In Amstelveen wordt sinds begin 2020 gebouwd aan het nieuwbouwproject Biesbosch 225. Het kantoorgebouw dat hier stond werd gesloopt en maakt plaats voor hoogwaardige en duurzame nieuwbouw met 276 appartementen en een drielaagse parkeerkelder. In de fundering zijn speciale maatregelen genomen om het vervormingsverschil en moment in de gewapende onderwaterbetonvloer te reduceren.
Paalplaatfundering
met zettingsremmers
Biesbosch 225: Trekankers in bouwfase fungeren als
'zettingsremmer' in eindsituatie
1 Leeggepompte bouwkuip Biesbosch 225
1
18? CEMENT 4 2021
Het nieuwbouw Biesbosch 225 is
55 m hoog en heeft 18 woonver-
diepingen (fig. 2).
De ruwbouw wordt
uitgevoerd met een tunnelbekisting. De be-
ganegrondvloer en het omliggende dek van
de parkeergarage wordt 1,5 m boven het
naastliggende maaiveld gerealiseerd, waar-
door tweeëneenhalve verdieping van de
drielaagse parkeerkelder ondergronds
wordt aangebracht (foto 1). Een dergelijk
diep aanlegniveau op deze projectlocatie
vroeg de nodige aandacht.
Ontwerp kelder en fundering
Bij het maken van diepere bouwkuipen in
Amstelveen ontbreekt een waterremmende
laag, waardoor de stijghoogte van het grond -
water vrij spel heeft. Deze stijghoogte komt
ongeveer overeen met het maaiveld. Een
bouwkuip maken met een bemaling is in
verband met de grote debieten en de invloed
buiten de bouwkuip niet wenselijk, waar-
door een oplossing met onderwaterbeton of
een gelinjectie benodigd is. Bij het project Biesbosch 225 zijn bei -
de uitvoeringsmethodes in een varianten -
studie met elkaar vergeleken, waarbij ook
is gekeken naar het aantal parkeerlagen.
Gekozen is voor de oplossing met onderwa -
terbeton en een drielaagse parkeerkelder.
Hiervoor waren verschillende redenen. De eerste reden was dat met onderwa -
terbeton kortere damwanden kunnen wor-
den toegepast dan bij een gelinjectie. Omdat
de damwanden in het ontwerp permanent en dragend zijn en daardoor in de grond
achter blijven, was de oplossing met onder-
waterbeton voordeliger. De tweede reden was nog belangrijker.
De grondopbouw laat zien dat op het aanleg -
niveau van de fundering bij een bak van
tweeëneenhalve laag diep een sterke zand -
laag aanwezig is. Deze draagkrachtige pleis-
tocene zandlaag bevindt zich onder slappe
klei- en veenlagen in het holocene pakket,
tot 7 à 8 m beneden maaiveld. Bij een à twee
kelderlagen wordt bij deze bodemopbouw
normaal een paalfundering toegepast. Maar
omdat het aanlegniveau van de drielaagse
kelder van Biesbosch 225 op circa 9 m onder
het maaiveld ligt, was in dit geval een
paalfundering niet noodzakelijk; de kelder-
vloer ligt compleet in het pleistocene zand -
pakket. De neerwaarts gerichte funderings-
lasten kunnen direct in deze draagkrachtige
zandlagen worden afgedragen en de funde-
ring van het gebouw kan als klassieke fun -
dering op staal worden ontworpen. Door de
onderwaterbetonvloer gewapend uit te voe-
ren kan deze deel uitmaken van deze plaat-
fundering. Het onderwaterbeton wordt dan
niet alleen gebruikt als afdichting van de
bouwkuip en als werkvloer, maar is ook
onderdeel van de constructievloer. Uiteindelijk is in het ontwerp gekozen
voor een onderwaterbetonvloer van 1250 mm
dik die samenwerkt met een 400 mm dikke
constructievloer. Om in de bouwfase het
onderwaterbeton op zijn plek te houden zijn
trekankers (schroefinjectiepalen type D con -
form CUR236) ontworpen (fig. 3).
In Amstelveen wordt sinds begin 2020 gebouwd aan het nieuwbouwproject Biesbosch 225.
Het kantoorgebouw dat hier stond werd gesloopt en maakt plaats voor hoogwaardige en duurzame nieuwbouw met 276 appartementen en een drielaagse parkeerkelder. In de
fundering zijn speciale maatregelen genomen om het vervormingsverschil en moment in de gewapende onderwaterbetonvloer te reduceren.
PROJECTGEGEVENS
project
Biesbosch 225 in Amstelveen
opdrachtgever Forum Invest architect
OZ Architects
Form Concept & Design constructeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
geotechnisch adviseur CRUX Engineering aannemer
Heddes Bouw & Ontwikkeling
CEMENT 4 2021 ?19
Optimalisatie
Op basis van het definitief ontwerp is het
project aanbesteed en is het ontwerptraject
in bouwteamverband doorgezet. Bij de start
van het bouwteam moesten drie risico's
met betrekking tot de uitvoering van de
gewapende onderwaterbetonvloer nader
worden uitgezocht:
1 De fundering op staal geeft op lange termijn
een vervormingsverschil van circa 120 mm
tussen de rand van de kelder en midden
onder het gebouw. Wat zijn de bouwkundige
gevolgen hiervan?
2 Welke wapening is nodig in het onder-
waterbeton en hoe kan deze worden aange-
bracht?
3 De trekankers zijn niet ontworpen op een
drukkracht en moeten flexibel worden inge-
stort in het onderwaterbeton zodat geen
druk in de ankers kan ontstaan. Hoe kan
dat zonder risico worden gerealiseerd? In het bouwteam zijn bovenstaande risico's
nader bekeken. De oplossing voor alle drie
de risico's is het toepassen van een paal-
plaatfundering waarbij de trekankers als
zettingsremmers werken.
Paal-plaatfundering
Het vervormingsverschil zoals genoemd bij
risico 1 wordt veroorzaakt doordat onder de
kern van het gebouw relatief hoge funde-
ringslasten in de grond worden afgedragen,
terwijl de randen van de kelder netto op
trek zijn belast omdat hier alleen de kelder
aanwezig is. Uit vervormingsberekeningen
met PLAXIS bleek dat de niet uniforme be-
lastingen tot relatief grote verschilzakkingen
en krommingen in de keldervloer leiden.
Daarom zouden voor de trekankers zoals
genoemd bij risico 3 kostbare 'drukvrije'
aansluitingen van de ankerpaalkoppen in de
vloer benodigd zijn, omdat de ankerpalen bij
een klassieke fundering op staal enkel op
trek ontworpen zijn. Om de zettingen, de verschilvervor-
mingen en de krommingen in de vloer te
kunnen reduceren en toch het detail voor de
drukvrije aansluiting van de ankerpaalkop
in de vloer te vermijden, is een alternatieve
funderingsmethode uitgewerkt: een
paal-plaatfundering. Kern van dit funde-
ringstype is het benutten van de verticale
ankerpalen, niet alleen als trekelementen,
maar ook als op druk belaste 'zettingsrem -
mer' onder de vloer. Hiermee wordt het mo-
ment in de vloer en daarmee de hoeveelheid
wapening gereduceerd. De oplossing bleek
zelfs te leiden tot de benodigde bezuiniging
die nog moest worden gevonden. De paal-plaatfundering is uitgewerkt
conform de in 2017 door SBRCURnet gepu -
bliceerde richtlijn 'Paal-plaat funderingen -
Ontwerppraktijk' [1]. In het systeem wordt
het geotechnische draagvermogen van de
plaat in de uiterste grenstoestand (UGT) ont-
leent aan de draagkrachtige zandlaag direct
onder de plaat (klassieke berekening als
fundering op staal) en wordt de verticale
stijfheid van de in de eindsituatie lokaal op
druk belaste ankerpalen meegenomen in de
vervormings- en constructieve analyse voor
zowel de UGT- als de BGT-controles. Hier-
door kan de vervorming van de vloer wor-
2 3D-doorsnede van het gebouw
IR. ROB STARK
Directeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. DENNIS RIETDIJK Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. GUIDO
MEINHARDT
Senior Specialist / Partner
CRUX Engineering BV
IR. DAVID
HARTMANN
Senior Adviseur
CRUX Engineering BV auteurs
2
20? CEMENT
4 2021
den gehalveerd ten opzichte van een klassie-
ke fundering op staal en de krommingen in
de vloer (en daarmee de momenten) zijn be-
duidend minder.
Verificatie
Het ontwerp van een paal-plaatfundering
vereist iteratieslagen tussen constructeur en
geotechnisch adviseur. De geotechnisch ad -
viseur bepaalt de verticale beddingen en de
paalstijfheden en bijbehorende afkapwaar-
des van het representatieve geotechnische
draagvermogen als input voor de construc-
tieve berekeningen. Op het moment dat het
representatieve geotechnische drukdraag -
vermogen wordt bereikt, heeft de ankerpaal
geen stijfheid meer en wordt hij weggedrukt.
Het paalsysteem is dusdanig ontworpen dat
de vloeikracht in de ankerstaaf altijd hoger
is dan de representatieve drukkracht in de
paal. De hiermee berekende vervormingen
uit het constructieve model moeten over-
eenkomen met de vervormingen uit het geo-
technische model. Voor de constructieve verificatie van
de paal-plaatfundering moesten een aantal
bezwijkmechanismen worden getoetst. Voor
deze toetsingen zijn verschillende scenario's
nodig voor de verticale beddingen van de
bodem en de paalstijfheden. Aan de hand
van het SBRCURnet-rapport zijn op basis van de te beschouwen mechanismen (linker
kolom tabel 1) in totaal zes maatgevende
geotechnische berekeningsvarianten bepaald
die in tabel 1 zijn weergegeven. Tabel 1 geeft
aan met welke belastingsituatie moet wor-
den gerekend en welke stijfheden voor
grond, palen en damwanden moeten wor-
den toegepast om voor het specifieke me-
chanisme de maatgevende situatie te be-
schouwen. Zo moet bijvoorbeeld voor de
toets 3, pons paal, met een hoge belasting
(UGT) en paalstijfheid (UGT bovengrens) en
een lage grond- en damwandstijfheid (UGT
ondergrens) worden gerekend, omdat dit de
meest ongunstige krachtwerking levert voor
deze specifieke toets pons paal.
Voor elke geotechnische berekeningsvariant
is een bedding en paalstijfheid conform de
richtlijn bepaald, die de basis vormt voor
een specifiek constructief berekenings-
scenario. Met de verschillende combinaties van
bedding, paalstijfheid en afkapwaardes zijn
de benodigde modellen van de keldervloer in
SCIA gegenereerd (fig. 4). Voor de kalibratie
hebben verschillende iteraties plaatsgevon -
den, waarbij ook verificaties zijn uitgevoerd
met een 1D-model in Technosoft. Voor bezwijkmechanisme 1 (sterkte
en scheurwijdte) is een tweede model
3 Doorsnede bouwkuip kelder
UITVOERINGSMETHODE
BOUWKUIP
Voor het aanbrengen van de onderwater-
betonvloer werd na het aanbrengen van
de stalen damwandenplanken en het
verankeren met een eenlaagse ankerrij,
de kuip in den natte ontgraven. De trek-
elementen (ankerpalen) zijn vanuit een
ponton aangebracht. Na de installatie
van de ankerpalen werd de geprefabri-
ceerde wapening met een kraan en
onder begeleiding van duikers op de
bodem van de bouwput geplaatst.
Nadat de wapening was aangebracht,
werd de onderwaterbetonvloer gestort
en de bouwkuip leeggepompt.
3
CEMENT 4 2021 ?21
4
4 Model krachten in keldervloer
Tabel 1?Berekeningsvarianten*
Mechanisme
BelastingGrondstijfheidPalenDamwandGeotechnische
berekeningsvariant
1a.1 Sterkte plaat (dragende wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
1a.2 Sterkte plaat (belaste wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT og2
1b Scheurwijdte plaat BGTE
k;low BGT ogBGT og3
2.1 Verbinding plaat-wand (dragende wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
2.2 Verbinding plaat-wand (belaste wand) UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og
4
3 Pons paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og
4a Pons kolom (boven veld) UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT bg5
4b Pons kolom (boven paal/palen) UGTE
k;low x 1,5 x 1,5UGT og UGT og6
5 Sterkte paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og4
6 Draagvermogen plaat UGTE
k;low x 1,5 x 1,5UGT og UGT og6
7 Draagvermogen paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og4
8.1 Draagvermogen grondkering UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
8.2 Draagvermogen grondkering UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT og2
9a Zetting (vb: ROK) BGTE
k;low BGT ogBGT og
3
9b Bovenbouw BGT (vb: gebouwen) BGTE
k;low BGT ogBGT og
9c Belendingen BGTE
k;low BGT ogBGT og
*
Blauw zijn bezwijkmechanismen van de constructie
Rood zijn geotechnische bezwijkmechanismen
Groen zijn mechanismen die betrekking hebben op de vervormingen van de grond
gemaakt, waarbij de paalstijfheden zijn
verlaagd om een gelijke zetting in het
SCIA-model te krijgen als in het PLAXIS-
model. De reden hiervoor is dat de SCIA-
berekening alleen de s1-zetting (paalkop)
meeneemt en niet de langeduur zetting s2
(zettingen onder de paalpunt door de paal -
groep). De wapening van de vloer is bere-
kend aan de hand van dit tweede model. Uitwerking wapening
De onderwaterbetonvloer is in bouwfase on -
gewapend berekend. Vanwege de toleranties
aan de onder- en bovenzijde van de vloer is
gerekend met een dikte van 1,0 m, in plaats
van 1,25 m (toleranties onderzijde ±150 mm
en bovenzijde ±75 mm). In de eindfase werkt de onderwater-
betonvloer samen met de in het droge
22? CEMENT 4 2021
?200
verankering
ø40 -100
ø20-150 (/)
hrspø20 -150
ø25 -300
ø16-150 (/)
beton gestort na
leegpompen kuip supports bovennet*
onderwaterbeton
schotel
tolerantie
onderwaterbeton
gestorte vloer van 0,4 m dik. Om deze samen -
werking te kunnen bewerkstelligen is de
benodigde onderwapening, dwarskrachtwa -
pening en afschuifwapening in het onder-
waterbeton ingestort (foto 5). De uitwerking van de wapening vergde
de nodige aandacht, omdat de wapening
onder water moest worden aangebracht en
een juiste configuratie moest hebben om het
storten van het beton mogelijk te maken. Het storten van het beton is gedaan
met de Hop-dobbermethode. De Hop-dob-
ber heeft aan de onderzijde van de stortbuis
een schotel met een diameter van 1,0 m die vlak boven de onderwapening moet kunnen
komen om het beton goed te kunnen laten
uitvloeien en om ontmenging van het beton
tegen te gaan. Om dit mogelijk te maken
zijn U-korven met een breedte van 1,2 m
ontworpen waartussen de Hop-dobber kon
bewegen (fig. 6, foto 7). Deze U-korven zijn
hart op hart 2,4 m aangebracht, hetgeen
overeenkomt met de h.o.h.-afstand van de
trekankers waardoor geen conflict ontstaat
met de schotels van de trekankers. De wa -
pening van de U-korven is opgebouwd uit
de bijlegonderwapening van de hoofdwape-
ningsrichting, de dwarskrachtwapening
5
Voor de
constructieve
verificatie van
de paal-plaat-
fundering zijn
een aantal
bezwijk -
mechanismen
getoetst
5 Uit onderwaterbetonvloer stekende korfwapening
6 Wapeningsconfiguratie keldervloer
6
CEMENT 4 2021 ?23
400
gem. dikte onderwaterbeton
12\f0
P -8\b40
dam wand
AZ28-700
constructieve vloer
aangelaste deuvels, 2ø16 (l=150mm) langs volledige lengte damwand
hrspø16 -125
ø16 -100
ø12 -100
ø16 -125
ø20 -100
3hrspø10 -125 3hrspø10 -125 3hrspø10 -125
dubbele hrspø8 (1 set per 2 haken ø16 -125)
1ø16*
kimblik
7 Korfwapening, foto: Heddes Bouw & Ontwikkeling
8 Aansluiting keldervloer met damwand
en de benodigde schuifwapening tussen
de op verschillende tijdstippen gestorte
vloeren. De overige onderwapening is aange-
bracht met (eerder aangebrachte) netten. De
basiswapening hiervan is Ø32-125 in hoofd -
richting en Ø16-100 in andere richting. De
netten en U-korven samen ? in de korven
bevinden zich op enkele plaatsen staven
Ø40-100 ? resulteren in een aanzienlijke
hoeveelheid wapening die onder water
moest worden geplaatst, met de kans dat het
beton niet overal kon komen. Door plaat-
singsproeven op het droge uit te voeren is
dit in beeld gebracht en is het risico be-
heerst.
Aansluiting vloer damwand
In de bouwfase is de fixatie van de onderwa -
terbetonvloer met de damwand gerealiseerd
door wrijving ten gevolge van de stempel -
druk van de damwand. In eindfase is de
koppeling voorzien in het later gestorte deel
van de constructievloer. Hierbij is rekening
gehouden met de krachtswerking volgens de
geotechnische modellen met verschillende beddingen en paalstijfheden. In de ene situ
-
atie moet kracht worden overgedragen van
de dragende damwand naar de constructie-
vloer en in de andere situatie andersom. De koppeling is gemaakt met twee
rijen aangelaste deuvels en haarspelden
(fig. 8). Voor een langere lekweg is een
'kimblik' toegepast. Dit kimblik is gemaakt
met een stalen strip van 12 mm dik die rond -
om aan de damwand is vastgelast. Bepalend
voor de dikte van de stalen de strip is het
voorkomen van kromtrekken door de
warmte die ontstaat bij het lassen.
Geslaagd concept
Met het toepassen van een paal-plaatfunde-
ring met zettingsremmers is optimaal ge-
bruikgemaakt van de omstandigheden in de
projectlocatie. De technische uitwerking
was alleen mogelijk door een goede samen -
werking tussen IMd Raadgevende Ingeni -
eurs, CRUX Engineering en Heddes Bouw &
Ontwikkeling. De keldervloer is inmiddels
uitgevoerd en de ervaringen zijn zeer posi -
tief. Het is een geslaagd concept dat vaker
kan worden toegepast.
LITERATUUR
1?Paal-plaat funderingen ?
Ontwerppraktijk, CROW, www.crow.nl/
publicaties/paal-plaat-funderingen.
Er zijn 1,2 m
brede U-korven
ontworpen
waartussen de
Hop-dobber kon
bewegen
7
8
24? CEMENT 4 2021
Projectgegevens
Project: Biesbosch 225 in Amstelveen
Opdrachtgever: Forum Invest
Architect: OZ Architects / Form Concept & Design
Constructeur: IMd Raadgevende Ingenieurs
Geotechnisch adviseur: CRUX Engineering
Aannemer: Heddes Bouw & Ontwikkeling
Het nieuwbouw Biesbosch 225 is 55 m hoog en heeft 18 woonverdiepingen (fig. 2). De ruwbouw wordt uitgevoerd met een tunnelbekisting. De beganegrondvloer en het omliggende dek van de parkeergarage wordt 1,5 m boven het naastliggende maaiveld gerealiseerd, waardoor tweeëneenhalve verdieping van de drielaagse parkeerkelder ondergronds wordt aangebracht (foto 1). Een dergelijk diep aanlegniveau op deze projectlocatie vroeg de nodige aandacht.
Bij het maken van diepere bouwkuipen in Amstelveen ontbreekt een waterremmende laag, waardoor de stijghoogte van het grondwater vrij spel heeft. Deze stijghoogte komt ongeveer overeen met het maaiveld. Een bouwkuip maken met een bemaling is in verband met de grote debieten en de invloed buiten de bouwkuip niet wenselijk, waardoor een oplossing met onderwaterbeton of een gelinjectie benodigd is.
Bij het project Biesbosch 225 zijn beide uitvoeringsmethodes in een variantenstudie met elkaar vergeleken, waarbij ook is gekeken naar het aantal parkeerlagen. Gekozen is voor de oplossing met onderwaterbeton en een drielaagse parkeerkelder. Hiervoor waren verschillende redenen.
De eerste reden was dat met onderwaterbeton kortere damwanden kunnen worden toegepast dan bij een gelinjectie. Omdat de damwanden in het ontwerp permanent en dragend zijn en daardoor in de grond achter blijven, was de oplossing met onderwaterbeton voordeliger.
De tweede reden was nog belangrijker. De grondopbouw laat zien dat op het aanlegniveau van de fundering bij een bak van tweeëneenhalve laag diep een sterke zandlaag aanwezig is. Deze draagkrachtige pleistocene zandlaag bevindt zich onder slappe klei- en veenlagen in het holocene pakket, tot 7 à 8 m beneden maaiveld. Bij een à twee kelderlagen wordt bij deze bodemopbouw normaal een paalfundering toegepast. Maar omdat het aanlegniveau van de drielaagse kelder van Biesbosch 225 op circa 9 m onder het maaiveld ligt, was in dit geval een paalfundering niet noodzakelijk; de keldervloer ligt compleet in het pleistocene zandpakket. De neerwaarts gerichte funderingslasten kunnen direct in deze draagkrachtige zandlagen worden afgedragen en de fundering van het gebouw kan als klassieke fundering op staal worden ontworpen. Door de onderwaterbetonvloer gewapend uit te voeren kan deze deel uitmaken van deze plaatfundering. Het onderwaterbeton wordt dan niet alleen gebruikt als afdichting van de bouwkuip en als werkvloer, maar is ook onderdeel van de constructievloer.
Uiteindelijk is in het ontwerp gekozen voor een onderwaterbetonvloer van 1250 mm dik die samenwerkt met een 400 mm dikke constructievloer. Om in de bouwfase het onderwaterbeton op zijn plek te houden zijn trekankers (schroefinjectiepalen type D conform CUR236) ontworpen (fig. 3).
Reacties