Oriëntatie staalvezels in 3D-geprint beton
Onderzoek naar de invloed van het printproces op de
vezeloriëntatie en het effect op de mechanische eigenschappen
70? CEMENT 6 2020
De ontwikkeling van het printen
van beton wordt geremd door
enerzijds de beperking in de af-
metingen van de te printen ele-
menten en anderzijds de beperk -
te treksterkte als er geen
wapening wordt toegevoegd [5].
Recentelijk hebben de auteurs van dit arti
kel een mengsel van 'ultra high performan
ce fiber reinforced concrete' (UHPFRC) ont
wikkeld, geschikt voor 3D printen op
extrusiebasis [6, 7]. Hierin werden korte
staalvezels toegevoegd om de treksterkte te
verbeteren. Tijdens het printen met het
mengsel viel op dat de oriëntatie van de
staalvezels overwegend overeenkwam met
de printrichting [7]. Een vergelijkbaar beeld
werd gerapporteerd in eerdere studies naar
printbare cement/geopolymeermengsels
versterkt met staal of polymeervezels [11].
Er is op dit moment echter geen kwantitatief
inzicht in de vezeloriëntatie in met vezels ge
wapend 3Dgeprint beton. In deze studie is
een experimenteel programma uitgevoerd om dat inzicht wel te verkrijgen.
Om de vezeloriëntatie te kwantificeren
is digitale beeldanalyse gebruikt bij dunne
gezaagde doorsnedes. Daarnaast is onder
zocht wat het effect is van de vezeloriëntatie
op het mechanisch gedrag van dit type
3Dgeprint UHPFRC op basis van drukproe
ven en driepuntsbuigproeven. Om tot een
vergelijking te komen zijn in een mal gestor
te proefstukken vervaardigd met hetzelfde
mengsel en vervolgens beproefd.
Materialen en mengselontwerp
Het 3D
printbare UHPFRC mengsel bestond
uit normaal portlandcement (OPC), silica
fume, zand, superplastificeerder, viscositeits
modificerend middel, staalvezels en water.
Het portlandcement en de silica fume vol
doen aan de eisen in Australian Standard
AS3972 General purpose and blended Cements
respectievelijk Australian Standard AS3852
Supplementary cementitious materials. Het
bindmiddel bestond voor 70% uit portland
cement en 30% uit silica fume. De water
Ondanks de groeiende belangstelling voor 3D-betonprinten
blijft de geringe treksterkte een serieuze beperking in de
verdere ontwikkeling van deze technologie. Het inzetten van
korte staalvezels vormt een mogelijkheid om daar verbetering in te brengen. Eén van de vragen die daarbij beantwoord
moet worden, is of en zo ja, in welke mate het printproces de
vezeloriëntatie beïnvloedt en welk effect dit op de mechanische eigenschappen heeft. In een studie aan de Swinburne University of Technology (AUS) is een stap gezet in
het verkrijgen van het antwoord op die vraag.
BRON
Dit artikel is een vertaalde
bewerking van de paper
Quantitative evaluation of ori-
entation of steel fibers in
3D-printed ultra-high perfor-
mance concrete van Arun
Arunothayan (Swinburne
University of Technology /
AUS), Behzad Nematollahi
(Swinburne University of
Technology / AUS), Jay San-
jayan (Swinburne University
of Technology / AUS), Ravi
Ranade (University at Buf -
falo / VS), Shin Hau Bong
(Swinburne University of
Technology / AUS) en Kamal
Khayat (Missouri University
of Science and Technology /
VS). De paper is geschreven
voor de RILEM-conferentie
Digital Concrete 2020. Deze
conferentie is georganiseerd
door de TU Eindhoven en
vond digitaal plaats van 6
tot 9 juli 2020. De bewerking
is gedaan door ir. Paul
Lagendijk (registerontwerper
bij Aronsohn Constructies
raadgevende ingenieurs b.v.
/ redactie Cement).
CEMENT 6 2020 ?71
bindmiddelfactor was 0,16. Drie types zand
(fijn, medium en grof ) werden gebruikt met
massaverhouding fijnmedium grof van
4:3:3. De totale zand bindmiddel verhouding
was 1:1 (m/m). Een superplastificeerder op
basis van polycarboxylaat ether is toegepast
in een massaverhouding met het bindmiddel
van 1% en nanoklei viscositeitsmodificerend
middel in een massaverhouding met het
bindmiddel van 0,3% als hulpstof. Korte met
koper gecoate staalvezels (zie tabel 1) zijn
gebruikt met een volumefractie van 2%.
Experimenten
Mengen, printen, storten en nabehandelen?
De droge bindmiddelen en de drie types
zand werden gedurende drie minuten in
een 60 liter planeetmenger gemengd. Ver
volgens werd driekwart van het water toe
gevoegd en gedurende vijf minuten gemengd.
De superplastificeerder is vermengd met
het resterende water en vervolgens toege
voegd aan het mengsel. Na het verkrijgen
van voldoende vloeibaarheid van het mengsel, zijn de staalvezels geleidelijk
toegevoegd en is er nog zes minuten ge
mengd. Als laatste is de nanoklei toege
voegd. Visuele inspectie liet een uniforme
verdeling van de staalvezels zien. In de studie is een 3D printer met een
gantry (portaal) en een printbed van 1,80 m
lengte, 1,60 m breedte en 1,80 m hoogte ge
bruikt. Het betonmengsel werd toegevoerd
naar de schroefextruder van de printer.
Een rond mondstuk met een diameter van
30 mm was bevestigd aan de onderzijde van
de
extruder. De printsnelheid was 30 mm per
seconde en het extrusievolume 1,3 liter per
minuut. Massieve elementen van 270 mm
lengte, 270 mm breedte en 60 mm dikte
werden geprint (fig. 1). Zes lagen, elk met
een dikte van 10 mm, werden op elkaar ge
stapeld volgens een gepland printpatroon,
zoals aangegeven met de pijlen in figuur 1.
Het verse mengsel werd ook in kubussen 50
x 50 x 50 mm
3 en prisma's 40 x 40 x 160
mm 3 gestort om ook te beschikken over tra
1 3D-geprint element in UHPFRC
1 auteurs
ARUN
ARUNOTHAYAN
Center for Smart
Infrastructure and
Digital Construction Swinburne
University of
Technology (AUS)
BEHZAD
NEMATOLLAHI
Center for Smart
Infrastructure and
Digital Construction Swinburne
University of
Technology (AUS)
JAY SANJAYAN
Center for Smart
Infrastructure and
Digital Construction Swinburne
University of
Technology (AUS)
RAVI RANADE
Department of
Civil, Structural and Environmental
Engineering (CSEE) University at Buffalo (VS)
KAMAL KHAYAT
Department of Civil, Architectural and Environmental Engineering
Missouri University of
Science and Technology (VS)
SHIN HAU BONG
Center for Smart
Infrastructure and
Digital Construction Swinburne University
of Technology (AUS)
72? CEMENT 6 2020
2 Zaagschema's en beproevingsrichting van de 3D-geprinte UHPFRC voor (a) drukproeven, en (b) en (c) buigproeven
3 Beeldverwerkingstechniek bij evalueren van vezeloriëntatie in UHPFRC
2
3
Er is op dit
moment geen
kwantitatief
inzicht in de
vezeloriëntatie
in met vezels
gewapend
3D-geprint
beton
Tabel 1?Eigenschappen staalvezels
lengte [mm] diameter
[µm] volumieke massa
[g/cm 3] elasticiteitsmodulus
[Gpa] sterkte
[Mpa]
6 200 7.85 2002500
CEMENT 6 2020 ?73
ditioneel gestorte proefstukken.
Na het printen werden de elementen afge
dekt met plastic en bewaard op kamer
temperatuur (23 ± 3 °C) gedurende 48 uur.
Daarna zijn de verharde elementen met
stoom nabehandeld op 90 °C gedurende
48 uur. De in mallen gestorte proefstukken
werden na 24 uur ontkist en daarna gedu
rende 24 uur op kamertemperatuur be
waard, alvorens ze op dezelfde wijze als de
geprinte elementen met stoom werden na
behandeld. Na afloop van de nabehande
ling zijn alle (zowel de geprinte als de ge
storte) elementen nog 72 uur op
kamertemperatuur bewaard. De totale
verhardingstijd die in deze studie is toege
past, was 7 dagen. Na deze versnelde ver
harding werd geen significante sterktetoe
name waargenomen (tot 28 dagen).
Vergelijkbare waarnemingen zijn elders
gerapporteerd [12, 13]. Om die reden zijn
alle proefstukken in deze studie beproefd
met een ouderdom van 7 dagen.
Beproeven van de proefstukken? Uit de
geprinte elementen werden kubussen
(50 x 50 x 50 mm³) en prisma's (50 x 50 x
200 mm³) gezaagd om de druksterkte en
de buigtreksterkte te bepalen. Alle zijden
van de gezaagde elementen werden vlak
gemaakt. Bij de belasting op druk is
een constante spanningstoename van
0,33 MPa per seconde toegepast. Bij de
driepuntsbuigproeven is een vervor
mingssnelheid van 1 mm per minuut aan
gehouden. De belastingrichtingen zijn weergegeven in figuur 2. De proefstukken
zijn in drie richtingen belast op druk
(fig. 2a) en op buiging (fig. 2b en 2c). Zes
proefstukken werden getest voor elk type
en elke richting van belasting. Dezelfde be
proevingen werden ook gedaan op de tra
ditioneel gestorte proefstukken.
Beeldanalyse van de vezeloriëntatie?
De vezeloriëntatie in het 3Dgeprinte en
traditioneel gestorte UHPFRC is gekwanti
ficeerd door het gebruik van digitale
beeldverwerkingstechniek [14, 15]. De
proefstukken met doorsnede 50 x 50 mm
2
zijn over deze doorsnede doorgezaagd in
plakken van 15 mm. Alle proefstukken
werden geschuurd om een gepolijst op
pervlak te krijgen. Een flatbed fotoscanner
(HP Scanjet G3110) is gebruikt om hoge re
solutiebeelden te verkrijgen van de ge
zaagde secties. De verkregen RGBbeelden
zijn geconverteerd naar beelden met grijs
waarden door het gebruik van beeldanaly
sesoftware. Door het selecteren van een
passende kleurcontrastdrempel, zijn deze
grijswaarden geconverteerd naar binaire
beelden en is de vezeloriëntatie in relatie
met de print richting gemeten. Niet onver
meld kan blijven dat voor de selectie van
de juiste kleurdrempel de nodige ervaring
nodig is. In zowel de gestorte als de ge
printe monsters werden minimaal 300
staalvezels geïdentificeerd en gemeten. Figuur 3 geeft de in deze studie
uitgevoerde stappen in het proces van de
beeld analyse weer.
4 Frequentieverdeling van vezeloriëntatie in UHPFRC voor
(a) 3D-geprinte proefstukken en (b) in bekisting gestorte proefstukken
4a 4b
Uit de geprinte
elementen
werden kubus-
sen en prisma's
gezaagd om
de druksterkte
en de buigtrek -
sterkte te
bepalen
74 ? CEMENT 6 2020
5 Waarschijnlijkheidsverdeling van vezeloriëntatie in UHPFRC 6 Gemiddelde druksterkte van
UHPFRC?7 Gemiddelde scheurmoment van UHPFRC
Resultaten
Vezeloriëntatie ? De frequentieverdeling
van de vezeloriëntatie in de proefstukken
is weergegeven in figuur 4. Vezeloriëntaties van 0° en 90° staan
respectievelijk voor vezels parallel en lood
recht op de printrichting (X richting). In de
geprinte proefstukken was de aanwezigheid
van vezels met de kleine hoeken (tot 20°) ten
opzichte van de printrichting significant
hoger dan in de in bekisting gestorte proef
stukken. Dit duidt op uitlijning van de
vezeloriëntatie parallel aan de printrichting.
Figuur 5 toont een statistische verdelings
curve voor de vezeloriëntatie in enerzijds de
geprinte en anderzijds de gestorte proef
stukken. Het oppervlak onder de curve tus
sen bepaalde hoeken laat de waarschijnlijk
heid zien dat de oriëntatie van de staalvezels
in een bepaalde range van hoeken optreedt.
De piekwaarde in de verdeling lag bij de
geprinte proefstukken bij 22° terwijl dat bij
de gestorte proefstukken 41° was.
Druksterkte? In de druksterkte van de ge
printe proefstukken was anisotroop gedrag zichtbaar, afhankelijk van de belastingrich
ting (fig. 6). De hoogste druksterkte werd
waargenomen in de printrichting (3DP X)
door de verdichting in deze richting tijdens
het extrusieproces. In de twee andere rich
tingen (Y en Z) was de druksterkte lager
dan in de X richting. Vergelijkbare anisot
rope waarnemingen zijn gerapporteerd bij
eerdere studies naar verschillende geprin
te bouwmaterialen [16, 17]. De gemiddelde
druksterkte van de in bekisting gestorte
proefstukken was gelijk aan de in de print
richting bereikte sterkte van de geprinte
proefstukken.
Buigtreksterkte? Het gemiddelde scheur
moment van de proefstukken is weergege
ven in figuur 7. Net als bij de druksterkte
was anisotroop gedrag zichtbaar. In de
geprinte proefstukken wordt het hoogste
scheurmoment gevonden als de kracht op
het proefstuk in de Z richting wordt aan
gebracht, gevolgd door de krachten in de
Y en X richting. Het hogere scheurmo
ment in de 3DP Z en 3DP Y proefstukken
duidt op grotere uitlijning van de vezels
Het op extrusie
gebaseerde
3D-printproces
resulteerde in
sterkere uitlij-
ning van de
korte staal -
vezels in de
printrichting
6 5
7
CEMENT 6 2020 ?75
in de printrichting. De scheurmomenten
van deze proefstukken waren ook groter
dan die van de gestorte proefstukken met
minder uitlijning in de vezeloriëntatie. De
resultaten van de buigtreksterkte komen
goed overeen met de resultaten van de
vezeloriëntatie. Het feit dat het scheurmo
ment in de 3DP Z proefstukken hoger is
dan in de 3DP Y proefstukken, kan wor
den gewijd aan het eigen gewicht van de
proefstukken in de Z richting: dit veroor
zaakt een verdichting van de onderste
lagen waardoor trekspanningen worden
weerstaan. In de 3DP X proefstukken was
de belastingrichting evenwijdig aan de
laaginterface, dat het zwakste vlak in de
geprinte versies is. Dit resulteerde in het
laagste gemiddelde scheurmoment in de
X richting.
Conclusie
De uitlijning van vezels in UHPFRC door
het op extrusie gebaseerde 3D printproces
is in deze studie kwantitatief geanalyseerd,
waarbij een 3D printbaar UHPFRC mengsel
met 2% (v/v) aan staalvezels is gebruikt.
Het effect van de vezeloriëntatie op de
mechanische eigenschappen is ook bestu deerd. De volgende conclusies zijn
getrokken:
Het op extrusie gebaseerde 3D printpro
ces resulteerde in sterkere uitlijning van
de korte staalvezels in de printrichting. Op
basis van digitale beeldanalyse en statische
analyse bleek de verwachtingswaarde van
de vezeloriëntatie bij geprinte proefstukken
22° terwijl dat bij de traditioneel in bekisting
gestorte proefstukken 41° was.
In de op druk belaste geprinte proefstuk
ken was anisotroop gedrag zichtbaar. Van de
geprinte proefstukken werd de hoogste druk
sterkte waargenomen in de printrichting
(3DP X). De sterkte van de 3DP X proefstuk
ken was vergelijkbaar met die van de traditi
oneel in bekisting gestorte proefstukken.
De uitlijning van de vezeloriëntatie in de
printrichting leidde tot een significante toe
name van het gemiddelde scheurmoment
van de geprinte proefstukken in 3DP Z en
3DP Y richting in vergelijking met de tradi
tioneel in bekisting gestorte proefstukken.
Het gemiddelde scheurmoment in de 3DP
X richting (evenwijdig aan de interface tus
sen de verschillende lagen) was lager dan
dat van de traditioneel in bekisting gestorte
proefstukken.
LITERATUUR
1?Sanjayan, J.G., Nazari, A. and Nematollahi, B.: 3D
Concrete Printing Technology: Construction and
Building Applications. Butterworth-Heinemann (2019).
2?Wangler, T., Roussel, N., Bos, F.P., Salet, T.A., Flatt,
R.J.: Digital concrete: a review. Cement and Concrete
Research 123, 105780 (2019).
3?De Schutter, G., Lesage, K., Mechtcherine, V.,
Nerella, V.N., Habert, G. and Agusti-Juan, I.: Vision of
3D printing with concrete?technical, economic and
environmental potentials. Cement and Concrete
Research 112, 25-36 (2018).
4?Buswell, R.A., de Silva, W.L., Jones, S.Z. and
Dirrenberger, J.: 3D printing using concrete extrusion:
A roadmap for research. Cement and Concrete
Research 112, 37-49 (2018).
5?Nematollahi, B., Xia, M., Sanjayan, J.G.: Current
progress of 3D concrete printing technologies. In: 34th
International Symposium on Automation and Robotics
in Construction (ISARC), pp. 260-267. Taiwan (2017).
6?Arunothayan, R., Nematollahi, B., Bong, S.H.,
Ranade, R, Sanjayan, J.G.: Hardened properties of 3D
printable ultra-high performance fiber-reinforced
concrete for digital construction applications. In:
Mechtcherine, V., Khayat, K., Secrieru. E. (eds)
Rheology and Processing of Construction Materials
(RheoCon 2019, SCC 2019), RILEM Bookseries vol. 23, pp. 355-362. Springer, Cham (2019).
7?Arunothayan, A.R., Nematollahi, B., Ranade, R.,
Bong, S.H. and Sanjayan, J.G.: Development of
3D-printable ultra-high performance fiber-reinforced
concrete for digital construction. Construction and
Building Materials 257, 119546 (2020).
8?Panda, B., Paul, S.C., Tan, M.J.: Anisotropic
mechanical performance of 3D printed fiber
reinforced sustainable construction material. Materials
Letters 209, 146-149 (2017).
9?Hambach, M., Rutzen, M., Volkmer, D.: Properties of
3D-printed fiber reinforced Portland cement paste.
Cement and Concrete Composites 79, 62-70 (2017).
10?Bos, F., Bosco, E., Salet, T.: Ductility of 3D printed
concrete reinforced with short straight steel fibers.
Virtual and Physical Prototyping 14(2), 160-174 (2018).
11?Bong, S.H., Nematollahi, B., Xia, M., Nazari, A.,
Sanjayan, J.G., Pan, J.: Properties of 3D-printable
ductile fiber reinforced geopolymer composite for
digital construction applications. In: Mechtcherine, V.,
Khayat, K., Secrieru. E. (eds) Rheology and Processing
of Construction Materials (RheoCon 2019, SCC 2019),
RILEM Bookseries vol. 23, pp. 363-372. Springer, Cham
(2019).
12?AFGC Scientific and Technical Committee: Ultra
High Performance Fiber-Reinforced Concretes: Interim Recommendations. Association Française de
Genie Civil, France (2002).
13?ACI Committee 239R-18: Ultra High Performance
Concrete: An Emerging Technology Report. American
Concrete Institute, USA (2018).
14?Kang, S.T., Lee, B.Y., Kim, J.K., Kim, Y.Y.: The effect of
fibre distribution characteristics on the flexural
strength of steel fibre-reinforced ultra high strength
concrete. Construction and Building Materials 25(5),
2450-2457 (2011).
15?Meng. W,, Khayat, K.H.: Improving flexural
performance of ultra-high-performance concrete by
rheology control of suspending mortar. Composites
Part B: Engineering 117, 26-34 (2017).
16?Nematollahi, B., Xia, M., Bong, S.H., Sanjayan, J.G.:
Hardened properties of 3D printable 'one-part'
geopolymer for construction applications. In: Wangler,
T., Flatt, R., (eds) First RILEM International Conference
on Concrete and Digital Fabrication (Digital Concrete
2018), RILEM Bookseries vol. 19, pp. 190-199. Springer,
Cham (2018).
17?Bong, S.H., Nematollahi, B., Nazari, A., Xia, M.,
Sanjayan, J.G.: Method of optimisation for ambient
temperature cured sustainable geopolymers for 3D
printing construction applications. Materials. 12(6) 902
(2019).
76? CEMENT
6 2020
Reacties