sinusvor
Met de mogelijkheid constructies te printen liggen optimale vormen vanuit
het oogpunt van materiaalbeperking, constructief gedrag en bouwfysica binnen handbereik. Met parametrische modellen en de juiste
ontwerpmethodieken kan handen en voeten worden gegeven aan deze
optimalisaties. Aan de Universiteit Gent is op basis van een casestudie onderzocht wat de mogelijkheden zijn op dit gebied.
BRON
Dit artikel is een vertaalde bewerking
van de paper Design optimization for 3D
concrete printing: Improving structural
and thermal performances van Gieljan
Vantyghem, Marijke Steeman, Wouter De
Corte en Veerle Boel (allen Universiteit
Gent). De paper is geschreven voor de
RILEM-conferentie Digital Concrete 2020.
Deze conferentie is georganiseerd door
de TU Eindhoven en vond digitaal plaats
van 6 tot 9 juli 2020. De bewerking is
gedaan door ir. Jacques Linssen
(Aeneas Media / redactie Cement).
CEMENT 6 2020 ?23
mig, verbindend intern printpad. Daarom is
de ontwerpvrijheid sterk beperkt, waardoor
evolutionaire solvers, zoals genetische algo
ritmes (GA) of simulated annealing (SA),
meer passend zijn. Daarbij komt dat deze
methodes meer interactie met de gebruiker
mogelijk maken. Bovendien zijn ze 'verge
vingsgezind' en flexibel (ze kunnen uiteenlo
pende problemen oplossen). Een zwak punt
is dat deze methodes trager zijn dan gradi
entgebaseerde methodes. Daarom moet
aandacht worden besteed aan het beperken
van de rekentijd van een optimalisatie en
moeten er vereenvoudigingen worden door
gevoerd. In de eerste plaats is het model vereen
voudigd op basis van symmetrie, waardoor
er van een segment maar een half ontwerp
domein hoeft te worden beschouwd. Ten
tweede is de belasting vereenvoudigd tot
slechts één symmetrisch belastinggeval:
de meest nadelige combinatie van verticale
belasting (gebruiksbelasting en sneeuw) en horizontale belasting (wind). Het eigen
gewicht is in dit voorbeeld buiten beschou
wing gelaten.
Parametrisch model
De eerste stap was het opzetten van een
parametrisch model. Het opzetten van zo'n
model was een van de belangrijkste stappen
in het ontwerpproces, omdat het de optima
lisatiegraad sterk beïnvloedt. Voor het ma
ken van het model zijn de softwarepakket
ten Rhinoceros en Grasshopper gebruikt. De
basisvorm (hartlijn) van het segment (blauwe
lijn in fig. 4a) is getekend in Rhinoceros en
vormt de basis van de vorm van het segment.
Deze geometrische component kan niet
worden aangepast door het optimalisatie
algoritme. Vanuit deze lijn zijn de buitenste
en de binnenste schillen gevormd, gebaseerd
op een aantal inputparameters. Onder meer
de dikte van de gehele constructie en de
kromming van het sinusvormige interne
printpad worden in verschillende punten
2 Het eerste 3D-geprinte kantoorgebouw: (a) dwarsdoorsnede, (b) impressie en (c) testopstelling [1]
GIELJAN
VANTYGHEM
Universiteit Gent,
Vakgroep Bouwkundige Constructies en
Bouwmaterialen
MARIJKE STEEMAN
Universiteit Gent,
Vakgroep Architectuur en Stedenbouw
VEERLE BOEL
Universiteit Gent,
Vakgroep Bouwkundige Constructies en
Bouwmaterialen
WOUTER DE CORTE
Universiteit Gent,
Vakgroep Bouwkundige Constructies en
Bouwmaterialen auteurs
2a 2b
2c
24? CEMENT
6 2020
vastgelegd. Dit interne printpad verbindt de
twee buitenste schillen waardoor er een re
kenkundige mesh in het model kan worden
gemaakt (fig. 4b). De vorm van de sinuscur
ve is bepaald met een speciale component
'Bezier Span Extensible'. Hierin zijn Bezier
krommen gemaakt op basis van een aantal
punten en vectoren. Uiteindelijk bedraagt
het aantal onafhankelijke variabelen 18. De
breedte van het printpad is constant en be
draagt 30 mm, een praktische maat voor
geprinte lagen beton. De ontwerpvrijheid en de kwaliteit
van de oplossing worden beperkt door de
gegeven parameters en hun domeinen. Hier
komt een ander voordeel van deze optimali
satietechniek van pas. Omdat het rekenpro
ces zeer transparant is, kan op basis van
snelle optimalisatiepogingen bruikbare
ontwerpbeslissingen worden genomen en
kunnen suboptimale oplossingen sneller
worden gevonden. FEM-simulatie
Om de constructieve en thermische presta
ties te beschouwen met een FEM analyse, is
een Grasshopperscript geschreven. Aan de
onderzijde van de constructie zijn rolopleg
gingen voorzien, en aan de bovenzijde links
is een symmetrieas geplaatst. De combina
tie van gebruiks en sneeuwbelasting is ge
plaatst op de buitenrand van de constructie,
de plaatselijke helling van de buitenste schil
in acht nemend. De horizontale belasting is
aangebracht van links naar rechts. De ver
houding van de horizontale en verticale
krachten is ongeveer 1:1. Beide analyses (constructief en ther
misch) zijn uitgevoerd met een FEM solver.
Hierbij zijn de volgende materiaaleigen
schappen toegepast:
E modulus E = 30 GPa
dichtheid ? = 2500 kg/m³
poisson factor ? = 0,2
warmtegeleiding k = 1,0 W/(mK).
3 Vogelperspectief van de casestudie en de robotopstelling?4 Het model: (a) 2D-model met vaste basisvorm
(hartlijn, blauw) en de parametrisch bepaalde printcurves (rood); (b) vereenvoudigde FE-mesh met 600 elementen
3
4a 4b
Er is een
heuristische
optimalisatie-
methode toe-
gepast en geen
topologische
optimalisatie
CEMENT 6 2020 ?25
5 Rhinoceros-output van geoptimaliseerde ontwerpen (kleuren: Von Mises-spanning).
Voor de thermische analyse zijn de equiva
lente warmtegeleiding en gemiddelde
U waarde berekend bij een temperatuurgra
diënt tussen de binnenste en de buitenste
schil van 20 K en adiabatische holle ruimtes
in de constructie. De combinatie van beide
analyses leidt tot een gemiddelde rekentijd
van 2 seconden met een mesh die bestaat
uit circa 7000 elementen.
Constructieve optimalisatie
In het eerste deel van de studie is de con
structie alleen constructief geoptimali seerd in relatie tot het gewicht (g
). Het doel
was de vervorming (? ) van de bovenrand
te minimaliseren, gebruikmakend van zo
min mogelijk materiaal. Hiervoor kan zo
wel de Galapagos als de Octopussolver
worden gebruikt, twee plug ins in Gras
shopper. Omdat de laatste voor verschil
lende doeleinden het Pareto principe
gebruikt (een principe waarbij (tegenstrij
dige) doelstellingen tegen elkaar worden
afgewogen), geniet deze de voorkeur. Deze
solver maakt het mogelijk alle optimale
oplossingen te onderzoeken. In figuur 5 staan zes geoptimaliseerde oplossingen,
na 11 uur rekentijd en het beschouwen van
circa 16.000 alternatieven. Bij deze zes op
lossingen neemt het eigen gewicht af bij
een toenemende vervorming. De oplossin
gen bevinden zich op het Pareto front, de
grens met punten waar het onmogelijk is
het ontwerp beter te maken in één aspect
zonder het slechter te maken in een ander
aspect. In figuur 7a staat de visuele weer
gave van dit front. Hierin zijn ook de exacte
posities van de oplossingen uit figuur 5
weergegeven.
5
(a) ?: 4.8 mm ? g: 770 kg
(c) ?: 6.1 mm ? g: 660 kg
(e) ?: 8.2 mm ? g: 640 kg (b) ?: 5.3 mm ? g: 690 kg
(d) ?: 6.8 mm ? g: 650 kg
(f ) ?: 10.46 mm ? g: 630 kg
26? CEMENT
6 2020
Het is belangrijk te vermelden dat niet alle
combinaties van variabelen leiden tot een
valide constructie, ook al komen de
FEManalyses wel tot een oplossing. Deze
combinaties kunnen worden herkend aan
extreme prestaties: een zeer laag eigen ge
wicht of zeer geringe vervorming. Voor bijna alle optimale oplossingen
geldt dat deze een bredere basis en top heb
ben dan het tussengelegen gebied. Er wordt
ook opgemerkt dat bij navolgende oplossin
gen (na figuur 5f ) waarbij de vervorming
toeneemt, het eigen gewicht nog nauwelijks
afneemt.
Constructieve én thermische
optimalisatie
In het tweede deel van de studie zijn niet
alleen de vervorming en het eigen gewicht
geoptimaliseerd, maar ook de thermische
prestaties. Ook hier is de Octopussolver
gebruikt, waarin ook een 3Doptimaliatie
mogelijk is. Om die reden is een derde as
toegevoegd in het optimalisatiediagram
(fig. 7b). Op deze as is de warmtegeleiding door de constructie weergegeven. Deze
warmtegeleiding, ofwel de gemiddelde
U
waarde, is uitgedrukt in W/(m²K). Op
basis van recente Belgische regelgeving is
de maximale waarde voor U: 2,4 W/(m²K).
Vergelijkbaar met het 2D Paretofront is nu
gezocht naar de Delaunay front mesh (het
3D Pareto front) (fig. 7b). In figuur 6 staan
de geoptimaliseerde ontwerpen. Deze zijn
vooral gericht op optimale thermische pres
taties. De rekentijd bedroeg circa 12 uur. Hoe minder contactpunten het sinus
vormige interne printpad heeft, hoe lager
de U waarde van de constructie, maar hoe
groter de doorbuiging. Wat ook opvalt is dat
de kromming van het middelste printpad
afwijkt van de vorige oplossingen. Er is nu
sprake van scherpe hoeken. Uiteindelijk is
oplossing uit figuur 6d gekozen, wat leidt tot
een gekoppeld volume zoals weergegeven in
figuur 8.
Simulatieproces
De optimalisatie die hiervoor is besproken,
betrof de constructieve en thermische
Voor het maken
van een para -
metrisch model
zijn Rhinoceros
en Grasshopper
gebruikt
6 Rhinoceros-output van geoptimaliseerde ontwerpen (kleuren: warmtestroom)
6
(a) U: 0.14 W/(m²K) ? ?: 9.6 mm ? g: 650 kg
(c) U: 0.16 W/(m²K) ? ?: 6.3 mm ? g: 680 kg (b) U: 0.15 W/(m²K) ? ?: 7.8 mm ? g: 670 kg
(d) U: 0.23 W/(m²K) ? ?: 5.4 mm ? g: 710 kg
CEMENT
6 2020 ?27
7a
8
9
7b
7 Pareto-front van de oplossingen van de meervoudige optimalisatie met behulp van Octopus; (a) constructieve optimalisatie (met oplossingen uit fig. 5a t/m 5f); (b) constructieve én thermische optimalisatie (met oplossingen uit fig. 6a t/m 6d)?8 Uiteindelijk gekozen vorm van het volume,
geoptimaliseerd naar constructieve en thermische prestaties?9 Resultaten van de numerieke simulatie, uitgevoerd in Abaqus [4] 28? CEMENT 6 2020
prestaties van de constructie in de verharde
toestand, en de situatie waarin de segmen
ten zijn gekoppeld. Het optimale ontwerp
moet uiteraard ook nog worden gemaakt,
en bij voorkeur in een continue beweging
geprint. Om het risico op falen bij het prin
ten te voorspellen en de printsnelheid in te
schatten, is een printsimulator ontwikkeld,
zoals beschreven in [4]. In de toekomst
moet een dergelijke processimulatie verder
worden onderzocht om een goede voorspel
ling te kunnen doen over de maakbaarheid
van elementen. Met een combinatie van
processimulatie en optimalisatiesolvers kan
ook het verschil in prestatie worden onder
zocht tussen diverse suboptimale oplossin
gen in het optimalisatieproces. Deze combi
natie kan verder helpen de juiste beslissing
te nemen. In figuur 9 is te zien dat een vergelijk
bare vorm is geïmporteerd in de processi
mulator waarbij de sinusvorm van het in
terne printpad is geanalyseerd. Hieruit
bleek dat het aantal contactpunten van dit
interne printpad de maakbaarheid van de
constructie sterk verbetert, door het beper
ken van de kniklengte en uitstel van elasti
sche knik (het uitplooien van de binnen of
buitenwand tijdens het printen). Hoe meer
golven gemaakt worden door de sinuscurve, hoe minder snel knik zal kunnen optreden,
maar zoals we eerder zagen is dit nadelig
voor de thermische prestaties.
Conclusie
In deze studie is een heuristische methode
voorgesteld om de constructieve en thermi
sche prestaties van 3Dgeprinte bouwcom
ponenten te optimaliseren. Door het gebruik
van de zogenoemde evolutionaire solvers
kan een breed scala aan verschillende ont
werpbeslissingen worden geanalyseerd en
geoptimaliseerd, om te kunnen voldoen aan
eisen geformuleerd in de regelgeving. Het
onderzoek naar de vorm van de kromming
en het verloop van het interne printpad liet
een lichte voorkeur zien voor scherpere
hoeken, waarschijnlijk vooral om de warm
tegeleiding door de constructie te beperken.
Deze constructieve en thermische prestaties
zijn geoptimaliseerd voor een constructie in
uitgeharde toestand. In een tweede deel van
de studie zijn ook de uitdagingen ten aan
zien van productie en beperkingen in het
proces meegenomen, waarbij het maakpro
ces is gesimuleerd. Vervolgonderzoek moe
ten beide aspecten aan elkaar koppelen
zodat een complete ontwerpmethodiek
ontstaat voor het optimaliseren van digitaal
geproduceerde constructies.
Het onderzoek
naar het verloop
van het interne
printpad liet
een lichte
voorkeur zien
voor scherpere
hoeken
LITERATUUR
1?Alawneh, Matarneh, El-Ashri: The first
3D-printed office building in Dubai. In:
PCI/NBC (2018). https://www.pci.org/
PCI_Docs/Papers/2018/32_Final_Paper.
pdf.
2?Vantyghem, G.,De Corte, W.,
Steeman, M., Boel, V.: Density-based
topology optimization for 3D-printable
building structures, Structural and
Multidisciplinary Optimization 60 (2019).
https://doi.org/10.1007/s00158-019-
02330-7.
3?Vantyghem, G., Boel, V., Steeman, M.,
De Corte, W.: Multi-material topology
optimization involving simultaneous
structural and thermal analyses.
Structural and Multidisciplinary
Optimization 59 (2019) 731?743. https://
doi.org/10.1007/s00158-018-2095-z.
4?Ooms, T., Vantyghem, G., De Corte,
W., Van Coile, R.: Cobraprint. Numerical
Simulation of 3D Concrete Printing.
In 20th edition of FEA Research
symposium. (2020) (Cancelled due to
COVID-19).
10
10 Geprint volume (los van de in dit artikel beschreven studie), met links tracking markers, waarmee de relatieve
verplaatsingen geautomatiseerd kunnen worden gemeten CEMENT 6 2020 ?29
Bron
Dit artikel is een vertaalde bewerking van de paper Design optimization for 3D concrete printing: Improving structural and thermal performances van Gieljan Vantyghem, Marijke Steeman, Wouter De Corte en Veerle Boel (allen Universiteit Gent). De paper is geschreven voor de RILEM-conferentie Digital Concrete 2020. Deze conferentie is georganiseerd door de TU Eindhoven en vond digitaal plaats van 6 t/m 9 juli 2020. De bewerking is gedaan door ir. Jacques Linssen (Aeneas Media / redactie Cement).
Reacties