Ingenieursbureaus maken meer en meer gebruik van parametrisch ontwerpen. Door parametrische modellen te koppelen met FEA (Finite Element Analysis) kan een technisch en economisch beter constructief ontwerp worden gemaakt. Wanneer je ook niet-lineaire FEA koppelt, wordt optimalisatie nog een slag verder gebracht. Niet-lineaire FEA-softwarepakketten zoals DIANA bieden interessante mogelijkheden op dit gebied.
42
thema
Parametrisch
ontwerpen in
DIANA
Ingenieursbureaus maken meer en meer gebruik
van parametrisch ontwerpen. Door parametrische
modellen te koppelen met FEA (Finite Element
Analysis) kan een technisch en economisch beter
constructief ontwerp worden gemaakt. Wanneer je
ook nietlineaire FEA koppelt, wordt optimalisatie
nog een slag verder gebracht. Nietlineaire FEA
softwarepakketten zoals DIANA bieden interessante
mogelijkheden op dit gebied.
Niet-lineaire berekeningen automatisch aangestuurd
Parametrisch ontwerpen in beginfase ontwerp
Parametrisch ontwerpen kan op verschillende manieren en in
verschillende fasen worden ingezet. Zo is parametrisch ontwer -
pen een handige tool voor met name de beginfase van een
ontwerp. Op architectenbureaus wordt al vaak gebruikgemaakt
van parametrisch ontwerpen om eenvoudig te kunnen variëren
met complexe vormen. Verschillende varianten kunnen worden
vergeleken om te bekijken welk ontwerp het beste aan alle
gestelde eisen voldoet.
Door in de beginfase van het parametrisch ontwerpproces ook
te kijken naar het constructieve gedrag, kan de draagconstruc-
tie mee worden genomen in de optimalisatie. Hiervoor moet er
een koppeling zijn tussen het parametrisch ontwerppakket en
het rekenpakket.
Koppeling tussen teken- en rekenpakket
Het model wordt in eerste instantie opgezet in een 3D-teken-
pakket, dat of een geïntegreerde module heeft voor parame-
trisch ontwerpen of kan worden aangestuurd door een
parametrisch ontwerpprogramma. Deze 3D-tekenpakketten
kunnen het opgezette model exporteren naar een uitwisselings-
bestand (IFC- en/of CAD-formaat). DIANA heeft de mogelijk-
heid de geometrie via dergelijke uitwisselingsbestanden in te
lezen. Wanneer de geometrie is geïmporteerd in DIANA, kan
het worden omgezet naar een eindige-elementenmodel door
materiaal- en geometrische eigenschappen, belastingen en
randvoorwaarden toe te kennen aan de geometrie. Afhankelijk
van het uitwisselingsformaat kunnen er ook al eigenschappen
van het ene pakket worden overgenomen in het andere. De
verwachting is dat dit in de toekomst met het IFC-formaat
mogelijk is.
Hierna wordt de mesh gegenereerd en kan er worden gekozen
voor een lineaire of niet-lineaire analyse. Na het rekenen
kunnen de resultaten worden geanalyseerd en kan worden
bekeken welke parameters in het ontwerp moeten worden
aangepast.
DIANA aansturen met Python
Dit hele proces, vanaf het inlezen van het uitwisselingsbestand
tot aan het rekenen en analyseren van de resultaten, kan
worden geautomatiseerd in DIANA. Hiervoor kan gebruik
worden gemaakt van de programmeertaal Python, die geïnte-
greerd is in DIANA. Dit betekent dat je de software met Python
kan aansturen via scripts. En andersom is het ook zo dat de
thema
Parametrisch ontwerpen in DIANA 6 2018
43
uitgevoerde handelingen in DIANA gelogd worden in een
Python-script. Er is in de basis geen diepgaande kennis van het
programmeren nodig, omdat alle handelingen die je op het
scherm doet automatisch worden omgezet naar de Python-taal.
Wanneer in het begin extra tijd wordt besteed aan het opzetten
van een goed Python-script, kan het gehele proces in DIANA
automatisch worden doorlopen en kan op de lange termijn veel
tijd worden bespaard. Op deze manier kan het rekenproces
helemaal worden geautomatiseerd.
Deze vorm van automatiseren wordt ook wel automated
engineering genoemd.
Tweezijdige koppeling tussen teken- en rekenpakket
De (terug)koppeling tussen het parametrisch ontwerppakket
en het rekenpakket is in de praktijk vaak nog weerbarstig. Het
meest ideaal is het wanneer men in één pakket een parame-
trisch model kan opzetten en deze direct kan berekenen om
vervolgens weer terugkoppeling te geven aan de inputparame-
ters van het model. Op die manier kan het gehele proces
worden geautomatiseerd en kan op een efficiënte wijze het
meest optimale ontwerp worden gevonden. Programma's die
lineair rekenen lopen voorop in de terugkoppeling naar het
IFC-bestand en het tekenpakket. Bij het niet-lineair rekenen
zijn er te veel extra parameters waar het IFC-uitwisselings-
formaat nog niet aan toe is.
DIANA kan zowel worden gebruikt om geometrieën op te
zetten (tekenpakket) als voor het uitvoeren van (niet-lineaire)
FEA (rekenpakket). Wanneer de geometrie ook in DIANA is
opgezet en niet wordt ingelezen met behulp van een IFC-
bestand, biedt het programma intern mogelijkheden voor een
terugkoppeling tussen berekening en geometrie. Deze gehele
workflow kan met een Python-script worden aangestuurd.
Door het Python-script te starten met zelfgedefinieerde para-
meters of variabelen, kan men zelf relaties leggen tussen
verschillende onderdelen. Hierdoor kan gemakkelijk worden
gevarieerd in bijvoorbeeld de afmetingen van de geometrie.
Zoals eerder aangegeven kan de gehele workflow van geometrie
tot aan analyse van de resultaten worden geautomatiseerd, ook
de terugkoppeling van de analyse van de resultaten naar de
afmetingen van de geometrie. Dit betekent dat aan de hand van
de gevonden resultaten de afmetingen automatisch worden
aangepast. Door dit proces (automatisch) te herhalen, wordt
een geoptimaliseerd ontwerp gevonden.
Parametrisch ontwerpen bij uitwerking constructies
Behalve als ontwerptool voor het algehele (constructieve)
ontwerp, kunnen de parametrische mogelijkheden in DIANA
ook worden gebruikt voor het uitwerken en ontwerpen van constructieonderdelen. Door parametrische modellen op te
zetten met behulp van Python-scripts kan men sneller variëren
en omgaan met wijzigingen indien nodig.
Er zijn een aantal typen constructieonderdelen die in de bouw
vaak voorkomen, zoals vloeren, balken, poeren, enzovoort.
Daarom loont het om één keer extra tijd te investeren in
een goed Python-script, want dan kan in volgende projecten
met vergelijkbare constructieonderdelen veel tijd worden
gewonnen.
Voor constructieonderdelen gaat het vaak om het dimensione-
ren van de geometrie of enkel het bepalen van de hoeveelheid
wapening. In dat laatste geval betekent het dat je te maken hebt
met parameters die vastliggen voor het constructieonderdeel
zelf, zoals belastingen en paalafstand. Hierdoor is de terugkop-
peling niet altijd noodzakelijk en hoef je vaak maar één bereke-
ning te doen. Denk hierbij aan poeren waarvan de afmetingen
vaak al vastliggen en enkel de wapening nog moet worden
bepaald. Je gebruikt het script dan om de meest optimale wape-
ning te vinden voor de gegeven afmetingen van de poer.
Om uit die berekeningen een optimaal resultaat te krijgen,
loont het een niet-lineaire analyse te doen. Met een niet-line-
aire berekening kan het gedrag van de constructie of het
constructieonderdeel inclusief het bezwijkmechanisme beter
en nauwkeuriger worden beschreven. Hierdoor kan de wape-
ning bijvoorbeeld beter worden gedimensioneerd. Dit zal
uiteindelijk leiden tot een optimaler en bovendien veiliger
ontwerp.
ir. Pim van der Aa
ing. Ab van den Bos
DIANA FEA BV
1
Invoer van het Python-script
1
Parametrisch ontwerpen in DIANA 6 2018
44
2 Staafwerkdiagram voor een tweepaalspoer
3 Eindige-elementenmodel voor de tweepaalspoer
Helaas geeft de huidige Eurocode 2 weinig regels en richtlijnen
voor niet-lineair rekenen. Daarom wordt in de gevallen dat de
Eurocode 2 tekortkomt, de fib Model Code 2010 gebruikt. Het
is de bedoeling in de volgende versie van de Eurocode een
bijlage over niet-lineair rekenen aan te bieden, zodat de
analyse- en toetsingsmethode ook voor breder publiek
toegankelijk worden.
Invoer
De invoer is het eerste gedeelte in het script. In Python moeten
variabelen (parameters) worden gedefinieerd. In het geval van
een poer zijn dit de afmetingen, gegevens van de palen, belas-
tingen en materiaalgegevens. Geprobeerd wordt het aantal
parameters zo veel mogelijk te beperken, en zo veel mogelijk
uit te gaan van standaardwaarden. Dit zorgt ervoor dat de
invoer van het Python-script overzichtelijk en bruikbaar blijft
(fig. 1).
Staafwerkdiagram
Aan de hand van de gedefinieerde variabelen, kunnen in het
script onderlinge relaties worden gelegd en functies worden
aangestuurd om het model op te zetten. In de berekening zal
gebruik worden gemaakt van een staafwerkdiagram. Hieruit
worden de krachten gehaald om de wapening te bepalen. EC2
(NEN-EN 1992-1-1, 6.5) geeft aan dat staafwerkdiagrammen
mogen worden gebruikt voor de detaillering van discontinue
gebieden. Figuur 2 laat een staafwerkdiagram zien voor een Parametrisch ontwerpen bij onderzoek
Een derde mogelijkheid om parametrisch modelleren functio -
neel in te zetten, is bij onderzoek. Bij nieuwe innovaties of
nieuwe fenomenen is het belangrijk te begrijpen welke varia-
belen invloed op elkaar hebben. Met een parametrisch model
kunnen snel variabelen of parameters worden aangepast. Dit
kan gemakkelijk door een Python-script op te zetten dat
DIANA kan aansturen en waarin de betreffende variabelen en
parameters zijn gedefinieerd. Hierdoor krijgt men snel een
goed beeld van de variabelen die invloed hebben op het te
onderzoeken fenomeen.
Praktijkvoorbeeld parametrisch model poer
Als voorbeeld van een parametrisch model in DIANA
wordt een poer uitgewerkt, waarvan de wapening moet
worden bepaald. Een poer is een typisch voorbeeld van een
constructieonderdeel dat vaak voorkomt, waardoor het
opzetten van een goed parametrisch model veel winst kan
opleveren.
DIANA aansturen met Python
Om DIANA aan te sturen, wordt Python gebruikt. Alvorens
het Python-script op te zetten, is het belangrijk te weten wat
het doel is van het script, wat het moet kunnen, wat de invoer
is en wat de gewenste uitvoer moet zijn.
In dit geval is het doel het wapeningsontwerp te bepalen voor
een tweepaalspoer, dat voldoet aan de eisen van de Eurocode 2
(EC2) en de fib Model Code 2010 (MC2010). Het wapenings-
ontwerp wordt getoetst met behulp van een niet-lineaire
analyse. De resultaten van deze analyse zijn de uitvoer van het
script samen met het wapeningsontwerp.
2
3
Succesfactoren
De kans van slagen voor de automatisering van de gehele workflow van het
ontwerpproces tot aan de uitvoering is alleen verzekerd als programma's met
elkaar kunnen communiceren.
Hiertoe zijn een aantal aspecten van belang:
- Een uniforme taal is noodzakelijk.
Er zijn verschillende talen in ontwikkeling en het is afwachten welke het
zullen halen.
- Programma's die onderling open zijn, informatie kunnen uitwisselen en
koppelingen kunnen maken of toestaan.
Bimmen wil niet zeggen dat alles binnen een programma moet worden gevat,
maar dat alle informatie uitwisselbaar en opvraagbaar is waar nodig.
- Normen die een geautomatiseerd proces ondersteunen.
Door automatisering veranderen ook vormen van de constructie. Huidige
(veelal) analytische en empirische rekenregels schieten daar tekort. De
normen zullen worden uitgebreid met het toetsbaar maken van extreme
vormen en materiaalcombinaties. Daar is een deel weggelegd voor het niet-
lineair rekenen waarbij in de basis elke vorm en elk materiaal gecombineerd
kan worden getoetst.
thema
Parametrisch ontwerpen in DIANA 6 2018
45
4Ø12
2x Ø12-100
2x Ø12-125
7Ø20
4
Spanningstensoren na een lineaire analyse (a) en uit -
voer van het staafwerkdiagram (b)
5 Wapeningsontwerp
Toetsing
Voor de toetsing van de poer en het wapeningsontwerp moeten
twee analyses worden uitgevoerd: een SLS- en ULS-analyse.
Voor de SLS-analyse wordt gerekend met de SLS-belasting en
met gemiddelde materiaaleigenschappen. Deze analyse toetst
de scheurwijdte. Figuur 6 laat de scheurwijdte zien die is bere-
kend. Deze voldoet aan de gestelde eis van 0,35 mm.
Voor de ULS-analyse wordt de ULS-belasting gebruikt en er
wordt gerekend met de rekenwaarde van de materiaaleigen-
schappen. In deze analyse wordt de wapening getoetst en
worden de knopen op druk gecontroleerd.
In EC2 (NEN-EN 1992-1-1, 6.5.4) is een aparte paragraaf
opgenomen voor het toetsen van de knopen op druk in een
staafwerkdiagram. Het is echter nauwkeuriger deze met behulp
van een niet-lineaire analyse te toetsen. Figuur 7 en 8 tonen de
resultaten van respectievelijk de wapeningsspanningen en de
rekken in de knopen. De wapening blijft onder de vloeispan-
4a tweepaalspoer. De aanname voor de interne arm z speelt een
belangrijke rol in het krachtenspel. Deze moet in principe
onbekend worden aangenomen; de nationale bijlage van de
EC2 6.1(10) geeft hier een richtlijn voor. Echter, met
behulp van FEA kan deze interne arm nauwkeurig worden
bepaald, waardoor efficiënter en optimaler kan worden
gewapend.
Figuur 3 laat het eindige-elementenmodel zien. Het model is
2D, bestaat uit plane-stress-elementen en er wordt gebruikge-
maakt van symmetrie. Het staafwerkdiagram wordt afgeleid uit
het model met behulp van composed elementen (aangegeven
met de stippellijnen). Composed elementen worden hier
gebruikt om krachten van het staafwerkdiagram af te leiden uit
een spanningsveld dat optreedt in de plane-stress-elementen.
Het betreft in feite niets anders dan de integraal van de span-
ningen over de cross-sectie.
Behalve de kracht in de drukdiagonaal en de trekkracht onder
in de poer wordt ook de splijtkracht loodrecht op de drukdia-
gonaal direct uit het model gehaald. EC2 (NEN-EN 1992-1-1,
6.5.3) geeft hier wel een richtlijn voor maar het is nauwkeuriger
deze direct uit het model te halen.
Figuur 4 toont links de spanningstensoren na een lineaire
analyse waaruit zichtbaar is dat de belasting direct wordt afge-
dragen van de kolom naar de paal. Rechts toont het figuur de
uitvoer van het staafwerkdiagram. Op basis van de optredende
krachten kan een wapeningsontwerp worden afgeleid. Naast
het krachtenspel is er ook rekening gehouden met de detaille-
ringsregels die gegeven zijn in EC2 (zoals staafafstand, mini-
mumwapeningspercentage, enz.).
Het wapeningsontwerp dat is afgeleid wordt getoond in
figuur 5. Dit ontwerp wordt getoetst en vervolgens geoptimali-
seerd met behulp van een niet-lineaire analyse.
Materiaaleigenschappen
Aan het model zijn niet-lineaire materialen gekoppeld voor het
beton, de wapening en de hechting tussen het beton en de
wapening (het bond-slipgedrag). Bij de invoer is enkel
gevraagd om de betondruksterkte en de vloeispanning van het
staal (de maximale korrelgrootte wordt ook gevraagd, echter
deze is alleen nodig voor het bepalen van de minimale staafaf-
stand van de wapening). Op basis van deze invoer worden met
behulp van MC2010 alle niet-lineaire materiaaleigenschappen
afgeleid voor het beton, de wapening en het bond-slipgedrag
van de wapening.
Het is een hardnekkige misvatting dat een niet-lineaire bereke-
ning veel kennis over parameters vereist. Deze zijn immers
uitgewerkt in normen en richtlijnen en hoeven niet meer zelf
afgeleid en/of gevalideerd te worden.
4 b
5a 5b
Parametrisch ontwerpen in DIANA 6 2018
46
Conclusie
Het automatiseren van fabricage in de bouw heeft al lang zijn
intreden gedaan. Na het digitaliseren van het tekenen en de
berekeningen is de bouw nu rijp voor het automatiseren van
het ontwerpen, construeren, analyseren en het tekenen van de
constructies. Hierbij spelen (niet-lineaire) FEA-softwarepak-
ketten zoals DIANA een belangrijke rol. Het voorbeeld van de
poer laat zien dat het gehele proces inclusief een niet-lineaire
berekening tot aan het tekenen kan worden geautomatiseerd in
DIANA. In principe kunnen de meest geavanceerde niet-line-
aire berekeningen worden geautomatiseerd, wat zal leiden tot
beter geoptimaliseerde constructies.
Het volledig automatiseren van het engineeringsproces zal een
proces van jaren zijn. Wel is het voor eenvoudige constructies
nu al haalbaar.
?
6 Berekende scheurwijdte (SLS)
7 Spanningen in de wapening (ULS)
8 Rekken in de knopen (ULS)
9 Spanningstensoren (ULS); directe afdracht van de
kolom naar de paal is duidelijk te zien
ning van 435 MPa en de knopen bezwijken niet op druk (lokaal
overschrijdt de drukrek wel de 3,5? maar dit is niet ter plaatse
van de knopen, enkel in de scheur die optreedt).
Naast de te toetsen uitvoer kan ook worden gekeken naar
andere uitvoer om meer inzicht te krijgen in het gedrag van de
constructie. Zo kan bijvoorbeeld worden gecheckt wat de
invloed is van niet-lineair gedrag op de interne arm z. Figuur 9
laat dit zien met behulp van de spanningstensoren van de ULS-
analyse. Hier is duidelijk een directe afdracht van de kolom
naar de paal te zien en dus een grote inwendige arm z.
Gehele berekening
Met enkel de in figuur 1 gepresenteerde invoerparameters wordt
een wapeningsontwerp geleverd inclusief toetsing van het
ontwerp met behulp van een niet-lineaire analyse. Met behulp
van Python en DIANA is een parametrisch model opgezet dat de
gehele berekening volledig geautomatiseerd doorloopt.
6
8
7
9
thema
Parametrisch ontwerpen in DIANA 6 2018
Reacties